ïïieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
H EX/EA
p
I
M
I
p
J
i
1915.
No. 12.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
54ste Jaargang.
i
Donderdag 11 Februari.
VREDESGERUCHTEN
BINNENLAND.
r
Over ’t Frysk Lieteboek en
nog wat anders.
VOOR
A fzonderlijke
Met
5
Lr
zuinig te
en aard-
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
verwijderen van
tien percent van
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Uit een overzicht van de weekbladen:
Oorlogsreportage geeft ook Panorama een
reeks kiekjes van het Russische vechtterrein,
o.a.Zeist, Driebergen
bizonder groot genoegen is in de
zangerswereld van Friesland vernomen, dat
er een nieuwe druk (de derde) verscheen van
De Arnhemsche Courant schrijft:
Eindelijk, eindelijk, na zooveel maanden
komen ze aanzetten, de schuchtere besprekin
gen van eventueel te stellen vredesvoorwaarden.
Het feit op zich zelf is dadrom merkwaardig,
omdat het plaats vindt in Duitschland, waar
de nationale stemming tot dusver zoo weinig
geneigd scheen om over vrede te denken
alvorens de overwinning was behaald.
En nu in ééne week twee stemmen, die
over vredesvoorwaarden spreken le. de volks
schrijver F. E. Bilz, te Dresden-Radebeul,
die, zonder dat de Duitsche censor het tegen
hield, aan de voornaamste organen van oorlog
voerende en onzijdige landen een vredesvoor
stel in concept toezendt en 2e. een artikel
in Der Tag van Rascbdan, die de nood
zakelijkheid betoogt van openbare bespreking
van vredesvoorwaarden.
Bilz geeft uiting aan den wensch „der
betrokken volken” naar een spoedigen vrede.
Duitschland, zegt hij, is „zeer in het voor
deel”, zooajs iedereen weet, maar uit liefde
tot den vrede en om aan de moorddadige ge
vechten een spoedig einde te maken, zou het
bereid zijn vrede te sluiten. Mits
België bij het Duitsche Rijk werd inge-
lijfd. België zou dan een Duitsch koninkrijk
kunnen worden, misschien zelfs wel onder
Koning Albert.
De Duitschers overtreffen volgens Bilz
de vijanden in dapperheid en hun leger-
organisatie is superieur. Toch zou Duitsch
land dan zijn troepen uit Frankrijk en Rus
land terugtrekken.
Natuurlijk moesten de Duitsche koloniën
onverminderd in Duitsch bezit blijven. In
Den Haag zouden de afgevaardigden der
oorlogvoerende staten bijeengeroepen moeten
worden, door een onzijdigen staatAmerika,
Nederland of Italië b.v.
Tot zoover Bilz.
Rascbdan in Der Tag gaat niet zoo ver.
Hij doet geen voorstelhij acht niet eens den
dag reeds aangebroken voor het te berde
brengen van vredesvoorwaarden, maar hij is
van oordeel, dat Duitschland’s verhouding
tot zijn tegenstanders niet steeds van het stand
punt van eene gelukkige ovenoinning moet
worden beschouwd en beoordéeld. Duitschland
zal, volgens zijne overtuiging, overwinnen,
maar „die overtuiging mag niet tot over
drijving leiden”.
Dat is, dunkt ons, in de pen van een
Duitscher geen geringe concessie.
Ook wanneer men weet, dat aan deze woor
den voorafgaat de constateering „dat steeds
meer staatslieden van naarn het gewenscht
achten, dat de tot dusver door de censuur
belette of beperkte bespreking van de voor
waarden, waaronder Duitschland vrede zou
kunnen sluiten, worde toegelaten”.
Hieruit zien we, dat de Duitsche censuur
de openbare meening nu en dan een weinigje
gemuilband heeft, wat te onthouden is
bij de verdere beoordeeling van de Duitsche,
in de dagbladen blijkende, publieke opinie.
Rascbdan haalt aan wat „een gezien staats
man” zeide, die den toestand vergeleek bij
een oververhitte ketel, waarvan de veiligheids
klep is gesloten. „Wie, zegt Raschdan, zal
de beteekenis en het gewicht van die op
merking ontkennen De toestand, dat in ’t
openbaar niet mag worden gesproken over
hetgeen een ieder ten onzent bezighoudt, is
moeilijk te verduren. Bij de vele mogelijk
heden, die zich kunnen voordoen, zou zelfs
aan staatslieden van de grootste ervaring en
vastberadenheid iets van belang kunnen ont
gaan, en de in sommige opzichten weldadige
invloed van de openbare meening zou geheel
kunnen worden uitgeschakeld tengevolge van
de snelheid, waarmee de gebeurtenissen zich
ontwikkelen. We leven thans in een toestand,
dat we de vraag der vredesvoorwaarden als
een duister familiegeheim, als het „huisspook”
behandelen, waarvan men alleen onder vier
oogen spreekt”.
