Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward. en Wonseradeel.
1914.
53ste Jaargang.
No. 55.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
De Spaarbank te Bolsward.
Donderdag 9 Juli.
BINNENLAND.
VOOR
beproeft,
de
sa
het gebrek.”
die bovenstaande uitspraken
Nederland gegermaniseerd
men
j van den bodem
Dr. Sluiter werd in allerijl te hulp
en kon gelukkig de levensgeesten
van het ventje
0. N.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Wij vonden dit indertijd geschreven arti
keltje wel waard, nu opnieuw aan de lezers
voorgezet te worden, ofschoon thans reglement
enz. gewijzigd zijn. Wij achten het niet
noodig er veel aan toe te voegen, en willen,
na eenige historische gegevens te hebben
meegedeeld, nog in ’t kort op het slot van
dat stuk terugkomen.
De namen der oprichters zijn als bestuurders
de heeren: A. W. Huidekoper (Voorzitter),
N. de la Lande Cremer; T. van der Weij;
W. A. Peereboom, L. Levoir en D. J. Brou
wer (Secretaris-Boek houder) terwijl tot Com
missarissen benoemd werden de heeren W. van
Hulst, H. van der Werf en J. E. Westen
berg. De zittingen hadden in den eersten tijd
om de 14 dagen plaats, des Maandags van
voormiddags 11 tot des namiddags l uur,
en na inbragt en
kan ontvangen.
Volgens art. .14 zijn de bestuurders te
zamen en ook hoofdelijk tegenover de deel
hebbers verantwoordelijk voor de teruggave
der gestorte gelden. Dit artikel, in verband
met het bekende karakter en de maatschappe
lijke betrekking der bestuurders zal voldoende
waarborg zijn voor de veiligheid en zekerheid
der ingebrachte penningen. Mogt het bestuur
tot ontbinding der bank besluiten, dan zullen
volgens art. 11 de deelhebbers worden opge
roepen, om hun gelden af te halen.
Een en ander meenden we door dezen onder
de aandacht van het publiek te moeten brengen,
opdat velen zich mogen aangespoord vinden,
zoowel die binnen deze stad als in haren
omtrek wonen, om in hun eigen belang van
de hier aangeboden gelegenheid gebruik te
maken. Geen winstbejag heeft de bestuurders
tot de oprigting aangespoord; verlies, door de
bank te lijden, zal door hen zelven hersteld
worden, terwijl zij, in gevalle de bank winst
mogt afwerpen, die winst tot een of ander
nuttig doel willen besteden.
Mogen zij dan in hunne goede verwachting
niet teleurgesteld worden, maar de onder
vinding opdoen, dat de spaarzaamheid niet
enkel eene deugd was onzer vaderen, maar
ook thans eene spaarbank kan doen bloeijen.”
Bij het 25 jarig bestaan 11 Feb. 1892
waren Commissarissen de heeren T. v. d. Weij,
H. J. van den Oever en C. A. Dardenne
Ankringa en Directeuren de heeren W. A. Peere
boom, N. de la Lande Cremer, A. Bouma Hz.,
P. J. Fennema, B. Bölger en D. J. Brouwer.
De heer W. A. Peereboom, overleden in
1894, werd opgevolgd door Mr. P. Peereboom,
deze vertrokken in 1895, door den heer
M. Schotman Mz. De heer B. Bölger die in
1895 bedankte, werd vervangen door den heer
van Moorsel. In 1896 werd de heer Cremer
opgevolgd door den heer D. van der Meer,
en de heer D. J. Brouwer in dat zelfde jaar
door den heer J. Heyt.
In 1901 vertrok de heer Van Moorsel,
zijn plaats in ’t bestuur werd vervuld door
Mr. J. A. Hingst. Het volgend jaar overleed
de heer A. Bouma, de heer J. R. A. Donker
kwam in zijn plaats. De heer P. J. Fennema
werd in 1903 opgevolgd door den heer H. Eisma,
in ’t zelfde jaar Mr. Hingst door den heer
J. Brouwers, de heer J. Heyt overleed in 1907,
Mr. H. Kuipers volgde hem op als bestuurslid,
en in ’t zelfde jaar vertrok de heer Schotman,
in wiens plaats de heer R. J. Vos werd
benoemd.
