«Wa Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Donderdag 13 Augustus.
H
HEVEA
No. 65
53ste Jaargang.
1914.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
''W
Het Roede Kruis.
INGEZONDEN.
Nederland en de Oorlog.
VOOR
Afzonderlijke
zeer
Ws.
het
en
Het
eenigen tijd duurt.
Gevolgen
te
Uw Dw.,
D.
{Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
van Fransche zijde
Schooner schouwspel zag nooit de aarde
Dan het Roode Kruis haar biedt,
Nevens fel verbeten woede
Ruischt o liefde, uw zegelied.
Diepe wonden, zachte balsem,
Bij vervloeking zegenbeê...
Ja barmhartigheid, uw streven,
Toont zich bij het grievendst wee.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Geachte heer D.
//Dit staat er zoo
juist dat het er zoo
bewijs dat ik in geen geval
-
er zoo los weg en duidelijk is
ieder te lezen dat eigenlijk de
de leenbanken er de schuld van
van den oorlog.
Sneek verschijnende Drijfhout*
Advertentieblad wordt voorloopig niet meer
uitgegeven.
Het Nieuwsblad van Nederland heeft op
gehouden te bestaan.
De drukkerspatroons te Amsterdam nemen
in overweging den werktijd in te korten en
aan het personeel de helft van het loon uit
te keeren. N. Harl. Ct,
noch van Duitsche, noch
bevestigd.
En als er nog wat feitelijks wordt gemeld,
is het vrij onsamenhangend.
Zoo wordt in een telegram uit Brussel
gemeld
Z/De Fransche en Engelsche troepen rukken
stelselmatig voort. En het plan van samen
werking dier beide leiders teekent zich voor
ons af.”
Fransche troepen in Belgie, dat is duide
lijk en aannemelijk. President Poincaré sprak
in zijn telegram aan den Koning der Belgen
ook van de samenwerking der Fransche en
Belgische troepen. Die kunnen per spoor uit
Noord Frankrijk naar Namen en Luik zijn
gebracht.
Maar Engelsche troepen
Waar komen die vandaan
Het is natuurlijk mogelijk, dat eenige
Engelsche afdeelingen in België of Noord-
Frankrijk zijn geland. Gedurende eenige dagen
is het Kanaal door de Engelsche vloot vol
komen afgesloten geweest. Door de en haie
opgestelde Engelsche oorlogsschepen beschermd,
heeft een Engelsch transport het Kanaal kunnen
oversteken. Engeland beschikt over voldoende
schepen, om troepen, geschut, paarden ammu
nitie en verplegingscolonnes te kunnen over
brengen.
Maar groot kunnen die colonnes nog niet zijn.
De operaties in Belgie.
Wat geschiedt er op het oogenblik in
België
Dat is voor het oogenblik de voornaamste
quaestie.
Uit de schaarsche berichten schijnt men te
mogen afleiden, dat de Duitsche opmarsch,
na een korten tijd vertraagd te zijn door het
verzet bij Luik, met kracht wordt voortgezet.
De Duitschers maskeeren eenvoudig de niet
gevallen Luiksche forten en tasten door in de
richting Hasselt en Leuven om ten spoedigste
een beslissing te zoeken met het Belgische
veldleger. Het zou ons dan ook niet ver
wonderen, wanneer men vandaag of morgen
hoort van een veldslag in Noord-België. Van
overwegenden invloed is daarbij in hoeverre
Fransche legerkorpsen in staat zijn den Belgen
steun te verleenen. Vermoedelijk zullen de
Duitschers al hun krachten inspannen om de
Belgen aan te vatten, voordat een voldoend
sterke Fransche troepenmacht zich heeft
vereenigd met het Belgische veldleger.
De Limburger Koerier schreef gisteren
Z/Een feit van groote beteekenis is, dat het
Duitsche legerkorps meer en meer op den
linker Maasoever (dus fn de richting van het
Belgische veldleger) voortdringt.
//De verwarring in de Noorderkolonne is
ten einde, en de voortrukkende beweging der
Duitschers naar den linser Maasoever langs
Visé duurt voort. Zaterdag was de vaste
noodbrug, door de Duitsche pontonniers
aldaar (bij Lixhe) geslagen, gereed. Heel de
legertros is overZondag werd reeds de bagage
overgebracht. Op tien meter afstands van deze
zijn de Duitschers bezig met het slaan van
een tweede vaste brug.
z/De voorhoeden dringen voorwaarts in de
richting van TongerenHasselt, waar het
Belgisch Fransche leger ligt”.
