Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. w 1 I 1 I L No. 10. verschijnt Donderdags en Zondags. 54ste Jaargang. 1915. n De Oorlog*. 4- Donderdag 4 Februari. Zondagsheiliging. BINNENLAND. Duitsche Koopvaardij-Kapiteins in Engelsche gevangenschap. 4 VOOR 2 afzonderlijke het front gestuurd dezen hoe Alg. H. a maal heb ik zoo een schot is het waarlijk een wonder, 1 AUGUSTUS—1 FEBRUARI. en zij 1 J 5 ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. eiken dag een van en ieder hoofd twee den oorlog is om. van een gewa- van het hen, die heel Van het gewel- dood materiaal is ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. van de Potsdam” in de woonruimten in de stallen harde Den 24sten Augustus, 5 uur ’s namiddags werd ’t stoomschip //Potsdam” van de Holland- Amerikalijn, waarop ik met meerdere honderden Duitschers den overtocht deed van New-York naar Rotterdam wilde maken, door den Engel- schen kruiser //Diana” aangehouden en werd bevolen naar Falmouth te stoomen. Den volgenden morgen werden alle zich aan boord bevindende Duitschers tusschen 17 en 60 jaar, 375 in getal, per stoombarkas aan land gebracht en daar onder militaire bewaking gesteld. Wij werden, allen gescheiden, in kale, steenen loodsen ondergebracht en moesten daar den volgenden nacht zonder eenige dekking op den steenen vloer doorbrengen. Den daarop- volgenden avond te elf uur reisden we van Falmouth naar Dorchester, waar we geïnterneerd zouden worden. Daar kwamen wij ’s morgens om zes uur bij stroomenden regen aan en werden bij acht tot tien man in kleine ronde tenten ingekwartierd, waaromheen kleine afvoerkana len gegraven werden, daar anders de tenten ondergeloopen zouden zijn Oostergo schrijft: Er zijn toch vele ondankbare menschen op de wereld, wier ondankbaarheid zich ten slotte uit als een verregaand egoïsme. Aan de postkantoren zijn strookjes met 50 etiquetten verkrijgbaar welke bedrukt zijn met de woorden ,/niet bestellen op Zondag”. Door dezen maatregel wordt tegemoet gekomen aan de gemoedsbezwaren van een deel onzer bevolking. Men zou dus mogen verwachten dat dat deel daarvoor eenigermate erkentelijk was. Kun je begrijpen! De a.r. Leidsche Courant noemt maatregel de //verkeerde wereld”. Volgens het blad zou het niet-bestellen op Zondag regel moeten wezen,en zouden dus niet zij, die geen brieven en postpakketten op Zondag besteld willen zien, daarop een strookje moeten plakken, maar integendeel zij, die zulks wèl willen. Ziedaar nu weer de oude historie; het is den clericaal niet genoeg, dat men in het staatsleven tegemoet komt aan bezwaren, die uit zijne godsdienstige overtuiging voortvloeien, hij wil, dat de Staat elk burger zal dwingen naar zijne beginselen te leven; en daarvan is het, dat deze maatregel, die hem moest ver heugen, hem per slot van rekening ergernis geeft; en de directeur-generaal der posterijen kan in deze met alle recht zeggen: Stank voor dank. En de eenva^idige waarheid, dat het meerendeel van onze bevolking absoluut geen bezwaar heeft, ja, zelfs prijs stelt op het ontvangen van brieven en postpakketten op Zondag, wordt gewoonweg genegeerd. Over den noodkreet van De Leidsche Courant, dat die strookjes niet gratis verkrijgbaar zijn gesteld (ze kosten per stuk de kapitale som van 1/50 cent), zullen wij, als al te pietluttig, maar zwijgen. Heeft het blad er niet aan gedacht, dat men gewapend moest zijn tegen hen, die «uit de aardigheid” eene groote hoe veelheid van deze nouveauté zouden inslaan? zij thans in Duitschland kunnen blijven. De officieren waren gehuisvest in het pension «Erica”, alwaar ook de commandant van het interneeringsbureau zijn intrek had genomen, bij wien zij zich driemaal per dag moesten melden, doch overigens zich vrij in de aan gegeven rayons mochten bewegen. Nadat zij zich Maandagmiddag voor de tweede maal gemeld hadden zijn zij verdwenen. Men wachtte met hen op het diner om zes uur, doch toen zij om acht uur nog niet verschenen waren, was