lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 53.
Verscüijnt Donderdags en Zondags.
54ste Jaargang.
1915.
FOCKE 8. KLEIN, Harlingen.
eds
Zondag 4 Juli.
BINNENLAND.
NA ELF MAANDEN.
ai
VOOR
F
W 1
r.
afzonderlijke
zware
-a
50 Cts. Vervolgen»
naar plaatsruimte.
dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels
10 Cts. per regel. Overigens
Het bureau van
THEEHANDEL
Voor weerverkoopers verkrijgbaar:
Te Bolsward bij Wed. J. J. LEMSTRA.
Makkum bij Wv. d. GOOT.
een wagen
j een dam
de hooiers, die boven op den
er onder bedolven. Toen
was hij
afkomstig uit
O. N.
Aan de gemeentelijke gasfabriek
een proef genomen worden met
van gas uit turf, met het oog op
van steenkolen. Reeds
Groninger baggerturf
ze is mooi grof, zonder
schenkt goudgeel, heeft
volle, geurige smaak en is
waterhoudend.
onze regeering
dergelijke vredesactie
0. N.
Italië. Dat de Montenegrijnen Skoetari bezet
hebben, ziet men in Italië met leede oogen
aan het Albaneesche wespennest zal nog heel
wat moeite en zorg geven aan allen, die er direct
of indirect mee in betrekking staan. En
omdat men niet weet wat er met den Balkan
nog gebeuren zal, is het zeer waarschijnlijk,
dat Italië zijn troepen, die het niet direct
tegen Oostenrijk noodig heeft, in reserve zal
houden voor alle eventualiteiten op den Balkan
en dat het geen troepen zal zenden naar de
Dardanelles Dan komt daar ook geen be
slissing, want dat de geallieerden er zonder
andere hulp in zullen slagen Konstantinopel
te bereiken, is uiterst onwaarschijnlijk.
Zoo zijn op alle oorlogstooneelen met ééne
uitzondering de zaken zoo weinig opgeschoten,
dat opnieuw zich de vraag naar voren dringt
zal er wel ooit door de wapenen een einde
bevochten worden aan dezen oorlog
Theedrinksters, die KLEIN’S
THEE van 20 ct. per ons, 25
ct. per vierdel, nog niet hebben
gedronken, noodigen we uit
deze Thee eens te probeeren
stof,
een
zeer
De Arnhemsche Courant schrijft
Hoe is, na elf maanden hevig vechten, nu
feitelijk de toestand op de verschillende
oprlogstooneelen en welke perspectieven opent
de positie van dit oogenblik voor de naaste
toekomst Op het eerste gedeelte der vraag
is gemakkelijker een antwoord te geven dan
op het tweede, immers, hoezeer de berichten
elkaar onderling vaak tegenspreken, is er toch
wel een algemeene conclusie te trekken, maar
wat de toekomst zal brengen, behoort nog
volslagen tot de verborgenheden. In één woord
saamgevat, kan men zeggen, dat na elf
maanden nog nergens en door niemand het
oorlogsdoel bereikt is. Om te beginnen met
het front, waar naar veler meening toch ten
slotte de beslissing moet vallen, zoo deze ten
leste niet op zee bevochten moet worden, op
het Westelijk oorlogstooneel heeft geen der
partijen een beslissend succes behaald. Om
daartoe te geraken, hebben Franschen en
Engelscben de laatste maanden, na het
Duitsche succes bij Yperen, dat evenwel niet
doorgezet is kunnen worden, hardnekkige
aanvallen gedaan. De resultaten daarvan zijn,
dat de Franschen ten Noorden van Atrecht
enkele punten veroverd hebben, maar zij
hebben volstrekt niets bereikt wat op een
doorbraak van het Duitsche front lijkt en
evenmin hebben zij resultaten verkregen, die
er op wijzen, dan dit eerlang het geval zal
wezen.
De Engelscben hebben ook hevige aan
vallen beproefd en nu moge de Times zeggen,
dat het Engelsche leger zijn taak niet naar
behooren vervullen kan, omdat het geen
voldoende kanonnen en ammunitie heeft, de
opgaven van de aan officieren en manschappen
geleden verliezen bewijzen, dat er toch hevig
gevochten wordt. Trouwens, daarvan geven
ook de communiqué's, dat van beide zijden
wordt aangevallen en dat dus niemand zich
nog tot een defensieve houding behoeft te
bepalen. De resultaten van de gevechten op
het Westelijk oorlogstooneel zijn dan ook, dat
er iederen dag een groot aantal menschee
gedood of verminkt wordt, maar iets wat op
een beslissing lijkt, is daar niet verkregen.