De heer D. van der Meer in 1908 over
leden, werd vervangen door Dr. H. J. Slijper.
Mr. Kuipers bij zijn vertrek in 1910 opge
volgd door den heer J. C. Cuperus, terwijl
in het vorig jaar toen Dr. Slijper onze stad
met der woon verliet, de heer C. H. de Haas
in het bestuur kwam. Tot Commissarissen
zijn in de latere jaren benoemd de heeren
Mr. J. A. Boldiiigh, P. Peereboom, C. J.
v. d. Veen en de nu nog in functie zijnde
heeren A. Banning, Dr. C. J. Niemeijer en
D. Feitsma.
Het bestuur van de Spaarbank bestaat
thans, gellijk bekend is, uit de heeren H. Eisma,
Voorzitter; J. Brouwers, R. J.Vos, J.C. Cuperus,
C. H. de Haas en J. R. A. Donker, Secretaris.
Om eenig idee te geven van den steeds
klimmenden bloei onzer spaarbank zouden wij
de becijferingen van de jaarbalans, gelijk deze
ieder jaar na 1 April wordt gepubliceerd,
kunnen geven, doch zulke cijfers, hoe wel
sprekend ook, zijn toch voor velen dor. Laat
ons dus volstaan met de mededeeling dat de
reserve in 1872 bedroeg f 951.58, vijftien
jaren later dus na het 20 jarig bestaan der
bank, was deze gestegen tot f 4487.69, maar
nu kwam er snelle vooruitgang. In 1897
bedroeg de reserve reeds f 22814.30 en daarna
is het geleidelijk omhoog gegaan.
Waar nu op 1 April j.l. bleek dat aan
deelhebbers een bedrag van bijna 317 mille
toekwam, terwijl het actief bedroeg bijkans
364 mille was er een reserve van 47
mille ruim. Om dus nog even terug te komen
op het slot van het artikel in 1867 opge
nomen, mag volkomen getuigd worden dat
de goede verwachting omtrent de spaarzaam
heid niet beschaamd werd, doch overtroffen is.
Nu de Spaarbank in het eigen gebouw eiken
dag zitting houdt, en de ingang dezelfde is
als die naar de andere kantoren, zoodat het
bezoeken van de Spaarbank „volstrekt niet
meer in ’t oog loopt” kan men veronder
stellen, dat de inlagen nog belangrijk zullen
toenemen.
Op een nuttige zaak ter beteugeling der
snoepzucht van de kinderen en ook wel
van de ouderen mogen wij nog even
wijzen: het zijn de spaarbusjes, die voor in
leggers gratis verkrijgbaar zijn. Deze fraaie
spaarpotjes kunnen door de eigenaren zelf
niet weer geopend worden. De centen en ’t
witgeld dat men hier dus inwerpt „is binnen”
en kan een paar dagen later er niet meer
uitgenomen worden, zooals anders met ter
zijde gelegde sommetjes wel eens geschiedt.
Gelegenheid wekt vaak genegenheid maar
wat in dit gesloten busje is gedaan, is in
veilige haven. Op gezette tijden laat men het
aan de Spaarbank even openen, dan kan de
inhoud geteld en in een boekje bijgeteekend
worden zoodat de kleinigheden hier bij
eengenomen, nog een rentegevend spaarduitje
kunnen vormen.
Wanneer met 3 jaren de bank haar gouden
jubilé kan vieren, hopen wij te mogen con-
stateeren, dat in dit nieuwe gebouw de om
vang der werkzaamheden zeer belangrijk zal
zijn toegenomen, overtuigd als we zijn, dat
een bespaard of overgelegd spaarduitje voor
velen soms een zoo welkom en nuttig „appeltje
voor den dorst” kan worden.
