Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. H EVE 1914. 53ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 75. De Oorlog en de Middenstand. Donderdag 17 September. BINNENLAND. DE WEELDE. T R O O N R E I) E VOOR 3 maanden. Afzonderlijke ge komen. 1 Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.) van den winkelier vindt het dat zijn trouwe klant, die soms 20 en soms nog langer, zijn waren en zijn wissels steeds op tijd om uitstel komt vragen. Hij en weigert bovendien aflevering koopwaren anders dan tegen van den Middenstand voor de uitoefening crediet geeft ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per Franco per post 50 Cents, nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Heerenveen, 15 Sept. Duitsch en Fransch geld is aanmerkelijk in koers teruggegaan. Aan de Staatsspoor wordt een Mark, te voren 58 cts., thans voor slechts 50 cts., een frank, te voren 48 cts., thans voor slechts 40 cts. in betaling aangenomen. Heerenveen, 15 Sept. De Staatsspoor heeft heden nog geen nieuwe dienstregeling ingevoerd. Vermoedelijk zal dit begin volgende week ge schieden, Hepk. NvM. v. Fr. De Middenstand, zoowel de handeldrijvende, als de industriëele, is, behoudens enkele uitzonderingen in deze rampzalige tijden, er het slechtst aan toe. De verdeelingstaak brengt het mede, dat hij daarvan crediet neemt en crediet geefteen wisselwerking, die het onder gewone omstandig heden mogelijk maakt, dat hij zonder schokken zijn plaats in het maatschappelijk raderwerk naar behooren kan blijven innemen. Van oudsher is de Middenstand geweest een stand van mannen, die er prijs op stelden hun eerlijken naam hoog te houden. Liever zou hij droog brood eten, dan de kans te loopen zijn verplichtingen niet te kunnen nakomen. En nu, buiten zijn schuld, ziet hij plotseling zijn klanten wegblijven de bronnen zijner inkomsten, bestaande uit den dagelijkschen verkoop zijner winkelwaren, houden op te vloeien. Zijn klanten vergeten ook, dat zij hem nog Daar zal heel wat weelde moeten afgeschaft worden, aldus schrijft de hoofdredacteur van Het Vaderland en hij antwoordt daarop: Dan heeft die oorlogstoestand ten minste- dit goede, dat die met meer indruk dan honderdduizend preeken zouden vermogen, ons duidelijk voor oogen stelt hoe wij met onzen train de vie den gansch verkeerden weg op waren, en dat het een weldaad is, dat wij op De Nederlandsche industrie en de crisis. Het is op dit oogenblik nog onmogelijk een overzicht te geven van de gevolgen die de oorlog heeft gehad op de verschillende takken van onze industrie. Hoe groot echter het percentage der werk lieden is, dat door de mobilisatie en den stilstand in de bedrijven aan hun gewone werkzaamheden zijn onttrokken, kan eenigszins blijken uit het aantal ongevallen dat bij de Rijksverzekeringsbank aangegeven wordt. Ter wijl dit in gewonen tijd ongeveer 280 per dag bedraagt, is dit cijfer thans gedaald tot een gemiddelde van 180. Aangezien de kans om een ongeluk te krijgen nu natuurlijk precies is als altijd, mag men uit deze ver mindering afleiden, dat onze Nederlandsche industrie voor meer dan een ligt. Alg. H. was zeldzaam aan schoone Nog meer ellende. De krijgsverrichtingen zijn tot dusver over ’t algemeen door mooi weer „begunstigd”, indien men zulk een goed woord voor een zoo afschuwelijk bedrijf mag gebruiken, schrijft Hel Centrum. De nazomer dagen. Maar nu komt de herfst met zijn wind en regen, zijn plotseling opstekende stormen en aldoor langer wordende kille nachten. Een nieuwe ellende wordt daardoor gevoegd bij de misère van het gruwzaam oorlogsbedrijf. En de manschappen, die reeds zooveel ont beringen hebben te verduren, zullen nu, dik wijls bij onvoldoende beschutting, de ruwheid der elementen ondervinden. Dat daardoor het aantal zieken belangrijk zal toenemen, is onvermijdelijk. En hoe goed ingericht de lazaretten mogen zijn, waar telkens ophooping van zieken en gewonden plaats heeft, behoeft men