Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Aan een Politiek Overzicht
Verschijnt Donderdags en Zondags.
53ste Jaargang.
1914.
No. 36.
Ons Turnfeest zonder hoofdleider.
Zondag 3 Mei.
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
VOOR
I
ie
ir
k
Bolswardsche Courant
Afzonderlijke
zijn
i
verweren,
Dat is altijd
heeft het gestolen,
het
d.
n
1
s
r
r
i
i
I
men
toepassen
dat
Koloniën.
De Jouster Courant schrijft:
r
D
e
D
n
,e
r-
e*
>d
ie
te
t-
D>
ft,
;e
1-
n
n
el
i-
it
i-
:n
er
)d
r-
!e
et
r-
m
et
ir
diefstal van een mantel, schoenen
van Anna v.d. Wal, volks-
De man heeft bekend.
De laagste inschrijvers
een Weeshuis alhier zien
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
om de
pro-
RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)
denis het antwoord.
zijne protectionistische kunsten gaat
op dat deel van het Buitenland,
zich niet kan verweren, te weten de
zich op-
den burgerlijken
zijn
Van alle zijden is men geestdriftig voor
den eersten turndag van „’t Gewest Friesland”
gestemd. Zoo lezen we in de Bolswarder Crt.
dat de heeren en dames gymnasten, benevens
een 50-tal adspiranten (jongens en meisjes)
en vele particulieren naar hier zullen op
trekken, zoodat het, zegt dit blad, „een ware
uittocht van Bolswarders kan worden”.
Dat doet ons genoegen.
In dat bericht staat echter verder een on
juistheid, n.l. dat de heer Sutherland Royaards
met de hoofdleiding zal worden belast.
Dat is beslist onwaar. De technische
commissie verzekerde op onze gemeenschap
pelijke vergadering, dat er voortaan voor deze
gymnastiekuitvoeringen geen hoofdleiders meer
worden aangewezen.
Verschillende deskundigen krijgen elk een
deel der oefeningen te commandeerenze
hebben samen de leiding, waarbij de een niet
boven den ander staat!
Deze verklaring werd afgelegd, nadat er
van onze zijde enkelen op aandrongen, den
heer J. van der Werf te Sneek, directeur der
gymnastiekvereniging hier ter plaatse, het
hoofdleiderschap op te dragen.
Andere bladen gelieven deze uiteenzetting
even aan te stippen.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat de
Jouster Courant absoluut verkeerd ingelicht
moet zijn, zoodat wij onze mededeeling aan
gaande de hoofdleiding kunnen handhaven.
Redactie Bolsw. Crt.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bet bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Colbert, in
eeuw een
Fransche
ducten
werden geweerd (Colbert verkeerde in de
dwaling, dat de industrie Joo/#factor van de
welvaart van een land zou kunnen wezen,
terwijl we thans weten, dat dit de landbouw
is; bet oude Hollandsche spreekwoord zegt
het zoo terecht: 4Is het den boer goed gaat,
gaat het iedereen goed) deed het Buitenland
natuurlijk kort daarop ook de deur toe, en
zagen ook de Fransche producten zich ge-
wéërd van de Buitenlandsche markt. En toen
werden de Fransche Koloniën (Frankrijk bad
toen heel wat meer dan nu) gedwongen alles
uit Frankrijk te betrekken. Ons bestek laat
helaas niet toe, om een beeld te geven van
den jammer, die daardoor over de Fransche
koloniën kwam, die nu in den slechtsten zin
van het woord wingewest werden. En wie
zijne koloniën verliezen wil, kan inderdaad
geen beter weg inslaan. En daarom is het
zoo goed, dat Dr. Bos met alle kracht van
zijn gezaghebbend woord en met de feiten er
op wees, hoe of ’t aanvaarden van het
protectionisme voor Nederland moet uitloopen
op de alierbedenkelijkste koloniale politiek,
een politiek, die niet alleen geheel in strijd
is met wat gelukkig alle partijen thans voor
Indië beoogen, maar die erger zou wezen
dan het stelsel der „batige sloten”, en waar
van de historie leert, dat het is het slachten
van de hen, die gouden eieren legt, om niet
te spreken van het gevaar, dat we daardoor
onze Koloniën op den duur zouden verliezen,
een gevaar dat toch zeker, ook alweer met
de geschiedenis der koloniale mogendheden
voor oogen, alles behalve denkbeeldig is te
noemen. Het spreekt dan ook boekdeelen,
dat het juist de fabrikanten zijn, die indertijd
het meeste genoten van de differentieele rech
ten voor hun product in de Koloniën, d. z.
