Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
H
I
1914.
53ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 35.
Hoe te verklaren, dat de gewapende
vrede der groote mogendheden niet
- - tot oorlog leidt?
Donderdag 30 April.
door Mr. A. P. H. de Lande te Alkmaar.
BINNENLAND.
VOOR
Afzonderlijke
75 et., de laagste,
dien aard, dat
r
l
t
e
L
is
ie
van
en
'8
er
'g
ie
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
hen hongersnood en
was de aan voer
en schrijvers op
en lange dienstplicht wordt
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts.- Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Hei bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Sloten, 27 April. De bekende sportman,
W. J. H. Mulier te ’s-Gravenhage heeft per
fiets den afstand SlotenHeerenveen (22 K.M).
in 38 minuten afgelegd. Zooals men weet,
was de heer Mulier tot voor eenige jaren
recordhouder van den elfstedentocht op de
schaats. De laatste maal, dat deze tocht gehou
den werd, volbracht de heer Mulier (thans
49 jaar oud) hem nog geheel.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneak, 28 April. Niet minder dan 25000
kievitseieren, misschien nog meer, kwamen
heden ter markt,
om
aan
tijd slechts aan
viel. J uist aangezien
elk gemis van
dubbel hard. I
minder verdragen dan vroeger,
behoud van
Europeaan veel
Auto-ongeluk.
Hedenvoormiddag is door de dienstauto der
firma A. W. Sijthoffs Uitgeversmaatschappij
op het Rapenburg te Leiden de 26 jarige J.
M. N. van Schaik, journalist, overreden. In
bedenkelijken toestand werd hij naar het Hopi-
tal Wallon overgebracht, waar hij is overleden.
Het slachtoffer kwam snel fietsende uit de
Doelesteeg en heeft het toeteren van de auto
wellicht niet vernomen. Alg. H.
Dr. Kuyper te Fnkhuizen.
De redactie van De Standaard deelt mede,
dat de verslaggever van De Maasbode op de
Enkhuizensche meeting van dr. Kuyper niet
met vergunning, doch in strijd met den wensch
van dr. Kuyper, aanwezig was.
Het is een hoogst opmerkelijk feit, dat
de gewapende vrede niet leidt tot een oorlog
tusschen de groote mogendheden.
Welke verklaring moet men daaraan geven?
Voor zoover men de geschiedenis kan nagaan,
was er nooit een tijdperk, waarin zulke reus
achtige bewapeningen werden uitgevoerd en
jaren achtereen in stand gehouden.
Het Fransche leger in vollen vredestijd is
talrijker dan de legermacht, door Napoleon
naar Moskow gesleept en waarvan het treurig
overschot in de Berezina verdronk. Vooral
de laatste vijftien jaren, hebben de grootste
staten van Europa leger en vloot op ontzag
wekkende wijze versterkt en de doode weer
middelen vernieuwd en uitgebreid. En toch...
diezelfde machtige staten hebben het niet
geraden geacht, om hun krachten met elkander
te meten.
De Balkanoorlog gaf toch aanleiding te
over, om het Noordelijk deel van Europa in
een aantal slagvelden te veranderen en alle
bruikbare mannen in krijgslieden. In het
jaarverslag van onzen bond over 1912 wordt
terecht er aan herinnerd, hoe de Balkanoorlog
tot een voortdurend onrustbarenden toestand
van gespannen verhoudingen aanleiding gaf,
die elk oogenblik tot den gevreesden Euro-
peeschen oorlog hadden kunnen leiden.
„Dat is niet geschied” merkt de verslag
gever op. Dat is niet geschied aan het einde
van 1912, toen Oostenrijk en Rusland mobi
liseerden en het een oogenblik van Frankrijk
en Duitschland werd verwachtdat is niet
geschied, later, toen Oostenrijk dreigend tegen
over Servië stond, ter wille van een haven
in Albanië; dat is zelfs niet geschied, toen
Oostenrijk ter wille van het z.g. prestige
eener groote Mogendheid, op de ontruiming
van Skoetari bleef aandringen.
Men moge zich de vraag stellen, waarom
is dit niet geschied?
Welke reden mag er bestaan, dat de krijgs
oversten de lauweren, die voor ’t grijpen
waren, niet hebben geplukt?
Is het toeval, dat de zes groote mogend
heden, die een legermacht bijeen houden van
drie millioen zes honderd zestig duizend man,
geaarzeld hebben om den strijd te doen ont
branden -
Het komt ons voor, dat dit niet aan toe
vallige omstandigheden mag worden toege
schreven.
staten niet gelijk zijn, maar is toch zoo groot,
dat het verschil voor partijen minder betee-
kenis verkrijgt.
