lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. w i Verscüijnt Donderdags en Zondags. No. 48. 54ste Jaargang. 1915. fc 0 D e Oor log*. Donderdag 17 Juni. BINNENLAND. (j VOOR Afzonderlijke ga Dat is een Zoo goed als dat deel der bedroevende ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. waar is, v. Fr. is geworden domme baat. Dat geleerden, behoorend tot de eene partij, de onderscheidingsteekenen van wetenschap pelijke genootschappen van de andere partij terugzenden, of ze in den smeltkroes werpen, dat in Londen geen muziek van Wagner of Beethoven meer gespeeld mag worden, dat in Parijs, waar hij voor twee jaar het voorwerp was van enthousiaste ovaties, Richard Strauss en zijn muziek in den ban zijn gedaan, dat Saint Saëne, die er voor kort gevierd werd, thans te Berlijn als van den aardbodem verdwenen wordt beschouwd als of niet alle wetenschap en kunst zonder vaderland waredat zijn bewijzen van een klein- zieligen en kleingeestigen haat, die niet tegenstaande zijn kleinzieligheid toch onrust barend is, omdat men weet, dat wetenschap en kunst alleen dan kunnen bloeien en gedijen, wanneer zij niet gebonden zijn aan de toe vallige geografische grenzen van een land. En het herstellen van die afgebroken betrekkingen zal niet zoo gemakkelijk gaan. Dat vorsten, koningen en keizers, niet meer eere-kolonels of eere-generaals van elkanders lijfgarden zijn, waarde moet ten slotte gehecht het geschrijf van menschen, die als Henri Borel, zonder nader onderzoek, op losse gronden, zonder de vereischte zelfcontrole, praten over zoo geweldige dingen als de momenten uit dezen oorlog, en met beslistheid psychologische verklaringen geven van dingen, die niet gebeurd zijn Deen- „Titanic”- De Arnh. Courant schrijft Wanneer eenmaal de geschiedschrijver, ver-af staande van de feiten van den dag en deze beschouwende als het „verleden” als hoedanig zij alleen in onderling verband zijn te bezien, terwijl ook dan eerst hun werkelijke beteekenis kan worden vastgesteld wanneer de geschiedschrijver er eenmaal toe komt den „grooten oorlog” van de twintigste eeuw te beschrijven, dan zal hij dien wereldkrijg, dien volkerenmoord, die waanzin-uiting kunnen noemen „de oorlog van de vernieling en de vernietiging”. De berichten van schier alle dagen sinds de eerste dagen van Augustus, getuigen er van, hoe deze oorlog gericht is op vernietiging op groote schaal, vernietiging van menschenlevens en van monumenten, waarnaar de menschheid met fierheid blikte als producten van geestelijke superioriteit, van scheppingskracht en scheppingsdrang, monu menten, die sinds eeuwen waren de trots der menschen, monumenten ook, die getuigden van den modernen smaak, van de kracht, die leefde in het geslacht van nu, verdwenen zijn zij, vooral in het rampzalige land, dat het ergst heeft te lijden van den waanzin der menschen, verdwenen ook elders. En met angst vraagt men zich af wat nog volgen zal, nu ook de kunstschatten van Italië aan de beurt kunnen komen vernietigd te worden met schrik denkt men er aan, dat wat de eeuwen getrotseerd heeft en is blijven staan als staal van vroegere beschaving, voor eeuwig van den aardbodem kan worden weggevaagd door de moderne oorlogswerktuigen. Het nageslacht zal richten over de daden van thans en is het misschien maar goed, dat niemaud meer zal hooren hoe er ge oordeeld zal worden over de vernielzucht der menschen van de eerste jaren van de 20e eeuw. Dezelfde geschiedschrijver, die zal hebben te boeken wat er vernield is aan doode en levende stof, zal ook hebben te spreken over den haat, die onder de menschen rondwaart als een vernieler van wat er te midden van het gruwzaam oorlogsgeweld, nog goeds was overgebleven. Want verschrikkelijk en on rustbarend is die vloedgolf van haat, die gaat door de rijen der menschen, die oorzaak is, dat men zich af vraagt hoe na den oorlog en het einde moet toch eenmaal komen de internationale betrekkingen hersteld zullen worden. Men zegge niet„dat komt bij, of komt na den vrede van zelf wel”, want zoo gemakkelijk zal dat niet gaan. Zeker, ook bij vroegere oorlogen is er haat geweest onder de volkeren, maar