Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
Donderdag L October.
E
H E
1
i
No. 79.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
53ste Jaargang.
1914.
Vergadering van den Gemeenteraad.
Twee maanden oorlog.
Uit Wonseradeel.
BINNENLAND.
VOOR
maar
werd
het puin kon dan
het Schil.
de
het
het Bestuur
n Frisia” te
onlangs be-
van
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)
zooveel verschrikkelijks,
laags en ook zooveel goeds
het licht gekomen, dat
f600,
f100, en
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Twee maanden oorlog. En hoeveel verdacht
making, hoeveel minachting, hoeveel onwaar
heid, hoeveel laster is er niet over en weer
verspreid De berichten en de telegrammen
van geen der oorlogvoerende partijen verdient
on voorwaardelijk geloof. Wie een schanddaad
doet, klaagt den ander van hetzelfde aan en
wascht zijn eigen handen in onschuld. Een
brutale beschuldiging wordt in een volgend
bericht van de tegenpartij ontzenuwd. Doch
dan is het moment van beschuldigen gekomen
voor die tegenpartij, s
Zoodra de oorlog is uitgebarsten, is in het
oog van het eene volk „de vijand” een monster;
zelf is het rechtvaardig en onschuldig.
Waarom den vijand verachtelijk te vinden
of te minachten Doet hij niet hetzelfde als het
volk, dat hem veracht of minacht Is Fransch
bloed meer waard dan Duitsch, Duitsche
dapperheid meer dan Fransche Vecht niet
elk voor zijn land en meent niet elk, dat die
strijd is een heilige krijg
Een goed werk deed V. in De Nederlander.
Aan het hoofd van het blad plaatst hij eene
herinnering, die den Belgen goed zal doen.
Het heeft hem, V., geërgerd, dat „de Duit-
schers de Belgen met allerlei beschuldigingen
overladen”. Daarom acht hij het niet onge
past de proclamatie af te drukken, die Blücher,
„Ik stel voor het heele artikel te schrappen”,
zoo klonk het. Stemmen, ’t voorste
kelderde, 2 stemmen voor, 12 tegen, ’t Blijft
dus zooals het is geweest.
Indertijd zijn B. en W. gekomen met een
voorstel tot wijziging van de verordening op
het heffen van schoolgelden.
In de jongst gehouden vergadering hadden
de stemmen gestaakt over een voorstel van
den heer Timmer (Kimswerd) om, met het
oog op de tijdsomstandigheden, dit punt
voorloopig te verdagen.
In deze bijeenkomst moest dus eerst worden
gestemd over dit verdagingsvoorstel, voor men
kon overgaan tot de behandeling van
wijziging der verordening. Nu werd
verworpen, Makkum had zich bekeerd, zoodat
het voorstel van B. en W. werd aangenomen,
met op 1 na algemeene stemmen.
Tot hoofd der O.L. school te Burgwerd
werd benoemd de heer S. Schiere, schoolhoofd
te Broek, (bij Joure), met 9 stemmen.
de opperbevelhebber van het Pruisische leger,
den 24en Juni 1815, kort na den slag bij
Waterloo en vóórdat hij België verliet om
Frankrijk binnen te vallen, op de muren van
Namen deed aanplakken.
Vertaald luidt dit stuk:
„Ten allen tijde hebben de Belgen getoond
een dapper, edelmoedig en kloek .volk te zijn.
Zij hebben dien schitterenden naam opgehou
den, vooral in den slag bij Waterloo, waar
zij met zóóveel onversaagdheid hebben ge
streden, dat zij de verbonden legers hebben
verbaasd. De herinnering aan hunnen on-
tembaren moed zal niet uit de gedachtenis
van onze krijgslieden verdwijnen... Wij hebben
gelegenheid gehad uw deugden te waardeeren.
Gij zijt een braaf, eerlijk en edel volk!”
Wat V. doet voor de Belgen, zouden
anderen kunnen doen voor Duitschers, Fran-
schen, Oostenrijkers en Russen. De appre
ciatie hangt niet af van de innerlijke waarde
der volken, die oorlog voeren, doch van de
zijde, waar zij oorlog voeren. „Wie mij helpt,
is mijn vriend”, dat is oorlogsmoraal. Toen
de kozakken in 1813 ons ter hulp kwamen,
hebben wij, Nederlanders, over hun „barbaren
dom” heengezien en hen als bevrijders begroet.