de Twentsche textielfabrikanten, die mede het
hardst tegen de Tariefwet-Kolkman hebben
geageerd. Zij toch hebben het aan den lijve
ondervonden, hoe de energie van eene industrie
verlamde, waarvoor men kunstmatig een afzet
gebied kweekt waarop de concurrent niet kan
verjchjjueu; zij weten hoe ieder commercieel
van PRINS JORIS in de Enkhuizer Courant,
ontleenen wij het volgende:
Wat wij gehoopt hadden is gebeurd; bij de
algemeene beschouwingen over de Inkomsten
belasting is ook eene zeer belangrijke discussie
gehouden over het Tarief. Dr. Kuyper moge
dan het parool gegeven hebben aan de Coalitie
om nimmermeer bij de Stembus onder de leuze
van Tariefsverhooging op te trekken; de Rech
terzijde in de Tweede Kamer heeft zich daar
al bitter weinig aan gestoord, en met name
uit den Katholieken hoek kwamen er warme
pleidooien voor Tariefsverhooging.
Wat hierbij treft is dat geen der verdedi
gers daarvan zich den naam van protectio
nist wil laten aanleunën; men is op die Ta
riefsverhooging alleen zoo gesteld om financieele
redenen, omdat zonder deze het tekort in de
schatkist niet te stoppen is, en als Dr. Bos
den Hr. van Vuuren complimenteert, omdat
deze er rond voor uitgekomen is, dat hij wel
van bescherming opleving van onze industrie
verwacht, wijst hij dezen lof verontwaardigd
af met een: Protectionist ben ik niet. Ja,
zelfs als de Hr. Bos, die bij deze debatten
van eene zaakkennis en helderheid blijk gaf,
die boven onzen lof verheven zijn, hem er
aan herinnert, hoe Minister Kolkman in zijne
Memorie van Antwoord op de Tariefwet had
neergeschreven, dat hij die wet in het belang
van onze industrie ook zou hebben voorge
steld, al was de schatkist in een toestand
geweest, dat ze geen cent van noode had, is
bij er op gesteld, dat heel de Kamer weet,
dat hij zulke woorden allerminst voor zijne
rekening wenscht te nemen en interrumpeert
bij: Daarmee ben ik het absoluut oneens.
zoo geweest. Toen de eerste
groote protectionist, de Fransche minister
de tweede helft van de 17de
cordon van invoerrechten
grenzen trok, waardoor de p-~
der buitenlandsche industrie geheel
Het is voor ons een verblijdend feit, dat
het woord „protectionist” langzamerhand in
de economische geschiedenis van onze samen
leving zulke bijbeteekenis krijgt, dat een
eerlijk Hollander er niet mee versierd wil
worden; wie van den naam niet weten wil,
moet toch ook op den duur de daad verwerpen.
En die naam is niet ten onrechte in min
achting. Want die spreekt van het Duitsche
Jonkerdom, d. i. de Duitsche adel met zijn
grootgrondbezit, dat ter vulling van eigen
portemonnaie, hemel en aarde beweegt, om de
hooge invoerrechten in stand te houden, waar
van de millioenen kleine luyden het gelag
betalen, die o.a. geen stukje vleesch daardoor
op bun tafel kunnen krijgen. Die naam spreekt
van de Amerikaansche trusts, de zedelooze
kinderen van een even zedelooze moeder, die
de eerlijke Wilson, die thans de eerste burger
is van de machtige Vereenigde Staten van
Amerika, alleen kans ziet den kop in te
drukken door de onthalzing van de moeder
die ze gebaard heeft, m.a.w. door eene zeer
belangrijke verlaging van het Tarief van in
voerrechten, waardoor het „land der vrijheid”
berucht geworden is. En die naam spreekt
van de duizenden en nog eens duizenden en
weer eens duizenden onder de rijken der aarde,
die zoo aan den Mammon verkleefd zijn, dat
ze niet bereid zijn hunne competente portie
te betalen in de gemeenschappelijke lasten, die
zich niet schamen hun plicht af te wentelen
op de groote massa, waaronder zoovelen die
amper in hun nooddruft kunnen voorzien.
Waarlijk, het verwondert ons absoluut niet,
dat niemand hier in Holland op den naam
van protectionist is gesteld. Maar dat heeft
zijn gevoelsreden. De theorie zelve van het
protectionisme kan echter niet met gevoels
redenen alleen worden bestreden; zij behoeft
de wetenschappelijke weerlegging, en bet doet
ons genoegen te kunnen zeggen, dat ook in
dat opzicht Dr. Bos alles heeft gegeven wat
men maar wenschen kon, en zoo overtuigend,
dat men er Rechts stil van werd.