Met betrekkelijk geringe veranderingen houden
de beide legermachten elkaar omvat zooals
voor weken en maanden ook het geval was.
Maar de toestand in het Westen kan niet
buiten verband met dien in het Oosten be
schouwd worden. Hoe daar de positie is, be
hoeven we niet uiteen te zetten de over
zichten van het Oostelijk oorlogstooneel, die
de laatste weken bijna eiken dag een plaats
vroegen, hebben, meenen wij, voldoende
duidelijk uiteengezet wat de beteekenis is van
de actie van de laatste weken. De centrale
mogendheden zijn hier zeer beslist aan de
winnende handde val van Lemberg moge
geen eerste-rangs strategische beteekenis
hebben, de terugtocht der Russen uit Galicië
is zeker een gebeurtenis, die niet zonder
grooten invloed kan blijven. Het is alleen de
vraag of deze terugtocht werkelijk van een
zoo wijzigende strekking zal wezen, dat er
verandering door kan ontstaan in het Westen.
Al is een terugkeerend offensief van Russischen
kant in de eerste maanden zeer onwaar
schijnlijk, de mogelijkheid van een weer
voorwaarts rukken van den Russischen kolos
blijft bestaan. De Times verwacht voorloopig
van de Russen niet anders dan dat zij zich
op de been houden. Het ontbreekt hun niet
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Scharnegoutum. Twee hooiers van den vee
houder M„ uit het naburige Speers, uit het
land terugkeerende met een wagen vol gras,
hadden het ongeluk bij een dam neer te
rijden. Een van
wagen lag, geraakte
men hem daaronder vandaan baalde,
reeds overleden. De man was
Boertange.
Akkrum
alhier, zal
het stoken
de duurte en schaarschte
werd 250 ton
aangekocht.
In de Nieuw-Buinensche glasfabriek van
den heer Bakker o. a. wordt ook gas uit turf
gestookt, voor verhitting der ovens aangewend.
O. N.
Franeker. De Permanente Commissie der
Jongenskaatspartij heeft, met het oog op de
tegenwoordige tijdsomstandigheden, besloten
die partij dit jaar niet te doen houden.
Hooibroei.
De Commissaris der Koningin in Friesland
heeft het volgend schrijven tot de burgemeesters
gericht
„De directie van de onderlinge brand-
waarborgmaatschappij te Woudsend beeft
Frieslands Greidhoek, 1 Juli. Voor het
meerendeel is de eerste hooioogst in het cen
trum van Frieslands greidhoek al zoo goed
als afgeloopen. Deze oogst is ditmaal be
gunstigd door heerlijk zomerweer zoodat mag
verwacht worden, dat het eerste hooi uit
muntend veevoeder zal zijn. Niettemin hoort
men algemeen beweren, dat de opbrengst van
deze eerste snede niet groot is, zoodat een
flinke nagras-oogst voor vele veehouders zeer
welkom zal zijn. En daar lijkt het heden
nog niets op. Wel is op enkele plaatsen
flink regen gevallen, doch de afgemaaide gras
stengel schijnt aanvankelijk te veel uitge
droogd om nu zoo spoedig weer te gedijen.
Bovendien heeft de vele nachtvorst zelfs
nu nog komt die voor ook veel kwaad
gedaan en den grasgroei belemmerd.
Intusschen kunnen Juli en Augustus nog
weer veel goed maken wat in Juni is uitge
bleven.
Naar wij vernemen, is ook de melkaanvoer,
die in Mei zoo verbazend groot was, aan
sommige zuivelfabrieken al vrij wat gedaald.
Friesche Zuidwesthoek, 30 Juni. Het
was te verwachten, dat het hooi het mee
zou willen weten ditmaal jonge krachtige
vrucht met
korten tijd binnengekomen broei
moeten
„gollen”
aan dapperheid, maar aan kanonnen en
munitie, en als men de Hoeskoje Slowo
gelooven mag en die kan het weten
ook aan geld.
