Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel
1914.
53ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 72.
Zondag 6 September.
Rectificatie Raadsverslag.
Stadsnieuws.
BINNENLAND.
De Moderne Oorlog.
De drijvende mijnen.
VOOR
3 maanden.
Afzonderlijke
van
heden ook iets
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per
Franco per post 50 Cents,
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
om de
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Het Kon. Nationaal Steuncomité 1914.
Door de stoornis of den stilstand in be
drijven, ontstaan tengevolge oorlog en oorlogs
gevaar, werd H. M. de Koningin bewogen
een oproep te doen tot al Hare landgenooten
om voor zoover
slaan en
ren, om
schillende plaatsen is
gevolg gegeven,
Een andere helsche machine, bedacht om
zeegaten ontoegankelijk te maken voor vijande
lijke schepen, maar die in den Japansch-
Russischen oorlog door de Japanners kwistig
in volle zee werd gebruikt, is de contact-mijn.
Zoo’n drijvende mijn is, uit technisch oog
punt herzien, een heel eenvoudig voorwerp.
Het is een ijzeren of stalen, eivormige boei,
bestaande uit twee helften, die door schroef
draad hermetisch aan elkander verbonden zijn.
De horizontale middellijn van deze boei bedraagt
ongeveer 40 c.M., de hoogte ongeveer 80 c.M.
De mijn is gewoonlijk in drie compartimenten
verdeeld, waarvan het bovenste lucht bevat,
die het voorwerp juist zooveel drijfvermogen
geeft, dat het aan een lichte verankering op
elke gewenschte diepte onder water zwevende
blijft. Het tweede compartiment bevat een
lading van eenige tientallen kilogrammen
schietkatoen, terwijl het derde en kleinste
compartiment het ontstekingsapparaat bevat.
Bij de gewone contactmijn bestaat de ontste
king uit een aantal zundstiften, die, als de
pennen van een egel, uit den kop van het
voorwerp uitsteken en het tot een ware kruidje-
roer-me-niet maken. Immers, zoodra een dezer
De Nieuwe Courant schrijft:
Onze dagbladen zijn vol oorlogsnieuws. Wij
hebben ’t gelukkig zoover gebracht met opze
beschaving en vooruitgang, dat de wereld
weergalmt van oorlogsgeruchten.
De vooruitgang valt niet te loochenen.
Vroeger, een honderd jaar geleden, schoot
men met vuursteengeweren, en het eischte
heel wat tijd eer men zoo’n zwaar en onbe
holpen ding behoorlijk had geladen en kon
vuren. En nog weigerde het geweer meer
malen.
Wij moeten het als een enorme verbetering
beschouwen, dat wij tegenwoordig geweren
bezitten, die ware kogelspuiten zijn en kanon
nen waarmede men voor het bloote oog on
zichtbare medemenschen op een afstand van
vele kilometers vernietigt. Vroeger sloeg men
groote slagen met een paar honderdduizend
man. Men telt thans de legers van Europa
bij millioenen. Vroeger zat de opperbevel-
i van zijne
en aan om
bevelen te vragen.
het kan, de handen ineen te
plannen te beramen en uit te voe-
te voorzien in den nood. In ver-
aan dezen oproep reeds
maar is ook een algemeen
Kon. Nat. Steuncomité opgericht, teneinde
de noodzakelijke samenwerking te verkrijgen
van de opgerichte en nog op te richten
comité’s. Voor bijdragen of toezeggingen
houdt dit algemeen comité zich dringend
aanbevolen, de storting kan voor onze provin
cie ook geschieden bij het Agentschap der
Nederlandsche Bank te Leeuwarden. Zeer
veel autoriteiten, ook uit onze provincie,
hebben zich bij dat comité aangesloten.
Op verzoek maken wij van de oprichting
in ons blad gaarne melding, want het streven
toch is om algemeene steunverleening, waar
dit noodig is te verstrekken, opdat het econo
mische leven van het Nederlandsche volk tot
normale banen zal terugkeeren, en daarvoor
in sommige deelen van ons land onmiddellijke
steunverleening noodig blijkt te zijn.
Lang niet overal is men zoo gelukkig als
te Bolsward, waar het plaatselijk Comité be
hoorlijk in de behoeften kan en weet te voor
zien, zoodat een beroep op de bekende Neder
landsche liefdadigheid zeer zeker niet te ver
geefs zal zijn.
Het Floraliafeest.