het duidelijk dat zij wederom gevlucht waren. Vermoedelijk heb ben zij handlangers gehad, die hen van kleeding hebben voorzien, want op hun kamers waren uniformen, pet enz. achtergelaten. De officieren hebben hun pensionrekeningen over de afgeloopen maand niet betaaldhier en daar geld geleend en zeiden Zondag o.m. tegen een Alkmaarscben kapper, bij wien zij flinke rekeningen hadden gemaakt, dat hij heden de quitantie kon presenteeren. Toen de kapper dit vanmorgen wilde doen, waren de vogels gevlogen. Onbevoegd uitoefenen of doen uitoefenen der geneeskunde? De gemeente Sassenheim heeft twee genees kundigen, tusschen wie de verstandhouding echter niet bijzonder collegiaal moet zijn, zoodat de een niet bereid is bij ontstentenis van den ander diens practijk waar te nemen. Nu werd een der doctoren ongesteld, zoodat hij zijn patiënten niet persoonlijk kon bezoe ken. Hij vond echter een student uit Leiden bereid hem bij te staan. In verband met de behandeling van een kraamvrouw door den jongen esculaap moet het hoofd der gemeente in de zaak zijn gemoeid en zou gebleken zijn, dat de aanstaande medicus nog niet bevoegd is de geneeskunde zelfstandig uit te oefenen. Van het geval is proces-verbaal opgemaakt en door de rechterlijke macht zal moeten beslist worden of de student dan wel de be trokken geneesheer aansprakelijk gesteld moet worden voor de overtreding. Goedkoops biggen. In de Pruisische Geldersche grenspaatsen zit men met de jonge biggen als een gevolg van de hooge voederprijzen verlegen. Ze wor den daar voor één twee Mark verkocht. Sommige landbouwers maken, omdat hun het mesten te kostbaar wordt, de jonge biggen bij de geboorte af. Arnh. Cl. Heffing ineens van oorlogslasten. Het lid van de Tweede Kamer, Mr. H. P. Marchant, heeft gisteravond in een politieke - rede te Deventer als zijn verwachting uitge sproken, dat de daartoe door den Vrijzinnig- Democratischen Bond benoemde commissie nog vóór Paschen een uitgewerkt wetsontwerp, betreffende de heffing ineens van de oorlogs lasten, met toelichting zal kunnen publiceeren. N. R. Ct. Klacht tegen een burgemeester Door de heeren W. Roelofs en H. Scholten Jr., directeur en administrateur van het Resi- dentie-Operette-Ensemble, is een klacht inge- dieud bij den Minister van Binnenlandsche Zaken tegen den burgemeester van Zevenhui zen, (Z. H.) over het weigeren van vergunning tot het opvoeren van de Revue Vrij Nederland door dit Ensemble. De burgemeester gaf toe dat deze Revue niet in strijd was met de goede zeden of gevaar opgeleverde voor de openbare orde, maar grondde zijne weigering op het feit, dat hij niet toelaten wilde, dat het geld door niet plaatsgenooten uit de gemeente werd gehaald. Naar de administrateur meedeelt, wordt de burgemeester per deurwaardersexploit aanspra kelijk gesteld voor de door het Ensemble te lijden schade. Alg. H. Cacao-vervalschingen. Op bevel van de Rechtbank te Rotterdam heeft de rechterlijke macht aldaar huiszoekin gen gedaan bij eenige cacaofabrikanten in ver band met leveringen van groote partijen cacao poeder, welke na scheikundig onderzoek van ondeugdelijke samenstelling bleken te zijn. Deze partijen waren vermengd met cacaoschil- len, meelsoorten, enz. Een aantal monsters is in beslag genomen. De levering loopt over partijen van 30 tot 60,000 K. G. Proces verbaal is van een en ander opgemaakt. N. R. Ct. Mijn hutgenooten waren drie rechtsgeleer den, een civiel-ingenieur, een kapitein van den Norddeutschen Lloyd en twee kooplieden en ik kon hier al dadelijk het feit vaststellen, dat door de regeering van te voren, wat betreft het onderbrengen en de verpleging der ge vangenen, niet het minste onderscheid was gemaakt, of het ook een graaf, een baron, een rechter of professor, kapitein, kolentremmer of scheepsjongen was. In de tenten ondergebracht, kregen wij een gummi vloerkleed, twee smerige oude en dik wijls verscheurde paardendekken en eetgerei. Matrassen waren er niet en zóó hebben de