lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1914. 53ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 58. Zondag 1$) Juli. Turndag - Harlingen. EEN WENSCH. BINNENLAND. THOMSON. VOOR Afzonderlijke het Indische volk kan een moge Oorlog INGEZONDEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Wij lezen meermalen, dat de prijswinnende vereenigingen, die dus de plaats hunner inwoning met eere vertegenwoordigen en haren naam op veler lippen brengen, bij dergelijke van trotsch, vreugde muziekkorps worden ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. is aan «Op een namiddag gingen twee Javanen en de echtgenoote van één hunner op den Strandweg te Scheveningen rustig wandelen te midden van de velen, die daar waren in die warme uren. Wij, ik was een van de drie, scheppen er vermaak in ons nu en dan tusschen het gewoel van Hollanders te bevinden, teneinde indrukken op te doen, en zoo ons Maar wat hoorden Den Haag en plaatsen, waar we uitgescholden voor Barbaarsch Den Haag. In het weekblad De Indiër van 9 Juli komt een artikel voor van «Indiër”, die met een herinnering aan de mededeelingen over Harderwijk het volgende verhaal doet over de ervaringen van een paar Javanen in Den Haag. Het is nu de beurt van onze stad om zich te schamen... en te beteren zegt de Nieuwe Cl., die het stuk overneemt Ongelukken. Men meldt uit Coevorden Hedenmorgen den overweg der S. S. bij Baalder- Radewijk een boerenwagen, bespannen met twee paarden, aangereden door een trein van de N. O. Lokaalspoorwegmaatschappij. De wagen werd geheel verbrijzeld. De voerman, de 24-jarige B., die gewond werd en met denzelfden trein naar Hardenberg werd vervoerd, bleek bij aankomst aldaar te zijn overleden. Zou het helpen De commissie, gekozen door de R. Kath. vereenigingen tot verbetering van den volks zang hier te lande, heeft het plan opgevat, om door middel van straatorgels beschaafder liederen en muziek onder het volk te brengen dan thans met de bestaande orgels het geval is. Deze orgels, waarop voorloopig twaalf liederen zijn gezet zullen ’s zomers door het land trekken en ’s winters bij feesten in zalen kunnen gebruikt worden, N. R. Cl, Wij lezen in de Arnhemsche Courant: Aan bet hoofd van ons blad, welks kolom men heden vol zullen zijn van de hulde, ge bracht aan den Nederlandschen officier, die in den vreemde en in vreemden krijgs dienst viel, is het ons eene behoefte uiting te geven aan de waardeering, die we voor hem gevoelen. We hebben hem van nabij gekend in de zoo moeilijke jaren van zijn leven, toen hij[ alleen of vrijwel alleen scheen te staan in zijne opvattingen betreffende de landsver dediging; toen zijne artikelen in „De Militaire Gids" hem bij zeer velen, bij de macht- hebbenden en de leidenden vooral, minder bemind hadden gemaakt. In de moeilijke jaren, waarin de nationale eerbewijzingen, die thans zijn stoffelijk overschot vergezellen van de reede van Durazzo tot op ’t kerkhof aan den Heereweg te Groningen, iets ondenkbaars zouden zijn geweest, iets ongelooflijks, iets in duizender oog, onmogelijks. Eu tocb had Thomson toen voor zijn land reeds veel gedaan, waarop hij met gepasten trots kon wijzen. Als wetenschappelijk ge vormd officier, opgeleid aan de Koninklijke Militaire Academie allereerst, aan de Hoogere Krijgsschool daarna, had hij bij het militair onderwijs en de militaire verkenningen, had hij ook bij den Generalen Staf gewerkt; als man van de practijk en de daad had hij in Indië gediend en in Atjeh het eereteeken voor belangrijke krijgsbedrijven met twee gespen en het ridderkruis der Militaire Willems orde verdiend. Hij had als militair attaché den oorlog in Zuid-Afrika meegemaakt en daar, evenals in achtergelaten, een bekwaamheid en heid. En hij het in bijzonderheden weten in de be angstigende dagen der werkstakingen van 1903 bet plan uitgewerkt ter verdediging van de bedreigde spoorwegverbindingen, een arbeid, waartoe hij, nog eerste luitenant, dea nachts door den Minister