niet te vragen onder welke ongewone en ongunstige omstandigheden de verpleging dikwerf zal geschieden. Vooral de patiënten in een leger, dat vluchten, of min of meer haastig terugtrekken moet, zijn er slecht aan toe. En het aantal van hen, die bezwijken aan uitputting, kommer en de velerlei krankheden, die den oorlog vergezellen, woog doorgaans ruimschoots op tegen dat der gesneuvelden. De dood zwaait met vele zeisen in deze droevige dagen, Gewijzigde dienstregeling H. IJ. S. M. Met goedkeuring van den opperbevelhebber van land- én zeemacht wordt, met intrekking der thans geldende dienstregeling, op 2l September a. s. een geheel gewijzigde dienst regeling ingevoerd op de lijnen der H. IJ. 8. M. Deze zal bevatten de door den Minister van Waterstaat goedgekeurde definitieve winter- dienstregeling 19141915, waarvan echter eenige treinen zijn uitgevallen. Dit zijn in de eerste plaats de internationale treinen, die door het niet meer verkeeren der aansluitende treinen voor het verkeer veel van hunne beteekenis hebben verloren, terwijl eenige beperking van den localen dienst in verband met militaire eischen moest plaats vinden. De op 21 September a.s. op de H. S. M.- lijnen in te voeren dienstregeling onder scheidt zich van de tegenwoordige doordat le. de treinen weder zullen rijden met normale snelheid en formatie. In verband met bekorting van stationnementen en niet stoppen aan tusschenstations zal de reistijd belangrijk worden bekort; 2e. het aantal ter beschikking gestelde treinen zeer wordt uitgebreid. Op de lijn AmsterdamRotterdam zullen enkele der voor het zakenverkeer zoo gezochte exprestreinen, die slechts te Den Haag stoppen, weder gaan rijden, terwijl ook op alle andere lijnen het aantal snel- en personentreinen zeer belangrijk wordt uitgebreid. Ten dienste van het publiek zal op 17 September een spoorwegboekje, omvattende de nieuwe regeling, verkrijgbaar worden ge steld. Alg. Hdbld. Slachtoffer van dierenliefde. De te IJmuiden gedetacheerde 23-jarige infanterist F. van Ouwel uit Haarlem trachtte Zondag op de Zuidpier aldaar een in het water gevallen hondje le redden, doch verloor daarbij zijn evenwicht en verdronk. Alg. H. Over de schrijft het Algemeen Handelsblad: Ons politiek leven is tot stilstand De wetgevende machine heeft opge houden te werken voor alles wat niet be trekking heeft op zorg voor het heden. Politieke partijen bestaan nog, maar het eenige dat zij van zich laten hooren zijn af spraken om bij stembussen geen strijd te voeren. Het parlement heeft geen taak meer dan de maatregelen, die de uitvoerende macht meent te moeten nemen, voor zoover noodig goed te keuren, te steunen, mogelijk te maken. De politiek in Nederland wacht af. Wisten wij het niet, de rede heden door de Koningin bij de opening der zitting van de Staten-Generaal uitgesproken, zou het be wijzen. Daarin staat geen woord over het verleden, geen woord over de toekomst het heden vraagt alle aandacht, alle zorg. Waakzaamheid dat is het woord waarmee de regeering begint. De zinsnede over de vriendschappelijke betrekkingen met alle mogendheden had nooit zooveel beteekenis als thans. Het is te be grijpen, dat er met dankbaarheid van gewaagd wordt. En eveneens, dat op onze volstrekte neutraliteit nog eens met nadruk wordt ge wezen. Herinnerd wordt aan onze zoo goed volbrachte mobilisatie, en aan den steun, dien wij geven aan de ongelukkigen die over onze grenzen de wijk nemen. Na bet overzicht van den economischen toestand ook dit ernstiger, en meer plaats innemend in de openingsrede dan ooit te voren kan de mededeeling volgen dat er eenige verlichting komt in den druk en wordt herinnerd aan de maatregelen der regeering, waaraan dit mede te danken is. Van belang is het gedeelte dat op onze koloniën betrekking heeftde regeering weet van de toestanden daar blijkbaar meer dan ons tot nu toe bekend was geworden. Ook in Oost-Indië is de economische toestand door den oorlog zeer