nu is hij algemeener, omdat deze oorlog veel meer dan een van de vroegere, is een oorlog van de volkeren tegen elkaar, een oorlog, waaraan inderdaad het geheele volk deelneemt. Het is niet alleen de soldaat en de officier, die in de loopgraven of in het open veld het vaderland verdedigt, die den vijand haat en zij waarschijnlijk haten niet het hevigst het zijn ook de geleerden en kunstenaars, de vrouwen, die thuis zijn, de kinderen zelfs, die doortrokken zijn van dien haat, die dien haat aanwakkeren en aanvuren, die het voorbeeld geven van minachting en verachting van den tegen stander. En daarbij is alle begrip van ridder lijkheid, dat ook in den vijand het goede vermocht te onderscheiden, verdwenen het een toomlooze en daardoor een Sneek, 15 Juni. We meenden te weten dat het getal hooiers dezen morgen zich in grooten getale zou aanbieden. Maar van welingelichte zij vernamen wij dat de slechte ontvangst die den 600 werkzoekers den vorigen Dinsdag ten deel viel, zeer velen huiswaarts deed keeren en met het vaste voornemen vooreerst geen voet weer in Friesland te zetten. De 100 die er vanmorgen waren, kregen voor het gróótste deel een plaats tegen loonen van f3.50 en f 3.75 per dag, buiten den kost. Sneek, 15 Juni. De nieuw opgerichte af- deeling van den V. D. B. houdt haar eerste vergadering morgenavond, ’t Aantal leden moet reeds 120 bedragen. De agenda heeft als eerste punt: voorstel tot ’t stellen van candidaten voor de a.s. verkiezing van 5 raadsleden of de z.g. Godsvrede op verzoek van de Rechtsche partijen zal worden g’accep- teerd, ’t is mogelijk, maar vast is ’t niet. Nu de S. D. A. P’ers met candidaten komen, zou het kunnen zijn dat de V. Democratische ook uit den hoek raakt, ’t Afstemmen van de kermis zit een heele boel lui hoog. Geruchten gaan er, dat tal van neringdoenden bun stem niet zullen uitbrengen op hen, die zich tegen het houden van de jaarmarkt ver klaarden. Sneek 15 Juni. De bekende jonge schilder Ids Wiersma van Brantgum, die zich hier’t vorig jaar kwam vestigen heeft aan de nieuwe Leeszaal een schoorsteenstuk geoffreerd, voor stellende de Stins, op welke plaats de nieuwe leeszaal thans staat, ’t Stuk wordt door ken ners geroemd. De burcht met haar breede boogvensters, spitsen kap, geestige hoektorentjes en ’t eenige slotplein, alleen ’t bewonderen van deze schilderproef beloont ruim een be zoek aan onze nieuwe inrichting. Sneek 15 Juni. De brand in de fabriek van de firma Noury en v. d. Lande heeft de bewoners onzer grachten treurige parten ge speeld. De groote hoeveelheid lijnolie die een prooi der vlammen werd en die voor een groot deel in ’t Zomerrak terecht kwam, heeft door den oostenwind zoodanig de stadsgracht vervuild, dat honderden en nog eens honderden visschen door die vervuiling 't met den dood moesten bekoopen. Langs alle grachten, tot ver buiten de stad zag men visch van de kleinste tot de grootste soort drijven. Sneek. Naar wij vernemen, is in de gisteravond gehouden gecombineerde besturen- vergadering der Anti-Rev., Chr. Hist, en R.-Kath. kiesvereeniging met algemeene stemmen besloten geen nadere samenwerking met de linksche partijen te zoeken voor de a.s. gemeenteraadsverkiezing. Dit besluit vond z’n oorzaak hierin dat waar rechts samenwerking had gezocht er van de liberale kiesv. in het geheel geen antwoord was ingekomen en de S. D. A. P. niet wenschte samen te werken op den grondslag te laten zitten wat zit, wat door rechts was voorop gesteld. De Banier. Witmarsum. Door den heer W. Veltman, gemeente-ontvanger van Wonseradeel, is om gezondheidsredenen eervol ontslag aangevraagd. Makkum. De havengeul van hier tot Cornwerd bevindt zich in slechten toestand. Hier en daar treft men ondiepten aan, die het bevaren ondoenlijk maken, zoodat men slechts met een halve lading onze plaats kan bereiken en dan nog wel bij hoog water. Er is sprake van, dat aan den onhoudbaren toestand een einde zal komen, maar men vreest, dat het nog wel eenigen tijd zal aan houden, voor ertoe besloten wordt. 