van C Sneek, 17 Juli. De heer J. v./d. Laan, gemeente-secretaris, heeft als zoodanig eervol ontslag aangevraagd. Sneek, 17 Juli. Ons gymnasium had in geen jaren zooveel candidaten voor ’t le toe- latings-examen als 15 en 16 Juli j.l. Niet minder dan 19 jongelui hadden zich laten inschrijven, van welke 14 onvoorw. werden toegelaten, één voorwaardelijk en drie moesten worden afgewezen, terwijl één candi- daat zich gedurende ’t examen terugtrok. Sneek, 17 Juli. De bekende pikeur M. Side- rius alhier, is gedoemd voor eenigen tijd de renbaan te verlaten, wijl hij eergisteren op «Duindigt” bij Den Haag ’t ongeluk had zijn rechter dijbeen te breken, tengevolge van een val. Smallingerland, 16 Juli. Men moet zich maar weten te redden. In de Folgeren was bij iemand de ooievaar geweest. Men had geen wieg, ledikantje of kinderwagen en maakte daarom een slaapplaats voor den nieuwen wereldburger van een waschtobbe, die ’s nachts op de tafel wordt geplaatst. Overvoedering van varkens. Wolvega, 16 Juli. Naar aanleiding van hetgeen in een voorgaand nummer is medegedeeld over trucs in den varkenshandel, meenen we te moeten melden, dat ook in deze omgeving het overvoederen van af te leveren varkens veelvuldig voorkomt. Op meer dan ergerlijke wijze worden soms varkens ter markt gebracht. Nadat eerst het noodige zout in het voeder is toegediend, wordt zand en ander zwaar vuil door het voeder gemengd. Het is hier op de weekmarkt wel voorgevallen, dat varkens dood op den wagen lagen, wanneer ze ter markt kwamen, doordat de magen ge barsten waren. Ingeval een koopman een overgevoerd varken niet.wenscht te ontvangen, en het blijkt met zand gevoerd, gaat volgens bewering van deskundigen het beest tenge volge van deze voedering, dood. Strafbaar stelling zou in dezen wel wenschelijk zijn. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Tramstaking te Den Haag.. Vrijdagmorgen half zeven reeds werd wederom een vergadering gehouden voor de stakers, waar i heer Perra en voerden naar gelegenheden, als bewijs of sympathie, door een binnengehaald of ontvangen. Hoe dikwijls hebben onze gymnastiekvereenigingen in de laatste jaren niet gezorgd, dat de naam Bolsward genoemd werd bij de uitreiking van het eere-metaal en hoe dikwijls hebben wij onze wakkere gymnastenschare feestelijk binnengehaald EEN BELANGSTELLENDE. vonden wij het dien middag interessant eens tusschen de Scheveningers te begeven, we daar 1 Evenals in Amsterdam en op andere geweest waren, werden we neger, moriaan, indiaan, baboe, zwarte mop”, enz. enz. Wij trokken er ons weinig van aan slechts een verachtende blik paste als reactie op uitingen van een onbeschaafd volk. Wij voelden ons te hoog, te fatsoenlijk, om op banale symptomen van een gedegenereerd volk, dat in Indië een «superieur” volk heet te zijn, acht te slaan. Zoo drentelden wij kalm en trotsch, want wij zijn Indiërs tusschen het gekrioel van ruwe, barbaarsche Hollanders en dachten bij ons zelven na over het «recht” dat Nederland heeft of niet heeft, om in ons vaderland, Indië, moreele beschaving te brengen. Dat kan Nederland niet, omdat het zelf op dat gebied nog veel van leeren, meenden we. Maar we zouden nog meer zien en hooren op den Strandweg te Scheveningen. We kwamen voorbij een zitbankje, waar vier forsche visschersjongens bezig waren met twee meisjes op onkiesche wijze te stoeien (zonder ander protest der meisjes dan zulk een, hetwelk lokt en aanmoedigt dit en passant). Nauwelijks kregen de vrienden ons in het oog, of ze lieten zulke vuile, gemeene woorden hoorenzoo onhoorbaar waren de woorden van deze zonen van het christelijke Nederland, dat wij plotseling koers namen in de richting van het strand, waar het bruisen van de zee ons gehoor tegen grove geluiden bewaarde. Daar liepen we rustig een eind langs het strand, waar het stil was. Maar toen we huis waarts gingen en weer onder de menschen kwamen, werdén we weer uitgejouwd en uit gescholden, ditmaal door een troepje fatsoen lijke