De haat tusschen Oostenrijkers en Pruisen
bij den oorlog van 1866 is nu innige vriend
schap geworden en de Brit, op wien de
Franschen twintig jaar geleden nog meer
gebeten waren dan op „le Prussien”, vecht
thans schouder aan schouder met zijn over
buurman van het „Pas de Galais”. Rusland
en Japan in één verbond, de Zuid-Afrikaansche
Boer met den Engelschman en... Italië,
Duitschland’s en Oostenrijks bondgenoot,
zijn neutraliteit met moeite bewarend en
rustig aanziend, dat de twee andere leden van
den Driebond tegen vijf landen hebben te
vechten, werkelijk il ne faut plus
jurer de rien. Niets is meer onmogelijk. In
oorlogstijd ziet men de meest onwaarschijn
lijke huwelijken uit berekening tusschen de
staten. Men verachte ifiet te zeer den vijand
van hedenmen hemele niet te zeer den
vriend van het oogenblik op. Morgen is de
vijand de bondgenoot en heeft weer alle
deugden. En de vriend van vandaaag zou dan
kunnen blijken een verkort begrip te zijn
van alle denkwaardige moreele verbastering.
Stavoren, 28 Sept. Het herfstvisschen met
fuiken langs de kust op paling is in vollen
gang en dan is het de tijd, dat af en toe een
vreemde visch in de fuiken loopt. Zoo werd
hier dezer dagen een exemplaar aangebracht,
dat veel op een baars geleek, maar toch blijk
baar niet was, een onbekende bij de visschers.
’t Bleek ons te zijn de pos. Rug en zijden
zijn fraai olijfgroen gekleurd en met onregel
matige stippen en vlekken geteekend. Merk
waardig is voorts, dat de beide rugvinnen
vereenigd zijn.
De pos is eigenlijk een binnenvisch,
voelt zich ook thuis in brak water.
Joure, 28 Sept. Met ingang van heden is
de werktijd der meubelmakersgezellen alhier
opnieuw ingekort en thans bepaald op 4 dagen
per week.
Heerenveen, 29 Sept. Eiken dag komt ’t
voor, dat verlofgangers als ze eenmaal thuis
zijn, telegrafisch verlenging van verlof aan
vragen en verkrijgen. Bij terugkomst aan het
spoorstation zijn ze dan echter gedupeerd met
hun, vervoerbewijs, dat op dien lateren datum
niet meer als geldig wordt aangenomen. Er
moet een nieuw kaartje worden gekocht, wat
een teleurstelling is en velen financieel zeer
ongelegen komt.
Wonseradeel, 27 Sept. Voor het steun
comité is in de 27 dorpen onzer gemeente in
totaal f 1997.90 gecollecteerd.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Verbod uitvoer van paarden.
Het bestuur van het Nederlandsch Land-
bouw-Comité heeft, zoo meldt het Nederl.
Landh. Wkbl., de aandacht van den directeur-
generaal van den Landbouw gevestigd op
het feit, dat jloor het verbod van uitvoer van
paarden, ouder dan 1 jaar, de belangrijke
handel in ll/s-jarige paarden geheel is gestremd,
en verzocht nader te willen overwegen, of
het niet mogelijk zal zijn het verbod onder
de noodige voorwaarden, te beperken tot
paarden, ouder dan D/g jaar.
De commissie advi-
alle van de hand te wijzen,
den assistent-opzichter. Zij
’t Is zeer lang gewoonte geweest, dat de
leden van onzen Raad vergaderden op Zater
dag. Men sprak reeds van den traditioneelen
Zaterdag.
Nu zijn de heeren echter al ’n paar maal
bijeen gekomen op Dinsdag.
Misschien is deze dag geschikter? Voor
de pers in allen gevalle 1
We hebben nu tijd de verslagen rustig en
wel in orde te kunnen brengen. En vooral
voor ons is dat aangenaam omdat we, als
brenger van een niet officieel verslag, alleen
datgene moeten releveeren, wat ook voor niet
direct belanghebbenden lezenswaard is. We
hebben dus tijd voor schiften en verwerken.
’t Is zoo’n gezellige zaal, die der samen
komst. De tweede rang niet grooter dan
noodig is, ook de eerste dito vooral niet veel
meer ruimte gevende dan wordt benut. Daar
door zit het er gezellig. Is er geen bizondere
luxe aangebracht, ’t is er toch ook niet te
sober ingericht. Achter boven den voorzitters-
stoel hangt een mooie schilderij, portret van
de Koningin.
En zoo, rondom de groene, in hoefijzer-
vorm ingerichte tafel gezeten, worden de be
langen der gemeente besproken en behartigd,
onder het genot van een kopje koffie en een
vaderiandsche pijp.
Er werd Dinsdagmorgen laat begonnen.
Ons tramverkeer is dezer dagen danig in
disorde. Een tram die ’n half uur te laat
arriveert doet het nog heel best. Daardoor
was de vergadering laat voltallig.