passagiers nog wekenlang moeten huizen. Het kamp was omgeven van een tamelijk hoogen muur, aan den binnenkant nog voor zien van draadversperringen, dan waren op de muren op afstanden van ongeveer vijftig meter kleine platformen met schilderhuisjes aangebracht, waarop schildwachts met scherp- geladen geweren stonden en ons bewaakten. Toen deze wachten in den aan vang door geregelde troepen bezet werden, gingen deze dikwijls zoo onhandig met de geweren om, dat meerdere malen de geweren van den muur vielen en natuurlijk het schot afging. Niet minder dan negen hooren vallen en dat niemand van ons getroffen werd. Allengs werden dan de passagiers u zelf ondergebracht, kregen oude, zeer matrassen of stroozakken. Toen het herfst werd en te koud, om langer op den vloer te kunnen liggen, kochten wij, kapiteins en officieren, hout en kolen en anderen wisten zich voor eenig geld ijzeren bedstellen of betere matrassen te verschaffen. Het eten, dat de Engelsche regeering ver strekte, bestond ’s morgens uit thee, grof brood en een minderwaardig soort boter, margarine, afgewisseld door pruimengelei. Het middageten was ’t zelfde. ’s Middags kregen we i rundvleesch gekookte soep aardappels. Gaf de Engelsche regeering ons te veel voedsel om te vasten, aan den anderen kant legde zij niets in den weg, voor ons geld te koopen, wat we maar wenschten. De zieken onder ons hadden het zeer slecht, daar de behandelende dokter, een burger-geneesheer uit Dorchester, niet ’t minste voor de zieken van ’t ministerie van oorlog verkrijgen kon. Zelfs de zwaar-zieken moesten denzelfden kost eten als wij, en wij hielden een inzameling onder ons, om wat melk te kunnen koopen. Het Amerikaansche gezantschap, dat onze belangen zou behartigen, zond wel een ver tegenwoordiger naar ons kamp, wien wij alles mededeelden en toonden, doch het baatte ons niet. Het uitgeven van proviand voor het groote kamp was in handen van kapiteins en officieren van den Noorddeutschen Lloyd, terwijl een kapitein dagelijks de ronde door het kamp deed en onze aangelegenheden en bezwaren te behandelen had.-Een tweede-luitenant behan delde de proviand en liet zich eiken morgen al het benoodigde vleesch voor het kamp afwegen en deze leidde de verdeeling. Een vierde officier was tolk bij den dokter en hielp ook eenigszins, totdat later door de Engelsche regeering onderofficieren van gezond heid aangesteld werden. Den 11 December sloeg eindelijk na een gevangenschap van 111 dagen de ure van verlossing en ik werd met dertien Duitschers en 40 Oostenrijkers wegens onzen ouderdom ontslagen. die naar het front gestuurd en onder de wapens gehouden worden vele dier onge- wenschte, maatschappelijke elementen bevatten. Daèr, aan het front, staan zij onder controle strenge tucht. En nu en dan kunnen aan hunne verkeerde neigingen toegeven, bij de gevechten, bij de vernielingen en de plunderingen, zonder dat daarmede een in het oog loopende overtreding wordt begaan. Men zegt immers a la guerre comme a la guerre In den oorlog is het gewone recht absent een afzonderlijk, ótóézzgewoon, gelegenheids- recht treedt er voor in de plaats, dat meer malen meer op onrecht dan op recht gelijkt. En de criminaliteit in het land zelf vermin dert, omdat de „ciminels” naast de goede bevolkingselementen aan het front zijn. Zoo denken wij er over. Enkele staaltjes van wreedheid en weer- galooze bandeloosheid, die van de oorlogs- terreinen bekend geworden zijn, zouden aan onze nuchtere beschouwing van het feit der verminderde criminaliteit gelijk kunnen geven. De Arnhemsche Courant schrijft Het eerste half jaar van Zes maanden Zes maanden pend conflict, zooals de eeuwen verleden nog nimmer te zien gaven. Deze duur maakt de bewering van vroeger den ,/toekomstigen” oorlog een kort verloop voorspelden, te schande, snelle uitputting ten gevolge van dig verbruik van levend en geen sprake. De wereld, zooals die thans georganiseerd is, kan zich.blijkbaar langdurige aderlatingen