heeren, o zéér «fatsoenlijk” en zéér «heeren”. Ik waagde het bun te' vragen of zij uit Harderwijk kwamen, maar het antwoord was zoo grof en beleedigend voor de dame in ons gezelschap, dat mijn mede-Javaan mij dringend maande «Zij zijn uit Holland, en dat is hl gelijk”. «Indiër” voegt er eenige woorden aan toe om te zeggen, dat hij ook in Holland beschaving heeft gevonden, maar dat de gevallen van onheusche en beleedigende bejegening die Indiërs van Hollanders onder vinden, al te veelvuldig zijn. En bitter besluit hij, dat indien de ethische heeren van Nederland met alle geweld beschaven willen, zij mogen beginnen met hun eigen land. Die reflectie op Haagsche barbaarsch heid onbillijk zijn, begrijpelijk acht de N Cl. ze. er van een en Zuid-Afrika meegemaakt onze koloniën, de herinnering man te zijn van groote even groote onversaagd- had weinigen zullen Propaganda voor de gymnastiek is in Har lingen hard noodig. Immers de eertijds be roemde Harlinger G. V. is al sedert eenige jaren ter ruste, ’t Gewest Friesland besloot daarom in samenwerking met een comité ter plaatse een propagandadag te organiseeren. Onder groote belangstelling van het publiek heeft deze uitvoering Woensdag j.l. plaats ge vonden. De geheele uitvoering had een prachtig verloop. Alleen het laatste nummer van het programma kon, wegens een hevige onweers- en regenbui, niet afgewerkt worden, zoodat de hordenwedloop, als onderdeel van den drie- kamp, Zondag over acht dagen te Oosterwolde, over den einduitslag van dezen wedstrijd zal beslissen. De stand van dezen wedstrijd is thans (verspringen en slingerbal) 1 Arena, Wolvega, 2 Vriendschap en Kracht, Joure, 3 Lycurgus, Bolsward. De wedstrijden bleken ook nu weer een groote attractie voor publiek en turnsters en turners. Keurige prestaties werden geleverd. Het polsstokhoogspringen, waarvan het Neder- landsch record M. 3.24 bedraagt werd ver beterd, hoewel dit in geen geval officieel erkend zal worden, aangezien kleine springplank gebruik is gemaakt geen vertegenwoordigers der N. A. U dit record hebben geconstateerd. De heer Zwart van Sneek zal echter Zondag a.s. te Amsterdam trachten een officieel record te vestigen. De estafetteloop voor damesturasters 4 X 50 M. leverde een verrassing op, aangezien «O. D. A.” te Knijpe, die tot nu toe steeds dezen wed strijd won, het tegen «Wilhelmina” moest af leggen. De kortste tijd was voorheen verleden jaar op de betooging te Bolsward gemaakt; thans liep «Wilhelmina” denzelfden afstand in 321/5, een tijd die niet gemakkelijk te verbeteren zal zijn. «O. D. A.” deed er 332/5 over en «Olympia” te Franeker 341/5. Het hoogspringen dames werd gewonnen door twee dames van «Hygiëa” te Joure, de 3e prijs door «O. D. A.” te Knijpe. Waar de geheele betooging zulk een schit terend verloop heeft gehad, is het te hopen dat de moeite en inspanning spoedig beloond zal worden met de oprichting eener gymnastiek- vereeniging. zeven vergadering gehouden de leider der katholieken, de de heer Peters het woord aanleiding van de ingekomen brieven van de directie en verder gewisselde stukken. Medegedeeld werd dat aan 60 der oudste stakers brieven waren rondgezonden om geen gevolg te geven aan de uitnoodiging van de directie om weder aan het werk te gaan, waarvoor zij per auto zouden worden afgehaald. Voor de huizen van hen, van wien men zich niet zeker was, werden posten gezet. Acht personen gaven zich voor den arbeid op, n.l. 6 wagenbestuurders en 2 conducteurs die per auto naar de remises werden gebracht. Te 9 uur is op lijn 8 de dienst met een 7-tal wagens hervat. Overal waren voorzorgs maatregelen genomen. Men ondervond geen onaangenaamheden. Aan het voornemen om op lijn 13 ook den dienst te hervatten kon geen gevolg gegeven worden. Van de Duitschers is nog geen gebruik gemaakt bij den dienstzij worden nog steeds geoefend, 0. N. werd opgeroepen en die hij zoo goed volbracht, dat de Regeering hem onmiddellijk met de Oranje Nassau-orde met de zwaarden