achteruitgegaan, maar ook daar zijn de noodige maatregelen genomen en met voldoening zien wij dat de toestand der inlandsche bevolking, die natuurlijk het minst kan verdragen, niet onbevredigend wordt genoemd. Moge dat zoo blijven 1 Wat over West-Indië gezegd wordt, is ten deele minder bevredigend, maar ook daar is tenminste voor levensmiddelen gezorgd. Ten slotte wordt nog eens de nadruk gelegd op de noodzakelijkheid onze neutraliteit streng te handhaven, ook door de wijze, waarop de handel te werk gaat. De regeering weet blijk baar, dat een schending van onze neutraliteit in het bijzonder door Nederlandsche kooplieden en door hen, die van Nederlandsche havens gebruik maken, zeer ernstige gevolgen kan hebben. Dat het in die omstandigheden plicht is haar te steunen, zal ieder erkennen. In eendracht onzen plicht doen, het wordt in het koninklijk, woord van de Staten-Generaal en van ons allen gevraagd. Wordt het gevraagd alleen voor het heden, zonder eenige belofte voor de toekomst, zonder dat eenige parlementaire arbeid den Kamers in uitzicht wordt gesteld, de eendracht is thans voor de taak van den dag niet minder noodig dan anders, de plicht niet minder zwaar dan in gewone omstandigheden. Onder de leiding der Vorstin, die in deze dagen zoo met hart en ziel meeleeft met haar volk, van de regeering die waarlijk waakzaam blijft, moge die plicht ten volle vervuld worden. dezen weg werden gestuit. Want te groote weelde vertoonde zich in alle standen. Die weelde sch'ldert de geestige schrijver op een kernachtige wijze, zóó dat wij die schildering onzen lezers gaarne willen voort zetten. De feestdisch met zijn gezelligen kout, waarbij vleesch en visch en wildbraad, zooals alleen Holland’s grond en Holland’s wateren die kunnen geven, met wat ooft, die Holland’s roem is, als feesttractatie werden opgediend, was reeds lang in de hoogere kringen en bij hen, wier levenslust het schijnt te zijn de hoogere kringen na te apen, uit den booze. Het moest een Fransch menu zijn, dat in rok en balkleed met al de zenuwachtige haast verorberd werd, die deze eeuw kenmerkt; de champagne mocht niet worden toegelaten, als ze niet van de duurste soort was, en in het bewustzijn, dat de gasten, die om balfacht eerst aasgezeten om balftien weer huiswaarts reden, zich wel eens konden afvragen, hoe het mogëlijk was zoo weinig pleizier te hebben voor zooveel geld, ramen gastheer en gast vrouw de uitheemsche gewoonte over om de damesgasten een „present” mee te geven, vermoedelijk als consolatieprijs. In den beteren middenstand zijn kaas, koek, jam en vruchten zoo vaste ingrediënten op de koffietafel, dat de veelbelovende kinderen, als daarnaast niets anders wordt opgediend, de vraag stellen, of er vandaag niets bij de koffie is; en de toevoeging van een ei doet het kinderhart niet meer doortintelen van vreugde maar noodzaakt in den regel de ouders tot om hun telg zoover te lieverd het genadiglijk iets te betalen hebben, en zorgen liever, door het vasthouden van klinkende munt en het oppotten daarvan dat zij voor tijden van nog grooter ellende wat geld in huis hebben. De leverancier vreemd, of 80 jaren bij hem betrok betaalde, nu verlangt geld van nieuwe vooruitbetaling. Zoo is de toestand in de laatste drie weken. Ik wil niet trachten, de ellende te schetsen in zoo menig gezin, waar de winkelier moedeloos nederzit, met oogen moede en star gekeken van het peinzen en zoeken naar uitkomst, die hij niet vindt 1 De toekomst schijnt voor dien man hoe langer hoe dreigender, hoe langer hoe donkerder te worden. Het oogenblik, waarop hij, niet meer aan zijn verplichtingen kunnende voldoen, door zijn mededoogenloozen schuldeischer ge rechtelijk zal worden aangesproken, nadert meer en meerhem hangt dit noodlot als het zwaard van Damocles voortdurend boven het hoofd. Door menigeen wordt de dood, als uitkomst uit deze zorgwekkende omstandigheden, ver kozen boven dat, waarvoor de eerlijke handels man altijd