Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en WonseradeeL
If
w
I
s
i
n
1914.
53ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 89.
Donderdag 5 November.
NA DRIE MAANDEN.
BINNENLAND.
VOOR
afzonderlijke
gebeurd is, sinds 1 Augustus?
van
een
onderscheid
ongehuwden,
ftp
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
nr
zou een
thans, nu
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
lO.Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Hei bureau van dit blad m telefonisch aangesloten onder No. 4.
schudt en trilt door den donder van het
geschut, het geratel der machinegeweren, het
geknetter van het geweervuur, nu er een
kreet van wanhoop en ellende uitklinkt boven
het stormende geweld dat de oorlogsgod maakt.
En de menschheid heeft nog niet alle
ellende aanschouwd aan het einde van
deze drie maanden heeft Turkije ingegrepen,
zijn stem laten hooren in dit afschuwelijke
oorlogsconcert. Op den Balkan is de lont
in het kruit gegooid een ontbranding is
daar elk oogenblik te wachten. Portugal
neemt zijn maatregelen om mee te doen, zal
Italië buiten het strijdperk blijven toezien
Wat de toekomst in haar schoot bergt
hoopvol lijkt het niet.
waarheid, in een enkelen greep vast te leggen.
We volgen daarbij niet deoorlogsgebeurtenissen
op den voet, geven geen opsomming van
feiten, spreken evenmin over de voor
geschiedenis, maar bepalen ons tot hetgeen
deze maanden oorlogvoeren karakteriseert. We
zeggen allereerst iets over het
Westelijk oorlogstooneel.
Karakteriseerend voor dezen oorlog zijn de
gevechten over de schier „eindelooze fronten”,
teekenend ook is de geringe waarde van
vestingen tegenover het moderne geschut.
Luik, Namen en Antwerpen zijn daar om het
laatste te bewijzen, de gevechtlinie die van
Belfort tot aan de Noordzee loopt, is de
duidelijke demonstratie van het eerste.
Typeerend is ook hoe veldslagen feitelijk
veranderd zijn in belegeringsoorlogen, welke
enorme beteekenis de versterking van het
terrein heeft gekregen, merkwaardig eveneens
de wekenlange duur van een slag, gevolg van
een evenwichtstoestand tusschen oorlog voerende
partijen, die, wie weet, hoe lang nog kan aan
houden.
De geschiedenis zal de eerste drie maanden
kunnen karakteriseeren door ze te noemen
„de ramp van België”. Den 2en Augustus
stelde Duitschland het ultimatum aan België,
den dag daarop volgde de oorlogsverklaring,
twee dagen later hadden de eerste gevechten
in België plaats, het begin van de bewonderens-
waardige dappere verdediging van het land
door zijn Koning en zijn leger. Het was
duidelijk dat de Belgen alleen het tegen de
overmacht van den vijand niet zouden kunnen
volhouden, wanneer de bondgenooten geen
krachtige hulp zonden. En die bleef uithet
„waarom” in het midden latende, mag ge
constateerd dat de groote bondgenooten van
België het kleine land in den beginne alleen
hebben laten staan, het de eerste hevige
klappen deden opvangen, het prijs gaven aan
alle denkbare ellende, die de oorlog over een
land en volk kan brengen. En alle denkbare
ellende is over België uitgestorteen halve
eeuw en 25 milliard zullen, zoo lazen we
dezer dagen, niet voldoende zijn om de schade
te herstellen.
Na het overtrekken van de grens, van
België ging het betrekkelijk spoëdig voorwaarts
7 Augustus gaf de stad Luik zich over, 12
Augustus begon het bombardement van de
forten, 15 Augustus volgde dat van Namen,
17 Augustus ging de Belgische Regeering
van Brussel naar Antwerpen, 19 Augustus
werden de eerste Duitschers gesignaleerd
tusschen beide plaatsen. Den volgenden dag
waren de Duitschers in Brusselhalf België
was in hun macht.
Met den voortgang in België waren enkele
gevechten gepaard gegaan aan het meer Zuide
lijk gelegen gedeelte van het Westelijk oor
logstooneel, wat een terugtrekken vande
Engelsch-Fransche troepen tengevolge had.
Over een breed front rukte de Duitsche leger
macht op naar Frankrijk, het verzet in België
nam in hevigheid af en met een enorme
frontuitbreiding dreigde het Duitsche leger in
Frankrijk binnen te vallende laatste dagen
van Augustus werden gekenmerkt door een
zegevierend voorwaarts dringen van de Duit
schers: den 28en was de slag bij St. Quentin,
waarbij Engelschen en Franschen tot den
terugtocht werden gedwongen, denzelfden dag
trokken de Duitschers bij Mezières de Maas
over, den 29eu waren de Duitschers bij La
Ferè, den 31en kwam generaal von Hausen
aan de Aisne, Montmédy viel, twee dagen later
was de groote overwinning van den Duitschen
Kroonprins tusschen Reims en Verdun, de
Fransche Regeering ging naar Bordeaux, Parijs
werd bedreigd en velen geloofden reeds aan
een herhaling van 1870. Het is anders geloopen.