beloonde. Dat alles had hij gedaan. Toch waren het moeilijke jaren voor hem, waarin we hem van nabij kenden. Het scheen een oogenblik, alsof «de nieuwe richting”, die deze officier mede op grond zijner ervaring, in Zuid-Afrika opgedaan, was ingeslagen, de oorzaak zou zijn, dat zijne militaire loopbaan een spoedig einde zou nemen. Zijn kapiteinsrang werd hem niet algemeen gegund en zelf dacht hij, en waarschijnlijk velen met hem, dat het wel de hoogste zou zijn, dien hij zou verkrijgen. De wijze, waarop hij naar Leeuwarden in garnizoen gezonden werd, de houding, die daar tegen over hem werd aangenomen (later in de Tweede Kamer heeft hij daaromtrent zijn hart moeten uitstorten), maakten het leven moeilijk voor een officier van zoo groote innerlijke waarde, al verzachtte de liefde, die zijn manschappen hem toedroegen, veel. In dien tijd zijn kapitein Thomson straffen opgelegd, die naar veler op vatting stuitend onrechtvaardig waren. Wel sprak het Hoog Militair Gerechtshof hem op alle punten vrij, maar de kwetsende straf was ondergaan en de herinnering daaraan bleef den vrijgesprokene bij en in de Volksver tegenwoordiging zou zij, in een onbewaakt oogenblik, in bittere woorden begrijpelijk doch te betreuren zich uiten. Bij enkele invloedrijke mannen te Leeuwarden is toen de vraag gerezen of het niet wenschelijk zou zijn, een officier met denkbeelden als de zijne, in de Kamer te brengen. Zoo werd Thomson candidaat gesteld en heeft hij acht jaren lang in de Volksvertegenwoordiging zitting gehad voor het -district Leeuwarden. De tegenspoed had hem gediend. Zijn toe komst was verzekerd. Toen bij de verkiezingen in 1909 de candidatuur-Thomson werd be sproken, kon door een onzer parlementariërs een woord worden aangehaald van niemand minder dan jhr. mr. J. Röell, wiens groote figuur we gisteren herdachten, en dat aldus luidde: «Indien u te Leeuwarden invloed heeft op den gang der zaken, zorg dan dat de heer Thomson herkozen wordt. Mannen als hem kunnen wij in de Kamer moeilijk missen”. We hebben de Leeuwarder levensperiode van Thomson aangehaald ten bewijze van wat we zeiden, dat, niettegenstaande zijn leven ten dienste van ons land, eene openlijke erkenning daarvan bij de groote menigte en zelfs bij velen, die zijn verdiensten konden kennen ontbrak. En nu is alles anders. Nu vaart zijn naam over het land in een wolk van glorie; nu is de hoogste niet te hoog om bij zijn laatsten gang over den vaderlanjschen bodem hulde te betuigen. Waarom? Omdat hij daar ginds in het rampzalige Albanië, misgeboorte van jaloersche mogendheden-politiek, bewijs gaf een man van scherpzinnigen geest en een man van de daad te zijn? Een organisator en een politicus, een leider van soldaten en een dapper militair? Maar had hij dat vroeger niet bewezen, op eigen vaderlandsch grondgebied en in onze koloniën? Of omdat hij, Nederlander, den naam van Nederland hoog hield en met eerbied deed noemen door Europa, dat de aandacht ge vestigd houdt op de kruitmijn, die Albanië heet? We vreezen wel, dat dit laatste een overgroot aandeel heeft in de onbegrensde huldebetuigingen, die hem sedert zijn dood gebracht zijn. En we vreezen ook, dat daar door de ware verdiensten van Thomson on voldoende erkend worden. Want in onze oogen staat Thomson, de feitelijke chef der Albaneesche gendarmerie hoog, doch.Thomson, de man van «de nieuwe richting”, die als officier en als Kamerafgevaardigde met de daad, met de pen en met het woord heeft gearbeid voor wat hij meende tot heil van zijn vaderland te zijn, hooger. Heden, nu Nederland hem ten grave draagt, wilden we dit uitspreken en, ons herinnerende den man met de vriendelijke, eenigszins ver moeide, droeve oogen, hulde brengen aan den dapperen officier en den wetenschappelijken militair, die langen tijd een eenzamen post innam en de pijnlijke bezwaren heeft onder vonden van een wegbereider en een baanbreker te zijn. Bolswardsche Courant r 'i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1