Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I 54ste Jaargang. 1915. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 42. Donderdag 27 Mei. OORLOG. BINNENLAND. VOOR Afzonderlijke niet denkbaar is. verlofgangers worden Bi SI schade wordt ge- van het leger dan ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. wettelijke bepalingen buitendien groot ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. nu weer volkomen. en aken, werd de maar ment werkzaam stelt niet het advies van den ingewonnen Men pruttelt over achterdocht en wan trouwen jegens menschen, die met waarheids getrouwe voorstelling van zaken een verzoek tot den Minister richten. Vergeet men hoe dikwijls van opzettelijk bedrog is gebleken, het meest aandoénlijk gelamenteer over moeie- lijke omstandigheden van een gemobiliseerde soms in niets anders zijn oorzaak vond dan in de zucht eens een poosje uit ,/dien lam men dienst” verlost te zijn. Dagen lang heeft men al die bezwaren in de Tweede Kamer soms met milimeters uit gemeten. Zich dankbaar toonend voor wat er nu en dan juist in het gesprokene was, heeft de Minister meest gemoedelijk en over redend het lichtvaardige en gemakkelijke van het overgroot deel der hem ruim toebedeelde critiek aangetoond. Misschien zou niet ieder in zijn plaats zoo goedgehumeurd zijn ge bleven, maar wij gelooven dat ’s Ministers wijze van antwoorden toch het meeste bevre diging heeft geschonken. Zéér verheugd hebben wij ons over den toon, waarin hij sprak over wat wij maar zullen noemen de politieke vrijheid in het leger. Iedereen be grijpt dat een enkel officier wel eens met te weinig tact en met bekrompen inzicht op treedt, maar het moet aan het geheele volk duidelijk zijn, dat de man die de hoogste verantwoordelijkheid draagt ook in onze dagen toestand, die bij ons niet denkbaar is. Ik vraag den leden van deze Kamer, zóó als zij hier zitten, wie van hen in staat zou zijn op dit oogenblik recruten te gaan drillen. Maar in Duitscbland en Zwitserland is dat andersdaar is zelfs elke schoolmeester in staat menschen tot soldaat op te leiden. En na een critiek op een al te lichtvaar dige opvatting van militaire oefening, ver volgde de Minister: ^Inderdaad, wanneer men dus spreekt van honderdduizenden, wanneer daar de een of andere phantastische schrijver zegt: gij stampt ze maar uit den grond, wij hebben er nog 600.000 beschikbaar, dan moet ik daartegen een afwerend gebaar maken. Dat is eenvoudig ondoenlijk, omdat ik wil daarop niet verder ingaan het ons op dit oogenblik niet zou schikken, al die menschen te bewa penen en ook omdat wij niet het noodige personeel beschikbaar hebben, bekwaam om dien menschen pen soldatenopleiding te geven. Maar wat ik wel wil zeggen is, dat op dit oogenblik bij mijn Departement in bewerking is een ontwerp van wel, waarmede ik een stap doe in de richting, die tal van leden van verschillende zijden in de Kamer mij wenschen te zien inslaan. Ik hoop dat dat ontwerp de Kamer spoedig zal kunnen bereiken en de Kamer dan zal kunnen goedvinden om het spoedig in behandeling te nemen. Ik weet wel, dat het dan aanleiding zal kunnen geven tot uitvoerige gedachtenwisseling en tot langdurige debatten, maar ik meen de hoop te mogen uitspreken, dat de Kamer dat dan niet zal doen en niet over de beginselen van oefentijden en over beginselen van vrijstel ling om verschillende redenen lange discussies zal houden. Ik hoop, dat de Kamer het zal beschouwen als een noodontwerp, dat ons er in dezen tijd toe kan brengen onze leger reserve zooveel te versterken als onder de tegenwoordige omstandigheden doenlijk is.” Wij gelooven dat deze aankondiging het beste antwoord is op het adres der 22 die Algemeene Oefenplicht verzoeken. Zonder beloften te doen, welke hij niet zeker is te kunnen houden, heeft de Minister een stap toegezegd in de door hen aangewezen richting. Ook hij kan trouwens slechts verblijd zijn over een bewijs van warmte en belangstelling voor onze landsverdediging, als waarmede ons volk en onze Ministers van Oorlog helaas weinig verwend zijn. De Fakkel schrijft: Er zijn maar weinigen in ons land die niet inzien dat ons geheele Kabinet in