lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
E
1914.
53ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 49.
Donderdag 18 Juni.
BINNENLAND.
HARDERWIJK.
UIT DE PERS.
VOOR
Afzonderlijke
verder
f
zoozeer
kan
Want in
eenmaal i
altijd steen
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
een
was aan
ge-
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50-Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
Een hevige strijd.
In het grepsplaatsje Isselborg, is gisteren
ter gelegenheid der kermis een ernstige vecht
partij gevoerd, waarbij van messen en revolvers
een druk gebruik werd gemaakt. De strijd
ging tusschen Duitsche- en Hollandsche grens
bewoners waaronder eenige uit Dinxperlo. Een
zevental personen werden gewond. G. R., uit
Dinxperlo, werd daarbij in hechtenis genomen.
Zeldzaam, jubilee.
Maandag herdacht de heer Joh. Schouten
te Vlaardingen den dag, waarop hij voor 70
jaar in dienst kwam bij de firma H. Kikkert
aldaar. Hij was 27 jaar schipper en 31 jaar
baas in het kolenpakhuis.
Harderwijk, tot voor kort alleen bekend
om zijn bokking en voorheen om zijn kolo-
nialen-depöt, heeft zich plotseling een Neder-
landsche, bijna een wereldreputatie verworven,
helaas van een zeer slecht allooi.
Men kent de geschiedenis hoe een Fransch-
man met familie in Harderwijk is mishandeld
en hoe hij daarvan in Frankrijk officieel
rapport heeft uitgebracht, dat niet malsch is.
Reeds heeft de regeering zich er mee
bemoeid en wordt ambtelijk een onderzoek
ingesteld. De Tucht-Unie is ook al aan het
werk getogen en zal het hare doen.
Maar wat zullen zij doen Een onderzoek
instellen in Harderwijk? Och, kom, dat is al
te dwaas, want wat in Harderwijk aan den
dag is gebracht, valt overal elders in ons land
dagelijks waar te nemende bandeloosheid
van de jeugd en de eigenaardige medewerking
daartoe door een zeker soort ouderen. Het
kwaad is algemeen bekend en behoeft in zijn
verschijnselen niet meer bestudeerd te worden.
De oorzaak ervan dient nagespeurd te worden
en eerst wanneer die gevonden is, is het
misschien mogelijk een geneesmiddel te vinden.
Wat den heer Romain is overkomen, over
komt ieder Nederlander wel op zijn tijd, zij
het in mindere mate, in anderen vorm.
Wie paard rijdt in Nederland, weet, dat
onze jeugd geen enkel middel onbeproefd zal
laten om het beest zoo aan het schrikken te
maken, dat het gevaarlijk wordt voor zijn
berijder en voor de omstanderswie in een
auto zit, dankt het doorgaans aan den snellen
gang van het voertuig, dat slechts een klein
deel van de projectielen, die op hem worden
gemikt, hem raken. Wie te voet gaat, zal
goed doen, zooveel als het kan, op ruimen
afstand van onze straatjeugd te blijven, en
de politie staat in deze onmachtig, omdat het
publiek, ook al zou de onbeschoftste der
bengels zijn talent hebben gedemonstreerd
een juichkreet zullen
was inderdaad bezig het
OVERSTE THOMSON, f
In Het F ader land schreef het Kamerlid
Roodhuyzen een Z/In Memoriam” voor
nu wijlen den heer Thomson.
Thomson nam in de Kamerfractie een
zeer bijzondere plaats in, en het was dan
ook een bittere tegenvaller voor zijn col
lega’s, dat zijn mandaat bij de laatste ver
kiezingen niet werd hernieuwd. Eu die
plaats nam bij niet alleen in als de
militaire specialiteit, die zijn kamer
lidmaatschap dienstbaar wilde maken
van zijn ideaal
weerbare natie, maar tevens als een
buitengewone gaven, groote
helder oordeel. Zijn
al bleef die dan ook
onuitgesproken, dezelfde als van Johan
de Witt, en hij betrachtte het »ago
quod ago”, zóó, dat hij zich steeds met
hart en ziel wijdde aan de zaak waarvoor
hij stond. Het is dus haast onnoodig te
zeggen, dat hij èn in de Kamer èn in
de Kamerclub altijd op het appèl was.
Hoeveel zijn collega’s van hem geleerd
hebben is moeilijk onder woorden te
brengen, en het was altijd dubbel de
moeite waard naar hem te luisteren,
omdat hij slechts dan sprak als hij iets
te zeggen had. Had hij dit niet, dan
luisterde hij, en scherp, terwijl hij
zijn rustelooze geest had aan enkel
luisteren niet genoeg van een zijner
medeleden een caricatuurkop zat te
teekenen, in welke kunst hij een meester
was en waarbij hij ieder zijn beurt gaf.