Reeds in de eerste dagen van September
nadat bij den opmarsch de Duitschers Parijs
en de forten rechts hadden laten liggen, her
namen de geallieerden het offensief. En wat
eerst een bewijs van zwakte leek in generaal
Joffre’s plan, bleek nu een wel overwogen
strategischen zet te wezen: het terugdringen
van de Duitschers van de Aisne naar de
posities die zij thans innemen, is er’t bewijs voor.
Den Hen September kwamen de eerste
berichten van een succesvol optreden der
geallieerden, den volgenden dag lieten de
Duitsche troepen de Marne los, den 13en
sprak de zwijgzame Joffre van een volledige
overwinning, den 14en moest de Kroonprins
achteruit en werd het gebied Westelijk van
Nancy tot de Vogezen ontruimd.
feiten van
hebben ons
schatting van
er mee is heengegann de opgaven daaromtrent
zijn zoo onvolledig en zoo onnauwkeurig, dat
het op een paar honderdduizend niet is te
zeggen. Maar is dat niet juist het boven
alles afschuwelijke, dat men niet schatten
kan „op een paar honderdduizend” hoeveel
jonge, bloeiende, waardevolle menschenlevens
zijn weggemaaid, dat het bij benadering niet
is aan te geven in hoeveel gezinnen rouw en
ellende is gebracht
Wat heeft men het vaak gelezen in zijn
geschiedenisboeken, het woord „oorlog”. Dan
werd er verteld van heldendaden, van per
soonlijken moed, van durf en dapperheid.
Maar nooit, ook niet bij de verhalen van den
sterk suggestieven aard, die oorlogsbeschrij
vingen kunnen hebben, heeft men zoo sterk
gevoeld wat het zeggen wil„daar wordt
oorlog gevoerd”, als nu, nu vernieling, ver
nietiging, verdelging, rondom ons plaats heeft,
nu heel het oude Europa op zijn grondvesten
heldhaftige verdediging
onder aanvoering
naam in deze paar
wischbare reputatie van
heid heeft verworven.
En zoo is het resultaat op het Westelijk
oorlogstooneel bereikt, gering. Het is samen te
vatten in ’t feit dat Duitschland de hand heeft
gelegd op België en dat nu wanhopige pogin
gen worden gedaan, eenerzijds om met be
houd van België voorwaarts te komen waarbij
dan Galais of Parijs het doel is, anderzijds
om den vijand terug te dringen.
Bij het spreken over vrede waar, en
wanneer en hoe die ook gesloten zal worden
is België in bezit van Duitschland een
machtig wapen tegen Engeland. Dat weet
men aan beide zijden en immers in de eerste
plaats gaat deze oorlog tusschen Engeland en
Duitschland. Voor beide landen is de vraag
wie bij het sluiten van den vrede in Belgie
meester is van het grootste gewicht, en daar
om is de uitslag van het gevecht dat nu in
het Z.-W. van dat land woedt, van zeer
groote beteekenis.
Zoolaug die strijd onbeslist is, is er over
de toekomst niet te praten, al zullen ook na
dit gevecht nog vele verrassingen te wachten
zijn. Maar hoe ook die uitslag zij een
definitieve beslissing voor den oorlog in zijn
geweldigen omvang is hij niet. Om daartoe
te geraken moet het aantal dooden, vermink
ten en ongelukkigen blijkbaar eerst nog met
eenige duizendtallen stijgen, moet er nog
meer ellende gebracht worden over de mensch
heid, die in drie maanden meer verloor, dan
zij in eeuwen tot stand bracht.
een overzicht gegeven
het Oostelijk oorlogstooneel, de
en den toestand in de Koloniën,
welke perspectieven opent de
Sneek, 3 Nov. in de raadszitting van
gisteren werd gelezen ’t ontslagnemen van
den heer B. J. Boerrigter, als lid van de
commissie van toezicht op ’t M. O.
Bij monde van den waarnemenden voor
zitter Dr. G. Bouma, ontving de heer B. van
den Raad een dankbetuiging voor de vele
diensten als lid van de 0. v. T. aan ’t M. O.
hier bewezen. x
’t In ’t gebruik afstaan van een lokaal
in het Gymnasium ten behoeve van een
cursus in zuivelbereiding voor personeel van
leden van den Bond van Coöp. Zuivelfabrieken
vlotte niet direct. Burgem. en Weths. stelden
voor, het lokaal gedurende een middag per
week gratis af te staan. Maar de heer De
Wolf verlangde f 50 per cursus-vergadering,
’t welk met 8 stemmen werd aangenomen.