Daar was het .argument, dat we de wet-
Kolkman hadden moeten hebben als retorsie-
maatregel, dat wil zeggen als middel van
verweer tegen het Buitenland, dat de grenzen
voor onze voortbrengselen sluiten wil. De
wet-Kolkman bevatte dan ook, zooals men
zich herinneren zal, de bepaling, dat indien
bare aanneming wraak maatregelen van andere
landen ten gevolge zou hebben, wij op onze
beurt’t Buitenland zouden kunnen aanpakken.
Dat het Buitenland dan op zijn beurt weer
nieuwe maatregelen van wraak zou genomen
hebben, schijnt niet tot besef van den vorigen
Minister van Financiën te zijn doorgedrongen.
Welnu, Dr. Bos heeft glashelder aange
toond, dat retorsiemaatregelen in de handen
van een klein land een even machtig wapen zijn
als voor een kleinen jongen een zwaard, dat
bij niet eens kan optillen, en dat wij Neder
landers dit zeer goed weten. Waarom toch,
zoo vroeg hij, wordt door geene enkele regee-
ring in Nederland, zelfs niet de vorige, die
niet tegen verbruiksbelastingen opzag, en
die de belasting op het gedistilleerd weer be
langrijk verhoogde, den accijns op den wijn
niet verhoogd Wijn is toch in ons land
volmaakt luxe-artikelde volksklasse drinkt
ze niet, een toestand als in Frankrijk, dat de
arbeider voor een paar centen zijn onschuldig
glas landwijn, den zoogenaamden „petit bleu”
drinkt, kent men hier niet. Iedereen kan
bet antwoord op de vraag geven Als wij
morgen aan den dag den accijns op den wijn
verhoogen, verhoogt Frankrijk zijne invoer
rechten op de Hollandsche kaas, en dan zijn
wij leelijk gepierd. En veel erger dan
Frankrijk, want dan wordt de invoer van
Fransche wijn bemoeilijkt op een plek gronds
die tienmaal kleiner is dan Frankrijk, terwijl
de invoer van Hollandsche kaas belemmerd
wordt op een grondgebied, dat tienmaal groo-
ter is dan Nederland. Bij retorsiemaatrege
len tegenover een groot land als Frankrijk
krijgen wij dus voor iedere mep, die wij geven
honderd van je meest gesoigneerde muilperen
terug. En waartoe leidt dit besef, dat men
met zijne zoogenaamde retorsiemaatregelen den
strijd slechts kan voeren als aarden pot tegen
den ijzeren Ook daarop geeft de geschie
de--d. Dat besef maakt, dat
bedrijf ten doode is opgeschreven, dat niet
in de concurrentie van den bedrijfsgenoot over
de heele wereld, voortdurenden prikkel be
houdt om het product aan de hoogste eischen
te doen beantwoorden.
Een hek omgevallen.
Door de Noordstraat te 's-Gravenhage
trokken gisteravond de leden van een har-
monicaspelers-vereeniging; ter hoogte van de
Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij bleven zij een
oogenblik staan, spelende op hun instrumenten.
Een groote menigte, vooral opgeschoten jon
gens, omstuwde hen en verscheidenen klommen
in en op het ijzeren hek, dat het terrein der
brouwerij van de straat scheidt. Het hek.
was tegen die zware- belasting niet bestand
en werd over eenige meters met de gemetselde
kolommen, waarin het bevestigd is, omge
trokken, zoodat degenen, die er op geklommen
waren, op straat vielen en onder de ijzeren
tralies en de steenen kwamen. Acht jongens
van ongeveer 11 a 12 jaar werden gewond;
twee hunner, waarvan de eene een been brak
en de ander een hoofdwond kreeg, vrij ernstig.
Drie werden in het ziekenhuis opgenomen;
twee, die er eveneens werden opgenomen,
konden per ziekenauto naar huis worden ver
voerd. Alg. B.
Fan een jongetie dal een meisie was.
J.l. Dinsdag kwam ten Raadhuize te Haar
lemmermeer iemand de geboorte aangeven
van een zoon.
Thuis gekomen bemerkt de gelukkige vader
echter, dat hij zich schromelijk vergist had
en.dat zijn vrouw het leven had geschonken
aan een dochter.
Den volgenden dag meldde de man
nieuw bij den ambtenaar van
stand met verzoek in de geboorteakte van
kind de namen te willen veranderen.
Natuurlijk kon de ambtenaar niet aan
verzoek voldoen en zal de man zich nu tot
de Rechtbank hebben te wenden met een ver
zoek om verbetering van de akte.
Arnh. Crt.
Een wethouder.