Wij herinneren ons hoe in de club
niemand minder dan mr. N. G. Pierson
eens een zeer ingewikkelde financieele
quaestie uiteenzetteThomson was
schijnbaar geheel verdiept in de afbeelding
die hij bezig was van den spreker, te
maken, maar, toen deze zijn betoog had
geëindigd, kwam onze vriend met een
vraag aan, die bewees, dat geen enkel
woord hem was ontgaan, en dat de
cardo quaestionis hem zoo helder mogelijk
voor den geest stond.
Thomson was toch een buitengewoon
knap man.
Mocht zijn optreden in de Kamer wel
eens valschelijk den schijn wekken of
het afbreken hem een lust was, dan
vergete men hierbij niet, dat hij bij zijn
on vermoeiden strijd tegen sleur en ver
ouderd stelsel in het leger alle slacht
offers daarvan bij zich kreeg, die hem
vroegen hun pleitbezorger te zijn.
Trouwens wie zelf hoog stond, wist ook,
al was hij tegenstander, hem volle recht
te laten wedervaren. Zoo b.v. Colijn, die
bij de verdediging van zijn Mititiewet
Thomson tot den einde toe tegenover
zich zag, en die toen deze hem bij haar
aanneming de hand toestak, hem de
beide handen drukte als een eeresaluut
aan den nobelen tegenstander met wien
hij den degen bad gekruist.
Er was niets kleins in dezen man, en
zoo had hij dan ook geen rancune tegen
hen, die hun best hadden gedaan hem,
den hervormer, uit het leger weg te
krijgen. Als men hem daarnaar vroeg dan
was steeds zijn antwoord: ^Die menschen
meenden hun plicht te doen, men moet
nooit vergeten hoe diep sleur en voor
oordeel bij hen inwerkten.” Maar toch
kon hij dan tevens met iets in zijn stem,
dat bijzonder aandeed want er was
ook een zeer weeke kant aan zijn gemoed
verhalen, hoe in den moeilijksten tijd
van zijn officiersleven, toen hef zwaard
van Damocles weldra op zijn hoofd scheen
te zullen neervallen, de onderofficieren
en korporaals van zijn compagnie zich
gezamenlijk lieten fotografeeren, en hem
die fotografie in lijst kwamen aanbieden.
En hoe de man, die het woord deed,
begon met een: Kapitein dat is voor
u, dan kunt u nog eens naar gezichten
zien van mannen, die veel van u hielden,
als u onze kapitein niet mocht blijven.,,
schuldige. Zes maanden na dato volgt de
veroordeeling tot... één gulden boete. Die
straf voelt eenvoudig niemand 1
Leere ons Amerika in deze. Het aantal
strafbepalingen is daar zeer miniem. Men is
er veel vrijer dingen te doen, die hier on
middellijk gestraft worden. Maar wanneer de
strafrechter gaat optreden, doet hij het snel
en zeer krachtig. Een boete van tien dollar
is iets heel gewoons.
Zoodra blijkt dat iemand iets deed waarvan
hij te voren kan voorzien dat het verkeerd
zou zijn, en het loopt dan ook werkelijk
verkeerd, dan wordt hij gestraft, zelfs al was
dat feit niet eens bij name in de strafwet
genoemd.
Wanneer een koetsier daar met zijn rijtuig
op een plaats gaat staan waar hij gevaar op
levert en er gebeurt een ongeluk, dan wordt
de koetsier veroordeeld hij had moeten inzien
dat hij gevaar opleverde. Met alle straf
bepalingen in ons land is het niet mogelijk
dit te bereiken. Men vergt daar dat het
publiek zelf zal nagaan of op een bepaald
oogenblik iets verkeerd is. Als men in ons
land maar kan bewijzen dat er geen bepaling
is die voor een geval geldt, ook al was dan
de daad een uiterst domme en onver
antwoordelijke, gaat men vrij uit.
Zoo iets zouden wij ook wenschen.
Helaas, wij hebben er geen hoop op, want
de juristen beheerschen ons land en van hen
is in deze niet veel te wachten.
Oostergo.
om verder van aandoening geen woord
te kunnen uitbrengen.
De heer Roodhuyzen herinnert zich uit den
mond van een hoofdofficier, die onder de
meest felle tegenstanders van Thomson’s streven
behoorde, de grootste lofuiting voor Thomson
gehoord te hebben als kapitein, al was die
dan ook onbedoeld; en wel deze: Zijn stelsel
zou je alleen kunnen uitvoeren als iedere
officier een Thomson was.