deze tijden een moeielijke taak te vervullen heeft. Begrijpt men wel even algemeen dat mischien hét minst dankbare deel daarvan drukt op de schouders van den Minister van Oorlog Van hem toch eischt men eenvoudig het on mogelijke. De groote meerderheid van de natie verlangt dat hij ons leger zoo sterk en zoo weerbaar mogelijk zal maken, liefst allen man die jong en gezond is wapens in de hand zal geven en tot den strijd oefenen, en een haast even groote meerderheid, een beetje anders saamgesteld, verwacht dat hij dit in een ommezien van tijd zal bereiken zonder de menschen in hun dagelijksch werk eeniger- mate te bemoeilijken. Als de Minister in het voldoen aan die beide, elkaar nagenoeg uitsluitende, eischen niet slaagt, wordt in schamperen toon over zijn beleid gesproken, en hebben de critici allerlei eenvoudige middeltjes bij de hand, die zij, in zijn plaats, zouden toepassen, en waar mee alles voor het beste in de beste van alle werelden zou zijn. De debatten in de Tweede Kamer in de afgeloopen dagen, over verschillende wetsont werpen van het Departement van Oorlog uit gaande, gaven een weerklank van wat er al zoo in het land gezegd wordt. Het is ver wonderlijk hoe daarbij velen de oogen dicht houden voor de moeielijkheden, die deze tijden vooral voor Oorlog meebrengen. Men wil zooveel mogelijk verlof aan ge- mobiliseerden, die in bedrijf ot gezin slecht gemist kunnen worden maar vergeet dat vóór alles ons leger in zoo goed mogelijken staat gehouden moet worden, en dat het aantal verlofgangers beperkt wordt door de onvoldoende capaciteit van onze spoorwegen, die niet, als b.v. de Duitsche, op oorlog zijn ingericht, en dus tot vervoer van groote troepenmachten in korten tijd naar een bepaald punt slechts dan in staat zijn, als zij niet door overbrenging van in beslag genomen. Men klaagt over langzame en niet altijd oordeelkundige beslissing op verzoekschriften om faciliteiten van gemobiliseerden en geeft zich niet de moeite den werkelijkeu toe stand aan het Departement eens te gaan be zien. Gebeurt het niet dat er op één dag bij de 2000 verzoekschriften inkomen, waar van dan een deel telegrafisch, met betaald antwoord? Wie moet die alle in een paar maal vier en twintig uren behandelen Stel meer ambtenaren aan, zegt men. Kan men dingen als deze, die kennis van D j en voorschriften, en een goeden kijk, onpartijdigheid, verantwoorde! ij k heidsge voel eischen, laten beslissen door menschen die men zoo eens voor een tijdje aan het departe- En dan nog Moet allerlei autoriteiten wor- soldaat is, geen onmondig kind ziet. Dat dit streven niet beteekent: zwak toegeven aan krijgstucht-ondermijnende stroomingen, bewees de Minister door zijn flinke verdedi ging van het optreden van den Opperbevel hebber tegen Heijermansche propaganda-kunst. Zéér gelukkig was de Minister aan het slot van zijn rede in de woorden, die wij niet kunnen nalaten hier aan te halen: /Wanneer een buitenlander, die ons land niet kent en ook van ons leger niet op de hoogte is, dit debat had bijgewoond, dan geloof ik, dat hij ongetwijfeld zou heengaan met den indruk, dat in ons leger bijna alles te wenschen overlaat. Wanneer ik dan dien man te woord moest staan, zou ik hem er op wijzen, dat er in elk huis, in elk orga- »dat zal ook in uw huis, legerorganisme wel het geval zijn” Door de tram overreden en gedood. Steenwijk, 23 Mei. Een zeer ernstig ongeluk had alhier gisteravond, ongeveer halfnegen, met de laatste tram in de richting Frederiksoord plaats. De vrouw van den kastelein J. Haveman, café Z/De Driesprong” te Eesveen, had te dezer plaatse eenige boodschappen gedaan en spoedde zich, bevracht en beladen, in de eene hand een kruik met drank, in de andere een mand met boodschappen, naar de tramhalte, nabij den spoor-overweg. Miste zij de tram, dan moest zij ongeveer vijf kwartier loopen, daar er geen latere ge legenheid was. Of de tram, zooals door haar beweerd werd, bij genoemde halte niet gestopt heeft of dat zij iets te laat was, kunnen wij niet beslissen. Zeker is, dat de tram reeds in beweging was, toen zij de boodschapmand er in plaatste en er zelf ook in wilde stappen. Dit laatste ge