Uit een Zuid-Limburgsche gemeente wordt
aan de Limb. Koer, geschreven
Hij was gehuwd en bij vermeerdering van
de familie trad de nood binnenhij ondernam
een eerlijk bedrijf, hij ging bij avond en
donker bij gezeten inwoners om onderstand,
dien hij genoot. Of hem dit niet genoeg
opbracht
Wat er van zij, hij begon een ander bedrijf.
Nu vermiste de eene familie dit, de andere
dat. In den nacht was geen waschgoed op
de bleek meer veilig. „Hij” heeft het gedaan,
lispelde de een; „hij"
fluisterde een ander.
Men wees op het gestolen goed, dat bij
hem op de bleek lag maar niemand durfde
klagen of getuigen, want hij was ook raadslid,
hij had het zelfs tot wethouder gebracht.
Het gebeurde op Woensdag 22 A pril dezes
jaars, dat een boerendochter het waschgoed
op de bleek ging begieten, in den namiddag
omstreeks l1^ uur. Een uur later gaat zij
weer eens kijken naar het wascngoed en be
merkte drie openingen in de spreiding een
hemd en twee vrouwenbroeken waren ver
dwenen.
Terstond, navraag bij de buren zeker, zij
hadden „hem” gezien, hij was voorbij ge
komen. Toevallig komt de veldwachter langs
die met het voorval in kennis wordt gesteld.
Deze stelde on middellijk een onderzoek in.
„Hij” werd aangehouden, en bij visitatie
op den lijve vond de veldwachter onder de
kleeren rondom het lijf van den Edelachtbare
het nog natte hemd, alsof hij de Kneipp’sche
waterkuur onderging. „Hij” bood weerstand;
maar de boeien deden hun werk, en hij werd
voor den burgemeester geleid.
Hier vroeg de veldwachter aanhouding en
voorloopig in arreststelling van den verdachte.
De burgemeester weigerde! Daarop vroeg de
veldwachter huiszoeking te laten doen om nog
voorheen ontvreemde goederen op te sporen;
de burgemeester weigerde. Ten laatste vroeg
de veldwachter lastgeving om zelf huiszoeking
te doen, maar de burgemeester weigerde.
De veldwachter ging andermaal op pad en
vond de jas van den verdachte op een perceel
hooiland van hem liggen, naast diens in den
grond staanden riek; in den grooten binnenzak
van die jas staken de twee vermiste, nog
natte vrouwenbroeken.
Toen de veldwachter bij den burgemeester
terugkeerde, zaten deze en de verdachte samen
een glas bier te drinken en een sigaar te
rooken.
Eereteeken Waling Dijkstra.
Leeuwarden, 29 April. Naar wij vernemen
heeft de heer Pier Pander, beeldhouwer te
Rome, zich bereid verklaard tot het leveren
van een bronzen plaat met de beeltenis van
Waling Dijkstra, welke in het alhier te plaatsen
eere-gesteente zal worden aangebracht, boven
de vroeger reeds vermelde inscriptie.
Het maken van een schetsteekening van
den steen met omgeving, zijnde eene nadere
uitwerking van het plan, zooals dit door den
heer Vos was aangegeven, schijnt aan een
bekend architect te dezerstedetezijnopgedragen.
Stavoren, 30 April. De ansjovis laat op
zich wachten. Of komt ze niet? Ziedaar de
groote vraag. De vangsten blijven uiterst
gering, bepalen zich tot enkele honderden.
Er wordt dan ook nog niet geregeld gevischt
door de eigen visschers. Enkele Lemster vis-
schers en een paar Bunschoters nemen van
hieruit deel aan de visscherij.
Geklaagd wordt over de vuilheid van
water, maar dat is toch maar bijzaak. De
visch is er niet en dat geeft groote teleur
stelling.
Een lichtpunt is er: gisteren werden te
Nieuwediep 148000 stuks gevangen, misschien
de aankondiging van betere tijden.
Bepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek, 30 April. De politie snapte heden
den 69-jarigen Foeke V., los werkman alhier,
verdacht van
enz., ten nadeele
logement alhier.
Sneek, 80 April,
op het bouwen van
hun moeite niet beloond.
H.H. Regenten hebben n.l. besloten het
zaakje niet te gunnen, wijl de inschrijvings
som allerminst in harmonie was met de be-
grooting.
Verder verzoekt men ons te rectificeeren
den naam Hackebord te Dokkum en daarvoor
te lezenA. Kingma te Hantum en R.
Pranger te Dokkum. En eindelijk voor Nauta-
Hettema alleen te lezenHettema.
De lezer van de namen der inschrijvers
zag gisteren den borg, Hackebord voor een
inschrjjver aan.