Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Zondag 16 Augustus. W No. 66. Verschijnt Donderdags en Zondags. 53ste Jaargang. 1914. Uit de Raadszaal. VOOR Afzonderlijke (De heeren Oosterbaan, Kramer, Dan heeft de heer Lunter dan nog bij- der Vergadering op Donderdag 13 Augs. 1914. ^/Stadstuin”, billijke huur- Vroeger heeft hij wel geluk- om hem hier te krijgen, maar heeft hij zijn gezag niet betracht, doch vergadering. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. voor den hun meening een en die altoos netjes in voor 10 jaren van B. en W. inzake wijziging ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. In de verordening wordt een termijn van 3 maanden gesteld na de uitreiking van het aanslagbiljet, om in reclame te komen ingeval men zich te hoog acht aangeslagen. Daar soms op het einde des jaars nog vermindering kan intreden, of dan soms eerst is te zien hoe het inkomen is geweest, dient het recht om wegens vermindering van inkomen ont heffing te vragen te blijven bestaan tot het einde des jaars. B. en W. hebben geen bezwaar met deze en nog een paar bemerkingen mee te gaan en stellen wijziging in dien zin voor. De heer Eisma acht een kleine aanvulling wel noodig voor zoover zulks het suppletoir kohier betreft. Het kan soms gebeuren, dat dit pas op het einde des jaars wordt opge maakt, en dan zou er geen gelegenheid bestaan voor die aangeslagenen om te reclameeren. De termijn van drie maanden dient daar toch gesteld te worden. Na een nog al uitvoerige discussie wordt deze aanvulling met een nadere aanvulling van den Voorzitter, dat deze termijn van drie maanden geldt ingeval het belasting biljet na 1 Dec. wordt uitgereikt, met 9 tegen 3 stemmen aangenomen, (de heeren Lunter, Keikes en Kramer) en de geheele wijziging met algemeene stemmen goedgekeurd. 3. Verzoek van J. Nawijn om weder te mogen inhuren een perceel bouwland (met ad vies van B. en W.) B. en W. stellen waarvoor naar som wordt betaald, orde wordt gehouden, wederom aan adressant af te staan. De heer Eisma vindt 10 jaar wel wat lang, en zou wenschen dat, indien de gemeente dien grond noodig heeft, men er ook eerder over beschikken kan. Hij heeft indertijd voorgesteld dat gedeelte met de gracht bij de stad aan te trekken, hij meent dat, wanneer het plantsoen bij de werkplaats van den heer Praamsma met huizen bebouwd werd, daar een mooie boulevard was te bekomen. Ingeval dat idee instemming kreeg, was het van belang dat de gemeente over dezen tuingrond kon beschikken. De Voorzitter merkt op, dat in de voor waarden die gesteld zijn, daarin reeds is voorzien. Met algemeene stemmen ’t voorstel B. en W goedgekeurd. 4. Benoeming Secretaris wegens bedanken van den heer C. J. 4. van Helvoort. De aanbeveling bestaat uit de heeren 1. D. Beijer, le ambtenaar ter Secretarie te Bolsward, 2. T. de Vries, hoofdcommies ter Secretarie le Wormerveer. De heer Lunter wenscht voor deze stem ming even het woord, niet om invloed uit te oefenen op de stemming, maar om tegen een beschuldiging, welke tegen leden van den Raad is uitgebracht, op te komen. Het betreft het stuk in de krant waarin van een ^erger- lijke partij benoeming” sprake is. Spr. wil niet veel vragen, doch hij wil even opmerken, dat waar in onze gemeente een derde deel der inwoners katholiek is, of er dan van de beter gesalarieerde stadsbetrekkingen geen enkele door katholieken mag worden bekleed. Hij vraagt dus of het ergerlijk is, dat daar ook eens een katholiek wordt benoemd. Het heette in dat stuk, dat het dienen van het gemeentebelang door partijbelang was voorbij gezien. De benoemde staat in bekwaam heid niet achter en minstens gelijk met wie der heeren van bet grostal of der aanbeveling ook. Het gemeentebelang is daarbij volstrekt niet uit het oog verloren... De Voorzitter. Heeren! het komt mij voor, dat ’t niet gewenscht is, naar aanleiding van een in de krant geschreven stuk, hier verder op in te gaan. Ik vind dat dit geen zaak des Raads is. Als de een hiermee begint, zullen ook