Hïeuws- eu Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 55.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
54ste Jaargang.
1915.
FOCKE 8. KLEIN, Harlingen.
VOOR
Zondag 11 Juli.
BINNENLAND.
THEEHANDEL
Voor weerverkoopers verkrijgbaar
Theedrinksters, die KLEIN’S
THEE van 20 ct. per ons, 25
ct. per vierdel, nog niet hebben
gedronken, noodigen we uit
deze Thee eens te probeeren
ze is mooi grof, zonder stof,
schenkt goudgeel, heeft een
volle, geurige smaak en is zeer
waterhoudend.
f/J ’ACCUSE.
Friesche Zuidwesthoek, 8 Juli. In de
boerenschuren is het thans eiken dag „dollen,”
want het hooi broeit overal. Ook in de
schelven, waar omzetting reeds plaats had.
De veehouders grijpen in, niet om het dade
lijke brandgevaar, maar ter wille van de hooi-
kwaliteit, die dit keer algemeen prima is.
Bolswardsche Courant,
Afzonderlijke
Het volgende feit
Fr.
de komende
Te Bolsward bij Wed. J. J. LEMSTRA.
h Makkum bij W. v. d. GOOT.
I
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
herinneren toch
aan, dat andere
om dezen tijd
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Hepk. Nieuwsbl. v.
Ontvluchte geïnterneerden.
Van een gezelschap geïnterneerde officieren
van Urk, die gisteren per torpedoboot Enk-
huizen bezochten, wist tegen den avond een
tweetal te ontsnappen. Een hunner, die plaats
genomen had in den trein van halftien, werd
nog tijdig bemerktde ander is, naar meu
meent, gevlucht in de richting naar Andijk.
Gisteren werden te Assen door de mare
chaussees vier Engelsche geïnterneerden in
burgerkleeren, die uit Groningen ontvlucht
waren, aangehouden. Ze hadden zich aan het
station van een plaatsbewijs naar Utrecht
voorzien. Alg. H.
Hoewel de jaarmarkt te Harlingen dit
jaar niet plaats heeft, zoo
eenige eigenaardigheden er
jaren in onze zoo stille stad
de drukte heerschte van het kermisgedoe.
Zoo is een weduwe, die gewoonlijk Harlingen
met een miniatuur-kraam komt bezoeken, om
haar veelgeprezen oliebollen aan den man te
brengen, ook thans aanwezig. Ze heeft stand
plaats genomen op een schip, waarop het
kraampje als een bijzonder soort roef prijkt.
Ze mag zich in een drukke nering verheugen
Verder zorgen krantenjongens, mannen van de
reiniging en andere gedienstige geesten er voor
dat men aan de kermisweek wordt herinnerd.
Er zijn er onder hen, die zonder blikken of
blozen doorgaan met „pleizierige kermis” te
wenschen. Anderen vinden dit wat te kras
en stamelen „een voordeelig halfjaar”. Het
meeste succes echter hebben de snaken, die
een pleizierige mobilisatie” wenschen, want
zij hebben de lachers op hun hand.
N. H. Ct.
Te Leeuwarden was de verwisseling van
broodkaarten in het beursgebouw zoo slecht
geregeld dat de daarmede belaste personen het
bureau moesten sluiten. Men heeft daarna de
verwisseling op een 7-tal plaatsen doen geschie
den, Nu ging het beter.
In den omtrek van Drachten worden
duizenden eieren opgekocht. De plaatsvindende
daling bezorgde een zestal opkoopers echter
een schadepostje van f 2000, terwijl tot over
maat van ramp de knecht van een opkooper
met een kar met eieren in een sloot reed;
een andere kar wipte door onachtzaamheid,
waardoor ook deze eieren verloren gingen,
terwijl een derde persoon tegelijk met de eieren
een partij hooi vervoerde, waardoor een straat
jongen in de gelegenheid werd gesteld dit in
brand te steken, waardoor alles verloren ging.
Een spion!
Een landman in de Purmer, die een (naai
machine gebruikte, wilde daarvan een foto
hebben en verzocht den 19jarigen photograaf
Groen, te Edam, een opname in zijn hooiland
te doen. Dat gebeurde, maar de handeling
werd door een soldaat opgemerkt.
Groen werd gebracht naar het fort te Beem-
ster, bij de „Kwadijkerbrug”.
Den nacht heeft hij daar doorgebracht, en
gisteren is hij voor den commandant geleid,
terwijl zijn toestel in beslag genomen werd.
Een gevaarlijk mensch minder! Hbld.
De oorlog en de nachtegaal.