Over den Italiaanschen oorlog kunnen we
nog korter wezen. De krijgsbedrijven van
het Italiaansche leger zijn nu, na zes weken
oorlogvoeren, van te weinig belang gebleken
om van eenigen werkelijken invloed op den
algemeenen toestand te kunnen spreken. Toch
kan natuurlijk de Italiaansche invloed niet
geheel worden uitgeschakeld. Het is alleen
maar de vraag of van die zijde spoedig een
krachtiger actie is te verwachten, met andere
woorden of, na de Russische nederlaag, nu
het Italiaansche leger zooveel troepen van de
centrale mogendheden zal trachten vast te
houden, dat er geen groote versterking naar
het Westen gezonden kan worden. Men kan
de vraag ook omkeeren en als volgt redeneeren
Duitschland volgt blijkbaar de taktiek der
zwaksten van zijn tegenstanders zooveel moge
lijk klappen toe te brengen. De eerste actie
ging tegen Frankrijk, die gelukte niet en
toen is er met alle macht opgetreden tegen
Rusland. Dat heeft nu voorloopig zijn portie
en nu is het de vraag, zuilen de centralen
eerst trachten af te rekenen met Italië of
zullen zij thans alle kracht concentreeren
tegen de Engelsch-Fransche linie. In Engeland
heeft men het vermoeden, dat een sterke
concentratie van Duitsche troepen in het
Westen te verwachten is en het is waar
schijnlijk met het oog daarop, dat Lloyd
George in zijn groote rede over het minister-
vraagstuk niet alleen aandrong op een groote
productie, maar ook op een zeer snelle. We
moeten alweer vragenwanneer de Duitsche
legeraanvoering inderdaad besluit tot een krach
tig optreden in het Westen met een
aanzienlijk versterkte legermacht, zal dan
toch die prodnctie niet te laat komen en
zal men in Engeland niet tot de overtuiging
komen, dat men wel wat laat is begonnen
met maatregelen. Aangenomen, dat men in
Engeland, omdat men niet aanstuurde op een
oorlog, voor het uitbarsten daarvan geen maat
regelen heeft genomen is dan een tijds
verloop van tien maanden niet te lang ge
weest om tot de conclusie te komen, dat
andere bepalingen noodig waren dan tot dus
verre in het Vereenigd Koninkrijk golden,
dat men in Engeland wel wat al te veel ver
trouwd heeft, „dat het wel los zou loopen”.
Ook al zou het in de Engelsche pers toch
telkens weer naar voren komende optimisme
over den afloop der krijgsverrichtingen in het
Westen en Oosten gerechtvaardigd blijken,
dan blijft de fameuse Dardanellen-actie toch
altijd voor nu en later een wondeplek voor
het Engelsche prestige. De Times mag wel
zeggen, dat dat een onderdeel is van de
operaties, waarover maar zoo weinig mogelijk
gesproken moet worden De eerste expeditie
is een volslagen fiasco geworden, de tweede
schijnt niet veel beter te zullen slagen. Men
heeft blijkbaar gehoopt op hulp van Italië,
maar men is het er in Italië volstrekt niet
over eens of het verleenen van die hulp nu
voor Italië wel zoo heel wenschelijk is. Een
enkel blad moge nu zeggen, dat men eenmaal
in Konstantinopel zijnde, niet alleen den
Sultan, maar ook den beiden keizers de wet
kan voorschrijven, andere bladen betoogen,
dat Italië zijn troepen beter aan de Oostgrens
kan gebruiken.
Aangenomen alweer voor een oogenblik, dat
de hulp van Italië de Dardanellen-quaestie
tot oplossing zou brengen, dat dus aan
Rusland kanonnen en ammunitie konden
worden bezorgd, wat doet Italië dan anders
dan Rusland vrijen toegang te verschaffen tot
de Middellandsche Zee. Dat is immers altijd
het schrikbeeld geweest in Italië en Engeland.
En nu moge dit laatste land, mede voor het
handhaven van zijn prestige indeMohamme-
daansche wereld, de allure aannemen alsof
Rusland in Konstantinopel, geen vitaal belang
van Engeland meer raakt een quaestie
waarover na den vrede nog wel eens wat
gezegd zal worden voor Italië gelden die
motieven allerminst. En als Italië geen groote
neiging heeft om zijn bondgenoot van nu
niet te maken tot een allergevaarlijksten
concurrent voor Italië’s positie als Middel
landsche Zee-mogendheid, dan moge dat uit
bondgenootschappelijk oogpunt onaangenaam
zijn, maar het is zeker voor den buitenstaander
niet onverklaarbaar.
Daar komt nog bij, dat wat er in den
Balkan gebeurt, allerminst aangenaam is voor
een beetje te weinig zon en in
zou
komen. Het „dolt” thans in de
en wie tijdig heeft ingegrepen, be
klaagt het zich niet. De broei van thans
is krachtbroei, gevaarlijker dan waterbroei,
maar toch wel te bedwingen. Gelijk reeds
gebleken is.