de anderen hem van antwoord willen dienen en ’k acht beter dit niet toe te laten. De heer Terhenne. M. de V.! ik vraag bet woord, naar aanleiding van het gesprokene. De Voorzitter. De heer Lunter heeft mij verrast, en ’k heb hem geïnterrumpeerd om er niet verder op in te gaan. Nu er echter reeds iets gesproken is, laat ik het aan den Raad over, doch stel voor, niet verder daarop in te gaan, wat ik in stemming breng. Met 8 tegen 4 stemmen werd het voorstel maar nu van alle kanten het woord gevoerd werd, wil ook ik even mijn meening zeggen. De heer Terhenne zei dat de onderteekenaars van dat stuk de volle verantwoordelijkheid daarvan op zich nemen, welnu ook de andere raadsleden nemen de volle verantwoordelijk heid voor hun doen op zich. Zij hebben niet voorbijgezien het gemeentebelang. Er was ons een voordracht van 6 personen ge zonden. B. en W. hebben aan de sollici tanten verschillende eischen gesteld en alle 6 personen van die voordracht voldeden aan die eischen, dat staat in de missive. Waarom B. en W. nog een aanbeveling van 2 perso nen indienden is mij een raadsel. (Een paar stemmen Dat geschiedde op grond van art. 95 der gemeentewet.) Dat wij een ander kozen, en aan van Helvoort de voorkeur gaven steunde op de volgende argumenten Die is 4 jaar ouder dan no. 1. heeft 4 jaar gefungeerd als secretaris en heeft dus zoolang aan ’t hoofd gestaan der volledige gemeente administratie. Dan nog had hij Mid. St. de eenige der sollicitanten, die dit bezat. Had den B. en W. dat bedacht, wellicht ware de aanbeveling anders geweest. Ook is met die benoeming niet bedoeld, den Voorzitter een slag in het aangezicht te geven, en zal uit mijn argumentatie blijken dat wij minstens evengoed het gemeentebelang dienden dan de heeren, die anders stemden. De heer Terhenne. De heer Praamsma zegt dat zij na nauwgezette overweging aan den heer van Helvoort de voorkeur hebben gegeven. Als dit zoo was, waarom werden wij dan ook niet met die zaken op de hoogte gebracht. De heeren houden vóórvergaderin gen. Zij zouden er B. en W. en ook de andere leden mee dienen, ze er mee op de hoogte te stellen. De heer Vis. Het is mij bekend dat de heer Praamsma wel degelijk er op uit is, het gemeentebelang te dienen, en ik neem ook aan dat hij niet bedoeld heeft den Voorzitter een slag in het aangezicht te geven, maar toch is het gedaan. De heer Beijer, le be ambte, heeft ook het werk gedaan van den secretaris, en de Voorzitter die met hem moet samenwerken, stelde hem op no. 1. De heer Praamsma heeft dus die overheid niet erkend in den burgemeester als hoofd der gemeente. kig gewerkt nu andere belangen op den voorgrond geplaatst. De regel uit de missive door den heer Praamsma aangehaald, wordt daardoor uit zijn verband gerukt. Royaler ware hei, dat hij dan het stuk geheel had voorgelezen. De heer Praamsma. Alle heeren hebben dat stuk in huis, mij dunkt voorlezing was niet noodig. ’k Wil het echter wel gaarne doen, als men zulks verlangt. Ik verheug mij dat de heer Vis in mij ziet iemand die het gemeentebelang wil behartigen. Ik beoogde dat ook, toen onze Voorzitter hier tot hoofd der gemeente werd benoemd, een pogen dat toen de instemming voor een deel der burgerij niet kon wegdragen. Dat het gemeentebelang er toch mee gebaat is, werd nog kort geleden door een afgetreden Wethouder erkend. Misschien dat zulks ook in dit geval later zou zijn gebleken. De Voorzitter. Heeren, de zaak is nu toch zeker voldoende besproken. Ik wensch nog een aanmerking te maken op hetgeen de heer Vis ten mijnen opzichte zei, als had ik de discussie moeten keeren. Indien ik geweten had, dat de heer Lunter op die zaak zou ingaan had ik 't ook zeker belet, maar hij was reeds te ver gegaan om het toen te stuiten. De heer Fis. Ik wil mijn gezegde daarover volgaarne terug nemen. Overgaande tot stemming verkreeg de heer Beijer 6, de heer de Vries te Wormerveer 4 de heer T. Krol te Uithuizermeden 2 stemmen. De uitslag der 2e vrije stemming was juist eender. Bij herstemming