Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Theehandel Focke S. Klein, No. 65. Verschijnt Donderdags en Zondags. 54ste Jaargang. i 1915. Generaal Staal over Duitschlands inval in België. r I I ri li VOOR Zondag 15 Augustus. BINNENLAND. ■4 De noodzakelijkheid van een Oorlogswinstbelasting is het onderwerp van eene brochure, die bij Van Holkema en Warendorf te Amsterdam is verschenen. De schrijvers, de heeren Dan. M. Klijzing en dr. H. J. Prins, achten thans den tijd rijp om de gelden voor de bijzondere uitgaven te verkrijgen ter plaatse, waar zij het best gemist kunnen worden, n.l. in de kringen, waar, door en tengevolge van den oorlog, bijzondere winsten zijn gemaakt. L. Dbld. in pakjes, is geurig, krachtig, waterhoudendwordt verkocht in ons pakjes a 22 et, in vierdel pakjes a 27’/2 cent, is in vele winkels verkrijgbaar. Voor wederverkoopers Bij Wed. J. Lemstra, Bolsward. W. v. d. Goot, Makkum. HARLINGEN. Wonseradael, 12 Augs. Schrijft men uit Frieslands Z.O.-hoek, dat de vruchten als aardappelen en boontjes zich hebben hersteld van de Junivorst, alhier is zulks niet het ge val. De opbrengst der aardappelvelden, die door de vorst werden geteisterd, zal aanmer kelijk minder zijn. Ook de akkers boontjes brengen op lange na niet zooveel vrucht op als andere jaren. Bolswardsclie Courant 8 maanden. afzonderlijke van I Het ie goed, dal de schrijvers hieraan toevoegen: „tenzij" enz. Er zijn inderdaad tal van bedrijven opgericht in ons land, die niets met den oorlog of den oorlogstoestand te maken hadden, doch die, veeleer, niettegenstaande den oorlog opgericht werden. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per Franco per post 50 Cents, nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. vrouw De venter, die was over pijn in de keel tocht met zijn kar, doch voelde, zich alras zoo onwel, dat hij weer stadwaarts moest trekken. De schade is betrekkelijk gering. Als een bewijs hoe nauwkeurig de paardenhandel in Limburg wordt gecontro leerd en de uitvoer naar andere provincies wordt nagegaan, kan dienen, dat enkele land bouwers te Haarlemmermeer paarden te Sit- tard en te Maastricht hebben gekocht, en de politie te Haarlemmermeer een onderzoek heeft ingesteld of die paarden, volgens nauwkeurig signalement, wel daar waren aangekomen. Klein's Thee, Heerenveen, 13 Augs. Voor ’t eerst krijgt Heerenveen de eer. De Althoffs en de Wilke’s- zijn hier wel geweest, en maakten hier goede zaken, maar Carré deed het niet minder dan Leeuwarden. Ditmaal zal dit befaamde circus ook Heerenveen bezoeken en wel voor vijf dagen van Donderdag 19 tot en met Maan dag 23 Augustus. Behalve honderd raspaarden brengt het circus een uitgebreide menagerie mede, be staande uit leeuwen, wolven, beren, hyena’s, wilde zwijnen, zeeleeuwen, lama’s en nog vele andere dieren. Uit andere plaatsen vernemen we, dat het zeer gevarieerde eerste klasse programma overal een enormen bijval vindt. de macht volgt dan „Welnu, als aanklacht tegen het geheele „Alldeutschtum” en tegen allen, die zich tot zijn werktuigen gemaakt hebben, onderschrijf ik als Duitschehet boek J’accuse” woord voor woord en zin voor zin. Het geeft inderdaad niets nieuws; ten minste niets, dat voor eenig oplettend beschouwer nieuw behoefde te zijnmaar de algemeene oorlogs psychose maakt het maar al te noodig de feiten en wel in dezen vorm onder de oogen van het Duitsche publiek te brengen. Deze aanklacht is vreeselijk, maar is de misdaad zelf dit minder? Ik betwijfel geen oogenblik, dat de schrijver een Duitscher is (vermoedelijk een jurist) en dat hij zijn vaderland oprecht lief heeft. Uit een valsche barmhartigheid had hij misschien kunnen zwijgen ter wille van de waarheid moest hij spreken, neen, storm luiden, en ik wil getuigen, dat hij gelijk heeft, duizend maal gelijkHet Duitsche volk moet wakker geschud worden uit zijnen ontzettenden bloed- roes. En dat op dit oogenblik vraagt generaal Staal. En juist op dit oogenblik! zeg ik; ter wille van de waarheid, ter wille van het Duitsche volk, voordat opnieuw millioenen krachtige mannen gedood of verminkt, mil lioenen gezinnen in rouw gedompeld worden. Een werk van haat, zegt generaal Staal Zeker, daar staat immers bijna aan het slot het vers van Herwegh Wir wollen endlich bassen I” Wir wollen endlich kassen 1” De eerzuchtigen, de verleiders, die deze onnoembare ellende over het Duitsche volk en over Europa gebracht hebben Daar spreek ik niet tegen. Ten slotte nog een woord over het verwijt, dat generaal Staal den schrijver maakt over zijn anonymiteit. „Sla mij dood, maar hoor mij”? Ja, maar het hooren blijft toch de hoofdzaak, het doodslaan kan men tegen woordig gauw genoeg hebben, maar zou bij daardoor het Duitsche volk voorthelpen Dat kan ik mij moeilijk voorstellen. Maar op het oogenblik, dat zijn martelaarschap noodig of nuttig zou kunnen worden, dan zal deze man zich zeker niet verstoppen, dat is de gewoonte niet van menschen, die hunne over tuiging uit Herwegh en Kant putten”. Allereerst moet het eene heffing in eens zijn, eene heffing van de sinds den aanvang des oorlogstoestands behaalde oorlogswinst. Deze heffing kan, hetzij als zoodanig, hetzij in gewijzigde mate, later herhaald worden. De wetgever erkent de rechtvaardigheid van eene dergelijke bijzondere belasting. Men denke aan de schenkingen onder levenden en aan de testamentaire makingen, waarbij de wet gever, door belasting te heffen, uitspreekt, dat een vermogensvermeerdering van zoodanigen aard kan zijn, dat den fiscus billijkerwijze een belangrijk deel daarvan toekomt. Men zou nog meer voorbeelden kunnen aanhalen. Op overeenkomstige wijze geschiede de belasting op oorlogswinst. Juridisch is zij mogelijk; moreel is zij noodzakelijk. De schrijvers wijzen er op, dat de Rijks- inkomstenbelasting in hoofdzaak drukt op wie een inkomen, doch geen vermogen hebben. (En een inkomen van f 1500 vóór den oorlog is nu, ten gevolge van de abnormale tijden niet grooter dan vroeger f 1200 zou zijn). Behalve de 33 opcenten zijn nog meerdere in aantocht. De meerderheid van het volk zal van een verminderend inkomen te veel, de man, die groote oorlogswinst maakt, zal te weinig betalen. De komende wintermaanden kunnen moeilijk worden, vooral yoor de gezin nen van hen, die de wapenen dragen voor het algemeen belang. De duurte der levensmiddelen zal zwaar drukken. De schrijvers nemen aan, dat van een inkomen van f 1500 zeker een bedrag van f 150 gerekend moet worden voor die prijsverhooging. Daarom achten zij de belasting op de oor logswinst noodzakelijk en alleszins gerecht vaardigd. Hoe zij zich die voorstellen? Zij vatten hun wenschen aldus samen, na er nog eens op gewezen te hebben, dat eene heffing in eens de voorkeur verdient le. We mogen aannemen, dat een bedrijf nè 1 Augustus 1914 opgericht, uitsluitend ten doel heeft (had) gebruik te maken van den oorlogstoestand tenzij het tegendeel kan worden aangetooud. Van dergelijke bedrij ven is alle winst als oorlogswinst te qualifi- ceeren. 