Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
w
No. 27.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
54ste Jaargang.
1915.
FOCKE 8. KLEIN, Harlingen.
3
Zondag 4 April.
BINNENLAND.
VOOR
Afzonderlijke
koart!”
I
f
NAAR DE AMBACHTS
SCHOOL TE HARLINGEN.
plan was een
de waterwegen
tl
1
fa
men ’t wijten, dat de
1914 sloot met een saldo van
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Theedrinksters, die KLEIN’S
THEE van 20 ct. per ons, 25
ct. per vierdel, nog niet hebben
gedronken, noodigen we uit
deze Thee eens te probeeren
ze is mooi grof, zonder stof,
schenkt goudgeel, heeft een
volle, geurige smaak en is zeer
waterhoudend.
THEEHANDEL
Voor weerverkoopers verkrijgbaar:
Te Bolsward bij Wed. J. J. LEMSTRA.
i, Makkum bij W. v. d. GOOT.
aan de tal van fraaie
aan de wanden en
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad it telefonisch aangesloten onder No. 4.
Sneak 2 April. Vreemdelingenverkeer hield
Woensdag in Amicitia haar jaarlijksche leden
vergadering.
De mobilisatie kon
rekening over
f282.621/2.
’t Aantal leden bedraagt nu 218.
’t Bestuur deelde mee, dat ’t met goedkeu
ring van de vergadering van
kaart in ’t licht te geven van
van Friesland.
Na een drukke bespreking van ’t voor en
tegen van zoo’n uitgave, hoopt de Commissie,
voor bewust plan benoemd, eerstdaags met
een plan van uitgaaf te komen.
Wijders besloot men dit jaar iets te orga-
niseeren, dat volk in onze stad brengt.
Snoek, 1 April, ’t Is in de jongste raads
zitting met de benoeming van een architect
weer vreemd, allervreemdst gegaan. Nota bene
werd op no. 1 der aanbeveling, de heer
J. Kerkhof, gemeente-architect te Beverwijk,
tegen aller verwachting slechts ééne stem
uitgebracht. Als men had geweten wat de
heer K. te Beverwijk presteert, welke moeite
’t D. B. zich heeft getroost, om hier de
rechte man op de rechte plaats te krijgen,
wellicht hadden de 11 vroede mannen,
die thans stemden voor een reserve-luitenant,
zich nog eerst eens beraden voor en aleer men
iemand koos, die wie weet wanneer in functie
kan treden. Wel zullen B. en W. pogingen
aanwenden, de afwezigheid van den nieuwen
titularis niet te lang te doen duren; maar
wij allen begrijpen evengoed als ’t D.B. dat
de komst van den heer Flipse zich niet laat
dwingen. We kunnen ’t daarom rijmen, dat
het raadslid De Wolf in krasse bewoordingen
zijn groote ontevredenheid te kennen gaf,
toen no. 3 der aanbeveling de gelukkige werd.
Work'tm, 1 April. De afslag van visch
vanwege het Steun-Comité heden morgen al
hier op de Markt gehouden, viel ditmaal mee.
De afschutting was goed geregeld, zoodat men
goed kon zien wat werd aangeboden. Ieder
die thans voor weinig geld eens een lekkere
portie wilde hebben kon thans goed terecht.
Kleine en groot ere hoeveelheden werden aan
geboden, zoodat er voor «elk wat wils” was
te krijgen. De Banier.
Oudehaske. Hedenmorgen geraakte een
jongetje van zekeren De Vries onder een
auto van de firma Jager en Wierda, welke
juist passeerde toen het ventje van achter
een vrachtwagen te voorschijn kwam. Het
kreeg van het spatscherm een stoot tegen
den arm en geraakte met den voet onder de
auto. Een in de auto zittende pleegzuster
legde een voorloopig verband, waarna het
kind naar het ziekenhuis te Heerenveen werd
getransporteerd. De toestand is nogal ge
ruststellend. O. N.