tusschen de heeren Beijer en de Vries bekwamen beiden zes stemmen. Het lot besliste toen ten gunste van den heer Beijer. Sluiting Een korte agenda heden, waarvan het meerendeel der punten in verband is te brengen met </de tijdsomstandigheden”. Het eerste punt toch afschaffing der kermis voor dit jaar staat in direct verband met de oor- logstroebelen. Het tweede punt, wijziging der Ueffingsverordening hoofdelijken omslag handelde o.a. over het recht der aangeslagenen om ontheffing te vragen ingeval hun inkomen met meer dan l/4 is verminderd in den loop van het dienstjaar. Bij den plotselingen stil stand van sommige neringen en bedrijven kan, als het niet spoedig verbetert, dit voor som migen wel eens droeve noodzakelijkheid worden. Het derde punt de verhuring van den "Stadstuin” is met de tijdsomstandigheden als ^onzijdig” te beschouwen, doch bij ’t vierde en laatste punt der agenda trad weer actueel de oorlogstoestand op den voorgrond. Aan de stemming tot benoeming van een gemeente secretaris ging een heftig oorlogje in het klein gelukkig zonder bloedvergieten vooraf. Dit hanig discours deed in onze benarde tijdsomstandigheden zeer onverkwik kelijk aan. Een ingekomen adres was ook nog op de "droeve tijden” gebaseerd de vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken was er als de kippen bij, om weer een poging aan te wenden, teneinde den verkoop van die dranken aan kant te krijgen. Die vereeni ging voert onophoudelijk strijd en maakt van elke omstandigheid gebruik om haar vijand, Koning Alcohol, afbreuk te doen. Gelukkig strijdt zij met eerlijke middelen, van ’t ge weldige oorlogstooneel hoort men helaas van veel ongerechtigheid. Wij willen van het behandelde in onzen raad even nader melding maken. Tegenwoordig waren 12 leden. De heer Eerdmans was absent met kennisgeving. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen stukken: a. Een schrijven van den heer C. J. A. van Helvoort, dat hij met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden in het belang der gemeente Woerden, bedankt voor de benoeming tot gemeente secretaris alhier. b. Een Resolutie van Ged. Staten, hou dende goedkeuring der schoolgeldkohieren. Beide werden voor kennisgevingaangenomen. c. Adres <Jvan de Vereen, tot Afsch. van Alc. Dranken, er op wijzende, dat in deze ernstige tijden overal tot kalmte en rust wordt aangemaand. Een koel hoofd is nu vooral noodig, wijl verzet in oorlogstijd zwaar der dan gewoonlijk wordt gestraft. De Vereeniging verzoekt daarom een verbod van den verkoop van alcoholhoudende dranken op sommige uren van den dag. Ernstige tijden vragen buitengewone maatregelen. De Voorzitter merkt op, dat op dit adres, hetwelk heden inkwam eerst het advies van de commissie voor de strafverordeningen be hoort te worden ingewonnen, en wijl daarvoor nog geen gelegenheid bestond, kan geen urgente behandeling geschieden. Het adres ligt dus ter visie tot de volgende vergadering. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1. Voorstel van B. en !F. tol schorsing van de kermis. B. en W. merken op, dat op 27 Augs. de kermis zou aanvangen, maar zij meenen, dat met het oog op de onrustige tijden en ook om de finantieele malaise, het beter is dit jaar de kermis niet te doen doorgaan. Wat de verpachting van staanplaatsen betreft, hierbij geldt de bepaling, dat de ’erpachting geschiedde onder voorbehoud, dat de kermis gehouden wordt. Is dit niet het geval, dan is geen staangeld verschuldigd of is het vooruit betaald, dan wordt het terug gegeven. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. 