Jieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Zondag 25 October. No. 86. 1914. 53ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. BELGISCHE NEUTRALITEIT. UIT WONSERADEEL. BINNENLAND. VOOR Afzonderlijke Witmarsum, Fr. u Waar de Dietsche tonen galmen, In de daverende psalmen; Waar het forsche krijgsgeschreeuw Dreunde: Vlaanderen den Leeuw! Daar daar is nu en toen het optreden en de gevolgen ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Wonseradeel, 20 Oct. Onze aardappel handelaren, die op het buitenland inkoopen, hadden sinds eenige dagen vele inkoopen gedaan. De schippers hadden honderden H L. geladen en ze vervoerd naar Harlingen, doch verder mocht niet worden vervoerd. De aard appelen liggen thans in booten te Harlingen, ril, zooals in andere jachtseizoenen. Zelfs de Burgemeester genoeg krijgt van al dat „over leggen in der minne”, en zeggen gaat„zóó, en niet anders”. Die dan niet hooren wil, moet maar voelen. Ws. Een quaestie, schrijft de Arnh. Ct. die sedert een paar maanden niet uit de oorlogs- litteratuur is weg te krijgen, is die van het al of niet gerechtvaardigde van de schending van België’s grondgebied door Duitschland. In de eerste dagen na het begin van den oorlog werd dit onderwerp weinig aangeroerd. De Duitsche Rijkskanselier had, zonder omwegen te ge bruiken, zonder een mooien schijn aan iets heel leelijks te willen geven, ronduit in den Rijksdag verklaard, dat Duitschland tegenover België een daad gepleegd had van schending van het volkerenrecht, doch „nood breekt wet” en Duitschland zou schadevergoeding geven voor wat het aan schade toebracht. Maar, toen die schending van Belgie’s neutraliteit groote verontwaardiging te voor schijn riep in de openbare meening der neutrale landen en toen het optreden van het Duitsche leger en de gevolgen van Belgie’s verzet met ontzetting werden aan gestaard en luide afgekeurd, toen kwam langzamerhand de casuïstische bewering, eerst bescheiden en daarna hoe langer hoe op- dringender, de neutrale landen bewerken Duitschland schond niets België had zelf de neutraliteit geschonden door zich van te voren met Engeland en Frankrijk te verbinden Engelsche troepen en Fransche officieren waren al vóór het ultimatum, door Duitschland aan België gesteld, op Belgisch grondgebied...; enz. enz. Een papierstroom, beschreven en bedrukt, is ons land binnengestuwd om ons dat in Duitsche en in Duitschland vervaardigde Nederlandsche betoogen goed duidelijk te maken. Drieen-negentig geleerden, Duitsch- land’s groote denkers en kunstenaars hebben van achter hun schrijftafel allerlei in het buitenland verspreide' „leugens” vervolgd met hun verpletterend oordeel en daarvoor in de plaats gesteld de Duitsche „waarheid”. Een dier leugens was, dat wij (Duitschers) mis dadig België’s neutraliteit geschonden hebben. Dat was niet waar. Aldus drie-en-negentig van Duitschland’s eminentste mannen op velerlei gebied. Zij waren, achter hun schrijf tafel zittend, blijkbaar precies op de hoogte van alles, wat vóór en tijdens den oorlog was gebeurd. Duitschland droeg niet de schuld aan dezen oorlog, België’s neutraliteit was niet misdadig door Duitschland geschonden, leven of eigendom van eenig Belgisch burger was niet door de Duitsche soldaten aangetast, tenzij in geval van zelfverdediging; met ruw geweld was niet tegen Leuven door de Duit sche troepen opgetreden; het volkerenrecht was niet bij de Duitsche oorlogsvoering mis kend geworden; dat de strijd tegen het zoo genaamd militairisme geen strijd tegen de Duitsche beschaving zou zijn, was niet waar. Drie en-negentig hoogst eerbiedwaardige namen bevestigen dit. Helaas zijn het namen van mannen, die niet meê ten oorlog zijn gegaan. Het getuigenis is om het zoo eens uit te drukken wat theoretisch; niet practisch genoeg. Wat nu de al of niet misdadigheid van de schending van België’s grondgebied betreft, die de hooggeleerde en hoogst artistieke heeren ook al ontkennen, zeggen we alleen: Wat is het drommels jammer, dat de Duit