In die richting is dan ook het slagveld te
zoeken, waarde Duitsche en Belgisch-Fransche
troepen elkaar zullen ontmoeten. Onze kaart
geeft dit gebied in Noord-België, en ten
Zuiden van de Nederlandsche grenzen aan.
PARIJS, 11 Aug. {Alg, H.) De Matin
zegt dat Japan ongetwijfeld zijn strijdmacht
bij die van Engeland zal voegen. Men ge
looft dat de Japansche vloot trachten zal
Kiau-tsjau te nemen en zich meester zal
maken van alle Duitsche koopvaardijschepen
in de zeeën van het verre Oosten.
De Matin acht het ook mogelijk, dat de
vloot en het leger van Japan effectieven steun
zullen verleenen aan de strijdmachten van de
Triple Entente in Europa, indien de oorlog
Bolsward, 10.Aug. ]914.
Den Heer Ws.
JVelEd. Heer!
In het laatste nummer der Bolsw. Crt.
schrijft U een artikel over z/de toestand”,
waarin o.a. voorkomt: //Deze omstandigheden
zullen echter voor besturen van zuivelfabrieken,
landbouwers en andere werkgevers wel een
aansporing zijn voortaan niet alle contanten
onmiddellijk te deponeeren bij kassier of leen
bank, maar zich tenminste eenigszins gedekt
te houden.”
Dit staat
hieruit voor
kassiers en
zijn, dat momenteel //zuivelfabrieken én land
bouwers én andere werkgevers in tijdelijke
verlegenheid zijn en velen hun bedrijf moeten
stopzetten.”
Waar van anderen kant juist de Bank
instellingen thans voor menigeen worden ge
prezen om hetgeen zij de laatste weken deden
in het belang van den handel, zou U mij en
zeer zeker velen met mij verplichten door
eens in een uitvoerig artikel duidelijk te maken:
le. in hoeverre de Bankinstellingen er schuld
aan hebben dat thans zuivelfabrieken enz.
werden stopgezet.
2e. de band tusschen Bankinstellingen
den handel.
Hoogachtend,
Belgie en Nederland.
Roland de Marès schrijft in de Indépendance
beige
Sommige particuliere telegrammen, hier en
daar verspreid, deden het vermoeden ontstaan
dat Nederland zijn plichten als onzijdige
mogendheid niet stipt zou nakomen. Te
Maastricht zouden, naar men beweerde,
Duitsche soldaten, die gewapend de grenzen
waren overschreden, na van levensmiddelen te
zijn voorzien met hun wapenen naar Aken
zijn teruggezonden. Hiermede ware inderdaad
de onzijdigheid geschondeniedere militair
van een oorlogvoerende mogendheid moet, als
hij op onzijdig gebied verschijnt, ontwapend
en in verzekerde bewaring gehouden worden.
Deze dwaling is echter reeds rechtgezetde
Duitsche soldaten, die van het Belgisch gebied
zijn verdrongen naar Hollandsch Limburg,
werden wel degelijk ontwapend. De Neder
landsche autoriteiten hebben derhalve hun
onzijdigheidsplicht vervuld en wij meenen
bovendien te weten dat het Nederlandsche
volk niet zou dulden dat van dezen plicht
tot onze schade zou worden afgeweken. De
stelling, die vóór den oorlog soms werd ver
kondigd en volgens welke het doortrekken
van Duitsche troepen door Hollandsch Limburg
als geen onzijdigheidsschennis mag worden
beschouwd, is een valsche stelling. Een
onzijdig land moet zijn onzijdigheid verdedigen
over de geheele uitgestrektheid van zijn gebied
en zóó wordt het ook door Nederland begrepen.
Mocht Nederland, door onvoorziene omstandig
heden, bemoeilijkt worden in de nakoming
van zijn plicht, zijn neutraliteit te beschermen
in Hollandsch Limburg, dan zouden wij ons
ook aan die zijde moeten dekken en krachtige
maatregelen dienen te nemen om, met eigen
kracht, ons te verdedigen tegen dit nieuwe
gevaar. Maar wij herhalen dat, zooals thans
de zaken staan, geen enkel stellig feit van
neutraliteifsschennis aan Nederland kan worden
ten laste gelegd. Dit gevaar bestaat niet en
wij meenen te mogen vertrouwen op de
loyauteit van onzen nabuur en vriend, en dat
het gevaar zich ook niet zal voordoen.