Dat is een andere blik op de stemming in
Duitschland dan ons tot nu toe vergund
werd. En we begrijpen, dat Raschdan het
over de noodzakelijkheid van het bespreken der
De 2V. Harl. Crt. schrijft
In een onzer vorige nummers namen wij
uit het Maandblad tegen Vervalschingen, van
de heeren Van Hamel Roos en Harmens, een
bericht op over het vervalschen van minder
waardig vet met een gele kleurstof, waardoor
dit vet het aanzien krijgt van prima kwali
teit en als zoodanig wordt verkocht. De ver-
valsching is te onderkennen door er een
druppel zwavelzuur op te laten vallen, waarbij
het vet rood kleurt als het op bovengenoemde
wijze behandeld is.
Een onzer lezers heeft de proef genomen
met vet, door hem in een der winkels alhier
gekocht. Het resultaat was dat het vet rood
werd, derhalve was van minderwaardige kwa
liteit.
Dit vet wordt verkocht onder den naam
van „Prima Rundvet, bekroond met de gouden
medaille” en is van een zeer bekend merk
Men schrijft uit Venlo aan de Geld.
De muntkwestie heeft op onze dorpen nog
een ander gevolg gehad, n.l. het uitbreken
van een bieroorlog! Was vroeger, toen het
Duitsche geld nog heerschte, de prijs van
een glas bier zes cent, nu we het Holland-
sche geld hebben gekregen, hoopt men op 't
zien terugbrengen op
De kasteleins echter, zich houdend
het diviesHoudt wat ge hebt, weige-
voor het meerendeel hardnekkig elke
Daarom heerscht op
vredesvoorwaarden heeft, al doet hij dan ook
geen voorstel en al acht hij voor het thans
te berde brengen van de vredesvoorwaarden
het oogenblik nog niet gekomen.
Zoo er aldus in Duitschland gedacht, doch
onder de pressie der censuur, nog weinig in
het openbaar gesproken wordt, zal dat waar
schijnlijk het gevolg hiervan zijn, dat ook
daar nijpend de oorlogstoestand wordt gevoeld.
Een volk, dat slechts kan overwinnen, dat
den oorlog tot in lengte van tijd kan voort
zetten, zonder dat bet er de gevolgen van
ondervindt, dat voor al zijne behoeften aan
zich zelf genoeg heeft om daarin te voorzien*
en tot heden was de gemiddelde toon in
de Duitsche bladen in een dergelijken geest
zulk een volk heeft niet noodig zich over
vrede en vredesvoorwaarden het hoofd te
breken. Geschiedt dit toch, dan moet er wel
iets zijn, wat op nood en stagnatie van bin-
nenlandsche functiën wijst. Trouwens de
wraakmaatregelen tegen Engeland wijzen er op.
Wanneer Duitschland, zooals men ons wilde
doen gelooven, nog jaren lang den oorlog
met gerustheid kon voortzetten, zonder dat
er gevaar is voor uithongering, van waar
dan de woede tegen de poging van Engeland
om zooals de verklaring van het Duitsche
marine-bestuur zegt Duitschland „uit te
hongeren”. Is dit niet mogelijk, is het be
lachelijk zulks te probeeren, waarom dan zoo
boos te zijn. Deed men dan niet beter den
vijand uit te lachen over zijn dwaas voorne
men Men is, aan alle kanten, er in dezen
oorlog zoo vlug bij om smalend over de
tegenpartij te spreken. Waarom dan niet
over Engeland’s pogen, indien dit zoo onzin
nig is
Er zijn van die teekenen, die er op wijzen,
dat ook in Duitschland de oorlogstoestand
nijpend wordt gevoeld.
Laten we hier eenige noemen De Duit
sche Torwdrls wijst op de humor, die er zit
in de lectuur van de Duitsche pers, de
burgerlijke pers wel te verstaan, want de
sociaal-democratische kent die blijkbaar niet.
Op de eerste bladzijde, zegt de Vorwdrts
worden de lezers aangespoord om
zijn met brood en daarvoor vleesch
appelen te gebruiken.
Op de tweede bladzijde worden zij aange
maand om niet te veel vleesch te eten,
vleeschlooze dagen te houden en liever andere
voedingstoffen daarvoor in de plaats te stellen.
