Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
w
1914.
53ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 33.
Donderdag 23 April.
BINNENLAND.
Naar de Bloemenvelden
VOOR
afzonderlijke
Toe
e
Ws.
Fr.
ei
rd.
„In de weiden, op de heiden
Bloemen, bloemen overal.
Naast de versch geploegde voren,
Tusschen ’t dicht begroeide koren,
In het woud en stille dal,
Bloemen, bloemen overal!”
tooveren in een lieflijken tuin,
tegenlacht en tegengeurt, en
wonen.
kleptomanie te
4mk. Cl
ie-
iet
jet
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
nu daar buiten, als daar
duizenden dauwdroppeltjes
de grassprietjes als zoovele
het mes wordt meedoogenloos ge-
om al die mooie bloemen af te
en
en
lar
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
vroeg reeds opent Aurora
en de godin van den dag
buiten, om de schitterende
loopbaan aan te vangen, om te verkwikken
mensch, dier en plant.
Dan wekken die eerste stralen de gevederde
zangers en ze begroeten het morgenlicht.
De leeuwerik klapt met z’n vlerkjes en ze
stijgt opwaarts, steeds zingende, hooger klim
mende in de heldere morgenlucht als wilde
ze eenbezoek brengen aan de gouden zonue.
Hoor dien blijden jubelIs het niet een
loflied tot den Schepper aller dingen, om in
zuivere tonen te prijzen Zijn verheven goed
heid I
Heerlijk is ’t
duizenden en
glinsteren aan
pareltjes van ’t zuiverste water.
Nu ontplooien de sierlijk gevormde veld
bloemen de teere kroonblaadjes, en wenden
de kopjes naar de gouden zonne, om op te
vangen de heerlijke stralen, die goeddoen op
d’aard.
Ziet! daar, worden de stallen wijd open
gezet, en ’t vee komt naar buiten in dollen
overmoed, ruikende het heerlijke, frissche groen
daar buiten, de sappige kruiden.
En de landman trekt mede vroeg naar den
akker, om te hervatten den arbeid, dien hij
den vorigen avond laat ter neder had gelegd.
Met frisschen moed gaat hij aan den arbeid
om te bewerken den bodem, of leiding te
geven aan ’t pas opschietend gewas. Moeilijke,
zware arbeid, maar heerlijk, verricht in de
hoop, dat eens zal volgen een ruime oogst,
het loon op zijn werk.
De Lente komtHeerlijke tijd. Ont
waakt, gij die slaapt, en put uit de ontluikende
natuur uwe leering voor verstand en gemoed.
der, die door een hevige kouvatting was aan
getast en sedert eenige dagen huisarrest had.
Van geneeskundige hulp moest de man niets
hebben. Hij is z’n eigen dokter. Op m’n
vraag, wat hij ter bestrijding zijner ziekte
aanwendde, antwoordde hij mij «’k heb
gusteravond ’n flessie wondereulie, ’n maotje
traon, ’n koppie vol peper, twai lepels vol
petroleum en ’n glas brandewien mit kokend
waoter innomen en daor hek daodelijk ontzet
van kregen”. Ik kon m’n ooren niet gelooven
en toen ik met verbazing uitriep„Kerel,
hoe kreeg je ’t in het hoofd, zoo’n mengeldrank
naar binnen te werken 1” antwoordde hij leuk
»Ik denk zoo bie mie zulf, je kent as nooit
waiten daor kon as wat bie wezen, dat hölp”.
Zoo’n arbeidersmaag is op het punt van voe
ding toch zeker niet verwend of verweeke-
lijkt, Ik heb den man van harte beterschap
toegewenscht. Ass. Ct.
Droogmaking der Zuiderzee.
Voor eenige dagen geleden heeft het hoofd
bestuur van den Zuiderzeevisschersbond een
onderhoud gehad met den Minister van Land
bouw, ter bespreking van een wetsontwerp tot
droogmaking der Zuiderzee.
Naar aanleiding dezer conferentie heeft het
hoofdbestuur thans een verzoek gericht tot de
afdeeüngen om de meeningen der visschers te
mogen vernemen, welke bepalingen in het
wetsontwerp moeten worden opgenomen in
zake de schadevergoeding, die aan visschers
zou behooren uitgekeerd worden; tevens, of
er ook nog regelingen te treffen zouden zijn
in andere opzichten, bijv, het in uitzicht
stellen van Rijksbetrekkingen, het geven van
voorkeur bij de bevissching op de blijvende
wateren, het gelegenheid geven om op de
kustvaart te gaan en wat verder ter sprake
kan komen.