Kampen. Een mislukte April-grapGis
termorgen werd alhier per bulletin bekend
gemaakt, dat ’s middags om twaalf uur zou
den arriveeren de luitenant-aviateurs Versteegh,
Meel en Van Heyst om van hieruit eene
proeftocht boven de Zuiderzee te doen. De
grappenmaker(s) had zeker gedacht de Kam
pers, waarvan de roep uitgaat, dat ze niet
erg slim zijn, bij den neus te kunnen nemen,
doch hij had buiten den waard gerekend. De
x/domme” Kampers waren dezen keer toch
slim genoeg om zich een gang naar bet aan
gewezen terrein te besparen. 0. N,
Omdat het Donderdag 1 April was, mag
ik mijn artikel sluiten met een historische
Aprilgrap. Op mijn wandeling door de straten
komende op een hoek waar een drie- of viertal
knapen zich in de zon lagen te koesteren,
riep een hunner, terwijl hij de straat inwees,
waar ik vandaan kwam: //Mijnheer, mijnheer,
men roept je daar!” Toen ik, niet op een
grap bedacht, omkeek, kreeg ik lachend te
hooren... //April!” Ik lachte met ze mee doch
tegelijk flitste ’t door mijn hoofd: Z/Dat zal
ik je betaald zetten” en ik zei met een lachje:
«Ferm, jongen, dat heb je aardig gelapt!
Hier, ik vind dat zoo mooi,” en terwijl ik
met duim en vinger in den vestzak grabbelde
vervolgde ik: //Als je de pet ophoudt, krijg
je een stuiver voor sigaren!” Eluks had hij
zijn hoofddeksel in beide handen, doch ik
hervatte: //Neen, dat geldt niet! Ik zei: houd
je pet op, maar je neemt hem af!”
De jongen keek sip, de anderen lachten nu
hem uit en ik maakte dat ik om den hoek kwam.
vorm bewerkte, er eerst eens goed op wees
hoe hij den hamer in dit geval moest laten
neerkomen, en toen dit nog niet het ge-
wenschte resultaat had, werd het voorgedaan
en aangetoond hoe de bout nu de juiste draai
nam. Woord en voorbeeld, theorie en prak
tijk moeten hand aan hand gaan. Aan een
ijzeren balk in den hoofdingang van ’t hoofd
gebouw dezer school staan de woorden ge
schilderd
„Doclf't wirk mei oerliz en fortidn,
Bruk earst de holle en dan de hdn”.
Deze spreuk, al is ze weinig dichterlijk van
vorm, bevat toch een practische wenk voor
allen arbeid en voor elk werk. Ik heb daarom
ook meer gekeken naar het smeden en het
uit de hand gladvijlen van stoelhaken, plaatjes
en grendels, dan naar het mechanisch werk
der machines, waar men bezig was het ijzer
te polijsten, te schaven of te draaien. In
grootere werkplaatsen en fabrieken zijn zulke
machines voorhanden, en ’t is goed dat de
leerlingen de behandeling er van leeren, maar
in de meeste smederijen, zoowel in de stad
als op 't platteland, komt het meer aan op
het zelf doen. Daar moet men hebben goede
practische smeden.
Toch is het verrassend te zien hoe mooi
die machines werken, een der grootste jongens
was bezig een dik rond stuk ijzer uit te hollen,
en er was reeds een aardige diepte in gegroefd
doordat het rondwentelend boor- of schaaf
ijzer telkens schilletjes en reepjes uit den
wand meenam. Een jongmaatje zei lachend
tot zijn kameraad: «Dit kon zoo wel een
klein kanon worden”. Of de oorlog ons
volk ook begeestert
Ik heb mij verlustigd
bouwkundige teekeningen
op de tafels der ruime expeditiezalen der
eerste verdieping. Ook de smeden en schilders
hebben veel fraais gewrocht, echter niet alleen
in teekening, want de verschillende vervaar
digde voorwerpen getuigden van hun kunnen
en willen. Verschillende werkelijk goed be
werkte voorwerpen, die door vorm en be
schildering er bekoorlijk uitzien zijn als prijzen
beschikbaar voor de jaarlijks te houden ver
loting.