de grootste vrees had. Dat zijn de slachtoffers van den oorlog, die wij hier in de eerste plaats op het oog hadden. Voor hen moeten allen zich aangorden om verbetering te zoeken het schrikkelijk noodlot, dat hen zoo dreigend boven het hoofd hangt, moet met vereende krachten worden afgewend. Het is voor ons ook een zaak van zelf behoud, dat wij allen, die tot den Midden stand gerekend worden, ons als één man aansluiten, en, ieder naar eigen kunnen en vermogen, medehelpen om het aantal slacht offers zoo gering mogelijk te doen zijn. Wij hebben daarom met volle instemming de pogingen begroet om hier ter stede den grondsteen te leggen voor de oprichting van een Nationale Middenstands-Credietbank. Men meene niet, dat wij deze nuttige instelling een panacee achten, waardoor de Middenstand als bij tooverslag zal ontsnappen aan de van alle zijden dreigende gevaren, welke voortvloeiden uit den treurigen econo mischen toestand, waarin wij thans verkeeren. Maar wij zijn wel overtuigd, dat hierdoor de weg geopend wordt, om met medewerking van allen en met veel goeden wil, zeer velen van een anders wissen ondergang te kunnen redden. Wij moeten ronduit bekennen, dat de mede werking van den Middenstand om deze crediet- bank tot stand te brengen, onze stoutste ver wachtingen heeft overtroffen. Maar hoeveel goeds wij ook van deze cre- dietbank verwachten, meenen wij toch goed te doen hier nog eens te herhalen, dat wij het geen alheilmiddel vinden, doch dat er nog zeer veel zal moeten worden gedaan op andere wijze dan tot nu toe geschied is. Een van die middelen kan men ook terstond aanwenden, en wel dit: niet den moed ver liezen, maar het hoofd boven water te houden. Een oude Nederlandsche spreuk, die reeds menigmaal ons volk heeft gesterkt en gesteund, moge ons thans tot devies strekken, n.l. „ende desespereert niet!” •Deze zinspreuk moet ons in de moeilijke tijden, welke ons ongetwijfeld nog te wachten zullen staan, den moed en het zelfvertrouwen geven op onzen postte blijven, en evenals onze soldaten dit voor onzen geboortegrond doen pal te staan voor ons onafhankelijk en zelfstandig bestaan. J. 8. M. (De Middenstandsbond) noodzaakt in diplomatiek overleg krijgen, dat de gebruiken wil. En de kleine man begint zijn trouwdag met het doen aanrukken van een file van rijtuigen, maar al te vaak op afbetaling, waarbij niet zelden de „bruidsmeisjes” in de coupé, die den stoet opent, u in een Homerisch gelach zouden doen uitbarsten, als de verwording, die daarin ligt, u niet het lachen verleerde. En wij zijn allen besmet met de weeldekoorts, wij zelven zoo goed als anderen, want wij preeken hier niet voor de omstanders, en wij waren allen onmachtig om er ons van te ver lossen; maar dat zal de schrik, diedeEuropeesche brand ons in de beenen heeft geslagen, doen. En als de tijd daarvoor daar is, en wij den toestand weer kunnen overzien, zullen wij beter dan vroeger begrijpen, dat nietdeachttiende maar de zeventiende eeuw ons voorbeeld van levenswijze moet zijn. We waren hard bezig, terwijl wij geld verdienden als in de 17e eeuw, dit op 18e-eeuwsche wijze te verteren, en wij kunnen het bij al het leed, dat over ons kwam, niet betreuren, dat er een krachtige roepstem tot ons kwam, die ons toeriep: Tot hiertoe en niet verder, en die ons zoo beslist mogelijk voor de vraag stelt, op welke wijze wij hetgeen aan steeds verder opgedreven weelde werd uitgegeven, dienstbaar kunnen maken aan de verhooging van onze volkskracht. Daarvoor behoeven wij geen asceten of anachoreten te worden, en we mogen zelfs bij hoogtij gezien worden als modellen voor Van der Heist’s schuttersmaaltijd, maar Cornelia Troost vinde bij ons niets van zijne gading. En vooral voor het komend geslacht is ’t meer dan tijd, dat de eenvoud niet langer in den ban blijve. Bolswardsche Courant. op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN waarborgt soliditeit.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1