Vandaar dat bij den overwinnaar eveneens
de maatschappelijke ontevredenheid een zeer
hoog punt zoude bereiken.
Ook des overwinnaars troon zoude gaan
wankelen. Men behoeft geen scherpzinnig
staatsman te wezen, om dit te kunnen voor
spellen. De ontevreden massa, en de massa
ontevredenen, zouden niets onbeproefd laten,
om de bestaande regeeringen met den aan
kleve van dien laat ons een parlementaire
uitdrukking gebruiken, te vervangen.
Waarmede? om ’t even, maar vervangen tot
eiken prijs.
Dit bijkans onvermijdelijk gevolg van den
oorlog, tusschen de groote mogendheden, dit
schijnt ons toe de reden, waarom de staats
lieden terugdeinzen voor de oorlogsverklaring.
Dit is het eigenlijke motief dat hen weer
houdt, en tengevolge waarvan reeds 28 jaar
de vrede voortduurt.
Al wisselen in Frankrijk of elders de mini
steries, de vrees blijft.
Is deze hypothese juist, dan zal men geree
delijk de verklaring vinden, waarom de ge
wapende vrede voortduurt. Al bestempelt men
terecht den bestaanden toestand als onhoud
baar, voor de legeroversten en voor allen die
met het leger in betrekking staan, en dit zijn
er zeer velen, is de toestand wel het om
gekeerde van onhoudbaar. Voor wapen
fabrikanten is het de gouden eeuw. Het is
bovendien alleraangenaamst een betrekking te
bekleeden bij een tak van dienst die zich
uitbreidt. Het leger breidt zich overal uit.
Geldelijk mogen er voordeeliger ambten of
betrekkingen zijn dan officier, maar aan eer
en aanzien in de naburige staten, komen de
gegradueerden niet te kort. Hierbij komt de
zelfvoldoening dat men het vaderland dient.
Het militairisme beantwoordt aan een nei
ging, die iedereen min of meer koestert, n.l.
het uitoefenen van macht. Voor niet wijs-
geerig aangelegde personen is het een
dagelijks wederkeerend genoegen, om een be
vel te kunnen geven. Het kwellen van
andere levende wezens gaat bij zeer veel
personen met een positieven gevoelstoon ge
paard. Ook in het leger is er plaats voor
menschen bij wie deze* eigenschap over-
heerscht.
Het militairisme is mitsdien uiterst aantrek
kelijk voor tal van jongelieden en aangezien
het leger de hechtste steun is van onze
maatschappelijke organisatie, lijdt het geen
twijfel of wij zullen dit gedurende geruimen
tijd behouden.
Aldus laat zich voorzien, dat de groote
mogendheden zullen voortgaan met het voor
bereiden van den oorlog, terwijl die oorlog
niet zal komen. De traditioneele zwarte stip
aan den Europeeschen horizont, zal een stip
blijven, en zich niet tot een onweerswolk
samenpakken.
De ontevredenheid die in de maatschappij
heerscht, maakt Je kans op oorlog geringer.
De bezorgdheid voor binnenlandsche verwik
kelingen veroorzaakt dat men niet met gerust
gemoed te velde trekt.
Voor ons land is deze constellatie van
Europa in het bijzonder bezwarend. Immers
wij Nederlanders zijn bij uitstek vredelievend
gestemd. De bewapeningen der naburige
staten nopen ons daaraan mee te doen en in
het klein na te volgen, hetgeen naast ons in
het groot geschiedt. Het gewichtigste be
zwaar voor ons is wel ditook wij moeten
ons offers getroosten voor den oorlog, die
nog tal van jaren vermoedelijk zal verdaagd
worden die offers moeten we ons getroosten,
met de wetenschap, dat onze vloot geheel
onvoldoende is voor bescherming der koloniën.
Vrede door Recht.
begrepen en overwogen. Wellicht is de tijd
niet meer ver af, dat bij de minder gegoeden
onzer samenleving de overtuiging algemeen
wordt, hoe het verbreken van den vrede
gelijk staat met nijpend gebrek.
Hoe groot de ontevredenheid bij de arbei
ders ook moge zijn, wegens het gemis van
aardsche goederen, ook zij begrijpen, dat hun
toestand materieel nog oneindig veel slechter
worden zal, wanneer in onzen tijd, in be
schaafde staten krijg gevoerd wordt.
Oorlog beteekent voor
hongerdood.
En om deze reden is de vredesbeweging
niet meer het najagen van een utopie, niet
meer het streven naar een onbereikbaar ideaal,
neen, de vierde stand, in alle landen van
Europa, gevoelt instinktief, dat vrede door
recht, niet hel minst in zijn belang, moet
bereikt worden.