Het zij ons vergund enkele behandelde
zaken even naar voren te brengen in een
kort, zoo wij hopen, niet onbelangrijk relaas.
De Arnh. Ct. schrijft
Zaterdag 25 Juli, ’s avonds zes uur, liep
de termijn af termijn van acht en veertig
uur slechts door Oostenrijk-Hongarije aan
Servië gesteld ter beantwoording van zijn
ultimatum. Twee maanden oorlog. Het schijnt
pnmetelijk veel langer. Er is zooveel gebeurd,
zooveel gevoeld, zooveel geleden er is zoo
veel geweldigs en
zooveel leelijks en
en verheffends aan
de indrukken, die verkregen worden, voldoende
zouden zijn voor twee jaren.
Twee maanden oorlog. Wie, die hem voert,
heeft nog niet de droefheid gesmaakt van
deze ellende! Wie zou, zoo het mogelijk ware,
niet een andere oplossing verkiezen boven
deze oplossing door de wapenen De ervaring
is er nu van wat de moderne oorlog beteekent.
De toewijding en de opoffering moge nog zoo
groot zijn, er moge in de oorlogvoerende
landen een enthousiasme zijn voor den krijg
en de gemoederen hoog stemmen en hen stalen
tegen de meest smartelijke verliezen de
realiteit zal vroeg of laat zich bitter hard
doen gevoelen. De ontzaglijke verlieslijsten,
die bijv, in Duitschland slechts voor zoover
ieder district betreft worden gepubliceerd, zijn
nog pas de opgaven van de slachtoffers, die
een maand geleden vielen. De reeksen ad-
vertentiën met zwaren rouwrand thans ver
schijnende in de Duitsche bladen, vermelden
reeds oude data van overlijden.
In de andere oorlogvoerende landen is het
natuurlijk niet anders. Het is de groote oogst
van nog geen twee maanden oorlog. Het ont
waken van Europa zal, wanneer de vrede weer
is hersteld, angstig zijn. Dan zal het staan
tegenover zijn verliezen er moet weer worden
gearbeid en het maatschappelijk leven moet
zijn gewonen gang hervatten, zonder de be-
rauschende oorlogsbezieling, zonder den krach-
tigen drang van het abnormale. De tijd der
groote, fier gebrachte offers is dan voorbij.
De dagen breken dan aan van het stille leed,
van het télkens gevoeld verlies, van het zich
herinneren wat nog kort geleden was en nu
voor goed voorbij is...
In Duitsche doodsadvertentiën lazen we
„Die stolzen Eltern” als onderteekening van
een bericht, dat twee zoons voor het vaderland
den heldendood waren gestorven. Een Duitsche
vrouw, die ook haar offer aan kinderen op
het slagveld had moeten brengen „dennoch
ist es eine herrliche Zeit”. Dat zijn grootsche
uitingen van zich zelf vergetende vaderlands
liefde. Toch denken we arme ouders, arme
moeder, wanneer het gewone leven het*on-
gewone zal hebben verdrongen. En sympathiek,
heel sympathiek, was ons de figuur van Keizer
Wilhelm, zooals die ons door een oorlogs
correspondent geschetst werd
„De Keizer was getuige van den tweeden
aanval, die werd afgeslagen, en waarbij de
Duitschers ontzettende verliezen leden. Zijn
gezicht stond strak en vreeselijk ernstig. Zonder
een woord te spreken wendde hij zich om en
ging in zijn tent.”
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Aan de orde kwam het rapport der com
missie van onderzoek naar aanleiding van het
adres inzake den aanleg van een wegennet,
met bijhoorende kunstwerken, in het zuidelijk
deel der Gemeente.
In het rapport werden enkele wijzigingen
voorgesteld, evenwel ging de commissie vol
mondig accoord met het voorgestelde plan,
dat niet alleen van groot belang voor het 2e
deel der gemeente zal zijn, maar ook voor de
geheele Grietenij. Willen waterschap en pro
vincie subsidie geven, dan adviseert de com
missie dat de Raad goedgunstig zal beschikken
op het adres.
Na bespreking, waarbij bleek dat men alge
meen overtuigd was van het belangrijke van
de zaak, werd besloten de behandeling te
verdagen tot de volgende vergadering. De
leden kunnen dan eerst nog eens de kaart
nazien en adres en rapport nader beschouwen.
De begrootingen voor 1915. Deze waren
reeds ingediend, heden bracht de commissie
tot onderzoek der verschillende begrootingen
rapport uit. Zij besprak die der Gemeente,
van het Alg. Armbestuur, der Gezondheids
commissie en der Commissie van beheer van
den BolswarderHarlingerweg. B.en W.
hadden bij dit rapport eene nota gevoegd,
naar aanleiding van in het rapport gedane
vragen, wenschen en conclusies.