en even langdurige geldverspil ling opleggen, zonder dat zij in onmacht valt. En zoo zullen we aan het eind van het eerste half jaar oorlog ons moeten neerleggen bij de gedachte, dat we nog eens zes maanden van krijg, met dezelfde indrukken, dezelfde smartelijke en bittere emotiën, zullen moeten doorbrengen om dan, als ze voorbij zijn, en we het jaarfeest kunnen vieren van de over- heersching van het geweld, tot de overtuiging te komen, dat er nóg weer eens een nieuw semester aan den krijg zal worden toege voegdWant wanneer zal hij ophouden En welke zullen de gebeurtenissen zijn, die tot den vrede drijven? Wie zal het zeggen. De geringe eenheid van belangen, die sommige vechtenden bij eenhoudt, de scherpe tegenstelling van be langen, die, wanneer het tot vrede mocht komen, zelfs bondgenooten van thans zal scheiden, doet de vraag, hoe de vrede zal zijn en hoe het daartoe zal komen, een groot raadsel wezen, waarop het thans moeilijk is antwoord te geven. Duitschland en zijn bondgenoot Oostenrijk- Hongarije zijn één zóó groot geheel, dat zij blijkbaar aan alle levensvoorwaarden, die thans onder abnormale omstandigheden vervuld moeten worden, kunnen voldoen, vooral nu Duitschland in het overwonnen België niet alleen millioenen en millioenen aan geld, doch evenveel millioenen aan levensmiddelen, meta len, machinerieën, levend trekmateriaal enz. enz. kan opeischen. Dat daarbij het groote gedeelte van België, dat overwonnen is en geen weerstand meer kan bieden, uitgemer geld wordt, moge een zedelijke debet-post zijn op de Duitsche rekening, voor den duur van den oorlog is die systematische uit plundering van België voordeelig. Zij ontheft Duitschland van den plicht om nog meer voor eigen troepen en de eigen oorlogvoering op te brengen, dan het buitendien al heeft te doen. De tegen Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en Turkije verbonden mogendheden hebben eveneens in haar groot gebied de noodige krachten om den oorlog vol te houden Rusland zou, Duitschland’s uitplunderingssy- steem volgende, in het veroverd gebied ook zijn slag kunnen slaan en zoo geeft het tegenwoordig oogenblik nog niet het minste spoor te zien van uitputting of afmatting. Men went blijkbaar aan alles, ook aan den oorlog. Intusschen constateert men in Duitschland een lezer maakt er ons op attent eene vrij aanzienlijke verlaging van het percentage moorden, inbraken, brandstichtingen. Dit moet in oorlogstijd een gewoon verschijnsel zijn. Bij vroegere oorlogen heeft het feit zich ook voorgedaan. En waarschijnlijk niet alleen in Duitschland, maar ook elders. De uitlegging er van heeft men trachten te zien in het moreel gevolg van den krijg het vaderland is in gevaarer is grooter plichtbesef dan andersde gemoederen zijn hooger gestemd, de harten slaan fierder slag. Het is mogelijk, maar, men vergeve het ons, het lijkt ons niet waarschijnlijk. De gemoedsstemming in den kring van hen, waar moorden, inbraken, brandstichtingen plaats hebben, lijkt ons wel wat ver af van de invloedssferen van vaderlandsliefde om daar door beroerd te worden. Nuchterder schijnt ons de verklaring, dat de honderdduizenden, Duitsche geïnterneerde officieren vermist. Men meldt uit Alkmaar aan het Alg. H. Uit het interneeringsdepót te Bergen wor den een Duitsch luitenant en een Duitsche vaandrig vermist. Gisteren werd hun ver missing ontdekt. Hun opsporing is door den commandant van het depót verzocht. De beide Duitsche officieren, die eenige maanden geleden uit Bergen, waar zij geïn terneerd waren, wisten te ontvluchten, doch zich op bevel der Duitsche legerautoriteiten weer bij den commandant van het internee ringsdepót te Bergen hebben moeten melden, zijn Maandagmiddag voor de tweede maal ontvlucht. Het door hen vroeger gegeven eerewoord hadden zij terug genomen, zoodat Bolsvardselie Courant, J op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN waarborgt soliditeit. Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1