De uitgebreide
in vredestijd in veel gezinnen, als een zware,
reeds al te zware druk ondervonden. Hoe
pijnlijk die druk in oorlogstijd zal zijn, daar
omtrent bestaat niet de minste twijfel, niet
de minste onzekerheid. De overwinning-
fanfares zullen de smartkreten thans niet,
gelijk vroeger, kunnen overstemmen.
Heeft de vredespropaganda ongetwijfeld in
Europa medegewerkt om de openbare meening
pacifistisch te stemmen, ook omdat het terrein
daarvoor geëffend was, toch zoude het over
schatting van het succes wezen, indien men
daaraan toeschreef het telkens verdagen van
den kamp, door de opvolgende regeerings-
personen. In de naaste omgeving van vorsten
en vorstinnen, en bij de hooge regeeringen
bestaat nog geenszins een onbevooroordeelde
waardeering van ons streven. Heeft de Minis
ter voor het vredescongres in 1913 een
ruime subsidie op de begrooting gekracht?
Wordt het hoofdbestuur van den bond
jaarlijks uitgenoodigd evenals hoofdofficieren,
en andere hooggeplaatste staatsambtenaren
ten hove aan een middagmaal, opgeluisterd
door muziek niet van de grenadiers en jagers
maar van het residentie-orkest Als deze ge
zindheid heerscht hierte lande,inonsland, dat
toch door de vredesconferenties meer in aan
zien heeft gewonnen, dan door de gelukkigste
veroveringen dan behoeft men zich geen
illusies te maken over de stemming en waar
deering van het pacifisma in hofkringen van
naburige groote staten.
Naast de vorstelijke tronen staat het ge
slepen zwaard gereed.
De hofkringen schitteren van militair goud.
Bij den vierden stand, die eerst in onzen
tijd invloed verkrijgt, schittert het goud niet.
Dat de vertegenwoordigers van den staat
zich door militairen doen omgeven, is geheel
overeenkomstig de traditie.
Bij den ondersten zoom der bevolking
wordt juist alle traditie over boord geworpen.
Zoo mogelijk, wordt ontevredenheid met de
bestaande organisatie aangekweekt, om de
leiders meer invloed te verschaffen. Weerzin,
afkeer, wrok tegen het militairisme en mits
dien tegen den oorlog wordt daar algemeen
gevoeld.
En nu ligt het voor de hand, dat bij de
hooge regeeringsambtenaren deze stemming
der meerderheid van de bevolking officieel
nooit wordt erkend, maar toch in geenen
deele aan hun aandacht ontsnapt. Men moet
dan ook wel volslagen verblind zijn in onzen
tijd, om niet te zien, dat de oorlog tusschen
de groote mogendheden van ons werelddeel,
de ergste verbittering ten gevolge zal hebben.
Eu tegen wie zal deze verbittering zich uiten
Tegen de regeering des lands, tegen den
vorst, tegen het staatsgezag en de dragers
daarvan.
Indien uit de geschiedenis één les te putten
valt is het wel deze een ongelukkige krijg
was steeds het einde van een politiek regime.
Napoleon I en III zijn niet de eersten noch
de laatsten, die op St. Helena of Wilhelms-
höhe de voor hen noodlottige gevolgen van
tegenspoed in de wapenen hebben overdacht.
De troon van den vorst wankelt, als de
krijgskans keert.
Dit bleek herhaaldelijk. Maar in onzen tijd,
komt er een omstandigheid bij, die vroeger
zich niet deed gelden. Vroeger stond muur
vast de overtuiging, dat voor den overwinnaar
de oorlog een zegen was. De nadeelen werden
voorbijgezien. Doch die overtuiging is tegen
woordig niet zoo groot meer. De schade aan
menschenlevens en vernietiging van kapitaal
zoude thans bij oorlog tusschen de Europeesche
Hij duikt onder water en laat dan een
mooi gezang hooren. De vogel heeft de grootte
van het in waterstreken welbekende water-
kipje of waterhoentje. De kleur is geheel
zwart, behalve de pooten en de opstaande
kuif, die oranje zijn. Deze vogel wordt heel
zeldzaam in ons land aangetroffen. Als vind
plaats van dezen wondervogel, sporadisch
voorkomende, geeft men Zuid-Limburg aan,
hoewel men hem daar bijna niet kent. Alleen
natuurkenners en -vorschers weten dat hij
daar te zien is.
Sinds eenigen tijd is deze vogel ook in de
Zeister bosschen waargenomen. Zijn nest be
vindt zich in de richting van het kamp, het
Laantje zonder einde op. Des morgens in de
stilte komt het vogeltje in het vijvertje
tusschen Jagershuis en Groenebergje, de goud-
visschenkom, duikt onder en laat zijn schoon
gezang hooren.