Brieven aan militairen te velde.
Een militair, belast met de bezorging der
brieven, bij een landweerbataljon, schrijft:
Het is mij gebleken dat nog velen niet
het groote nut beseffen van een zoo uitvoerig
mogelijk adres te zetten op brieven, brief
kaarten enz. Wanneer ik met de post bij een
compagnie kom, is het een lust, die vroolijke
gezichten te zien, daar ieder zakenbrieven of
brieven van vrouw en kinderen verwacht.
Hoe meer poststukken er dan zijn, des te
liever. Maar altijd zijn er stukken bij, die
door zeer onvoldoende adresseering niet te
bezorgen zijn. En dat is zoo erg jammer,
want geadresseerde zit misschien met smart
te wachten op bericht terwijl de afzender niet
begrijpt dat er geen antwoord komt.
Bij het adres moet worden vermeld het
wapen en het onderdeel, waarbij geadresseerde
dient; vooral alle voorletters goed vermelden
en duidelijke namen schrijven. Het verdient
eveneens aanbeveling naam en adres van den
afzender duidelijk te vermelden.
De algemeene toestand.
Het Algem. Hndbl. schrijft:
Niets. Rien. Niente. Nihil.
Wat de telegrammen ons brengen is niet
veel, wat de post aanvoert niets.
Gisteren hoopten wij, dat de postverbinding
met Duitschland geleidelijk zou worden her
steld, als het dan niet geheel is, dan toch
gedeeltelijk. Want wij ontvingen een paar
oude Bsrlijnsche bladen, die eindelijk den weg
naar Amsterdam, zoo vaak en zoo geregeld
betreden, hadden teruggevonden. Maar on
middellijk daarna werd de slagboom weer
gesloten, de weg weer versperd. En vandaag
is er geen krant, geen brief, geen enkel post
stuk aangekomen. Van de correspondenties,
die onze Parijsche berichtgever, onder den
titel //Mijn oorlogsdagboek” schreef, is slechts
de vierde ontvangen; geen vorige en geen
volgende.
Het wordt dan moeilijk iets te weten te
komen over den toestand, waar ook de tele
grafische berichten, voor zoover zij nog wor
den ontvangen, wel allerlei redeneeringen be
vatten, maar geen feiten, geen berichten, die
ons over dien toestand kunnen inlichten.
Het bericht dat bij Belfort een Fransch
legerkorps in de pan zou zijn gehakt, zooals
onze Berlijnsche berichtgever seint, is officieel
los weg”, schrijft U. En
los weg staat, is het
1 voor ieder te
lezen wilde geven, dat de kassiers en de leen
banken er de schuld van zijn, dat momenteel
zuivelfabrieken, landbouwers en andere werk
gevers zich in tijdelijke geldverlegenheid be
vinden.
Ik wilde zeggen, zonder meer, dat het zijn
goede zijde zou hebben als niet alles wat in
kassa is, wordt gedeponeerd. Men dient, ook
bij mooi weer, een oog in ’t zeil te houden.
Dat kassiers en leenbanken schuldig zouden
zijn aan de algemeene geld krapte staat in mijn
stukje niet te lezen. Deze kunnen nu immers
niet anders, en hen komt zeker ’n woord van
lof toe voor hunne bemoeiingen in het belang
van den handel.
Ik geloof dat U met deze verklaring tevreden
zult willen zijn.
Inmiddels met hoogachting,
Uw Dnr.,
Ws.
Voor onze soldaten.
Ledigheid is des duivels oorkussen, zegt
het Alg. H. En vele onzer soldaten, die reeds
dagen lang onder de wapens zijn, zitten ledig.
Zij wachten erop, dat er gedemobiliseerd wordt
wanneer zal dat zijn of zij het eigen
lijke soldatenhandwerk moeten beginnen
een oogenblik, dat, hopen wij, niet zal komen.
Maar intusschen hebben zeer velen hunner
niets te doen en dat werkt demoraliseerend.
Een inzender wijst erop in het nummer van
heden, volkomen terecht. En een landweerman,
die ligt in het fort aan den Aagtendijk bij
Beverwijk vraagt ons: zendt boeken en tijd
schriften aan de cantine van ons fort om ons
te helpen den moeilijken tijd door te komen.
Dat is een redelijke, een zeer natuurlijke vraag.
En een vraag, waaraan wij allen kunnen
voldoen.