Wij hebben, weinig vermoedende, dat
wij bij het afscheid hem voor het laatst
de hand drukten, hem met genoegen
naar Albanië zien vertrekken. Nu zijn
tijd nog niet gekomen was om achter
de groene tafel te verwezenlijken waarvoor
hij zoo lang had gestreden, vonden wij
het een gelukkige oplossing, dat hij niet
behoefde terug te keeren in het leger,
waarin hij de kans zou geloopen hebben
een superieur te krijgen, die zijn groot
heid niet zou hebben gewaardeerd, al
was er dan ook te zijnen opzichte in de
8 jaren, dat hij Kamerlid was, een
gansch andere gezindheid in het leger
gekomen. We mogen er in dit verband
misschien wel aan herinneren, dat toen
wij in de Julidagen van 1913 aan een
hoofdofficier, die ons vroeg of Thomson
kans had op de portefeuille van Oorlog,
de vraag stelden, of velen in het leger,
dat geen défi zouden vinden, ten antwoord
kregen: Maar nog veel meer, die zijn
benoeming met
ontvangen; hij
pleit te winnen.
Wij zagen hem gaarne naar Albanië
gaan, omdat het commando van
bataljon zoo weinig geëvenredigd
de groote gaven, die hem waren
schonken, maar nog meer omdat hij daar
de gelegenheid kreeg zijn organisatorisch
talent, dat inderdaad buitengewoon was
en waarvan Minister Bergansius reeds in
1903' een dankbaar gebruik maakte, voor
gansch de wereld te laten zien. Daar in
de Albaneesche vlakten zijn zij, die hem
verweten dat hij alleen kon afbreken,
op de schitterendste wijze gelogenstraft,
en bij iedere nieuwe tijding van zijn
succes fluisterden wij het ons zei ven toe,
dat hij daar in het Oosten bezig was
zich onbewust den weg naar het Minister
schap te effenen; tot de kogel kwam,
die aan zijn zoo welbesteed en nog veel
meer belovend leven een einde maakte.
aan de verwezenlijking
een
man van
ontwikkeling en
zinspreuk was,
Eernewoudd, 15 Juni. Als een zeldzaam
feit kan vermeld worden, dat de veehouder
H. de B. alhier heden op klaarlichten dag
op zijn hieminge een otter heeft buit gemaakt.
Het was nog een jong, en wijl men sterk
vermoeden heeft, dat hier waarschijnlijk een
otternest aan den walkant zal zijn, zal van
avond een speciale jacht daarop ondernomen
worden.
Stavoren, 15 Juni. De Juni-belofte is niet
vervuld geworden. De betere ansjovisvangsten
van de voor-vorige week zijn van voorbijgaanden
aard gebleken. Verleden week werd hierdoor
18 booten slechts aangevoerd ongeveer 130.000
stuks. De prijs liep terug van f 6.75 op f 6.70
per 1000 stuks. Alles wijst er op, dat de
z/teelt” ten einde loopt.
Witmarsum, 16 Juni. Nog slechts twee
weken scheiden ons van 1 Juli en-alsdan is
onze oude bijzondere school te aanvaarden door
den kooper. En slechts kort geleden is men
aangevangen met het bouwen der nieuwe
school. Zooals het thans lijkt, zal er een
10-tal weken mee heengaan eer deze is te
betrekken. Het schoolbestuur zit thans in een
moeilijk parket. Het dient of het oude gebouw
te huren, bf de kinderen zijn 8 weken ver
stoken van alle onderwijs en de subsidie wordt
er mee ingeboet.
Den Haag, 16 Juni. In de Tweede Kamer
werd heden hulde gebracht aan de nagedachtenis
van overste Thomson.
De Amsterdamsche bladen melden, dat de
Nederl. regeering zorg zal dragen voor het
overbrengen van het stoffelijk overschot van
overste Thomson naar Nederland.
Hepk. Nwbl. v. Fr.
Smokkelen.
Door de commiezen te Emmerik werd, ver
borgen in het ruim van de sleepboot J. van
Steen, eene partij smokkelwaren ontdekt. Eerst
nadat de achtvoudige invoerrechten waren
voldaan, mocht het vaartuig de reis voort
zetten. Tel.
aan de eerwaardigste matrone of aan het
liefste meisje ter wereld, stelselmatig partij
trekt tegen den vertegenwoordiger der Over
heid, die in deze zijt) plicht zou willen doen.
i dit opzicht is de Hollander nu
een ondoorgrondelijk wezen, dat hij
en been klaagt, dat er niet zooveel
politie agenten zijn dat ze alom tegenwoordig
kunnen wezen, en dat hij tevens, als die
politie-agent wèl tegenwoordig is, het zich tot
eersten plicht rekent dezen tusschen de beenen
te loopen.