sche Rijkskanselier dat toch ook maar niet dadelijk gezegd heeft. Dan wist Europa het terstond. Nu heeft hij zelf den Duitschen naam minder sympathiek gemaakt, door te verklaren: wij hebben door België’s neutrali teit niet te eerbiedigen het volkerenrecht geschonden, maar nood breekt weet. Ja, dat is wel jammer. We vermoeden, dat de Duit sche Rijkskanselier niet op de hoogte was, niet zoo op de hoogte als de drie en negentig van Duitschland’s eminentsten. Een Rijks kanselier heeft zooveel te doenl schuwe ganzen en de zwaar vervolgde schol levaars laten zich tot op een honderd passen naderen, alvorens op de vleugels te gaan. De eendenkooikers klagen over den slechten tijd. Mooie vluchten zijn in het zwed aanwezig en er zouden verscheidene exemplaren van gevangen kunnen worden, doch men weet, dat slechts enkele voorwerpen in eigen om geving voor niet veel meer dan den halven prijs verkocht kunnen worden. Anders gaan de wilde eenden naar Antwerpen, Brussel, Parijs enz., doch deze gewone afzetgebieden zijn stop gezet. Zie eens op de weidelanden, hoe groote vluchten plevieren en goudkieviten er aan wezig zijn! Toch vindt men er geen slagnetten uitgespannen, zooals in voorgaande jaren, toen meermalen door een enkele beweging tien tallen vogels in handen van de vangers kwamen. Doch ook deze menschen handelen alleen zoo, wanneer er wat mee te winnen valt, wat nu niet het geval is. De lijsterstrikkers hadden tegen October in minder aantal dan eerder de boogjes met de lokkende bessen uitgehangen, doch nu zij weten, dat de gevangen lijsters soms niets, soms slechts enkele centen opbrengen, hebben velen hunner de strikken maar weer binnen gehaald. In Gaasterland en op Texel hebben de vogelvangers te zamen hierdoor duizenden guldens schade. Ze kunnen al wat gewennen aan den toestand van over 4 jaar, wanneer vol gens de Vogelwet geen strikken meer uitge hangen mogen worden. De oorlog vermoordt tienduizenden men- schenlevens; honderdduizenden vogellevens blijven er door gespaard. Ook het haarwild viert er hoogtij bij. Alg. H. De „Onder de Streep” schrijver van het Alg. H. schrijft De moderne veldheer. Het woord is van Moltke, dat een veldheer de beschikking moet hebben over vier eigenschappen, welke elk met een „g” aanvangen, n.l. geld, geduld, geluk en genie. Vooral deze zeldzame laatste eigenschap heeft de moderne aanvoerder van een mil- lioenen-leger noodig. Hij moge nog zoo doorkneed zijn in de krijgswetenschappen, en de krijgsgeschiedenis door alle eeuwen heen nog zoo goed uit het hoofd kennen, hij zal, behalve dit, een helderziendheid en verbeeldings-kracht moeten bezitten, welke aan het geniale grenzen, teneinde de leiding van een modernen grooten veldslag in één hand te houden. Tegenwoordigheid van geest, groote ge makkelijkheid in het nemen van een besluit, een sterk verantwoordelijkheids-gevoel en veel persoonlijk bewustzijn komen hem daarbij te hulp. Moed is een eigenschap, die in de betee- kenis, welke men er aan is blijven hechten voor den modernen generalissimus feitelijk niet meer geldt. Hij plaatst zich niet meer aan het hoofd van zijn leger doch ver achter het front, ontrefbaar voor de verst-vallende projectielen, vormt hij het middelpunt van telegraaf- en telefoon-berichten, van auto-ënde en vliegende ordonnancen. Het gerucht van den veldslag mag hem liefst niet storen. Toch bestaat er een andere vorm van moed voor den modernen veldheer; inderdaad moet hij de dapperste van heel bet reusachtige leger zijn; want in het oogenblik van het hoogste gevaar, van de meest chaotische ver warring dezer legioenen vrienden en vijanden, moet bij alles met koele, on verzettelijke zin tuigen waarnemen, in zich verwerken, opdat hij er helder ziender, en nog vindingrijker door worden zal. Daarenboven zal hij sterk genoeg van lichaam en geest moeten zijn, om de verantwoorde lijkheid te dragen van het nog steeds toe passelijk gebleven woord van Napoleon: Het leger, de massa is niets één man is alles I Dan moet de waarachtige geniale