Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I 1914. 53ste Jaargang. Verscnijnt Donderdags en Zondags. No. 69. Donderdag 27 Augustus. BINNENLAND. HET CR EDI ET. INGEZONDEN. .BARBAREN. VOOR afzonderlijke betalen en on- Fr. i stad ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. er hoogstens één tegelijk een afstand van een paar Zij kennen geen andere en geen andere Hun oorlogen en zijn ernstige vechtpartij schappelijken indruk, boden ongevraagd bij den bivakbouw de behulpzame hand, terwijl een achttal gedurende eenige dagen de colonne als dragers vergezelde.” Men ziet, hoeveel deze barbaren nog leeren moeten, voordat zij //beschaafde menschen” zullen zijn geworden Bildt. Crt. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Barbaren, het is welbekend, zijn menschen die buiten de beschaving en buiten Europa wonen. Zij weten niet watelectriciteit, leerplicht, diplomatie en de W. C. is. Zij hebben ab soluut geen verstand van de mode en kleeden zich erg ouderwetsch op de wijze van Adam en Eva. Zij nemen voor niemand hun hoed af, om de eenvoudige reden dat er onder hen geen hoedenwinkels zijn. Van een ultimatum en mobilisatie hebben ze nog nooit gehoord en een behoorlijk leger van een paar honderd duizend man kunnen zij niet op de been brengen. Zij missen nog al de zegeningen der beschaving, en we moeten met medelijden en minachting op hen neerzien en ons zoo hard mogelijk uitsloven, om hen te beschaven, opdat ook zij de beteekenis van een duikboot in den modernen zeeoorlog leeren begrijpen en verstand krijgen van het hanteeren van het onvolprezen machinegeweer. We lazen een beschrijving van de Papoea’s van den Barapassi-stam. De mannen van dien stam dragen het haar zoo kort, dat er nog juist een vorkvormige kam in gedragen kan wordendit niet als sieraad of om toilet te maken, doch meer voor de jacht op het ongedierte en om zich eens heerlijk te kunnen krabben. Snor en baard worden niet ge dragen. De baardharen worden zorgvuldig met een tweeschalige schelp uitgetrokken. Slechts een enkele draagt een sikje. De eenige kleeding bestaat uit een schaambedek- king van bladeren, aan een smallen gordel van touw om het middel bevestigd. Hoofd wapen is pijl en boog. Deze achterlijke stakkers weten dus niet eens, wat een kanon is. Zij kunnen dooden en dan op honderd meter. vliegtuigen dan de vogels onderzeeërs dan de visschen. hebben dan ook niets te beteekenen niet veel meer dan een tusschen een troep dronken kerels onderons. Deze barbaren kunnen niet een heel wereld deel in beroering en ellende brengen onder hen zijn geen diplomaten en geen generaals, zij weten niets van vredestractaten en arbi trage en zij zonden ook geen geschenken voor het Vredespaleis Een Hollandsche expeditie kwam met deze barbaren in aanraking. Hoe werden deze vreemden door de wilden ontvangen en be handeld Geen salvo van geweervuur, geen ontploffing van een dynamietmijn door elec- triciteit (óók een der groote dingen van de beschaving,) geen kanonnen, die op een af stand van twintig kilometer raken, niets van al die prachtdingen, waarmee de bescha ving bezig is de wereld te beheerschen Zij gedroegen zich op de volgende onnoozele wijze; //De menschen maakten een vriend- Buitenpost, 23 Augs. Terwijl de gemeente- architect, de heer Holman alhier, onder de wapens is en tijdens het afwezig zijn van diens echtgenoote, is in den afgeloopen nacht te zijnen huize ingebroken. Daartoe is een groote ruit uitgesneden. De dieven hebben vermoedelijk o.a. het motorrijwiel en een gewone fiets medegenomen. Van de daders nog geen spoor. Wonseradeel, 24 Augs. Door schoon zomer weer begunstigd, schiet het binnenhalen van den oogst verwonderlijk snel op. Nog eenige dagen en de stroovruchten zijn binnen. De groote boonen vallen reeds onder den sikkel. Maar nu resten nog de vele aardappel- en bietenvelden. Moge het mooie weer nog eenigen tijd stand houden, boer en arbeider zullen er wel bij varen, want krijgen we een regen- achtigen nazomer en herfst, dan wordt het