Het gedeelte waar vermoedt wordt, dat het
nest zich bevindt, valt ook onder het te ver-
koopen gedeelte. Gelukkig is eenige verkoop
van de baan.
Voor negenen kon men nog 10 ct. be
dingen, maar toen begon de prijs te dalen,
totdat hij met 8 ct. sloot.
Van 24 Maart tot en met heden werden
in ’t geheel aangevoerd 62 tot 63000 eieren,
daaronder begrepen die, welke buiten de markt
om werden verhandeld.
De hoogste prijs was
die van heden 8 ct.
Behalve die kievitseieren werden in de 6
Dinsdagen nog aangevoerd ongeveer 13000
bonte, prijs 3 tot 5 ct.
Bij ’t vorig jaar vergeleken
dit jaar ruim een derde meer.
Sneek, 28 April. In geheime? raadszitting
werd gisterenavond besloten, ’t verlof van
den gemeente-secretaris op diens verzoek nog
met eene maand te verlengen.
Verder deelt men ons mee dat de commissie
inzake de enquètte van den toestand ter
secretarie, nog niet voornemens is met "haar
rapport bij de leden te komen, ’t Is dus
vrijzeker, dat men met ’t onderzoek nog niet
gereed is.
Door den beurtschipper W. de Boer van
Ameland, werd te Harlingen Maandagmorgen
3 uur aangebracht de 31-jarige Bauke Doetjes,
afkomstig van Drachten.
Bij een ruzie in een café te Ballutn was
hij door twee andere dijkwerkers te lijf ge
gaan en zoodanig met een spade geslagen en
gestoken, dat hij deerlijk verwond geraakte
en bewusteloos bleef liggen.
De schedel werd hem ingeslagen, de schou
der en arm bloedend verwond, terwijl hij in
de zijde zoodanig verwond was, dat de inge
wanden naar buiten kwamen. De geneesheer
dr. J. H. C. Deelken te Nes, gaf last den
patiënt naar Harlingen vervoeren, alwaar de
schipper na een reis van 5 uren aankwam.
De heer dr. Nierstrasz werd geroepen en de
brancard van het Ziekenhuis gerequireerd,
waarop de ongelukkige, die bijna geen teeke-
nen van leven meer gaf, derwaarts werd
vervoerd.
De verwondingen zijn van
er geen hoop is op behoud.
De daders zijn door de rijkspolitie van
Ameland gearresteerd en worden naar Leeu
warden gebracht.
Hedenmiddag arriveerde het parket uit
Leeuwarden, teneinde de verwonde te ver-
hooren. Dit kon echter niet plaats hebben,
aangezien hij nog steeds buiten kennis ligt.
N. Harl. Ct.
De waterspreeuw te Zeist gezien.
Reeds veel is er geschreven in verschillende
tijdschriften over de waterspreeuw. De
Levende Natuur schreef belangwekkend over
dezen bijzonderen vogel.
Hij duikt onder water
Een poging tot oplossing van dit probleem
moge hier plaats vinden. Ook indien de
hypothese, tot verklaring van dit feit opge
steld, niet door den lezer wordt gedeeld, dan
toch heeft de bespreking hiervan een zeer
nuttige zijde: immers andere pennen kunnen
in actie worden gebracht, die een betere be
antwoording aan de hand doen.
Men moet niet uit het oog verliezen, dat
thans, nog veel meer dan vroeger, de oorlog
een ramp is, een ramp, die ieder gezin kan
treffen, bf persoonlijk door verlies van kost
winners en verwanten bf door een geldelijken
ondergang. Kon men vroeger zich met weinig
redden; zag men vroeger er niet tegen op
zich te behelpen, tegenwoordig zijn velen
een weelde gewend, die in den Graven-
vorstelijke personen ten deel
we verwend zijn valt
i dagelijksche behoeften ons
Ontbering kunnen wij veel
Aan het
den vrede, is mitsdien voor den
meer gelegen dan vroeger.
Om die reden zijn wij thans vredelievender
gestemd en meer vatbaar voor propaganda
vereenigingen als Vrede door Recht”
van bekwame sprekers
het gebied onzer beweging.
Tot zelfs in onzen tijd bevat de geschiede
nis,^zooals die geleerd wordt, niet anders dan
de „histoire bataille” en hebben wij meer
belangstelling voor de roemrijke daden van
vlootvoogden en aanvoerders, dan voor die
van geleerden, wetgevers, hervormers. Eerst
in den allerlaatsten tijd komt er een kentering
in de openbare meening en worden de na
deelen van verlies van menschenlevens in en
tengevolge van den oorlog, in breeder kring
Bolswardsche Courant
i
i
ÊS"
ie
I-
I-
e
it