0. N. Heerenveen, 15 Juni. Door manschappen van de marine werd onlangs in de Noordzee aan de kust van Terschelling een bad ge nomen. Een der matrozen gaf teekenen, dat hij zich niet langer boven kon houden, ’t Werd door een makker G. de Vries van Heerenveen, gezien. Deze zwom zoo vlug mo gelijk op hem toe, de afstand was een 80 M., greep den drenkeling en voerde hem over een 50 M. lengte naar den wal. Daar behouden aangekomen, geraakte de redder, tengevolge van de groote inspanning, buiten kennisde ge redde was eveneens bewusteloos. De kranige zwemmer werd beloond met twee extra dagen verlof en zal bovendien een medaille ontvangen. Reeds eerder verwierf hij een medaille door iemand met levensgevaar uit het water te redden. Heerenveen, 15 Juni. In de gisteravond gehouden algemeene ledenvergadering van de N. V. Waschinrichting alhier, is in aller belang besloten de onderneming door te zetten, als de niet ter vergadering aanwezige aandeel houders mede pondspondsgewijze willen goed- zeggen voor het handelscrediet bij den kassier. De bedrijfsresultaten werden over de laatste maanden niet ongunstig genoemd en wezen op een vasten vooruitgang, zoodat men bijna algemeen van gevoelen was vooral ook omdat in dezen oorlogstijd onder' abnormale toestanden gewerkt moet worden dat binnen niet te langen tijd alleszins bevredigende uit komsten verwacht mogen worden. Smallingerland, 14 Juni. Zullen de kaas- prijzen laag blijven? Er zijn er, die beweren, dat ’t slechts een truc van den Duitschen handel is. In Mei toch wordt ons land, vooral Friesland, als ’t ware overstroomd van melk en daardoor ook van zuivelproducten. Nu de handel plotseling stof werd gezet, zat men er mee verlegen en de Duitscher kon thans op de markt goedkoop terecht. Ook de hooge eierprijzen zullen waarschijnlijk niet lang stand houden, denkt men. Wonseradeel, 14 Juni. De maaimachines maken dit jaar mooi werk, want de weilanden zijn niet nat. Ook schudmachines zijn hier en daar voor het liggende gras met succes gebruikt. Velen schaffen ze dit jaar aan, waar door het aantal maaiers en hooiers inkrimpt. Workum, 14 Juni. Een ei is een ei 1” zooals het spreekwoord ons zegt. waarheid, die nooit wordt weer legd. zoo waar zal steeds zijn. Dat ieder het groot’ prefereert voor ’t klein. Dit versje leest men in de etalage van den heer Tj. de Vreeze, kruidenier aan het Marktplein, waar twee eieren van Indische loopeenden worden tentoongesteld. Ze hebben het verbazend gewichtsverschil van 1.5 H.G. Het kleinste is zoo groot als een spreeuwenei, het grootste is abnormaal zwaar. Repk. Nieuwsbl. Een strijdbijl opgegraven. Zaterdag werd door den zoon van een land bouwer te Eexloo bij het eggen in het veen een prachtige strijdbijl gevonden. Het steenen voorwerp is zoo goed als geheel gaaf en nog zoo glad, alsof het gepolijst was. De lengte bedraagt 14 cM. Op de plaats, waar de steel bevestigd was, is ’n kogelvormige verdikking, waardoor een opening gaat met aan beide zijden een wijdte van 14 en 17 m.M. Op de snede is het voorwerp 5 c.M., terwijl aan ’t andere eind, boven de verdikking, nog een nok uitsteekt. De steel was eveneens nog aanwezig, doch deze werd uitgetrokken en kon later niet teruggevonden worden. Ass. Cl. Een betooging met klappen. Na een betooging van S. D. P.-ers te 's-Gravenhage achtte de politie het gisteravond noodig tegen deelnemers, die zich op ’t Plein voor het Ministerie van Oorlog verzameld hadden, krachtdadig op te treden en deze uiteen te drijven, waarbij klappen vielen. Drie per sonen werden verwond en moesten in het militair hospitaal verbonden worden. Alg. H. Een, [linke landweerman. Zondagmiddag was een vijftal meisjes in een roeiboot aan ’t spelevaren in de Bussum- mervaart bij de vestinggracht te Naarden. Een der meisjes verloor bij het afduwen van de boot het evenwicht en viel in het water. In plaats van een hand tot redding uit te steken, begonnen de andere meisjes wanhopig te gillen, wat aanvankelijk door niemand werd opgemerkt. De boot dreef weg en de drenkelinge zonk. Toen kwam een aldaar in de nabijheid op wacht staande landweerman op bet hulpge schrei toesnellen, doch om bij de drenkelinge te komen moest hij door een zeer breede prik keldraadversperring voorwaarts