misère. Andere jaren waren reeds 10-tallen hectaren land groen gerooid en nu zit alles nog. De bietenvelden beloven alhier een over vloedig gewas, evenals de aardappelvelden. Lemmer, 24 Augs. In de afgeloopen week is alhier in ’t geheel 10.000 pond bot aan gevoerd en 1500 pond zeeaal. Voor de bot, die zeer klein van stuk was, werd van 7 tot 10 cts. en voor de aal van 10 tot 15 cts. per pond besomd. Hepk. Nieuwsbl v. Workum, 25 Augs. Ook in onze begint men de gevolgen van den grooten Europeeschen Oorlog te gevoelen, hoewel de toestand wel iets verbeterd is, wat de scheep vaart betreft. De schipperij, die hier begin Augustus in grooten getale aan den wal ge meerd lag, is bijna geheel weer vertrokken. Ook het beurtschip van kapitein J. Koch heeft wederom zijn beurt naar Amsterdam volbracht en kwam hier heden met een flinke lading koopmansgoederen aan. De werkzaamheden zijn hier over het alge meen zeer slap. Met den dag komen er meer werkeloozen bij, zoodat het aantal al belang rijk is te noemen. Werklieden die tot October en langer waren besteld, krijgen nu reeds gedaan. De werkgevers kunnen daar op dit oogenblik ook niets aan veranderen, omreden geen nieuwe werken meer worden uitgevoerd. De noodzakelijkste arbeid wordt gedaan en meer niet. In enkele plaatsen wordt de burgerij per advertentie opgewekt, zooveel mogelijk de werken uit te voeren, hetgeen de arbeiders en voorts de geheele burgerij ten goede komt. Voorzeker is dit een zeer nuttige wenk en zeer aanbevelenswaardig. In enkele werkplaatsen wordt minder ge werkt, n.l. op de pottenfabriek, in sigarenfa brieken enz. Tal van winkeliers en kleine patroons ondervinden ook degelijk den druk der tijdsomstandigheden. Moge een ieder er toe medewerken om //arbeid”, dat nu of later toch moet geschieden, zoo spoedig mogelijk te laten uitvoeren, waardoor de toestand in de eerste plaats veel verbetert. De Banier. Een verdedigingsbelasting De (groene) Amsterdammer schrijft Nog niet lang geleden hief men in Duitsch- land van alle vermogenden eenbelasting-in-eens ten bate van de Landsverdediging en noemde haar Wehrbeitrag. Naar ieder weet, staat in Nederland bij honderdduizenden gezinnen het hongerspook voor de deur. In Rotterdam alleen zouden volgens officieele berekeningen, weldra vijftig duizend kostwinnaars leegloopen. Minister Treub houdt van aanpakken en de maatregelen van credietverleening en dergelijke zijn niet van de lucht en zullen haar nut doen. Echter kan, naar onze meening, de zorg voor den afweer van hongersnood geen particuliere en zelfs niet enkel een gemeente lijke zijn en zal men goed doen, zonder alle mogelijke gebeurtenissen af te wachten, reeds thans van allen die wat bezitten, b.v. op den grondslag van den laatsten aanslag met recht van reclame natuurlijk een verdedigingsbelasting te heffenniet als verdedigingsmiddel tegen een vijand, maar als een sterk reduit tegen verellendiging des volks. Ondanks alle verliezen, die de bezittenden reeds leden, zal zulk een belasting-in-eens billijk en noodzakelijk zijn. {Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur! Mogen wij voor onderstaande eenige plaats ruimte in Uw blad verzoeken? Thans reeds is voldoende gebleken, dat in de eerste plaats werkgelegenheid moet worden gezocht, omdat over het algemeen in onze provincie te veel werkkrachten zijn tengevolge van den geheelen of gedeeltelijken stilstand in vele bedrijven. Het is daarom dat wij een beroep doen op allen die werk kunnen laten verrichten, dit niet uit te stellen totdat de tijdsomstandigheden verbeterd zijn. Laat nu reeds niet alleen het hoogst noodzakelijke, maar ook al het werk dat onder normale omstandigheden wordt uit gevoerd, verrichten, opdat daardoor worde voorkomen dat vele arbeiders reeds in het best van den tijd ontslagen worden en tegen hunnen zin genoodzaakt bij het Steuncomité of anders aan te kloppen om ondersteuning. Tevens worden zij, die zich reeds hadden opgegeven bij de tijdelijke arbeidsbeurs en weer werk hebben gevonden, verzocht hiervan