Ons artikel over het nieuwe Spaarbank-
gebouw in het voorlaatste nummer van dit
blad is ons een aanleiding om over de Spaar
bank zelf, de stedelijke inrichting die op een
drietal jaren na reeds een halve eeuw bestond,
eenige historische bijzonderheden mee te
deelen. Op den Hen Februari 1867 opgericht,
werd op Maandag 1 April van dat jaar de
gelegenheid tot inleggen geopend in hetzelfde
lokaal waar tot nu gepasseerden 1 Juli toe
de zittingen werden gehouden. De consistorie
kamer der Doopsgezinde gemeente was namelijk
bestemd als zittinglokaal, doch dit werd te
klein en onvoldoende geacht, waarom bestuurders
der Spaarbank de vernieuwing van dat lokaal
hebben bekostigd, en dan ook vele jaren het
gebruik voor hunne zittingen daarvoor ver
kregen.
Niet onaardig is het te vernemen hoe de
Bolswardsche Courant destijds de Spaarbank
bij het publiek aankondigde. In het nummer
van Donderdag 21 Maart 1867 hetzelfde
nummer waarin ook de oprichting der „Liberale
Kiesvereeniging” werd meegedeeld lezen
wij hét volgende
„Doe bij een kleintje dikmaals wat,
Zoo wordt het licht een groote schat”.
„Sparen doet garen. Een mensch, die niet
weet te sparen naarmate hij wint, zal sterven,
zonder eenen stuiver te bezitten, nadat hij
al zijn leven met den neus op het werk ge
legen heeft. Als gij rijk wilt worden, moet
gij niet alleen leeren, hoe men wint, maar
ook, hoe men spaart. Een stuiver bespaard,
is een stuiver gewonnen. De verkwisting is
de moeder van
Wie is er,
niet als waarheid erkent? Wie is er, die niet
beseft, dat er soms omstandigheden kunnen
zijn, waarin de dagelijksche ontvangsten niet
in staat zijn om de uitgaven te dekken
Gelukkig, die voor den kwaden dag een penning
heeft weggelegd. De overtuiging hiervan heeft
in vele plaatsen weldenkende en weldoende
menschen aangespoord tot het oprigten van
spaarbanken, waarin de nijvere werkman, de
kleine burger, waarin dienstboden en kinderen
de kleine sommen, die zij kunnen afzonderen,
niet alleen veilig ter bewaring kunnen geven,
maar waaruit ze die, br; voorkomende gelegen
heden, met winst weer terug kunnen krijgen.
Daar, waar die spaarbanken bestaan, ziet men
er dan ook door velen gretig gebruik van
maken, en mogen dezen het streelend ge
noegen smaken, dat zij op den ouden dag of
in tijden van achteruitgang of gemis van
verdienste, eenen steun vinden in de zelf
verdiende en bespaarde gelden.
Tot nog toe werd zoodanige inrigting te
Bolsward gemist, en ’t is met hooge ingenomen
heid, dat we de aandacht vestigen op achter
staande advertentie, hierop betrekkelijk. Zes
ingezetenen, die aan het publiek allen waar
borg voor soliditeit en goed beheer opleveren,
hebben eene spaarbank opgerigt en zullen
die met 1 April a.s. openen, terwijl het toe-
zigt op het beheer is opgedragen aan drie
van de meest geachte en als solide overbekende
ingezetenen dezer Gemeente. Terwijl wij ons
voorbehouden den hoofdinhoud van de statuten
der bank nader mede te deelen, twijfelen we
niet, of de oprigting dezer spaarbank zal door
velen met belangstelling worden vernomen,
als een blijk, dat men ook hier op belange-
looze wijze wil medewerken, niet alleen om
armen te ondersteunen, maar ook om armoede
voor te komen.”