Veel ook is voor verloting minder geschikt,
en dat wordt tegen billijken prijs te koop
aangeboden, of de grondstof wordt weer op
andere wijze bewerkt.
Waren er eenvoudige ronde plankjes, gladde
bakjes enz. uit het eerste leerjaar, die men
denkt ook zelf wel haast zoo goed te kunnen
maken, de volgende leerjaren geven blijk van
moeielijker en degelijker werk. Een kap van
een deftig woonhuis, met lei gedekt, met
sierlijk uitbouwsel en dakgoot, kant en klaar,
vulde een hoek der rechtsche benedenzaal, een
complete puibetimmering met schuifdeuren
voor een kamer en suite, trappen in verschil
lende afwerkingen, deuren, ramen, kozijnen enz.
De smeden hadden er op de bovenzaal fraai
eigengemaakt gereedschap tentoongesteld,
kunstig gesmeed, nauwkeurig bewerkt, fraai
gepolijst ijzerwerk, kachels, sloten, ankers,
schroeven enz, (hoefbeslag was in de werk
plaats gebleven).
De schilders, de minst talrijke klasse aan
deze school, hadden op tafeltjes, kastjes,
bakjes, en ook op ijzerwerk hun kunst ge
toond. Imitatie houtsoorten en smaakvolle
decoraties, kunstige lettervormen en smaak
volle versieringen getuigden dat er gewerkt
is onder goede leiding.
Door de welwillendheid van den Directeur,
den beer H. W. Brouwer, ontving ik een
jaarverslag dezer school over 1914, en tevens
ontving ik van dezen enkele inlichtingen,
waarvoor ik bij dezen nogmaals mijn dank
betuig. In een der lokalen waar de teekeningen
in rijke keuze geëtaleerd waren had het woord
«Militairen” prijkende in groote letters aan
den wand, mijn aandacht getrokken. Ik ver
nam nu dat de teekeningen in dat gedeelte
der zaal door militairen vervaardigd waren,
die in Harlingen in garnizoen lagen sedert
de mobilisatie. Aan dezen was de gelegenheid
aangeboden de avondteekenlessen aan de school
te volgen en eenigen hunner hadden daarvan
een dankbaar gebruik gemaakt. Met ver
nieuwde belangstelling bezag ik daarom nog
eens die teekeningen, die bij den eersten
omgang al de gedachte hadden gewekt, dat
deze niet onder de vakteekeningen waren te
rangschikken. Een aantal fraaie schetsjes trok
ons oog. Echt lieve, idyllische aquarels waren
er bij. Ook een paar zeegezichten van grooter
afmeting, het grootste van alle was een zee
gevecht, waar twee dreadnoughts in volle
actie waren en dus de vuurmonden rook en
vlam spuwden, terwijl een derde op den achter
grond naar de diepte ging. Wij zagen geen
onderzeeër, misschien was die juist onderge
doken om te ontkomen aan ’t scheepsgeschut
der twee groote oorlogsschepen, ’t Is naar mijn
meening een goede daad van het bestuur
dezer school, dat het de militairen op deze
wijze een aangename en tevens nuttige tijd-
passeering wilde verschaffen.
Aan 't jaarverslag willen wij nog enkele
mededeelingen ontleenen, bij voorkeur die,
waarop wij een vorig jaar niet zoozeer de
aandacht hebben gevestigd.
De mobilisatie heeft in vele werkzaam
heden stoornis gebracht, ook deze ambachts
school ondervond eenige moeielijkheid doordat
een der leerkrachten, de schilder en onder
wijzer in het vak-, vorm- en handteekenen,
zijn palet moest verwisselen tegen het geweer.