Al was de opkomst Vrijdagavond iets minder
dan vorige jaren, toch was de „Doelezaal”
flink bezit. De ingezonden bloemen stonden
weer in lange rijen aan de kanten der zaal
geétaleerd. Ofschoon er wel eenige goed
geslaagde collecties bij waren, konden toch
naar het ons voorkwam, deze over 't geheel
niet uit tegen die van 't vorige jaar. Hadden
in ’t algemeen de geraniums en de fuchsia’s
het goed gemaakt en bloeiden die ook tamelijk
algemeen, de beide andere soorten, de asters
en roode salvia’s, waren zeer ongelijk en meest
zwak. De aster verkiest trouwens voor een
goede ontwikkeling van de plant de volle
grond, en kan zich niet best met een klein
potje tevreden stellen. En de roode salvia's
die zijn wel lief als ze welslagen, maar o zoo
nukkig. Zij verlangen veel zonneschijn en zijn
over het algemeen wat arm aan bloemen.
Slagen ze goed, dat bewees vooral no. 76,
dan zijn ze wel schoon.
Het getal inzendingen was
minder naar wij meenen, dan vorige jaren,
Er werd ons de opmerking gemaakt, dat
in het raadsverslag van j.l. Woensdag een
punt der agenda onvermeld bleef, n.l. punt 6.
Adres van de Afd. Bolsward van de Nederl.
Vereen, tol afschaffing van alcoholische dranken,
met voorstel van de Commissie van de Straf
verordeningen.”
Ondeugend vroeg men, of dit punt op
zettelijk verzwegen was, dan wel of het open
staand venster der raadszaal er schuld aan had.
Ons antwoord was: geen van beiden, voor
opzettelijk verzwijgen bestaat geheel geen
reden, en gehoord hebben wij wat werd voor
gesteld. Door een onverklaarbaar abuis schijnt
een pagina van ons aanteekenboek te zijn
overgeslagen bij ’t uitwerken van het verslag.
Wij wenschen gaarne dit hiaat aan te vullen.
De commissie der strafverordeningen, die
over dat adres advies moest uitbrengen en
er was nog een adhesieadres ingekomen
de Nat. Chr. Geheelonth. Ver. is van
oordeel dat er geen reden bestaat, waar van
eenige publieke opgewondenheid of ordever
storing sprake kan zijn in onze gemeente,
zoodat moeielijk art. 7 4° der Drankwet kan
worden toegepast, en er ook geen aanleiding
bestaat over te gaan tot verscherping der
maatregelen ter beteugeling van drankmis
bruik of drankgebruik.
Een andere vraag is, zegt de com missie, of
het niet gewenscht is, dat indien inderdaad
de openbare orde wordt verstoord of dreigt
verstoord te worden, op grond van de politie
verordening kan worden overgegaan tot ge
deeltelijke of algeheele sluiting van alle
plaatsen van vereeniging als bedoeld in art.
138 der politieverordening. De commissie
stelt daarom voor om de algemeene politie
verordening te wijzigen en aan te vullen om
in geval de orde wordt verstoord of inge
vallen van brand enz., de sluiting der ver-
gunningslokalen te kunnen gelasten.
Dit voorstel is zonder discussie met alge
meene stemmen aangenomen.
Nu wij toch aan ’t rectificeeren zijn, kun
nen wij meedeelen dat ons bij informatie is
gebleken dat het adres, onder letter e in ons
verslag bedoeld, was ingezonden door het Dag.
Best, van de vereeniging tot werkverschaffing
alhier, verzoekende het gemeentebestuur om
indien de Gemeente werkzaamheden heeft uit
te voeren, die dan niet uit te stellen.
Het adres is in handen van B. en W. ge
steld en later zal daarop wel nadere be
handeling in den raad plaats vinden. Van
ter zijde werd ons verteld, dat onze begraaf
plaats te klein wordt en er misschien eerlang
tot vergrooting zal worden overgegaan. Men
meent dat er over gedacht wordt in den a.s.
winter deze werkzaamheden te doen uitvoeren.
v. Fr.
zoo leest men o.a. in de gebruiksaan
wijzing „is een wonder voor de goed-
willigen en de genade des Allerhoogsten heeft
zich daarin wonderbaarlijk geopenbaard”. In
werkelijkheid is de bedoelde olie de stof, die
in de apotheken onder den latijnschen naam
balsamum sulfuris terebinthinatum voorkomt
en bestaat uit lijnolie en terpentijnolie waarin
zwavel is opgelost. De geneeskundigen zijn
overtuigd van de weinig goede uitwerking
van het praeparaat en schrijven het hoogst
zelden, en dan altijd in geringe hoeveelheden
voor. Men wachte zich het in eenigszins
groote hoeveelheid in te nemende schadelijke
gevolgen van het gebruik zijn reeds meer
malen met volkomen zekerheid aangetoond.
McCandbl. t. d. Kwakz.
Spoorwegen en de mobilisatie.