De voorgestelde wijziging der begrooting
van ’t O. B. Weeshuis, dienst 1914, gaf
aanleiding tot een drukke discussie.
De finantieele commissie adviseert tot goed
keuring, maar daar waren de h.h. De Wolf
en Blok beiden van beroep aannemers niet
terstond mee gediend.
Zij brachten ’t overschrijden met f 9000
van den post ad f 35000, uitgetrokken voor
’t nieuwe Weeshuis, ter sprake.
Daarvoor, zei men, had men den Raad
moeten raadplegen en omdat dit niet is ge
schied, zegt de heer Blok, opent deze wijze
van administreeren den weg tot allerlei on
gerechtigheden waarom hij een motie van
afkeuring over deze wijze zou willen uitspreken.
Op voorstel van den Voorz. en den heer
Dwarshuis wordt besloten de zaak tot een
volgende vergadering uit te stellen, daar raads
leden noch D.B. voldoende tijd hebben gehad,
de voorgestelde wijziging te bestudeeren. (De
begrooting was ’s morgens ingediend.)
Verder werd besloten tot stichting van een
fonds voor werkeloozen, waarvan alleen zij
kunnen genieten, die als lid der aangesloten
vereenigingen, gedurende minstens drie maan
den hun contributie hebben bijgedragen. Voor
de oprichting van ’t fonds werd door B. en
W. een crediet van f 150 als stamkapitaal
gevraagd, terwijl voor de verdere uitkeeringen
in 1914 nog een geraamd crediet vanflOOO
noodig is, waarvan de gemeente echter 50 pCt.
van ’t Rijk terug ontvangt.
De credieten worden z. h. st. verleend,
evenals de uitkeeringen per week, die als volgt
werden vastgesteld:
f 6 voor een gehuwde of een kostwinner;
f 5 voor elk ander;
Voor iemand, geen kostwinner en beneden
de 20 jaar, de helft.
Terugwerkende kracht wordt aan deze ver
ordening gegeven tot 7 Sept. j.l. toen de
Vereeniging Werkloozenklassen met uitkeering
begonnen. Nog werd een tijdelijke arbeidsbeurs
gesticht, waarvoor aan B. en W. een crediet
werd verleend van f 50.
En eindelijk werd een regeling getroffen
van uitbetaling jaarwedden aan ambtenaren,
die wegens mobilisatie, onder de wapenen zijn.
B. en W. stelden voor
a. Gehuwden en kostwinners ’t volle
salaris te laten behouden, in mindering van
het salaris, ’t welk als sergeant of officier
wordt genoten.
De kostwinners, ongehuwden, hoogstens
40 pCt. van hun salaris.
De heer Ytsma wou geen
maken tusschen gehuwden en
wijl het een verkeerd beginsel is zei hij, dat
men tot grondslag van het salaris het al of
niet gehuwd zijn maakt.
In genoemden geest kwam hij met een
voorstel, ondersteund door den heer De Wolf,
dat met 9 stemmen tegen, strandde.
Vervolgens wordt
omtrent
zeegevechten
waarop de Arnh. Courant nog laat volgen.
Ziedaar, kort saamgevat, de voornaamste
deze drie maanden oorlog. We
daarbij niet gewaagd aan een
het aantal menschenlevens, dat
De Arnh. Cl. schrijft
1 November, is het drie maanden, dat de
Europeesche oorlog aan den gang is. Afgezien
van wat aan den fatalen termijn van 1 Aug.
voorafging hoe weinigen dachten toen
inderdaad, dat het Oostenrijksche ultimatum
aan Servië den wereldbrand zou ontketenen
kan men den aanvang van den oorlog stellen
op den eersten van oogstmaand den datum
van de Duitsche oorlogsverklaring aan Rusland,
het begin van al den rampspoed, van al het
namelooze wee over de wereld gebracht.
Met bliksemsnelheid greep daarna de brand
om zich heen, het grootste deel van Europa
en ook deelen van de wereld buiten dat
werelddeel gelegen, werd in den maalstroom
betrokken. Nu op het oogenblik, waarop wij
dit schrijven, nemen 10 landen Duitschland,
Rusland, Oostenrijk-Hongarije, Servië, Monte
negro, Turkije, Frankrijk, België, Engeland,
Japan deel aan den wereldstrijd, een strijd
in omvang en hevigheid grooter en geweldiger
dan ooit de geschiedenis te aanschouwen gaf.