En op de derde bladzijde worden zij over
reed om spaarzaam met aardappelen om te
gaan, omdat de voorraad niet groot is.
Dus wat men wil eten is schaarsch en
wat men in de plaats daarvan dient te eten
is ook schaarsch, zoodat men beter doet met
een derde voedingsmiddel zuiniglijk te ge
bruiken, omdat het als no 1 en no. 2
schaarsch is.
Voegen we hieraan toe. dat volgens een
te Bern verspreid bericht onder Duitsche
schoolkinderen vliegende blaadjes worden ver
spreid, waarin zij worden aangespoord om
Engeland’s uithongeringsplan van Duitschland
te verijdelen door
le. Hun ouders te vragen, slechts oor-
Jogsbrood te koopen
2e geen wittebrood te eten, omdat er wei
nig bloem is en
Se zoo weinig mogelijk gebak te eten,
zoolang de oorlog duurt, in het algemeen
geen voedsel te verspillen of meer te eten
dan noodig is.
Is dit gerucht, volgens de mededeeling van
de Vorwdrts, aan de werkelijkheid ontleend,
waar, dan ziet men den terugslag van den
krijg ook sterk in het economische leven van
Duitschland. Wel niemand met gezond ver
stand twijfelde er aan, dat dit zoo zou zijn,
doch de Duitsche berichten, die langs officiee-
len en officieuzen weg het buitenland berei
ken, trachtten zóó optimische indrukken te
wekken, dat men er dedupe van zou worden.
Nu zijn bovenstaande mededeelingen waar
schijnlijker en zij verklaren dan ook, hoe er,
zij het dan ook binnenskamers en als „huis
spook”, een gesprek kan worden gevoerd, een
gedachtenwisseling kan worden gehouden over
vrede, vredesvoorwaarden en vredesvoorstellen.
Oude munten gevonden.
Maandagmiddag is door W. Koopmans te
Sneek in den tuingrond, achter de Klooster
straat, welke door de Gemeente verhuurd
wordt, een zak met een 50 tal oude zilveren
en koperen munten gevonden. Aan den zak
was een verroeste sleutel gebonden. De munten
dagteekenen uit jaren liggende tusschen 1600
en 1800. Van eenige zilveren was het jaartal
niet te zien. Het gevondene, waarvan de waarde
nog niet bepaald is, is als gemeente-eigendom
op het politiebureau gedeponeerd.
Men is op het terrein van de vondst druk
aan het gravenN. Sn. Ct.
Neutraliteit.
Dr. Kuyper betoogt in De Standaard, dat
de neutraliteit in de Vereenigde Staten in
gevaar komt.
Hierop dient ook onder ons van meet af
te worden gelet. De stille hoop toch, dat
onder Amerika’s machtigen voorgang en voor
zichtige leiding de gezamenlijke neutrale landen
ten slotte de rol van apostel des vredes op
zich zouden kunnen nemen, wordt er op ge
voelige wijze door verzwakt.
Immers, als het in Amerika op kiezen of
deelen gaat, heeft het Britsche element verre
weg de breedste kansen.
Van Vlieland wordt gemeld:
Een onzer ingezetenen deed gister een wande
ling langs het strand en vond daar een zalm
liggen van 30 pond.
De visch was blijkens het onderzoek nog
maar korten tijd dood en kon dus heel goed
geconsumeerd worden, zoodat de vondst voor
den vinder een niet onaardig buitenkansje op
leverde. N. Harl. Ct.
platte land dien prijs te
vijf cent.
aan
ren
cons um ptie- verlaging.
menige plaats wrijving tusschen de caféhou
ders en zijn klanten. In de gemeente Maas-
bree-BIerick heeft deze de oprichting van een
bierclub ten gevolge gehad. De leden de
grootste- liefhebbers van het edel gerstenat
doen samen een rondgang door de ge
meente en eischen in elk café het bier voor
vijf cent. Wie weigert, wordt geboycot. Als
dat niet helpt!...
De „Onder de Streep” schrijver van het
Alg. H. schrijft
Nog eens over aardappels. De aardappel
is ongetwijfeld aan de orde van den dag 1
En zoo wagen we het nóg eens, de aandacht
te vestigen op zijn extra voedende waarde,
mits men zijn schil niet verwijdere.
Het is niemand minder dan de Duitsche
Keizer, die het wijze voorbeeld weer eens
gegeven heeft, door zijn veldkok de opdracht
te geven, bij gelegenheid van ’s Keizers ver
jaardag de aardappelen ongeschild op tafel te
laten verschijnen.