veldheer ongevoelig zijn voor slagveld-indrukken. Bij voorbeeld elke weekheid moet hem vreemd zijnde ellende der slagvelden moet hem niet kunnen aantasten; hij moge als mensch over fijn gevoel beschikken, als veldheer moet hij onverbiddelijk hard zijn tegenover zijn leger, tegenover zijn vijanden, even goed als tegenover zich zelf. Dus is het treffend, dat de wereld-geschie- denis het langst de namen bewaard heeft van de bemindste veldheeren der soldaten, omdat zij zich het hardst tegenover hen gedroegen in den eigenlijken slag. 20 Oct. Een landbouwer alhier moest zeer tot zijn spijt zijn hond afstaan, die opgevorderd werd voor den dienst van het leger. Het prachtdier was voor een liefhebber wel het drie-, viervoud van den getaxeerden prijs waard. Had men den boer te kiezen gegeven tusschen het geven van een koe of van den hond, dan had hij liever een koe afgestaan. Ook een hond uit het zelfde nest te Pietersbierum werd gerequireerd, doch voor dit beest werd van rijkswege f 55 betaald. Overigens varieeren de uitbetaalde bedragen tusschen f 40 en f 45. Eervol ontslag minister Bertling. De heer Treub wordt minister van financiën. Amsterdam, 23 Oct. Naar wij vernemen zal de Staatscourant van hedenavond bevatten het eervol ontslag van den minister van financiën, den heer Bertling, en van den minister van landbouw, nijverheid en handel, mr. Treub, die tegelijkertijd wordt benoemd tot minister van financiën. Het is de bedoeling, nu mr. Treub minister van financiën wordt, de afdeeling arbeids- verzekering zoo spoedig mogelijk onder dit ministerie te brengen en de uitvoering der Beurswet aan den minister van financiën op te dragen. In verband hiermee is het waarschijnlijk, dat de heer Treub minister van landbouw zal blijven ad interim tot de noodige wettelijke regelingen voor bovengenoemde overbrengingen zullen zijn getroffen. Hepk. Rieuwsbl. v. Kaartspelen niet geoorloofd. In de laatstgehouden zitting van den Raad van Veenendaal, staakten de stemmen over een voorstel van vier antir. leden die voet balwedstrijden wilden verbieden op Zondag. Het liberaal lid de Kets waarschuwde, dat, als men dien weg opging, men van bet een in het andere zou vervallen. De waarheid dezer voorspelling heeft niet lang op zich laten wachten, zegt het Hbl. Den Belgischen vluchtelingen die, zooals in hun land algemeen gebruikelijk is, om den tijd te korten, in de lokalen of gebou wen, waar zij onder dak gebracht zijn, een „boompje kruisjassen” wilden spelen, is dit door het comité verboden. Ook toen hnn eigen geestelijke overste, de pastoor, opmerkte, dat hij niet begreep, wat daarin stak „om slechts voor de gezelligheid een kaartje te leggen”. De heeren bleven onverbiddelijk. De meerderheid van het plaatselijk Steun comité is anti-revolutionnair. Gisteren is op de groote gloeilamp- fabriek van de firmaPhilips te Eindhoven een acetyleengasketel gesprongen. Van de arbeiders die op de fabriek werkzaam waren, is de werkman 8. zwaar gewond, terwijl ongeveer 20 arbeiders lichte verwondingen opliepen. N. R. Ct. Op het Levendaai te Leiden bemerkten gisteravond eenige voorbijgangers, dat er een kinderwagen in het water dreef. Toen zij hem op het droge brachten, bleek dat daarin een tweejarig kindje lag. Een dienstbode was zoo handig geweest den wagen onbeheerd te laten staan. N. Ct. De Tel. schrijft, gisteren van den officier van justitie te Amsterdam het door hem in beslag genomen cliché terug te hebben ont vangen van de plaat van Louis Raemakers, betrekking hebbende op de beschieting van de kathedraal te Reims door de Duitschers en in het blad geplaatst. Tot een vervolging van het blad schijnt het dus niet te zullen komen. Het haar- en vederwild en de oorlog. Hazen, konijnen en vogels boffen bij den oorlog. Niet, dat dit wild niet geschoten kan worden, maar de poeliers willen het voor te lagen prijs inkoopen of ze geven er niets voor en dan vergaat bij jagers en strikkers spoedig de lust tot bemachtiging van het een en ander. Ook mag op vele