K. Zwart schreef uit Ruurlo aan De Lev.
Natuur
Ik heb in Mei wel nachtegalen gehoord,
maar geen enkele met den vollen slag. Waar
men gewoonlijk in en bij het dorp een dozijntje
kon tellen, daar trachtte nu een enkeling een
lied te orgelen. Ik zeg „trachtte”, want
zelden heb ik nachtegalen-liederen gehoord,
zoo stumperig als die van dit jaar bij ons.
En het mooie, donkere struweel tegen een
der randen van ons dorp, echt nachtegalen
hout, is alle dagen en avonden stil gebleven.
Ik zoek de oorzaak van dit ongewone en
onaangename geval in den oorlog. Wordt
niet de trekweg onzer nachtegalen gekruist
door de frontlijn NieuwpoortAtrecht
Reims Verdun Belfort? Wat zullen er in
den vorigen herfst vele tegen die linie zijn
gestuit, verdoofd, verlamd of op een ver
keerden weg naar Z.-O.-Z. zijn afgezakt. En
die toch aan de Middellandscbe zee zijn ge
komen, moeten dit voorjaar, van ’t Zuiden
uit, weer tegen de vechtlinie zijn opgetornd.
Misschien is een deel van hen in Midden-
Frankrijk gebleven en is een ander deel in
N.-W. richting langs het oorlogsgebied in
Engeland aangeland. We weten het niet,
maar bij ons zijn ze in elk geval niet. Wan
neer we bovendien bedenken, dat nachtegalen
altijd terugkeeren naar hun geboorteplekje en
we dit in verband brengen met het stumperig
gedoe van de enkele zangers die wij van ’t
jaar hebben, dan wint ons vermoeden in
kracht, dat onze nachtegalen zijn verongelukt
of weggebleven, en dat de enkele paren, die
hier nestelen, hier heelemaal niet thuis be-
hooren. ’t Zijn vreemden, wier stem wij nooit
van te voren hoorden.
De redacteur Thijsse teekent hierbij aan
Bij ons in Bloemendaal is het nogal mee
gevallen. De nachtegalen zijn Iaat gekomen
en ook laat begonnen met zingen, maar in
de eerste week van Mei waren er niet minder
dan in vorige jaren, tenminste in de onge
stoorde duinboschjes. In het bebouwde ge
deelte der gemeente wordt de vogel natuurlijk
ieder jaar schaarscher.
Geen lief hebbers.
Voor een vacature van openbaar onder
wijzer met verplichte hoofdacte te Harderwijk,
op een salaris van f 750, heeft zich geen
enkele sollicitant aangemeld. Men brengt dit
in verband met de hooge prijzen, die tegen
woordig nu er in Harderwijk zooveel
vreemdelingen zijn voor kamerhuur enz.
worden gevraagd. Het is daar toch niet
mogelijk beneden de f 60 per maand zelfs
een eenvoudige kamer met dito pension te
verkrijgen.
St. Nicolaasga, 7 Juli, ’t Is natuurlijk
geen gewoonte dat ’n „stemhokje” gecontro
leerd wordt als een kiezer zijn kiezerspjicbt
heeft vervuld, maar toch kan dit in sommige
gevallen wenschelijk zijn,
is daarvan een bewijs.
Toen een kiezer van
taak vervuld had, nam
stembureau een kijkje
een biljet met de namen
daten, ’t Biljet werd den
De Arnh. Ct. schrijft
Onder de oorlogsliteratuur zal nu en later
een zeer voorname plaats innemen het dezer
dagen in het Nederlandsch bij den uitgever
W. de Haan, te Utrecht, verschenen boek
„J’accuse”. Men weet het: dit boek is ge
schreven door een Duitscher, is in Duitsch-
land verboden, maar daarmede is het niet
onderdrukt. Een boek als dit kan niet
onderdrukt worden zoomin als het beroemde
geschrift van Zola, onder denzelfden titel de
wereld ingeslingerd naar aanleiding van de
Dreyfus-zaak, zijn effect gemist heeft, zoomin
zal ook dit boek nalaten in breeden kring
indruk te maken. Dit boek is een in alle op
zichten merkwaardig boek. Het is geen
pamflet, geen schetterboek, het is geen dol-
er-op-losslaanintegendeelhet is gedocu
menteerd, ernstig werk van een man, die
oorzaken en gevolg in een streng logisch
onderzoek met elkaar in verband brengt, die
niet schroomt den vinger te leggen op wat
hij wonde-plekken acht, maar die dat niet
doet zonder argumenten. Bovendien is dit
boek geen auti-Duitsch boek, al heeft de
Duitsche regeering het verboden. Want dit
boek gaat niet tegen Duitschland en allerminst
tegen het Duitsche volk, het laat den persoon
van den Duitschen keizer bijna ongemoeid
het is alleen een aanklacht tegen het
systeem volgens hetwelk het Duitsche volk
geregeerd wordt, een beschuldiging van den
man, die de incarnatie van dat systeem is de
rijkskanselier von Bethmann-Hollweg. Het is
een kreet om verlossing, een waarschuwing
tegen het onderworpen blijven aan het nu
geldend systeem, een vlammende opwekking de
oogen te openen voor wat verkeerd is en tot
verkeerdheden heeft geleid.