Wanneer het dan ten slotte tot deernis
waardige botsingen komt tusschen politie en
publiek, zooals onlangs te Arnhem, ja, dan
is Holland in last.
Dan heeft de politie het gedaan.
Wel verre van de daad van den betrokken
inspecteur in bescherming te nemen, aarzelen
wij toch niet het publiek er de schuld van
te geven, dat het ten slotte zoover is kunnen
komen. Het publiek staat bijna altijd de
politie in den weg en vaak vijandig tegenover
baar daden.
Van twee kanten moet ons inziens ver
betering komen van de zijde van de overheid
en van de zijde van het publiek zelf.
De eerste fout schuilt in de slechte recht
spraak die wij in zake kleinere overtredingen,
straatschenderijen en dergelijke hebben. Onze
rechtspraak is te log en te traag, ’t Gaat
alles te deftig, te formeel, te officieelhet
duurt te lang, ’t wordt alles al te serieus
behandeld en dientengevolge is het effect nihil.
Het geval is dezer dagen nog eens toe
gelicht. Gesteld, jongens spelen op de
openbare straat voetbal. Dat komt eenvoudig
niet te pas, waar het gebeurt. En schopt er
één een ruit in.
’t Geval komt der politie tër oore, die
proces-verbaal opmaakt.
De jongen komt thuis en krijgt natuurlijk
van vader eene schrobbeering, waarbij hij een
passend gezicht trekt, want bij houdt dan
toch wel zooveel van zijn vader, dat het hem
spijt, dat het gebeurd is, omdat... vader wordt
gestraft. Het loopt toch uit op eene geldboete,
bij niet-betaling' te vervangen door ééne week
tuchtschool. Daar zelfs de strengste en hard-
vochtigste vader dit laatste niet over zijn zoon
wil laten komen, als het niet noodig is, wordt
hij dus de gestrafte, en wel in zijne porte-
monnaie. En die straf komt ettelijke maanden
na bet bedrijven van het vergrijp 1 De vader,
die nog wel plechtig uitgenoodigd wordt om
zijn zoon, die terechtstaat, te vergezellen,
opdat deze in tegenwoordigheid van den
oorsprong van zijn bestaan zal worden ver
maand, past daar stichtelijk voor, want hij
heeft te veel gezond verstand om niet te
begrijpen, dat eene berechting van 'n vergrijp
tegen eene politieverordening, zoo geruimen
tijd na het bedrijven daarvan, eenvoudig idioot
is, (we kunnen waarlijk geen parlementair
woord gebruiken).
Wij aarzelen niet bij al het goede dat de
kinderwetten hebben, het als een pyramidale
dwaasheid te signaleeren dat men zich eenig
effect voorstelt van een verblijf van één week
in een tuchtschool. Men moet wel alle
paedagogisch begrip missen, om dit te kunnen
veronderstellen.
Waarlijk, de berechting van politie-over-
tredingen is, speciaal wat onze jeugd betreft,
eene Jan-Klaassen-vertooning, en het begrip,
dat er eene wet is, die voor allen geldt en
waaraan allen hebben te gehoorzamen, wordt
daardoor niet gekweekt, maar voorgoed uit
geroeid.
Men leere van Engeland. Men geve den
knaap zijne straf onmiddellijk na de misdaad,
en dan zullen de resultaten niet uitblijven.
In Engeland hebben de handhavers van de
orde een gezag, waarvan men ten onzent nog
nooit heeft gedroomd.
Nu de verbetering die zal moeten komen
van de zijde van het publiek, ’t Is waar,
strafbepalingen voeden niet op en een wilde
man, die graag de politie hindert, wordt
daarvan heusch niet afgehouden al wordt de
straf op dit vergrijp gesteld, eenige malen
verhoogd. Helaas is er echter geen ander
middel dat eenig effect sorteert. Men kan
de ouderen niet meer gaan opvoeden.
Wie zich geprikkeld gevoelt wanneer een
politie-agent een paar jongens naar het bureau
geleidt, die kwaad deden, en wie zich niet
kan beheerschen dat hij zijn handen
thuis komen, die moet nu eenmaal
geducht voelen.
Maar ook hier weer is de rechtspraak de
Bolswardsche Courant
op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)