De nieuwe muntwatermeter en H. M.
de Koningin.
Door den heer G. v. Kampen, horlogemaker
te Beesd, was een uitvinding gedaan, een
muntwatermeter, hierop neerkomende, dat door
het inwerpen van een of meer centen een
daarmee overeenkomende hoeveelheid water
wordt uitgestort.
De uitvinder bezit echter de middelen niet
om zich het dure patent daarvoor aan te schaf
fen. Wel stonden gedienstige vrienden gereed
om hem te helpen, maar tevens om van zijn
vinding te profiteeren. Hij wendde zich daarom
kort en goed tot H. M. de Koningin, en deze
liet, via den Burgemeester, den uitvinder
onmiddellijk een som toekomen, zoodat patent
kan worden aangevraagd.
De Voorhoede, weekblad voor Nederland,
die het bovenstaande mededeelt, brengt des
wege hulde aan H. M.
Geen vergiftiging.
De politie had aangehouden de dienstbode
van mevr. Drijver te Naarden.
Het 20-jarig meisje was met ingang van
1 Mei a.s. ontslag aangezegd, en zij had het
vooruitzicht geen goede getuigschriften te zullen
krijgen.
Daarom was zij kwaad en had zij Sunlight-
zeep in de koffie gedaan. Alleen mevrouw D.
had er van geproefd en den onaangenamen
smaak waarnemende, had zij, denkende aan
een poging tot vergiftiging een geneesheer
geconsulteerd. Deze constateerde dat er van
geen poging tot vergiftiging sprake was.
Het meisje werd evenwel aangehouden. Zij
beeft bekend de zeep in de koffie gedaan te
hebben uit boosheid.
Mevr. D., die eenigszins onwel was geworden,
is thans weer geheel hersteld. Het meisje is
vanmorgen naar haar ouders te Haarlem geleid.
O. N.
rd I
in I
en i
:b-
knopjes? Gaat dan beden nog naar kastanje
of sering, om uw oogen den kost te geven,
en ge zult verwonderd staan over die kunst
volle weefsels, in teere kleuren.
Enkele dagen van helderen zonneschijn, en
hoornen en heesters staan in het eerste groen,
zóó teer van kleur, als geen schilder ze u
kan maken.
Ja,., de Lente komt! Ze mag hare
komst nog eenige dagen uitstellen, maar zij
is in aantocht, de schoone fee, die als een
lieflijke godin zegevierend rondtrekt over de
moederaarde, om licht en kleur, en blijheid
en heerlijkheid te verspreiden in milde mate.
De Lente komt! Ziet, weldra zwaait ze
haar gelukbrengende tooverstaf over de aarde,
om in enkele dagen het doodsche landschap
om te tooveren in een lieflijken tuin, waar
alles u tegenlacht en tegengeurt, en waar ’t
u goed is te
Nu worden velden en dreven bezaaid met
millioenen bloemekens in zachte kleuren, en
wordt daar buiten het veld bekleed met
tapijten van zeldzame tinten.
Niet langer jagen donkere wolkgevaarten
langs het luchtruim, maar de lentezon drijft
ze zacht voor zich uit, en maakt van ’t hemel
gewelf een azuren koepel van onmetelijke
hoogte, helder en klaar, het beeld van smet-
telooze reinheid.
De gevleugelde zangers, die gedurende het
barre getij een veilige schuilplaats hebben
gezocht in de warme gewesten, keeren terug
naar de plekjes, die hen lief zijn, en zoeken
de verlaten woningen weer op, of beginnen
met koortsigen ijver te bouwen aan een nieuw
tehuis.
Ziet ze bedrijvig in de weer, die «gewiekte
geluiden”, om strootjes en veertjes te ver
zamelen voor het nestje, dal straks zal bevatten
het jonge leven.
’s Morgens zeer
de hemelpoorten,
treedt naar
Een kleptomaan.
Daar hij verdacht werd van diefstal van
een paar postduiven, deden de gemeente
veldwachter en een Rijks-veldwachter een
huiszoeking bij zekeren L. van L. te Colijns-
plaat. Daarbij kwam men tot een heel eigen
aardige ontdekking.
Op den zolder van ’s mans woning bevond
zich namelijk een heel magazijn van de meest
verschillende voorwerpen van dagelijksch ge
bruik, schoenen, laarzen, landbouwgereedschap
pen enz., alles gedurende een tweetal jaren
bij verschillende dorpsbewoners ontvreemd.