En in het nummer van 4 April d. a. v. stond:
DE SPAARBANK
is geopend. De gelegenheid bestaat om kleine
of grootere sommen hij haar te beleggen tegen
billijken interest. Volgens art. 2 van haar
reglement kunnen sommen van minstens 25
cent worden ingebracht. Art. 3 zegt: „zoodra
de ingebragte som één gulden bedraagt, wordt
daarvoor een rente berekend van 3 ten honderd
per jaar. Dit bedraagt dus voor een gulden
8 cents in het jaar. Dat is toch de moeite
niet waard, zeggen sommigen misschien.
Maar, wie het kleine niet eert, is het groote
Als men aldus de N- Veend. Ct.
tegenwoordig een pakje zendt van Amsterdam
naar Wildervank, dan vindt men daarop steeds
bij aankomst een biljet van de spoorwegmaat
schappij in het Duitsch:
„Niederliindisché Staats-Eisenbahnen. Eilgut
von Amsterdam nach... Station... über...
Versandt am...”
Kan het nu maller?
Schadelijke werking van chocolade.
Zooals men weet, heeft de voeding van de
moeder of de min grooten invloed op de
samenstelling van de melk. Maar tot nu toe
had men niet bemerkt, welk een schadelijken
invloed een te groot gebruik van chocolade
kan hebben. Brandeis en Quintrie hebben
hieromtrent een merkwaardige ondervinding
opgedaan. Een baby leed aan ernstige inge-
wands-aandoeningen, de moedermelk werd ge
analyseerd en men constateerde daarin kristallen
van kalk-oxalaat. Dit was een geheel abnor
maal element en na een onderzoek bleek, dat
de moeder gewoon was buitengewone hoeveel
heden chocolade te verorberen. Nu bevat
chocolade bijna altijd een geringe hoeveelheid
zuringzout of oxaalzuur, de dokter verbood
de vrouw haar snoeperijen. Eenige dagen
daarna was het kind geheel beter.
(F. M.J
niet weerd. En, om ze te antwoorden op hunne
bedenking, is de moeite van sparen wel zoo
groot? Het dagelijksch leven vordert vele uit
gaven, niemand zal het ontkennen; maar ook
niemand zal willen beweren, dat hij niet wel
eens noodelooze en nuttelooze uitgaven doet.
Wie alles eens nauwkeurig narekent, wat hij
al uitgeeft zonder noodzaak, hij zal verbaasd
staan over de uitkomst. En wie nu jaarlijks
slechts f 5.00 bespaart, en 20 jaren achtereen
elk jaar f 5.00 in de spaarbank brengt, is
na 20 jaren in 't bezit, niet van f100, maar
van ruim f 140. ’t Zou ons niet bevreemden,
dat sommige kinderen in een jaar wel f 5.00
versnoepen, tot groot nadeel van ligchaam en
geest beide; die snoepcenten konden tot een
aardig sommetje aangroeijen en soms aardig
te pas komen.
Maar snoepen kinderen alleen Zouden ook
niet vele jongelingen en maagden, die met
het werk hunner handen bun onderhoud ver
dienen of in dienst zijn van anderen, zoo
tusschenbeiden een snoepcentje uitgeven, dat
in de spaarbank gebragt, tot stuivers kon
aangroeien? Over jenevergeld spreken we thans
niet; wie toch zou zoo dom zijn, dat hij dit
niet als de grootste overtollige uitgave zou
beschouwen Maar, hebben we ’t niet mis,
dan koopen vele dienstboden vele kleinigheden,
die weinig geld kosten, maar die ze ook
niet noodig hebben, en daarom veel te duur
zijn. Een gulden is geen gulden meer, al
hebt ge er maar ééne cent van uitgegeven,
en gij weet het immers wel, men is meer
malen in de noodzakelijkheid, een heele
gulden uit te geven. Daarom, op de kleintjes
gepast; die kleintjes doen het hem juist, en
van die kleintjes worden door sparen grooten.