2e. Voor reeds bestaande bedrijven, zou de winst boven het gemiddelde van hetgeen de laatste drie jaren behaald is geworden (waarbij rekening gehouden zal moeten worden met eventueele bedrijfsuitbreiding), beschouwd kun nen worden als oorlogswinst. 3e. Een diesovereenkomstig beschrijvings- biljet zou moeten worden uitgereikt door den Ontvanger der directe belastingen, waaronder de belastingplichtigen ressorteeren, aan ieder, behalve aan degenen, die uithoofde van hunne maatschappelijke positie, van eventueele oor logswinst zijn buitengesloten. 4e. Aangezien hier meer dan bij de be staande belastingen, ontduiking te duchten is, moet den Ontvanger de bevoegdheid worden toegekend om, bij eenig vermoeden van onjuist heid der opgaven, een onderzoek door terzake deskundigen te laten instellen, waarvoor o.i. een accountant de aangewezen persoon is terwijl voor de aangeslagenen de weg tot indiening van een bezwaarschrift en van beroep, moet open staan. 5e. Het te heffen percentage moet o.i. in geen geval lager zijn dan hetgeen vastgesteld is voor de verkrijging van erfenissen of legaten door aan den erflater niet verwante personen. Ten slotte sporen de schrijvers aan om in dezen geen uitstel te plegen. De groote econo mische malaise, die ongetwijfeld na den oorlog zal ontstaan ten gevolge van verspild mate riaal, nutteloozen arbeid en vernietigd kapitaal, zal dan een zwaardrukkende belasting onmo gelijk maken. Zij zijn er van overtuigd, dat de minister van Financiën, die reeds zooveel heeft over wonnen, zich niet zal laten afschrikken noch door de moeilijkheid een uitvoerbaar ontwerp samen te stellen, noch door de bezwaren, die de wetwording in den weg zou kunnen worden gelegd. Arnh. Cl. Dat en hoe deze prealabele vraag verschilt van de algemeene beschouwing des geachten schrijvers, dien ik beantwoord, behoeft niet te worden aangetoond. Immers, ook al is zijne „gissing” juist, Duitschland, in het algemeen, zich genoodzaakt zag aan te vallen, ook dan nog, is voor Duitschlands bedrijf tegen België noodig, niet de algemeene strategische, maar de concrete rechtvaardiging van tegenweer. Haar kan alleen de geschiedenis leveren, hoor ik zeggen. Zeer juist, dat wij op haar dan ook niet vooruit loopen. Een Duitsche dame, die zich Elisabeth Behmer noemt, die veel in Duitsche officiers- families verkeerde, komt in het Vaderland eveneens op tegen de critiek van den oud- Minister Staal, voor zoover deze het boek zelf gold. „Het gaat hier niet”, zegt de schrijfster, „om de meerdere of mindere volledigheid van blauw-, geel-, of witboeken, maar om de ge schiedenis van de laatste tien jaar en de rol, die Duitschland daarin gespeeld heeft, en in dit opzicht lijkt het mij vrijwel onmogelijk het betoog van den schrijver (van J’accuse) te weerleggen”. „Met de grootste verbazing heb ik gelezen, hoe generaal Staal den inval in België tracht te rechtvaardigen”. Zij wijst er dan op wat gedurende de laatste tien jaren in Duitschland „de musschen van de daken floten” en wat verschillende bekende schrijvers in Duitschland hebben gezegd over van de Al Duitsche partij en ver- Generaal Staal heeft in een artikel in het Vaderland een criUek geleverd op het boek J’accuse, waarbij hij o.m. betoogde, dat het Fransche Noorderfront slechts door België te bereiken was en hij schreef dan „Neemt men dus eenmaal als waarschijnlijk aan, dat de oorlogsoorzaak er voor Duitsch land was, dan volgt de rest logisch van zelf, en dan kan Duitschland, zoo al niet volkomen onschuld, dan toch zeker, en zeer sterk, ver zachtende omstandigheden pleiten”. In een ingezonden stuk in het Vaderland schrijft