lukte haar niet, zij viel en werd door het achterste rijtuig overreden, met het treurig gevolg, dat daarbij haar rechterarm geheel verbrijzeld en haar rechterbeen over aanmer kelijke lengte opengereten werd. Vreeselijk kermende van pijn werd zij ongeveer een half uur later zoo lang had zij aan den weg gelegen, terwijl de tram doorgereden was opgenomen en per brancard naar het gebouw voor wijkverpleging vervoerd. Nadat Dr. B. Koster en Dr. Adr.de Jong haar aldaar voorloopig verbonden hadden werd zij zoo spoedig mogelijk per auto, die uit Heerenveen moest komen, daar alhier toevallig geen auto te krijgen was, naar Zwolle vervoerd waar men, naar wij vernemen, direct tot amputatie van den arm is overgegaan. Steenwijk, 24 Mei. Mej. Haveman, geb. Dassen, die j.l. Zaterdagavond door de tram overreden werd, is gisterenmiddag in ’t Sophia- ziekenhuis te Zwolle aan bloedverlies overleden. De ongelukkige was 39 jaar oud en laat nisme fouten zijn; in uw zou ik er aan toevoegen. Wanneer ik in een buis, dat overigens in goeden staat is en goed onderhouden wordt, rondwandel en ik neem een plukje stof hier, een ongeiechtigheidje daar, ik breng al die dingen naar één plek, laat daarop vallen een scherp, vaak een tendentieus licht, en ik roep dan uit: ziet eens, wat een vervuild huis, dan zal men toch niet kunnen zeggen, dat daarmede een billijk oordeel over dat huis is uitgesproken. Zoo gelook ik, dat het ook gaat met deze debatten. Die vreemdeling zon ook misschien zeggen: uw officieren schijnen mij niet toe van het allerbeste gehalte te zijn, zij hebben de goeden niet te na gesproken geen hart voor hun mannen, zij hebben geen tact om met hen om te gaan, zij schieten te kort in zorg voor hen, zij belemmeren hen op klein geestige wijze in hun vrijheid. Dan zou ik antwoorden dat is onjuist. En het is mij een behoefte om als Minister van Oorlog een enkel woord te zeggen naar aanleiding van het vele, dat ik in dit opzicht thans in deze Kamer gehoord heb. Ons officierscorps bestaat, evenals elke menschengroep, uit bekwame en minder be kwame mannen, uit buitengewoon rechtvaar dige menschen en uit menschen, die er lich ter over heen loopen, uit zorgzame en uit minder zorgzame lieden. Het zijn vogels van diverse pluimage, zooals men in elke groep van menschen die eenzelfde richting uitgaan, zal aantreden. Maar ik zal wel zeggen, dat al deze officie ren zeer zeker gevoelen, dat voor hen de naaste plicht is te zorgen voor het welzijn van hun ondergeschikten, de mannen, waar mede zij wellicht straks dén dood zullen moeten ingaan. Dit heb ik willen zeggen, want ik geloof, dat door de vele critiek en door te veel schaduwen te laten zien zonder daartegen over licht te stellen, meer daan aan den goeden geest zelfs enkele minder goede naturen onder de officieren in het leger zouden kunnen doen. Nauwelijks had de Minister daarmee dat deel van de Kamer beantwoord dat zelfs in dezen tijd onze landsverdediging haast niet anders dan van den kant der daarbij betrok ken persoonlijke belangen kan zien, of hij zag zich tegenover een groep van warmge- stemden geplaatst, die een verwijt voor te geringe voortvarendheid in het mobiliseeren van heel ons weerbare volk nauwelijks kon den achterhouden. Maar ook tegenover dezen heeft hij zijn beleid in een goed licht weten te plaatsen. ^Niemand zei hij niemand liever dan de Minister van Oorlog zou in deze omstandigheden algemeene oefenplicht invoeren, zoo spoedig mogelijk, maar door verschillende geachte afgevaardigden is er reeds op gewezen, welke bezwaren het zou ontmoeten om thans op groote schaal geheel ongeoefende menschen zoover te brengen, dat zij inderdaad op nuttige wijze zouden kunnen deelnemen aan de landsverdediging. In landen, ik zal ze nu maar noemen militaristische landen, als Duitscbland en Zwitserland, is het buitengewoon gemakkelijk om telkens maar weer nieuwe scharen aan het leger of aan de legerreserve toe te voegen. Waarom In die landen beweegt men zich in een militaire middenstofieder mensch die gezond van lijf en leden is, is daar mili tair geweest of is het nog. Ik ken een heer op leeftijd, iemand die tegen de 60 loopt, schatrijk, een