Zelfs vonden de politiemannen er verschil
lende door hen zelf vermiste artikelen terug.
De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat
men hier met een geval van
doen heeft.
Sneek, 21 Apr. Heden namiddag werden hier
geboeid binnen gebracht drie jonge mannen,
allen met een zeer slecht uiterlijk. Op 15
en 16 April had ’t gezelschap, dat in Bolsward
thuis behoort, zich te Nijezijl onder Oosthem
schuldig gemaakt aan diefstal van verschil
lende zaken. In dien zelfden nacht had ook
de diefstal van bijna f 400 bij de gezusters
Haanstra aldaar plaats, waarom men meent
dat de heeren dien diefstal ook op hun
rekening hebben. Twee der mannen zijn reeds
vroeger veroordeeld, de derde loopt nog altijd
vrij rond.
Hedenmiddag werden ze door den comman
dant van de marechausseebrigade gehoord.
De diefstal bij voornoemde dames ontkenden
ze pertinent, maar ’t stelen van ondergoederen
enz. kon niet worden ontkend.
Sneek, 21 April. De pogingen die men
van hier uit in ’t werk heeft gesteld, om de
jongste begeving van een Academische Buma-
beurs aan den heer L. Tichelaar, jongsten
zoon van ds. Tichelaar te Nijland, vernietigd
te krijgen, zijn met een gunstigen uitslag
bekroond. Z.Ex. de Minister van B. Z. heeft
bewuste begeving vernietigd. En waarop
grondde die vernietiging zich
In ’t testament’ van wijlen de h.h. Buma
staat een bepaling, dat de oproeping tot het
vergelijkend examen moet geschieden door
twee aankondigingen in twee in de provincie
uitgegeven veel gelezen dagbladen, waarvan
de eerste tenminste 3 maanden vóór den dag
van 't examen zal moeten zijn geplaatst. Nog
een andere bepaling luidt, dat een bewijs van
onvermogen moet worden overgelegd door
hem, aan wien de Beurs wordt toegewezen.
Aangezien de vader van den beneficiant dit
had verkregen van den heer Burgemeester
van Wijmbritseradeel, was de begeving tot
zooverre in ’t reine, al gingen indertijd hier
in den Raad stemmen op dat ds. Tichelaar
van Nijland wel in staat was zijn jongsten
zoon te laten studeeren.
Wonseradeel, 19 April. Beroepseierzoekers
in deze omgeving klagen er over, dat ze
minder kievitseieren vinden dan vorige jaren.
De vogel verlaat deze oorden, en begeeft zich
meer naar de Makkumer meerpolders en
lagere streken.
Eende-eieren worden er echter zooveel te
meer gevonden. Sommigen vinden nesten met
15 a 18 stuks. Vele tamme eenden van eenden-
houders leggen vaak hunne eieren mede in
de nesien van wilde vogels, waardoor de vondst
verrassend groot wordt.
Leeuwarden, 20 April. Eene onderwijzeres,
rijkelijk van koffertjes en pakjes voorzien,
stapte uit den trein, moest overstappen in een
anderen. «Juffrouw, zal ik U even een handje
helpen Een vriendelijk heer nam een rieten
koffertje van haar over, liep er al vast mee
vooruit. Bij den anderen trein... was de heer
verdwenen en ’t rieten koffertje meteen. En
we hebben niet gehoord, dat het terugge
komen is.
Nog enkele dagen en de gure voorjaars-
stormen hebben afscheid genomen. Wie oog
heeft voor de heerlijk schoone natuur, ziet
overal, dat men zich daar buiten voorbereidt
voor de naderende lente.
Wat is alles toch in een korten tijd ver
anderd. Nog slechts enkele dagen geleden
koesterden we ons bij ’t knappende vuur in
de gezellige woonkamer, en doken we weg
"in de kraag van winterjas of demi-saison,
wanneer we ons buiten waagden.
Niets lokte naar buiten. Kille voorjaars-
regens met stormvlagen maakten het onge
zellig, en de hoornen, de sieraden van tuin
en hof, staken melancholisch hun naakte
takken als geraamten naar boven.
En nuleven is er gekomen in alles daar
buiten.
Ziet! hoe daar de knopjes van de boomen
gingen zwellen, om zich te ontdoen van de
bladschubben, waartusschen ze gedurende de
wintermaanden beschermd waren.