plaatsen in het land niet gejaagd worden vanwege den belegstaat, en jachtpartijen, waaraan vreemden meedoen, komen heden niet voor. Die vreemdelingen hebben tegenwoordig voor bun wapens andere doelen. Op de verblijfplaatsen van vogels vooral is het te merken, dat er weinig of niet geschoten wordt. Op de schorren der Wadden zijn tegen woordig enorm veel vogels van diverse pluimage aanwezig, doch ze toonen zich heelemaal niet een landje, kapotgeslagen door krijg krijgsgeweld. Daar brandt het, en dreunt het van de „kneuzende oorlogsvracht, die Vlaanderens beemden beploegt”, en „hijgt de grond onder het wicht van wee”. Gij laast het in uwe courant, lezers, die u dagelijks vertelde van alles wat daar voorviel. Luik, Namen, Visé, Brussel, Antwerpen aanvullen kan elk deze reeks van namen, die alle spreken van dood en ellende en verschrik king. Maar hebt u het hooren vertellen? Hebt u geluisterd, als daar vluchtelingen u gingen mededeelen, wat zij hebben meegemaakt in de laatste weken. Weggekropen in kelders, donker, vochtig, koud, en dan in den nacht komende dat angstigmakend geluid van Zep pelins, die vlogen boven de stad? De jonge dochter van 17 jaren, die het ons vertelde, kwam weer geheel onder den indruk en hield midden in een zin op300 klonk het daar viel een bom neer en twee meisjes, die eventjes zouden gaan om koffie te zetten, werden door de spattende scherven gedood. En toen die vlucht, in den nacht. Wat al ellende en wat al lijden! Nu zijn ze hier, gastvrij opgenomen, vrijwel tot rust gebracht. Want ook Wonseradeel bood herberg aan zoo velen, die rondzwierven in het vreemde land en verschafte elk dorp op eigene wijs, veilige rustplaats aan hen, die zonder rustplaats waren. Witmarsum, Arum, Kimswerd, Pingjum, Makkumoveral vindt u ze, de mannen en vrouwen uit Vlaanderenland, die zich, over het geheel, hier best thuis gevoelen en nog niet aandurven de thuisreis, omdat ze niet vertrouwen wat wordt verzekerd omtrent veiligheid en behandeling. En vooral nu er een gerucht gaat dat koning Albert terugkeer afraadt, weifelt men. Van alles en nog wat... zoo antwoorden we, als men vraagt wat voor lui hier zijn gekomen. Flinke burgers, ambtenaars, kooplieden, diamantslijpers, smeden, bootwerkers ziet het, veel verschot. Er zijn enkele zeer nette menschen bij, aan wier doen en laten men bespeurt dat ze er mogen en kunnen zijn dames en heeren, beslist. Natuurlijk treffen we ook eenvoudige lui aan, zelfs heel eenvoudigen. Maar bepaald plat of ruw zijn er zeer enkelen. Hier en daar wordt hen bezigheid verschaft. Naaien, strijken (mooi, hoor!) fietspoetsen, helpen bij den landarbeid, alles wordt ver richt, ja, er wordt hier te Arnm verteld dat een oude „madam” door een der ingezetenen besproken is als baker. De dorpsjeugd neemt het geval heel kalm op; heeft direct vriendschap gesloten met de jeunesse der Belgen. Dit heeft ten gevolge dat we hier nu ’n zelfwerkende Berlitz-school er op na houden. Dat klapt Vlaarosch, probeert tenminste te klappen, van wonder en geweld. We durven en kunnen gerust beweren dat de zaak der Belgenverzorging in onze environs uitstekend is geregeld. De verschil lende comité’s hebben alles zeer goed inge richt. Wat Arum aangaat is de inrichting bijzonder geslaagd. Een woordje van dank aan enkele vrouwen en mannen, non-comiteitsleden, is hier op zijn plaats. De hartelijkheid, spon taan betoond door sommige eenvoudige dorpe lingen, mag niet onvermeld blijven. Daar is menig bakker in Wonseradeel die zorg heeft. Meel, bloem, Westzaan, dubbele nulSpoken, die de weinige nachtrust nog komen verstoren. Hoe zal het komen Hoe, als Engeland gevolg geeft aan een op komende stemming, om ’t Kanaal en ’t Nauw af te sluiten Donderdagmiddag is er weer vergaderd te Witmarsum, onder presidium van onzen Burgemeester, ’t Moet nog al een spannende bijeenkomst zijn geweest. Bindende besluiten, geldig voor allen, zijn er, geloof ik, niet genomen. Dat duurt net zoo lang tot de Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1