Er zou echter bij de toezending van die
boeken eenig systeem moeten zijnwanneer
wij allen onze boeken, tijdschriften, couranten
gaan zenden naar het fort aan den Aagtendijk,
krijgt men daar te veel, en elders, waar ze
even noodig zijn, komt niets. Wanneer iemand
zich ervoor wil spannen, met behulp van den
militairen inlichtingsdienst, die zeker zal
willen meewerken, de verzending van lectuur
te organiseeren, zal hij onzen jongens, waar
van een groot deel zich verveelt, -een goeden
dienst bewijzen. Vooral op de afgelegen posten,
waar ook de omgang met de bevolking
gering is, zal die lectuur welkom zijn.
Hollanders uit Duitschland.
De Winterswijksche correspondent van
Alg. H. schrijft d.d. 9 dezer:
De uittocht van in Duitschland werkende
landgenooten houdt aan. Ofschoon ze in alle
gerustheid bij onzen Duitschen nabuur kunnen
blijven, geven ze de voorkeur aan terugkeer naar
het vaderland; want wanneer ze ook al aan
het werk worden gehouden, bestaat toch de
vrees, dat ze niet uitbetaald krijgen.
Ziet men die lieden in ons dorp aankomen,
dan wordt men met medelijden jegens hen
vervuld. Geheele families met haar talrijk
kroost worden, veelal per as, aangevoerd. Een
internationale verbinding, zooals over Oldenzaal
bestaat hier niet meer. Met dit feit schijnen
die personen onbekend. Daardoor nemen zij
als naar gewoonte hun route naar hun geboorte
plaats over Winterswijk, doch in Burlo luidt
het onverbiddelijke //Aussteigen”. Ze zijn dan
nog 2i/2 uur van hier verwijderd en daar ze
vaak eerst tegen middernacht op het naaste
grensstation aankomen, zijn ze gedwongen den
nacht in het kleine station door te brengen.
Sedert van hoogerhand eene vriendelijke
behandeling der Hollanders is voorgeschreven,
worden die menschen met de meeste hulpvaar
digheid door de Duitsche grensbeambten en
grenswacht van den eenen naar den anderen
post gebracht, tot ze de grens bereikt hebben.
In vele gevallen is een Kottensche boer, een
buurtbewoner van Winterswijk, zoo bereid
willig die arme gezinnen belangloos naar het
station alhier te rijden. Het huisraad hebben
ze achtergelaten en aan de hoede der politie
overgelaten, nadat het van te voren verzegeld
was. De meeste Hollanders echter keeren terug
al sjouwende met de groote blauw- of rood
geruite bedzakken. Veelal komen ze te laat aan
om den laatsten trein naar Holland of het
Noorden, die 3.09 van hier vertrekt, te kunnen
pakken, zoodat ze hier moeten overnachten.
Den meesten last hebben ze met de inwisseling
van geld. De kassierskantoren, die de bevol
king van zilveren specie moeten voorzien, zijn
niet in staat of geneigd Duitsch geld in ont
vangst te nemen, want tot op heden missen
ze het gewone afzetgebied. Door bemiddeling
van den burgemeester worden de stakkers dan
dikwijls voortgeholpen of ook wel zijn inge
zetenen bereid tegen een hooger dan gewoon
agio eenig Duitsch geld om te wisselen. Voor
zoover mogelijk, helpen de kassiers.
Hoe vermoeid de kinderen soms zijn, mag
wel daaruit blijken dat ze, zoodra ze in het
gemeentehuis op een bank komen te zitten,
in slaap vallen.
Men schreef 1870. Fel woedde de krijg
tusschen Frankrijk en Duitschland. Overal
werden Roode Kruis-Comités opgericht en
gelden ingezameld voor de verplegings-kassen.
Ook in mijn geboorteplaats. Ik was toen een
jongen van zeven jaar. Veel herinner ik me
natuurlijk niet van alles wat er toen voorviel.
Wel weet ik dat er een barmhartigheids-uit-
voering werd gegeven.
Bij die gelegenheid is bovenstaand lied
gezongen.
Woorden en muziek zijn me bijgebleven,
ik hoorde ze in ’t ouderlijk huis repeteeren. I
Kan ik iemand van dienst zijn met de
muziek, vierstemmig, dan is die disponibel.
Kosten? Eene gave aan het naastbijzijnde
Roode Kruis Comité.
I Bolswardsclie Courant
4Ü£I'
i
op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)