Vanwege de militaire autoriteiten wordt
medegedeeld, dat de beperkte spoorwegdienst-
regeling een gevolg is in de eerste plaats
van den beperkten steenkolenvoorraad, die na
1 Augustus nagenoeg niet is aangevuld, en
in de tweede plaats van het feit, dat een
aantal militaire treinen op verschillende stations
worden gereed gehouden om eventueel onze
troepenmacht naar een bedreigd front te
kunnen samentrekken.
Zooveel doenlijk wordt naar de uitbreiding
van den spoorwegdienst gestreefd, maar zoo
lang het gevaar voor inmenging in den oorlog
voor N. niet is uitgesloten, laat de verant
woordelijkheid van het gezag niet toe, zich
te ontblooten van een hulpmiddel, dat onmis
baar is om een doeltreffend strategisch ge
bruik der strijdkrachten mogelijk te maken.
bij millioenen.
hebber op zijn strijdros, te midden
troepen. Adjudanten renden af
berichten te brengen en l
Eu soms, als het spande, trok hij het zwaard
fin stelde zich aan het hoofd van een storm-
colonne. Thans zit hij in een tent of mis
schien in een woning buiten het strijdgewoel,
omringd door zijnen staf, dien hij kan raad-
I plegen, voor een tafel met een groote kaart
en de veldtelegraaf of de telefoon, waardoor
bij zijn bevelen aan de onderbevelhebbers
doet toekomen, brengen hem de tijdingen van
het oumetelijke slagveld. Zelfs de oorlog is
zooveel mogelijk machinaal geworden. Het
ideaal schijnt te zijn ’t schijnbaar ledige slag
veld: de soldaten hebben zich bij levenden
lijve ingekuild; de kanonnen zijn onzichtbaar
voor den vijand. Het wordt spookachtig.
Niettemin dondert het kanon, ratelen de
machinegeweren en vallen de mannen bij
honderden, bij duizenden.
Nu de oorlog gekomen is, de oorlog in het
westen van beschaafd Europa, die door onge
luksprofeten reeds lang voorspeld is, kunnen
wij zien, hoever wij het hebben gebracht.
De Balkanlegers hebben nog in den ouder-
wetschen stijl kavalleriecharges gemaakt en de
Boelgaren schijnen ’t eens te zijn met dien
Russischen generaal, was het niet Skobeleff
die beweerde, dat de bajonet ’t beste van
alle wapens is. De bajonet, die volgens een
Nederlandsch dichter „met hulp der hel”
moet zijn uitgevonden!
De goede poëet Van Haren, die ’t zeide,
had geen voorgevoel van een modernen oorlog.
Men heeft zich vlijtig geoefend in de kunst
van bommen te werpen uit luchtschepen en
vliegwerktuigen.
Men heeft toestellen uitgevonden
trefkans te vergrooten.
Men bestrijdt elkander te land en ter zee
en in de lucht. Men vecht vaak tegen on
zichtbare vijanden.
De oorlogsfakkel, die zoolang in ’t Oosten
heeft gebrand, is helaas ook in het Westen
ontstoken.
Zoolang een oorlog zéér ver van onze gren
zen gestreden wordt en men er persoonlijk
en zakelijk niets mede te maken heeft, leest
men de oorlogsberichten, zonder er eigenlijk
bij te denken, zonder zich veel te bekom
meren om de namelooze ellende, die over zoo
vele menschen is gebracht, dat tienduizenden
gevallen zijn in verwoede gevechten en nog
maals tienduizenden in koelen bloede ver
moord zijn, gestikt in den rook, in de vlammen
van hunne in brand gestoken woningen.
Maar nu heel het Westen van Europa in
vuur en vlam staat, nu zijn wij gretig naar
ieder nieuw bericht, wij berekenen de oorlogs
kansen en wij slaken de stille verzuchting,
dat al de verschrikkingen van dezen oorlog
toch een spoedig einde mogen hebben.
Wij stellen alles in het werk om de ont
stane ellende zooveel mogelijk te lenigen.
Wij verheugen ons dat de geneeskunde ook
met reuzenschreden vooruitgegaan is. Dat
men ook instrumenten en geneesmiddelen ge
vonden heeft, die vroeger niet bekend waren.
Denken wij slechts aan de bewerking met
Röntgenstralen en aan het radium. Dan
denken wij ook aan de moedige strijders en
strijdsters van het „Roode Kruis”, die met
onvermoeide zorgen en boven menschelijke
opofferingen aan den dood zooveel mogelijk
zijn slachtoffers trachten te ontrukken en de
gewonden zorgvuldig verplegen.
Zij toch hebben zich ook gemobiliseerd,
zich de kunst van verbinden en verplegen,
eigen gemaakt, zich ook den modernen voor
uitgang aangepast. Het ziekenvervoer per
auto zal er ook niet weinig toe bijdragen,
dat menig jong leven beSouden blijft.