De oorlogvoerende landen tezamen beslaan
wanneer men de koloniën van de Rijken niet
mederekent een oppervlakte van 7.496.821
K.M2., met de koloniën, die toch feitelijk ook
in den strijd betrokken zijn, een van
75.327.542, terwijl de geheele land-oppervlakte
der aarde 144.400.000 K.M2. bedraagt.
De oorlog stoort zich niet aan data en
termijnen voor den verdelgenden oorlogsgod
is de eene dag precies gelijk aan den anderen.
Maar voor wie dagelijks moet registreeren
wat er is voorgevallen, is een tijdperk van
drie maanden een geschikt moment om even
halt te houden in den dagelijkschen gang,
die de volle aandacht vraagt om even den blik
achterwaarts te slaan, zich af te vragen wat
is er in die maanden gebeurd, welke zijn de
resultaten,
toekomst
Wat er
Voor alles gaat de gedachte bij de beant
woording van die vraag naar wat „vernield”
is. Vernield in stoffelijken en geestelijken zin,
vernield aan monumenten van cultuur en
kunst, vernield aan steden en dorpen en
kasteelen, aan kostbaarheden, naar wat er
vernietigd is aan menschenlevens, naar wat
er vermoord is in de harten en geesten der
menschen, naar wat er aan vergif en doodelijke
haat gezaaid is in de gemoederen van hen,
die tot voor drie maanden in vrede en
vriendschap met elkaar leefden, handel dreven,
grenzen uitwischten, samenwerkten aan de
bestendiging en verlevendiging van het denk
beeld, dat de volkeren van Europa in een
vreedzamen strijd konden samenleven. Nu, na
drie maanden, staart de menschheid op een
puinhoop, een wrak van maatschappelijk leven,
zij staat aan den rand van een bodemloozen
afgrond, vraagt zich met angst en beven af
waarheen ditalles moet leiden, wat hieruit
groeien moet, wanneer zal ophouden dit
waanzinnig bedrijf, deze menschenslachting,
deze ontwrichting van al waarop zij steunde,
wanneer het droevige faillissement van de
20e eeuwsche diplomatie en van wat zich
uitgaf voor belijders van het Christendom,
voldoende duidelijk zal zijn gemanifesteerd om
de nog niet volkomen verdwaasden de handen
te doen in een slaan om te trachten op de
puinhoopen van nu de grondvesten te stichten
van een nieuwe wereldorde, die toch eenmaal
komen moet.
Wat er gebeurd is in deze drie maanden
de geschiedschrijver van later zal er een
antwoord op moeten geven, uitvoerig en klaar,
zooals het geslacht van nu het niet kan doen,
omdat de feiten nog te dicht bij ons staan,
de gebeurtenissen nog in geenen deele ontdaan
zijn van een massa bijkomstigheden, die voor
de geschiedenis van minder belang zijn,
omdat de groote lijn zich voor onze oogen
die als toeschouwers staan bij deze verdelging,
nog niet voldoende duidelijk afteekent tegen
den achtergrond, die bloedig rood gekleurd is.
Wij willen dan ook niet trachten ons te
begeven op het gebied wat voor de na ons
komenden bewaard moest blijven, maar wel
een poging wagen om wat nu vaststaat als
Het resultaat van den slag aan de Aisne
was dat de Duitschers terugtrokken tot aan
de stellingen, die zij thans nog bezetten. En
toen is die uiterst merkwaardige periode ge
komen van de steeds langer wordende slag-
linie’s, van de onophoudelijke pogingen om den
vijandelijken vleugel om te trekken, van de
vergeefsche aanvallen op gedeelten van het
front om door te breken. Zoo liggen nu al
zeven weken lang twee legermachten, elk
grooter in aantal dan het totale aantal menschen
dat voor dezen oorlog aan een veldslag heeft
deelgenomen (de slag bij Moekden was het
record met ruim 700.000 menschen) tegenover
elkaar. Thans ziet men het merkwaardige ver
schijnsel van een gevechtsfront van Belfort
tot aan de Noordzee, gekronkeld en vol bochten
en inhammen, waar de tegenpartij als het
ware in het vijandelijk front ingrijpt zonder
tot een doorbraak te kunnen komen. Bij St.
Mihiel en aan het Westen grijpen de fronten
in elkaar, bestoken de vijanden elkaar van
voren en van terzijde zonder eenig noemens
waard succes.
Men kan aan het einde van dit kwartaal-
oorlog wel zeggen, dat het Duitsche veldtocht-
plan mislukt is. Had België den doortocht
der Duitschers toegestaan de geschiedenis
ander beeld hebben te geven dan
op deze bladzijde van haar boek
met gulden letteren gegrift zal worden de
een klein volk
van een Koning, wiens
maanden zich een onuit-
ridderlijke heldhaftig-
Bolswardsche Courant
op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)
I
s