Daar hij evenwel zijn dienstplicht in de Ge
meente kon vervullen, heeft hij zooveel mogelijk
zijn vrije dagen en uren aan zijn betrekking
kunnen wijden, en de lessen aan de avond
school grootendeels geregeld kunnen geven.
Een leeraar in het smeden werd ongesteld,
zoodat ook in die klassen stoornis ontstond.
Iemand die hem tijdelijk zou vervangen, moest
dit wegens zijn eigen affaire spoedig weer
staken. De leeraar, die verbonden was aan
den cursus voor hoefbeslag, vertrok uit de
Gemeente, doch met het Bestuur van de
Vereeniging: Het //Friesche Paardenstamboek",
dat uit zijn midden een Commissie van Bijstand
heeft benoemd, is het reglement en leerplan
voor hoefbeslag nu zoo geregeld, dat den leer
lingen van den cursus na een gehouden examen,
dat ten overstaan dier Commissie moet worden
afgenomen, het diploma door Bestuur Paarden
stamboek en dat der Ambachtsschool samen
wordt uitgereikt.
De diploma’s die de leerlingen na goed
volbrachten leertijd erlangen, geven alleszins
een waarborg dat zij beslagen ten ijs komen
als zij later bij een baas of op een fabriek
geplaatst worden. De resultaten met oud-
leerlingen opgedaan zijn hiervoor reeds bewijs.
De finantieele uitkomsten der school laten
helaas nog te wenschen over, ’t Vorig jaar
heb ik daarop in mijn verslag ook al op
moeten wijzen. Hoewel de Rijkssubsidie f 1000
hooger werd gesteld, is toch het nadeelig saldo
van ’t vorige jaar nog niet geheel versmolten.
Het Bestuur hoopt dat het getal leden, dezer
nuttige instelling inplaats van zoetjes aan te
'dalen, zal gaan klimmen. De gegoede inge
zetenen der stad en belanghebbenden van
naburige gemeenten worden dringend uitge-
noodigd deze nuttige inrichting te komen
steunen, finantieel en daardoor ook moreel.
Wij willen nog even melden dat met den
aanvang van dit jaar het getal leerlingen 75
bedroeg, verdeeld als volgt: timmeren 30,
smeden en bankwerken 41 en schilderen slechts
4. Voor den nieuwen cursus hebben zich aan
gemeld 11 .voor het timmeren en 14 voor ’t
smeden.
Twintig leerlingen verwierven het getuig
schrift terwijl 6 smeden nog een 4de leer
jaar zullen doormaken. Aan den cursus voor
voortgezet Technisch onderwijs werd aan deze
school deelgenomen door 11 leerlingen.
De avondteekenschool werd bezocht door 62
leerlingen, waarvan 4 uit Wonseradeel. 10
Militairen hebben ook gebruik gemaakt van
deze avondschool.
Bij hel verlaten van het gebouw voor
Ambachtsonderwijs merkte ik dat in dezelfde
buurt nog een gebouw voor onderwijs in aan
bouw is, n.l. de zeevaartschool. Dit deftig
gebouw met tegelattributen in den gevel, is
in fraaien trant opgetrokken, en ziet er met
de gekleurde glasramen comfortabel uit. Ik
heb trouwens bij een vroeger bezoek aan de
zeestad Harlingen wel eens gedacht als mij
het opschrift het nederige witte gebouwtje
zei, dat daar die gewichtige tak van onderwijs
huisvesting vond: Z/Hier is eenvoud zeker 't
kenmerk van het ware”.