Wij zullen in den loop van
weken allicht gelegenheid hebben op den
inhoud van dit werk terug te komen, er
misschien enkele grepen uit te doen. Voor
heden volstaan wij met een enkel woord te
ontleenen aan het slotgedeelte, omdat daaruit
duidelijk spreekt de gedachte van den auteur,
omdat daaruit inderdaad kan blijken, dat het
hem niet alleen te doen is geweest een aan
klacht te uiten, te beschuldigen, maar omdat
hij daarin het middel onder de oogen ziet
om de misstanden, die aanleiding hebben
gegeven tot de toestanden van thans, in de
toekomst uit den weg te ruimen.
Dat slotgedeelte begint met de vraag: „wat
moet de vrede ons brengen?”, en het antwoord
daarop is: geen wapenstilstand, maar een
voortdurende vrede op vasten, gerechtvaardig-
den grondslag. Het systeem van gewapenden
vrede, dat in 1910 Europa reeds ongeveer 10
milliard mark per jaar kostte, is bankroet;
het heeft in vredestijd de volkeren tot op het
merg uitgeteerd en heeft toch den oorlog niet
kunnen verhinderen. Na den oorlog zal boven
dien een nog grootere opdrijving der militaire
uitgaven niet mogelijk zijn; daarvoor heeft
deze oorlog en de voorbereiding er toe te veel
van de Europeesche Staten gevergd. Daarom
zal den volken niets anders overblijven dan
terug te keeren tot de gedachte: Een vredes-
hond van vrije volken, welke sinds eeuwen
de meest verlichte geesten in Europa als het
eenige geneesmiddel hebben voorgepreekt.
Kant heeft een dergelijken bond, gegrond
op onderling vertrouwen, op plichtsgevoel, op
„categorische imperatie”, reeds mogelijk geacht,
zonder een wetgevende hoogste macht, zonder
Klompen.
In den Gelderschen Achterhoek worden de
klompenmakers met bestellingen uit Pruisen
overladen, daar men zelfs in den burgerstand
zich meer aan de klompendracht gaat wennen.
De vaklui kunnen wegens de landbouwdrukte
niet genoeg werk afleveren. De prijs is ge
middeld reeds f 40 a f 45 per 100 paar.
Arnh. Ct.
Wegens gebrek aan steenkolen stookt
men te Sappemeer in de gasfabriek gas uit
turf en teerde directeur heeft den ver
bruikers verzocht hun verbruik tot op
50 pCt. terug te brengen.
Idskenhuizen hier zijn
een der leden van ’t
en vond ter plaatse
der rechtsche candi-
man weder ter hand
gesteld met de opmerking, dat men op deze
wijze geen invloed op de kiezers mocht uit
oefenen. Het controleeren had zijn oorzaak in
een dergelijke handeling van dien kiezer bij
een vorige gelegenheid. Jr. Ct.
Stavoren, 8 Juli. Het is opvallend hoe
veel pleiziervaartuigen, waaronder groote en
sierlijke, dezen zomer onze haven aandoen of
passeeren. Zooals ons bleek, staat dit ook al
in verband met den oorlog. Daardoor is
men n.l. vrijwel genoodzaakt binnenslands te
blijven.
Westergo, 8 Juli. De goedkoope bloem-
bollen-aanbiedingen, gevolg van den oorlog,
zijn onzen dorpstuinen ten goede gekomen.
Gladiolen, Cannas Lillium, Ranonclum
overal worden deze voorheen niet algemeen
bekende bloemen gezien, ook voor vele kleine
woningen, waar het straks volop bloem zal
zijn. Als de verscheidenheid in kleur niet
teleurstelt, dan zullen de offertes over het
geheel wel beantwoorden, wat vroeger niet
altijd het geval was, en zal dus deze intro
ductie een aanbeveling kunnen zijn voor
volgende jaren.
Heerenveen, 8 Juli. In verband met de
heerschende duurte, is door de afd. der
S. D. A. P. alhier besloten, een adres te richten
aan den gemeenteraad van Schoterland, met
verzoek: le inzake den Hoofdelijken Omslag
den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud
ter verhoogen; 2e voor hen, die zulks be
hoeven, goedkoopere cokes verkrijgbaar te
doen stellen.
gemeenschappelijke staatsorganisatie. Wat Kant
voor de wereld, waarin hij leefde, noodig
achtte, is thans millioenmaal meer noodig, nu
de Staten niet meer zonder elkander kunnen
blijven voortbestaan, nu internationale banden
hen opfclk gebied bijeenhouden. In dit systeem,
waarbij de ringen der internationale gemeen
schap op alle gebied reeds in elkander sluiten,
past onze tegenwoordige diplomatie met haar
verouderde methodes niet meer; het is een
anachronisme zegt de schrijver, „dat bij onzen
tijd past als een Idiaansche medicijnman in
een modern ziekenhuis”.