Velen zouden rijk willen zijn, maar dat kunnen
allen toch niet; wie dan niet kan wat hij
wil, moet willen wat hij kan en door oefening
wordt de kunst verkregen, ook de kunst
van sparen.
Wie ’t eens beproeft, we vreezen niet, dat
het hem zal berouwen, en mogt dit al eens
zijn, art. 6 van ’t reglement geeft hem het
regt, om eiken zitdag zijn geld terug te
vragen.
Zonder dat het den inbrenger een cent
behoeft te kosten, ontvangt hij van de directie
der bank een reglement en een boekje, waarin
nauwkeurig wordt opgeschreven, wat hij voor
welke rente hij daarvan
Witmarsum, 5 Juli. Alhier is bericht ont
vangen uit Noord-Amerika, dat in het plaatsje
Carnes aldaar een Friesche kaatspartij is ge
houden, welk spel daar reeds geheel is inge-
burgerd. Prijs en premiën werden gewonnen
door onze vroegere dorpsgenooten Hein Hila-
rides en Gebr. Johannes en Jan Steensma.
Eerstgenoemde, „lytse Hein”, was voorheen
alhier een puike kaatser en beoefent als bijna
60-jarige nog trouw het aloude spel.
Terwispel, 6 Juni. De kinderen van A.
Duursma speelden Zondagmiddag op een laantje.
Een vierjarig jongetje vond bessen en at daar
van. ’s Nachts werd hij onwel en hedenmiddag
is hij reeds overleden, ’t Bleken de vergiftige
bessen te zijn van de Wegedoorn of Sporkenhout.
Sneek, 6 Juli. Een schipper had hier
gisteren het geluk aan zijn hengel een karper
van 9x/2 Pond te snappen. Voor 20 ct. per
pond werd de visch aan een hotelhouder
verkocht.
Kaatswedstrijd Harlingen.
Harlingen, 5 Juli. Wie zou vroeger gedacht
hebben, dat Harlingen nog eenmaal de grootste
afdeeling van den Nederlandschen Kaatsbond
zou worden En toch is ’t zoo. Gedurende
een 13-tal jaren wordt hier de kaatssport be
oefend en zoodanig, dat reeds verscheidene
kaatsers van naam op onze groote kaats-
partijen uitkomen. De kaatsclub „DeEendracht”
telt dan ook niet minder dan 600 leden. Aan
de groote partij op heden namen 13 parturen deel.
De uitslag is geweest
le prijs f90 en drie verg. zilv. medailles:
J. Reitsma, Pingjum; I. Roukema, Harlingen
en A. Smidts, Franeker;
2e prijs f60: M. J. Bonnema, L. J.
Bonnema en A. H. Dijkstra, Oosterend;
3e pr. f 15: R. J. H. Brink, Leiden; O.
Post ma, Mak k um en Sij br. Kooistra, Leeuwarden
4e pr. f 15; J. v. d. Zee,* Kimswerd; A.
Oosterbaan, Almenum en M. Helfrich Kimswerd.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Hindeloopen. Als proef zal gedurende deze
maand hier met het oog op de drukke tijden van
het badseisoen een rij ksveld wachter gestationeerd
worden. Blijkt het noodig, dan zal de termijn
van zijn verblijf verlengd worden tot het
sluiten van het seizoen. De Banier.
Joure. Het 4-jarig zoontje van den heer
S. Z. had Zaterdag het ongeluk bij het vis-
schen te water te raken. Óp het hulpgeroep
van zijn jonger broertje gingen 2 personen
te water, die het jongetje
brachten. P
geroepen
weer opwekken. De toestand
is echter nog ernstig.
Geen concurrentie.
De Maatschappij tot exploitatie van Staats
spoorwegen heeft bepaald, dat op hare sta
tions geen reclame-biljetten of aankondigingen
van concurreerende firma’s of handelshuizen
naast elkaar mogen hangen, maar daarbij den
noodigen afstand moet worden in acht ge
nomen.
Bolswardsehe Courant
op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)
7^^