Een tijdje heb ik rondgezien in Frieslands
voorstad van Engeland, de haven bezichtigd,
die nu zooveel ruimte biedt, doch door de
oorlogstroebelen ook al lijdt onder de tijds
omstandigheden, daar de kaden daar ledig
heenliggen, en ik slechts kleine binnenvaar
tuigen zag, behalve de //Minister Tak” die pas
was aangekomen van Amsterdam met een
flinke last aan vrachtgoederen, en ik heb daarna
de reis huiswaarts aanvaard,
Gaarne gaven wij Donderdag j.l. gevolg
aan de tot ons gerichte invitatie om een
kijkje te gaan nemen op de tentoonstelling
van gemaakte voorwerpen en teekeningen der
leerlingen, alsmede op de openbare les aan
de ambachtsschool te Harlingen.
Hoewel van onze stad de jongelui, die
daarvoor in de termen vallen, de meer nabij
zijnde Sneekerschool bezoeken, is toch voor
Wonseradeel, waar ons blad ook wordt ver
spreid, de Harlinger school *van beteekenis.
Twaalf leerlingen toch uit de dorpen van die
Gemeente troffen wij aan in de naamlijst,
terwijl er ook van gemeentewege een jaarlijk
sche subsidie van f 100 werd toegestaan. Wij
meenden daarom van de aangeboden gelegen
heid gebruik te moeten maken en geven van
ons bezoek het volgend artikel.
Het weer lokte Donderdagmiddag wel uit
tot een uitstapje. Ofschoon er een frisch
koeltje waaide, scheen toch het zonnetje
heerlijk. Die wind en zonneschijn deden goed
aan de bouwlanden, waarop men overal druk
aan het werk was. Door de vele regen en
sneeuw, die maand Maart dit jaar gaf, is het
landwerk achterlijk.
Bij aankomst te Harlingen valt reeds dadelijk
het oog op het massieve en hooge gebouw
aan de Noordzij der stad. De vroolijk in de
lucht wapperende driekleur beduidt, dat het
voor de school een extra dag is. Van 24
uur openbare les en tentoonstelling. Uit den
aard der zaak geeft zoo’n jaarlijksche tentoon
stelling eener school veel wat er ook het
vorig jaar te zien was. Voor vaklieden zal
er misschien wel telkens wat nieuws vallen
op te merken, dat de leek voorbij gaat, zonder
er bepaald aandacht aan te schenken. Wij
willen om herhalingen met onze verslagen
van vorige jaren te vermijden, melding maken
van 't geen nu onze bijzondere aandacht trok.
Er was om 2 uur al dadelijk een druk
bezoek aan de school, want de jongens der
gewone scholen hadden, onder geleide van
hun onderwijzers, ook toegang. Een goede
maatregel dunkt ons, want de jongens, die
later zijn aangewezen op het leeren van een
ambacht, krijgen nu al vast een kijkje op ’t
geen in onzen tijd eigenlijk behoort tot de
voorbereiding van een handwerk. Dat de
jongens nn het gewone leerlokaal in het
gebouw voorbij gingen, verwonderde mij niet.
Een school met banken en borden, nu ja,
daar moet je alle dagen in zitten, maar de
andere lokalen waar de timmerlui, smeden en
ververs echt aan ’t werk waren, dat was je
ware. Aardig vond ik bij de intrede van het
timmerlokaal de opmerking van een kleinen
kleuter, die stond te kijken naar een leerling
van ’t eerste leerjaar, die bezig was van een
kantige lat een ronden stok te maken.
z/Wirdt dat nou soms ’n pols?” vroeg hij en
liet er op volgen: //Nou, den wier er mij to
De kleine broekeman dacht bepaald
aan eierzoeken in de Paaschvacantie, en ik
maakte bij mij zelf de opmerking dat in de
stad Harlingen ook nog wel Friesch wordt
gesproken.
In de smederij vertoefde ik, ondanks het
gedruisch dat er gemaakt werd door ’t ge
hamer op tal van aambeelden, nog al een
poosje, en mijn aandacht werd geboeid door
de wijze waarop de jongens van het 3e leer
jaar werden onderricht in ’t bewerken van
smeedijzer. Ik zag hoe de leermeester een
hunner, die zijn bout niet in den vereischten
Bolswardsche Courant