2. Foorstel verordening H. O. Door Ged. Staten zijn eenige bedenkingen aangaande de bepalingen van de ingezonden ’erordening hoofdel. omslag gemaakt. B. en W. achten deze van weinig beteekenis. Zoo ’as niet bepaald wanneer de echtgenooten in afzonderlijke gemeenten worden aangeslagen, hoe dan dubbele belastingheffing voorkomen wordt, verworpen. Keikes en Boersma). De Foorzitler. verder het woord. De heer Lunter. Ik wil er voegen dat de heeren in hun stuk verder zeggen, dat ware de beer Beijer katholiek, zij hem gestemd zouden hebben, dit wil ik gaarne aannemen, maar dan moet ik toch opmerken dat de daden van het verleden in tegenspraak zijn met de woorden van heden. Bij een vroegere benoeming van een gemeente ontvanger waren er twee katholieke sollici tanten, geen daarvan werd benoemd. Men zal mij tegenwerpen dat ze niet op de aan beveling stonden, maar de benoemde, de heer Brouwers, kwam er ook buiten de aanbeveling om. Een paar jaar later heeft er wel een katholiek op de aanbeveling gestaan, maar die werd niet benoemd. Misschien dat het aan diens mindere bekwaamheid heeft gelegen, het betrof onzen afgetreden wethouder den heer A. van der Meer. Met zulke voorbeelden voor oogen doet het eigenaardig aan nu van die partij te hooren gewagen van ergerlijke partij digheid, en ik blijf vragen: Is dat recht? De heer Terhenne. De vier leden van den Raad, die het stuk in de krant deden plaatsen, aanvaarden daarvoor de volle verantwoorde lijkheid. Uit de bespreking door den heer Lunter gehouden blijkt duidelijk, dat er een partijbenoeming heeft plaats gehad, en dat het gemeentebelang niet op den voorgrond is gesteld. Ik ben ten allen tijde bereid ook een katholiek te stemmen, want ik vraag niet naar richting, doch naar capaciteiten. Waar no. 1 van de aanbeveling het bewijs had gegeven volkomen voor de taak berekend te zijn, diende die in aanmerking te komen. Ik heb niets tegen den persoon van Helvoort, die zal wel bekwaam genoeg zijn, maar hij stond niet op de aanbeveling. Ik wil dan ook even onder de aandacht brengen, dat met die benoeming U, mijnheer de Voorzitter een slag in het aangezicht werd gegeven. U, die met den waarnemenden Secretaris hadt mee gewerkt, hebt hem op no. 1 van de aanbe veling geplaatst. Mij dunkt, onze Voor zitter zal deze dagen wel eens gedacht hebben ./Bewaar mij voor mijn vrienden, op mijn vijanden zal ik zelf wel letten”. De heer Fis. Ik heb misschien ten on rechte geïnterrumpeerd bij het spreken van den Voorzitter, maar ’t blijft toch mijn meening, dat die onmiddellijk bij 't begin der discussie had moeten zeggen, dat er geen gelegenheid werd gegeven om die zaak te bespreken. In de ernstige tijden, die wij doormaken, had deze kwestie niet aan de orde moeten komen, maar nu het begin er was, kon het niet meer gekeerd worden. Door het college B. en W. is een meerdertal of grostal opgemaakt, en op grond van onder zoek is daarna de fungeerende secretaris op no. 1 gesteld. Nu er een vóórvergadering is geweest, is daar bepaald: neen, dien willen wij niet. Er komt nog iets bij. Ons dagelijksch bestuur, wat men helaas noemt uit de rechtsche partij, heeft gemeend den heer Beijer op no. 1 te moeten stellen. Daaraan hebben de leden van dat dagelijksch bestuur meegewerkt en deze moesten dus ook wel meewerken om dien benoemd te krijgen, tenzij zij waren op gekomen tegen die aanbeveling. De heer Lunter had dus fairder gedaan met te zwijgen, hij heeft nu duidelijk laten merken, dat hij anders heeft gestemd. Hij had nu dan ook op een hooger standpunt gestaan, indien hij niet over die zaak gesproken had. De heer Boersma. Ik had gehoopt, dat er geen gelegenheid zou zijn gegeven voor deze bespreking. Het is thans geheel geen tijd voor haarkloverijen. Het neemt echter niet weg, dat ik ook de volle verantwoorde lijkheid op mij neem van dat stuk uit de krant. De heer Oosterbaan. Het is geen tijd voor deze kwestie, en wellicht hangen ons nog zwaardere tijden boven het hoofd, toch mag gezegd worden dat met de benoeming van den heer van Helvoort geen sprong in het duister is gedaan. De raadsleden welke hem hun stem gaven, hebben wel overwogen wat zij deden. En de raadsleden hebben toch ook zeker de volle vrijheid hun stem uit te brengen, op wien zij wenschen! De heer Praamsma. Het is nu eigenlijk niet de tijd om dit te behandelen, en het ware ook beter dat het niet besproken was, Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1