Het keizerlijke menu zou derhalve geluid
moeten hebben Pommes de Terre en robe
de chambre, indien het geen majesteits
schennis geweest ware, op een Duitschen
keizerlijken verjaardag een Franschen spijs-
naam te gebruiken
Het is noodig, om telkens weer te herhalen
dat men in tijden van duurdere levens
middelen verstandig doet, uit onze dagelijksche
voedings-producten MIe waarde te halen, welke
er in zit.
En nu heb ik wel genoten van Jan
Ligthart’s genoegelijk-wijsgeerige jeugd-her-
inneringen over het zélf jassen van aardappels
van het paedagogisch-operatieve, dat er zit in
het juiste wegsteken van de zwarte puntjes
ook van het opvoedkundig-sportieve, gelegen
in het feilloos mikken van den geschilden
aardappel naar den verren emmer, toch
dient te worden herhaald, dat men door het
de aardappelschil niet slechts
den aardappel opoffert, maar
dat in het weggesmeten deel juist de grootste
voedingswaarde vervat is.
In Ierland bijvoorbeeld eet zoowat hetge-
heele volk, levende hoofdzakelijk van aard
appels, den aardappel ongeschild in Engeland
spreekt men van potatoes in jackets.
In de verschillende kookboeken der wereld
komt natuurlijk dit gerecht herhaaldelijk voor.
Kenners beweren, dat er minstens een
honderdtal recepten bestaat, om ongeschilde
aardappelen te bereiden.
En op één punt stemmen zij overeendat
de aardappel het smakelijkst is en voedzaamst
tot zijn recht komt, wanneer men hem on
geschild als gebakken aardappel opdient.
Niets eenvoudiger dan dadelijk de proef
te nemen...
Aaltje vanmiddag gebakken aardappels
in de schil I
het „Frysk Lieteboek”. In 1876 kwam de
eerste uitgave, in 1899 gevolgd door de
tweede. En November 1914 is de derde druk
van de pers gekomen, „Wer fen nys oersjoen
en forbettere”.
Dat Lieteboek Hoe heeft het zijn weg
gevonden, door heele Friesland, hoe is
het naar heinde en ver verspreid geworden,
tot ver buiten onze grenzen, ja zelfs over de
groote zee. Waar Friezen \ijn, vindt men het
Lieteboek, tot in de verste uithoeken der
aarde.
De derde druk Late men nu ophouden
met te zeggen, dat de Friezen niet zingen.
Drie uitgaven van een boek in een taal ge
schreven die door velen wordt geminacht, die
wordt gesproken in een klein deel van een
klein land... Welke bundel doet het zóó na?
In vele opzichten onderscheidt zich de derde
druk van de vorige uitgaven. Liederen die
weinig worden gezongen, zijn weggelaten,
nieuwe werden bijgevoegd. De spelling is in
die van „it Selskip for Fryske tael- en
Skriftenkennisse”. Dat zat dus in goede
handen.
De „sangnoaten en de piane-liedingen binne
hjir en der foroare”, zoo vermeldt het voor
bericht. Een best ding, dat was noodig ook,
en bij de „sangnoaten” en bij de piane-
liedingen. Daar stonden nog al wat onjuiste
noten in menig lied. „In lied fen Radbod”
(no. 53) heeft pas nu de goede melodie. Den
heer B. H. Vastennout te Leeuwarden komt
de dank toe voor het herzien en verbeteren.
Waarom is de lijst der Componisten zoo
onvolledig.
Eberle wordt wel vermeld, Beethoven niet.
(No. 57, „Ofschied”.) Of zat de auteurswet
hier tusschen
Van Eberle gesproken. Gezegd nommer 57
is voor gemengd koor bewerkt naar het in
der tijd in Bolsward wel bekende lied „ein
Vög’lein sang im Lindenbaum”. ’t Was een
repertoire-nommer der ontslapen muziek-
vereeniging „Bolsward”.
’t Is ons eene aangename taak deze nieuwe
uitgave bij onze lezers in- te leiden. Moge
het zijn weg vinden evenals zijne voorgangers.
Dat zal, dunkt me, ook de wensch zijn van
het Bestuur van het „Selskip”, dat, als
eigenaar van het geheel, voor de uitgave
zorgde.
It Lieteboek, tredde printinge, is utjown
bij R. van der Velde, to Ljouwert, en it
sjocht er, fen binnen en fen buten, tige
bihaechlik ut.
Een woord van vriendelijken dank voor de
toezending van een present-exemplaar. It stiet
my tige by tige oan, hjerWs.
Bolswardsche Courant.
op RIJWIEL., RIJTUIG, en AUTOBANDEN
waarborgt soliditeit.
Fabriek Hevea, Hoogezand (Groningen.)