Hesrenveen, 1 Juli. Brandgeroep, alarm
signalen van den brandboom, de „Vrijwillige”
vlug in actie, een drom van jachtende fietsers
en van hijgende, snelloopende, van wie weet
van waar zoo ras gekomen menschen den
Stationsweg uit, om het volgend oogenblik in
matig tempo terug te keeren, met teleurstel
ling op de gezichten. „’tWas maar wat
rookende en smeulende ongebluschte kalk in
een tramwagen”.
wederom mijne aandacht gevestigd op het
hooibroei-gevaar, dat zich vrijwel elk jaar
openbaart en dat, naar het oordeel der directie,
behalve aan natte weersgesteldheid of krachtig
gewas, mede is toe te schrijven aan het
vroeger oogsten en sneller binnenhalen van
het hooi dan voorheen, nu het hooi veelal
met behulp van machines wordt gewonnen,
hetgeen dit jaar tengevolge van de abnormale
tijdsomstandigheden wel meer dan anders het
geval zal zijn.
Deze omstandigheden, waardoor de gevaar
lijke toestand zich zeer zeker ook in dit
seizoen zal openbaren, geven de maatschappij
aanleiding, in de verschillende hooidistricten
ook nu weer den zoo doeltreffend gebleken
maatregel der hooi-inspectie in toepassing te
brengen.
De directie meent, dat, wanneer na vroeg
tijdige waarschuwing, samenwerking tusschen
de gemeentebesturen en de maatschappij wordt
verkregen, de goede resultaten daarvan niet
zullen uitblijven.
Waar het hier in de eerste plaats een zaak
van algemeen belang betreft, geef ik gaarne
gevolg aan het verzoek van directeuren om
uwe krachtige medewerking in te roepen ter
voorkoming van rampen tengevolge van
hooibroei.
Behalve het verleenen van medewerking
aan de genoemde brandwaarborgmaatschappij
bij hare pogingen om onheilen af te wenden,
schijnt het mij niet ondienstig, dat de land
bouwers in uwe gemeente opmerkzaam worden
gemaakt op het groote belang, dat er in de
eerste plaats voor hen zelven in is gelegen,
om het uitbreken van brand tengevolge van
het broeien van hooi te voorkomen en voorts,
dat zij er nadrukkelijk op worden gewezen,
dat wanneer tengevolge van nalatigheid, ge
brek aan voorzorg, achteloosheid enz. hunner
zijds brand mocht uitbreken, zij met den straf
rechter in aanraking kunnen komen”. O. N
Den vrede koopen.
Zékere heer Joh. Göbel te Amsterdam
meent, dat de oorlogvoerenden elkaar niet
kunnen overwinnen, dat de vrede dus moet
worden gesloten op den grondslag van den
status quo antealles blijft zooals het was.
De grenzen veranderen niet en schadever
goedingen worden niet betaald.
Men zit intusschen met België, dat zijn
ondergang nabij is, wanneer het aan zijn lot
wordt overgelaten. Nu konden wel beide
partijen de schade, in België aangericht, ver
goeden, maar de kans hierop is gering.
Daarom stelt de heer G. voor, dat de
neutrale mogendheden (de Scandinavische rijken
Zwitserland, De Vereenigde Staten en Neder
land) de schadevergoeding aan België voor
hun rekening nemen. Voor de handhaving
hunner neutraliteit hebben ze schatten op te
brengen. Welnu, is het niet verstandiger, een
paar honderd millioen uit te geven om daar
voor den vrede te koopen
De heer G. wenscht, dat
het initiatief tot een
zal nemen.
Zonder Vaderland.
Gisteren kwam met den trein uit Duitsch
land aan het station te Gennep eene oude
dame aan, die volgens een, haar door den
militairen grenscommandant te Hassum ver
strekt bewijs, niet in Duitschland werd toe
gelaten, omdat ze niet meer tot de Duitsche
natie behoorde.
Zij was reeds 46 jaren in Engeland
metterwoon gevestigd geweest, doch als van
origine eene Duitsche zijnde, daar uit gewezen
en den avond te voren met den sneltrein van
Vlissingen in de richting van haar vermeend
vaderland gepasseerd. Daar de arme vaderland-
looze, van wie een zoon, volgens haar zeggen,
in het Engelsche leger dient, zonder middelen
van bestaan was, moest ze zich tot de politie
wenden om onderstand. Of deze zal kunnen
uitmaken, tot welke nationaliteit de vrouw
behoort, is de vraag. Tel.
Een deurwaarder bekeurd.
Gisteren werd te Leiden door een deur
waarder krachtens vonnis van den kanton
rechter een woning ontruimd en naar gebruik
de inboedel op straat gezet. Dit nu verbiedt
een artikel van de verordening op de straat-
politie en daarom werd door de politie proces
verbaal tegen den deurwaarder opgemaakt
wegens het plaatsen of doen verblijven van
goederen op den openbaren weg zonder ver
gunning van B. en W, Alg. H,
y-
Bolswardsciie Courant,