De meeste der volgnommers passeerden
ongehinderd de grenzen. Een minder goed
onthaal vonden de adressen tot verhooging
van jaarwedden, ingekomen van énkele amb
tenaren en werklieden,
seerde om ze
behalve dat van
stelde voor het aanvangssalaris te bepalen op
met één jaarlijksche verhooging van
twee jaarlijksche van f 50.
De Arumer burgerij had verzocht om be
strating (verharding) van het Groot Schil,
het pleintje midden in ’t dorp, dat bij lang
regenachtig weer een modderpoel wordt. In
de afdeelingen kon dit verzoek geen steun
vinden. Nu stelde de commissie voor in
correspondentie te treden met de commissie
van den B.-H. weg over verlenging der be
strating in de kommen van Arum, Witmar-
sum en Kimswerd. De gemeente zou dat
betalen, maar het onderhoud geregeld worden
naar-de bestaande bepalingen. Het daardoor
vrij komende grind en
dienen tot verharding van
Bij „algemeen armbestuur”, werd de wensch
uitgesproken het daarheen te leiden, dat de
kerken zelf hunne armen verzorgen, terwijl
men vroeg of de arm meesters niet eens zou
den kunnen beginnen den post „Geneeskun
digen dienst” eens te gaan herzien.
Overigens waren de opmerkingen van min
der algemeen belang.
Kardinale wijzigingen werden niet voor
gesteld. Zij nog even gezegd, dat straten
verbetering zal geschieden te Witmarsum,
(richting Pingjum), of te Lollum, wat het
noodigste is gaat voor.
De post van f 300 voor steun aan t.b.c.
lijders werd verhoogd tot f 500.
Enkele wenschen door de commissie geuit,
zullen door B. en W. namens den Raad, aan
belanghebbenden worden overgebracht.
Alsnu is de begrooting vastgesteld, Ont
vangsten en uitgaven beide f 195679.43 saldo
alzoo nihil. Het verschil, ontstaan door
wijziging, tijdens de behandeling der begrooting
wordt bygeschreven bij hoofdstuk onvoorziene
uitgaven, We,
Een ingekomen schrijven van
der Coöp. Stoomzuivelfabriek
Zurich had betrekking op een
handeld punt: „verbetering der opritten
de Gooyumerbrug”. „Frisia” ging niet
accoord met de schikking, die was aange
boden en wilde, begrepen we goed, wat
marchandeeren. Nu ja, dat ligt in den aard
der zaak, gewikste kooplui doen graag
voordeelige zaken. De Voorzitter wees er
echter op, dat „Frisia” niet heeft te klagen
over de bereidwilligheid van het Dag. Bestuur
ten haren opzichte, B. en W. zien wel eens
iets over 't hoofd, waar ze zouden kunnen
optreden. Dit college stelde voor, nogmaals
een schappelijk aanbod te doen. En dan
moet het Bestuur der fabriek ’t zelf maar weten.
In Juli 1913 was er eene bepaling gemaakt,
regelende de inrichting van mestvaalten, nader
omschreven in art. 19a der Pol. Verordening.
Er moeten door inwonenden, en dat zijn
meest gardeniers en melktappers, maatregelen
worden genomen, door betonvloer en kant-
muurtjes, dat de uitvloeiende gier niet
hinderlijk wordt voor anderen.
Daar kwam nog al wat actie door in het
park van genoemde veehouders. Die verande
ringen kosten geld aan de gebruikers van het
perceel, meestal huurders. Bij mogelijk ver
huizen zijn die dan de gemaakte onkosten
kwijt, als de eigenaar geen restitutie wil geven.
Meerdere adressen waren ingekomen, alle
aandringende op wijziging van dit artikel.
’t Eene raadslid vond ook dat het artikel
wel wat erg scherp gesteld was, een ander
wees op de duurte der toepassing. Weer een
derde vond het niet goed voor het prestige
van den Raad tot wijziging over te gaan,
terwijl enkele stemmen zich lieten hooren om de
eigenaars der perceelen aansprakelijk te stellen.
Wijziging zou voorafgegaan moeten worden
door eerst de gezondheids-commissie te raad
plegen, die den stoot gaf tot het maken der
bepaling.
Goed zoo, werd er gezegd, laat ons dat
advies inwinnen. Jawel, maar dan ook eens
informeeren bij de buren, hoorden we zeggen,
en ’t lid dat dit in ’t midden bracht kwam
met een sprekend voorbeeld ter tafel, waaruit
men kon bemerken, dat ’t bewuste artikel
19a wel degelijk recht van bestaan had,
Bolswardsche Courant.
X
op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.