dringen. Hij beliep daarbij zeer ernstige verwondin gen, wegens de haast waarmede hij moest voorwaarts gaan, doch hij had ten minste de voldoening het meisje te redden. Alg. U, dat Duitsche potentaten geschrapt worden als leden van de Orde van den Kouseband of dat Engelands koning en Ruslands Czaar niet meer bestaan als eere-lid van deze of gene Duitsche orde och, dat zijn gevallen, waar de menschheid zeer gemakkelijk over heen komt. Maar dat wat is van alle tijden en van alle* menschen, dat de diep-innerlijke, geestelijke beschaving met baar uitingen ook worden meegesleurd in den jammerlijken afgrond waarin deze oorlog een menschheid stort dat is een uiting van den haat onder de menschen. Dat kinderen „oorlogje” willen spelen, maar dat spel niet kunnen doen omdat geen jongen of meisje, ook al zijn zij weinig meer dan een paar turven hoog, den „vijand” wil voor stellen, misschien wel uit vrees voor langen tijd, ook buiten het spel, voor den gëhate te worden aangezien, dat is een bewijs, dat ook in de kinderziel een haat wordt ingebrand, die geen jaren meer kunnen uitslijten, die van invloed moet wezen op de geestelijke gemeenschap van de volkeren na den oorlog. Eu die haat begint waarlijk ook al hen mee te sleepen, die buiten den oorlog staan. Dat er onder de neutralen sympathieën en anti-pathieën bestaan voor de oorlogvoerenden spreekt van zelf, dat men van die sympa thieën of antipathieën blijk geeft, is begrijpelijk omdat een mensch nu eenmaal niet meer is dan een mensch, en geoorloofd zoolang de grenzen, die aan een neutrale houding gesteld moeten worden, in acht genomen worden. Maar dat die antipathieën er toe leiden alle kwaad van den oorlog op de eene partij te schuiven, blind te zijn voor de feilen, die ieder volk en ieder land aankleven ook dat volk en dat land, waarheen de persoon lijke sympathieën gaan en niets te willen zien van het goede, dat er is ook bij die partij, die men niet is toegedaan zie, dat zijn ook uitingen van een dommen, kleinen, en... belachelijken haat. En waartoe die kan leiden Een Neder- landsch schrijver, die een naam heeft te ver liezen, heeft dezer dagen het bewijs geleverd tot welke ware de oorsprong niet zoo treurig, men zou zeggengrappige ge volgen dat „haten” kan leiden. Henri Borel heeft over de torpedeering van de „Lusitania” geschreven. Hij brengt die in verband met ’n film-opname van het zinken van de „Titanic”. Hij zegt, dat bet was een voorstelling, door Duitsche acteurs in scène gezet. Het was prachtig, de illusie was volkomen, men heeft er van ge noten. En dan vervolgt de heer Henri Borel „Er is meer verband tusschen dergelijke filmvertooningen en den laagharligen sluip moord op de „Lusitania” dan men wel zou denken. Menschen, die, met geraffineerde na tuurlijkheid zulk een zeeramp in scène brengen, en er al de griezeligheid en ellende met een koel hoofd van uitbeelden, staan véél dichter dan ze zelf weten bij bet opzettelijk uitlokken van zoo’n catastrophe. En het is wel zéér merkwaardig en véél minder toeval dan men wel vermoedt dat juist het volk, dat de afschuwelijke „Titanic”-film op zijn debet heeft, thans ook in gruwbare realiteit een analoge „Lusitania”-ramp, met dezelfde koel bloedigheid van regie en enscèneering voor bereidt, tot eeuwige schande voor drie Duit- sche nageslachten, totopvoering heeft gebracht”. Dat staat op pooten, nietwaar Maar... de haat van den heer Henri Borel heeft hem een domheid doen zeggen, hoe mooi dit dan ook is gezegd. Want noch Duitsche acteurs, noch een Duitsche film- onderneming hebben aan dezegruwelvertooning meegewerktDeensche tooneelspelers, Deensche figuranten, een Deensch schip en een sche filmonderneming hebben de ramp op het doek vereeuwigd. Hoe zal nu de heer Heuri Borel de conse quentie trekken uit de feiten en het verband dat hij tusschen de feiten gelegd heeft. Heb ben nu de Denen de schuld van de „Lusi- tania”-ramp? Of is de sympathie tusschen Denen en Duitschers zoo groot, dat wat gene voorbereidden door deze ten uitvoer wordt gebracht Welke worden aan I Bolswardsche Courant n

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1