Het interneeringsdepól in Gaasterland.
Gaasterland, 3 Sept. Het interneerings-
depót te Oudemirdum is Dinsdag weer met
zeè man vermeerderd, vijf Belgen en één
Franschman.
De tenten zijn nu opgebouwd ’t is er thans
huiselijk ingericht. Het schoone weder wekt
natuurlijk ook veel tot de opgewektheid van
de manschappen mede, zoodat er van verveling
geen sprake is.
Het bezoek van nieuwsgierigen aan het
kamp neemt nog eerder toe dan af. Al vroeg
in den morgen ziet men troepjes menschen
door Balk en Oudemirdum trekken, wiens
einddoel is het kamp. Aldaar ziet men troepjes
meisjes vroolijk giegelend bij elkaar in bet
gras zitten, den soldaten in de verte met de
hand toewuivende.
Wonseradeel, 3 Sept. De graan- en peul
vruchten, zelfs kanariezaad, komen hier vroeg
binnen dit jaar. Voor tarwe besomt men een
flinken prijs, en de boonen zijn dit jaar een
eenige vrucht zonder maden. Vele landerijen
worden reeds weder omgeploegd om er tarwe
en koren in te zaaien. Men klaagt bij het
aardappelrooien geducht over droogte. De schil
van den knol is al te schoon, de aardappel
kan dan slecht duren. Een regenachtige dag
is veler wensch.
Stavoren, 3 Sept. De Zuid-Westhoek is
tegenwoordig voor liefhebbers van hengelsport
een goed land. Inzonderheid staat de Morra
als vischwater in een goeden reuk. Drie
personen van hier vingen daar ruim 200 stuks
flinke baars, samen wegende pl.m. 70 pond.
Steenwijk, 2 Sept. De sigarenmaker B.,
van Steenwijkerwold, thans als landweerman
onder de wapenen, bad bij het met verlofgaan,
het ongeluk met den duim tusschen een
portier van den trein bekneld te geraken. De
duim werd geheel verbrijzeld. Dr. A. de Jong
alhier verleende heelkundige hulp.
Hepk. Nieuwsbl
Haarlemmerolie.
Dit is een van de weinige oorspronkelijk
Nederlandsche geheimmiddelen en dagteekent
reeds van het jaar 1698. Het heet voor
allerlei, zoowel uit- als inwendige kwalen
genezing aan te brengen. „Dit medicament”
stiften door een aanvarend schip met een
zekere kracht wordt getroffen, ontbrandt de
lading knalkwik in het percussie-kanaal, waarin
de stift omlaag schiet, en op hetzelfde oogen-
blik ontploft het schietkatoen, waardoor een
onderzeesche uitbarsting plaats heeft, die het
grootste schip tot een wrak maakt.
In dit automatische verdedigingsmiddel, dat
in dezen oorlog blijkbaar door de Duitsche
marine ook als aanvalsmiddel zal worden
gebruikt, komen natuurlijk verschillende syste
men voor, die echter alle betrekking hebben
op de ontsteking.
Bij de nieuwere typen is de electrische ont
steking het meest in gebruik. In de lucht
kamer bevindt zich een kleine accumulator-
batterij, waarvan de positieve en de negatieve
geleiding op eenigen afstand van elkander
uitkomen in de nabijheid van een met kwik
gevuld bakje, dat zich in het onderste com
partiment van het apparaat bevindt. Wordt
de mijn aangevaren, dan tuimelt zij om, het
kwik maakt contact tusschen positief en negatief
en op hetzelfde oogenblik wordt een dun
platinadraadje, dat zich in den stroomketen
bevindt, gloeiend. De knalkwiklading, die dit
platinadraadje omgeeft, wordt daardoor ont
stoken en de mijn springt.
De uitwerking van deze contactmijnen is
verschrikkelijk; maar nog vreeselijker lijkt ons
de spanning, waarin de zeelieden verkeeren,
die in een met mijnen bezaaid vaarwater hun
plicht moeten vervullen. Tegen deze gruwe
lijke moordapparaten helpt geen moed, geen
zeemanschap, geen kloeke onverschrokkenheid.
Onder water, onzichtbaar voor het spiedend
oog, dobbert het stomme, levenlooze voorwerp,
dat geen onderscheid maakt tusschen vriend
en vijand, maar dat dood en verderf uitbraakt
zoodra het aangevaren wordt.
En de razernij van deze beschaafde tijden
gaat zoover, dat men van een mooi succes
spreekt wanneer zoo’n automatisch moordtuig
duizend man tegelijk naar den kelder zendt!
De Kampioen. HENRI MEYER.
Bolswardsclie Courant