kennis te geven aan den Secretaris F. de Jong. U dankende voor de opname, Het Bestuur der tijdelijke Arbeidsbeurs. Toestand Glasindustrie en Glashandel. bijoverwegingen en sleurgewoonten behooren te worden aan kant gezet. De oorlog brengt zulk een geweldige ontwrichting van het economisch leven teweeg, dat ieder, zonder eenige uitzondering, als plicht heeft, bet zijne te doen, om eenige verlichting van den enormen druk, dien de oorlog op het maat schappelijk leven heeft gelegd, te bewerken Dat kunnen in de eerste plaats natuurlijk allen, die rekeningen hebben te voldoen, en daartoe in staat zijn. Betaalt gij uw leverancier, dan kan deze zijn grossier, en de laatste zijn geldschieter voldoen, en zoo gaat dan het geld weer aan ’t rollen. Ieder, die thans geld oppot of achterhoudt, terwijl hij nog schulden heeft te voldoen, handelt zedelijk minder waardig. Hij benadeelt uit zelfzucht zijne medemenschen en zijn land. Daarom, wie rekeningen heeft en kan, betale. Van alle zijden is dit herhaald getwijfeld is het juist. Maar men erkeune dan ook dat het credietstelsel toch zeer gevaarlijk is. Wat thans duidelijk en overal aan den dag komt, is slechts in grootere mate het kwaad dat in gewone omstandig heden dagelijks woekerde. Faillissementen zijn even zoovele aan klachten tegen het credietstelsel. Tusschen het crediet eenerzijds en contante betaling ander zijds is al menige nijvere man doodgedrukt. Nu het een massa-moord dreigt te worden, ziet men dit gevaar eerst goed. Het zal gewenscht zijn wanneer eenmaal weer vrede heerscht, na te gaan wat er in dit opzicht verbeterd kan en moet worden. Tijdens den oorlog was ik gedurende 8 dagen in Belgie, teneinde den benarden toe stand in oogenschouw te nemen en inlichtingen te verkrijgen aangaande de Glasindustrie, die door dezen oorlog ten zeersten wordt getroffen. Alle fabrieken in Belgie, Frankrijk, Duitsch- land en Oostenrijk hebben hunne ovens moeten doven. Millioenen kilo’s glas liggen in de bassins gestold tot een harde massa. De Belgische fabrieken, die de Hollandsche markt in hoofdzaak bedienen, liggen alle in het Zuiden van Belgie, waar juist het oorlogs- terrein gelegen is en zeer zeker de groote veldslagen zullen plaats hebben. Niet te veronderstellen, dat een enkele fabriek nog zal bestaan, wanneer de oorlog teneinde is, maar zelfs wanneer de fabrieken er blijven, zal in afzien baren tijd geen goed glas te verkrijgen zijn. De massa’s gestold glas moeten uit de bassins gekapt worden, zoodat als het ware elke fabriek geheel van nieuw af zijne ovens moet bouwen. Na den oorlog zullen maanden voorbij gaan voor en aleer glas van gangbare kwaliteit kan worden afgeleverd en hoelang zal deze Europeesche oorlog aanhouden? Ieder handelaar hier te lande heeft eenige voorraad, maar over het algemeen zijn deze voorraden zeer gering, daar gedurende 2 maan den voor den oorlog zoowel de spiegelglas en vensterglasprijzen neiging tot verlaging voorspelden tengevolge overproductie. Iedereen kocht dus niet meer dan strikt noodig. Thans kan of durft geen enkele fabriek orders aan te nemen, zelfs niet voor levering na den oorlog, aangezien niemand eenige zekerheid van zaken heeft. Op mijn aanvraag of men genegen was orders aan te nemen voor levering na de crisis tegen een prijs 40 pCt. hooger dan de kortgeleden gangbare prijzen, werd absoluut geweigerd. Algemeen verwacht men een langdurigen stilstand en na den oorlog zal zich groot gebrek aan werkvolk (glasblazers) voordoen, die thans hunne dienstplichten vervullen en voor een groot deel nimmer terugkeeren. Geruimen tijd na den oorlog, wanneer de fabrieken wederom tot levering gereed komen, zal een enorme vraag naar glas intreden, waaraan niet voldaan kan worden. De millioenen die thans schade geleden worden, zal men trachten te herwinnen en aangezien de vraag alsdan de productie ver zal overtreffen, is de algemeene verwachting dat zeer hooge prijzen voor glas betaald zullen moeten worden. Sneek, 24 Augustus 1914. M. J. HOUWINK, Glashandelaar. Oostergo