Sedert eeuwen beeft men gestreefd naar een
organisatie van moderne Staten, welke de
bemoeiingen der diplomatie, in den tot nu
toe gebruikelijken zin, zoo goed als overbodig
zou maken. Daarvoor in de plaats zou dan
komen een diplomatie zonder geheime kunsten,
zonder spionnen in uniform, zonder paleis- en
achtertrap-intriges; de diplomaten zouden onge
veer dezelfde functies uitoefenen als de bonds-
afgevaardigden’te Berlijn.
De schrijver komt hierop tot de veel ge
stelde vraag, of een dergelijke vredesbond uit
voerbaar dan wel een utopie is en wijst in
dit verband er op, hoeveel veranderingen en
organisaties op dit gebied vroeger on mogelijk
geacht werden maar thans tot stand gekomen
zijn de Italiaansche eenheid, de afschaffing
der feodale rechten uit de middeleeuwen e.d.
ingrijpende veranderingen, die eenige eeuwen
geleden niet bestaanbaar genoemd zouden zijn
geworden.
Waarom dus, zegt de schrijver, zou een
vredebond, die het belang van alle volkeren
gelijkmatig behartigt, onmogelijk zijn Indien
de tegenwoordige Duitsche bondstaten toen in
1866 in verbitterden broederstrijd tegenover
elkaar stonden en 4 jaren later een eeuwigen
bond tot bescherming van het bondsgebied
en het daarbinnen geldige recht, alsmede tot
behartiging van de welvaart van het Duitsche
volk, konden sluiten, waarom zou een volke
renbond van veel beperkter doel zonder eenig
staatsrechterlijk verband, alleen met het
eenige doel tot instandhouding van den vrede,
onmogelijk zijn? Is dit verband niet verstan
dig Komt ’t niet overeen met de levens
belangen van alle betrokken volken, alle in
gelijke mate? Is hij niet oneindig hechter
dan in deze op geweld gebaseerde organisa
tie Een band, die op het onwankelbaar
fundament van de aan allen gemeenschappe
lijke vredesbehoeften, na zoo’n vreeselijken
oorlog, gegrondvest is. Wat verliezen de
onderteekenaren van dit bondsverdrag voor
den vrede ’t Recht, om onder elkaar oorlog
te voeren. Verder toch niets. Dit recht
hebben zij immers in den huldigen oorlog
genoeg uitgeoefend en in zijn onbeschrijfelijke
gevolgen leeren kennen. Heeft dit recht
hun, of ook maar één hunner eenig nut ge
bracht Heeft het hun niet gezamenlijk,
overwinnaar en overwonnene, dicht bij hun
ondergang gebracht, hun wonden geslagen,
die vele generaties lang nog niet geheeld
zullen zijn Wat offeren zij dan op, wanneer
zij van dit recht afstand doen Zij geven
de mogelijkheid op, zichzelf en anderen ten
gronde te richten, verder niets.
En wat krijgen zij daarvoor in ruil? Ten
eerste krijgt ieder hnnner voor het afstaan
van zijn recht de overeenkomstige verplichting
van zijn tegenstander in ruil. Rechten en ver
plichtingen compenseeren elkaar, in zooverre
is de rekening afgesloten. Nu komt echter de
kant van het crediet. Een ieder is veilig voor
vijandelijke aanranding. Ieder volk kan rustig
voor onbepaalden tijd zijn streven in handel
en wandel, in kunst, literatuur en wetenschap
volgen, kan alle hem door de natuur geschonken
talenten op onbeperkte en onbetwiste wijze
ontwikkelen, kan de militaire uitgaven, die
niet meer tot aanvallen kunnen dienen en
voor beveiliging niet, meer noodig zijn, lang
zamerhand, in vereeniging met de verbonden
staten, verminderen en 't bespaarde geld voor
opvoeding, en welvaart en sociale doeleinden
gebruiken. Een nieuwe wereld zou
in de oude ontstaan. Milliarden zou
den langzamerhand vrijkomen, om armoede te
bestrijden, den toestand van de arbeidende
klasse te verbeteren, om welstand en geluk,
naar alle kanten rond te strooien en door ’t
verschaffen van algetaeene tevredenheid, zou
de Europeesche wereld voor inwendige kata-
strophen gespaard blijven.