Weldra ontplooien heesters en struiken
het jonge groen, dat zoo warm was toegedekt
in die kleine bladknopjes. Hebt ge ’t nooit
van nabij gezien, geachte lezer(es) hoe kunstig
fijn daar blad en bloem in miniatuur ligt
opgevouwen in ’t dekkende bekleedsel der
Haast U. Gij zoudt te laat kunnen komen.
Ze zijn ter dood veroordeeld al die kinderen
Flora’s, onze prachtige tulpen. Nog een paar
dagen en
hanteerd,
snijden.
Want, als de tulpenbloem op het schoonst
is, moet ze worden afgesneden, anders lijdt
de bol of liever lijden de bolletjes aan den
moer bol.
Maar nog is het wonderlijk mooi,
stedeling, fiets eens naar Arum. Peddel bij
Pingjnm langs, dan hebt gij reeds een veld
gehad. Vervolg uw weg langs den groenen
dijk, op Arum aan. Hoek Achlumerweg, halt
Bij den heer P. Hiemstra, wat pracht van
kleuren en tinten. Hoe keurig verzorgd dat
veld, hoe «schoon” zooals men hier zegt.
Dan verder, ’t dorp door, bij den heer R.
Yetsinga, dito. En dan den weg naar Lollum
op, naar de sate van den heer J. H. Ypma,
even de plaats voorbij. En zegt dan of het
de moeite waard was de reis te doen. Ik ben
verzekerd, dat gij tevreden zult zijn.
Hebt gij een oog voor mooie bloemen, zoo
let op dat edele in vorm en kleur der «witte
Valk”, op die schakeering in wit en mat geel
der «Murillo”. Hoe prachtig van rood, in
verscheidenheid van nuance de „prins van
Oostenrijk”, de «kardinaal”, de «vermillion
brillante”. En daar tusschendoor alle mengeling
van kleuren, wonder, wondermooi.
’t Is één weelde, één rijkdom van schittering.
En hoe netjes is alles in orde.
Eu bij de drie Arumer kweekers hebt U
telkens kunnen opmerken zwart groen be
schilderde borden, waarop staat vermeld, dat
men vrij op de terreinen mag gaan, tegen een
kleine entrée, minstens 2x/2 cent. Daar staat
geen oppasser bij, men vertrouwt U geheel.
Wie int dan die entrées De busjes die
aan het bord zijn bevestigd. Ga zien, bewonder,
en werp dan een klein bedrag door het gleufje.
Alles wat wordt ingezameld wordt afge
dragen aan «het Groene Kruis” te Arum.
Dus, op naar de bloemvelden van Arum.
En vergeet U dan het busje niet?
Repk. Nieuwsbl. v.
Voorzitterschap Eerste Kamer.
In politieke kringen in Den Haag loopt
volgens de Tel. het hardnekkig gerucht, dat
bij de rechterzijde het voornemen zou bestaan
tot voorzitter der Eerste Kamer te benoemen
mr. W. K. F. P. graaf van Bijlandt, den
christelijk-historischen afgevaardigde ter Tweede
Kamer voor Apeldoorn en oud-president van
de Kamer.
De Staten van Gelderland zouden den graaf
dan tot lid der Eerste Kamer kiezen, als
opvolger van wijlen baron Schimmelpenninck
van der Oye van Hoevelaken en graaf van
Bijlandt zou den Kamerzetel voor Apeldoorn
open maken.
Toen eenige heeren zich voor de haven
te Harlingen met zeilen vermaakten, haperde
er iets aan de tuigage van de boot, waarop
een hunner in den mast klom om dit te ver
helpen met het gevolg dat de boot dreigde te
kantelen. De heer liet zich daarop uit den mast
in het water vallen, waarop de boot zich weder
richtte; en hij hield zich zwemmende boven
het water en werd weer aan boord geholpen.
N. Harl. Ct.
Een tegenstander van het artsenmonopolie.
Een onzer correspondenten schrijft
Op de grens van ons gewest in een bloeiende
veenkolonie sprak ik dezer dagen een arbei-
n
n
e
k
n
ij
k
it
rt f
!B I
r- I
te I
ef r
„Ziet, de bloempjes buigen neder,
Door den wind gekust,
Hoortwat roept de zephir teeder
Kleinen, slaapt gerust.
Alles teekent gloed en leven,
Ademt vroolijkheid,
Duin en dal en veld en dreven
Teek’nen zaligheid.
Runders loeien, schaapjes springen,
Alles toont genot,
En de lieve vogels zingen
Blij ter eer van God
De Nieuwe Courant. HENRI.
Bolswardsche Courant
1
I
o»
i
jor I
tje
3.