Duitscherdie heeft zijn lui- tenantspak aangetrokken en staat recruten te Heerenveen, 25 Mei. Het Dagel. Bestuur der gemeente Schoterland had in verband met de jongste ministerieele circulaire er bij de bakkerspatroons alhier op aange drongen, voor belanghebbenden goedkoop bruin brood te gaan bakken. Van de zijde dier werk gevers werd evenwel daartegen bezwaar gemaakt, wijl men van dezen maatregel geen resultaat verwachtte. Naar aanleiding daarvan heeft de afd. der 8. D. A. P. alhier, besloten, de bakkerspatroons-organisatie schriftelijk uit te noodigen, op haar besluit terug te komen en althans gedurende eene week met het bakken en den verkoop van bruin brood de proef te nemen. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Hindeloopen. Was Hemelvaartsdag bij de opening van het badseizoen door het slechte weer het bezoek zeer gering, de dag van gisteren heeft dubbel goed gemaakt wat toen mislukt is. Uitgelokt door het prachtig weer kwamen de bezoekers in groote menigte opdagen. De zeilwedstrijd gelukte ook i In de 1ste klasse, botten prijs gewonnen door B. Mulder alhier terwijl in de klasse jollen, de 1ste en 2de prijs werden gewonnen door- Tj. Bleeker en G. Mulder, beiden te Stavoren. Op het strand bewoog zich veel volk en ook van baden werd tamelijk druk gebruik gemaakt. O. N. Scharnegoutum. De jeugdige H. de R. uit Sneek viel gisteren alhier in een speeltuin uit een bakschommel, werd aan het hoofd getroffen en bezeerde zich vrij ernstig. N. Sn. Cl. Een schadepost. Naar de 's-H. Ct. uit Rozendaal verneemt, is in de stallen van het circus Carré, dat daar voorstellingen geeft, besmettelijke ziekte uitgebroken. De tenten worden door een patrouille bewaakt. Treurig ongeluk. Door de enorme drukte met het reizigers- vervoer van en naar de Leek met de stoom tram had gistermiddag omstreeks half drie bij het station te de Leek een treurig onge luk plaats. De vrouw van de Jong, wonende aan den Korreweg, die een uitstapje gemaakt had naar de Leek, wilde met de tram van half drie uur weder naar Groningen terug- keeren. Zij was evenwel bang geen plaatsje meer te kunnen veroveren in den tramwagen, te haastig met het instappen, en wilde, terwijl de tram nog niet geheel stilstond, op de treeplank springen. Door het opdringen van het achter haar staand publiek gleed zij van de treeplank af, werd een eind meegesleurd en geraakte onder de remstang van den wagen. Een officier van gezondheid, die bij het onge luk aanwezig was, kon slechts den dood con- stateeren. Het lijk werd met de tram van zes uur naar Groningen vervoerd. O. N. Uitvoerverbod van rundvleesch. Bij Kon. besl. van 22 Mei is de uitvoer van alle rundvleesch verboden. Daarentegen is door den Minister van L., N. en H. ontheffing verleend van het uit voerverbod van verduurzaamd rundvleesch en voor versch vleesch, afkomstig van nuchtere, vette en graskalveren, onverminderd de ver plichte keuring ingevolge de wet op de uit voerkeuring van vleesch. Het uitvaren van een Duitsch stoomschip. Het Duitsche stoomschip ,/Kurt” is Zater dagavond van Rotterdam via Hoek van Hol land naar Emden vertrokken. Sedert het uitbreken van den oorlog is dit het eerste Duitsche stoomschip dat den Nieuwen Water weg verlaten heeft. Foor kostwinners. Door den Min. van Oorlog is, gelet op de talrijke aanvragen om spoedige teruggave van door de gemeenten bij voorschot betaalde ver goedingen wegens kostwinnerschap, ter alge meene kennis der burgemeesters gebracht, dat met die teruggave de meeste spoed betracht wordt. Het is in de huidige omstandigheden even wel niet mogelijk om de terugbetalingen aan alle gemeenten zoo spoedig mogelijk tot stand te brengen als veelal wordt gewenscht. Daarom wordt er bij deze de bijzondere aandacht op gevestigd, dat de burgemeesters zich, zoo dik wijls dit met het oog op den stand van de gemeentekas noodig blijkt, desgewenscht tele grafisch rechtstreeks tot den Minister van Financiën kunnen wenden om een voorschot .in een Nederlandsch burger, zelfs als hij I I een man en drie jonge kinderen achter. drillen, nu al van Augustus af. Dat is een Bolswardsclie Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1