schrijft De groote gebreken en ondeugden aan het credietstelsel verbonden, komen in deze benarde tijdsomstandigheden, in bijzondere mate aan het licht. In gewone tijden zijn ze ook overal en altijd aan te wijzen, doch thans demonstreert het kwaad zich in vollen omvang. Wij zijn nimmer bewonderaars geweest van het stelsel, dat men zoo graag als onvermijdelijk wenscht voor te stellen. Het valt niet te ontkennen dat vele kleinere neringdoenden en handelaars bun opkomst te danken hebben aan ’t crediet, doch daarnaast valt helaas te constateeren dat wellicht even zoovelen er hun ondergang aan te wijten hebben. Juist door de vermenging van crediet en contante betaling loopt er veel spaak. Er wordt zeer veel contant betaald aan menschen, die zelf niet contant betalen doch crediet hebben. Wat is daarvan het gevolg? Dat deze personen met renteloos kapitaal van een ander in den zak loopen. Daarin schuilt een gevaar, dat niet klein is. Wanneer het goede financiers zijn en hun zaken bovendien in stijgende lijn gaan, loopt alles wel goed. Zij bewaren zuinig en dragen op tijd af. Maar o wee daar,waar het goede beleid ontbreekt en de zaken niet puik gaan. Daar wordt ingeteerd, wordt getracht verlenging van crediet te verkrijgen, doch is het wel zeker, dat er achteruitgang is en wellicht een niet te stuiten achter uitgang. Het crediet werkt hier als een sluipend gif, dat langzaam-aan weg vreet. Te laat wordt ingegrepen, wanneer n.l. er geen redden meer aan is. Wie eens aandachtig het financieel beheer nagaat van hen, die een vast inkomen hebben, dat per kwartaal wordt ontvangen, zal bij de overgroote meerderheid ontwaren dat zij feitelijk voortdurend in schuld leven en minstens één kwartaal achter zijn. Op den laatsten dag van het kwartaal is alles op. Den volgenden dag wordt het verdiende over het afgeloopen kwartaal ontvangen en daarmede o.a. alle rekeningen voldaan. Een gedeelte blijft over voor de contante inkoopen in het nieuwe kwartaal. Wat echter op rekening wordt gekocht moet nog verdiend worden. Daarin zit de foutveel van wat reeds gekocht is moet nog met werken worden verdiend. Men leeft dus feitelijk een poosje ten koste van een ander. In deze benarde tijdsomstandigheden is deze fout duidelijk aan het licht getreden. Op 1 Juli is een kwartaal begonnen. Veel wordt gekocht, dat betaald zal worden .op 1 October. Onverwacht echter wordt voor alles contante betaling gevraagd. Nu loopt het spaak. Wat goede financiers wisten te 'bereiken, n.l. een kwartaal vóór zijn, geeft hun thans den voorsprong op hen, die feitelijk een kwartaal achter zijn. Het credietstelsel heeft de mogelijkheid geopend eenigen tijd op kosten van een ander te leven zonder waarborg te geven. Dat gemis aan waarborg laat zich thans gevoelen. Er is slechts één uitweg wie betalen kan, moet betalen en zij die wellicht een spaarpotje bezitten, zijn verplicht dit thans aan te spreken om te trachten zooveel mogelijk geld in circulatie te brengen. Wie behoort tot hen, die feitelijk achter zijn en op het oogenblik leven van het werk dat zij op dit oogenblik verrichten, zal indien hij alsnog ergens geld bezit, dit moeten besteden om zijn schulden te voldoen. Hij heeft steeds geleefd ten koste van het credietstelsel en zal nu zijn schuld aan dit stelsel hebben te voldoen. Het is weer een ongelukkig ding dat de goedwillenden op dit oogenblik weer geducht lijden onder de kwaadwillenden. Hoe alles in elkaar grijpt bij het doen van betalingen, is dezer dagen zeer duidelijk in de pers uiteengezet. Er zijn menschen, die niet omdat zij niet kunnen, doch omdat ze daar nu op 't oogenblik eens geen zin in hebben, hunne rekeningen onbetaald laten liggen. Anderen zijn gewoon om de drie maanden of halfjaarlijks hunne rekeningen te voldoen, en wenschen thans met deze gewoonte niet te breken. Wij mogen erop wijzen, dat thans alle Bolswardsche Courant 2% op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN waarborgt soliditeit. Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1