Henri Borel thans naar aanleiding van deze uitlating „Mag ik thans generaal Staal beleefd een vraag stellen N.l. deze (en ook dit volgt „logisch van zelf”): Als het eens ik stel enkel het geval, méér niet voor Duitschland dan wel voör Engeland „oorlogsoorzaak” werd, ten einde den vijand beter op ’t lijf te kunnen vallen, Nederland binnen te vallen, zou Zijne Excel lentie, Nederlands gewezen Min. van Oorlog, dan óók voor den invaller „zoo al niet vol komen onschuld, dan toch zeker, en zeer sterk, verzachtende omstandigheden pleiten Of bestaat er, behalve „oorlogsoorzaak” in een beschaafde wereld ook nog zoo iets als volkenrecht en het recht op onafhankelijkheid van kleine naties?” Ook mr. J. A. Levy kan zich niet ver- eenigen met de meening van den generaal, waar hij het voorstelt als zou er sprake mogen zijn van „de noodzaak, waarin Duitschland kon aangenomen worden te verkeeren, om België’s neutraliteit niet te ontzien”. Een voorstelling als deze is niet ongewoon, zegt mr. Levy. Zij heeft alsdan den vorm van het spreekwoordnood breekt wet, in het Duitsch, hier vaak vermeld, of bedoeld „Noth kennt keine Gebot”. Het zou mij leed doen, wanneer dit wan begrip van nu af, op het rechtmatig gezag van den geachten schrijver bogen kon. Ont kent iemand dezen grondregel, of is hij van oordeel, dat Politiek en Recht heterogeen zijn, dan kunnen de acten gesloten en bij ver wezen worden naar Macchiavelli’s „Principe”. Daarin kan hij geestverwantschap vinden. Buiten de gedachtensfeer van dat werk is er met hem voor gedachtenwisseling geen plaats. Welnu, naar rechten, breekt nood alleen dan wet, wanneer er van tegenweer sprake en deze bewezen is. Er bestaat daaromtrent in onze bronnen niet de allergeringste aarzeling of twijfel. Schrijver geeft dan verschillende uitspraken, om dit aan te toonen en hij vervolgt dan Toegepast op ons geval, ligt de slotsom voor de hand. Niet de vraagwelk aanvalspunt bood Duitschland de meeste kans op snelle zege, nu het meende ten strijde te moeten trekken. Die vraag is niet beslissend, voor zijn recht of onrecht tegen België. De rechtsvraag is afhankelijk van deze andereVerkeerde waarlijk en werkelijk Duitschland in staat van tegenweer, toen het te velde trok Hoopten allerwege de onweers wolken zoozeer zich op, spanden Duitschlands vijanden zoozeer samen, dat het Rijk in zijn bestaan of machtsverhouding waarlijk en werkelijk zich bedreigd zien en achten mocht Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Stavoren. Bij kalme zee en onder be langstelling van een groot aantal kijkers stoomde de nieuwe veerboot, de „Van Hasselt”, gistermiddag onze haven binnen. In verge lijking met de bestaande booten, is het een waar reuzenschip, dat voor den reiziger tus- schen Stavoren en Enkhuizen een groote ver betering zal brengen. De boot is geheel naar de eischen des tijds ingericht, en loopt 27 K.M. per uur. De afstand Enkhuizen Stavoren is 22 K.M. O. N. Snoek. Tegen Maandag a.s. worden door den gemeenteraad winkeliers en belangheb benden bij een verordening op wettelijke winkelsluiting opgeroepen, om te verklaren of ze voor of tegen een zoodanige verordening zijn, opdat de raadsleden gegevens zullen hebben, als die zaak behandeld wordt. Het schijnt dat tegenstanders van een zoodanige verordening rondgaan bij de winkeliers om dezen zoo mogelijk te bewegen tot tegenstemmen over te halen. Dat is hun recht, waartegen niets te zeggen is, maar ’t blijkt, dat daarbij oneerlijke middelen aangewend worden. Zoo moeten ze gezegd hebben, dat bij het vast stellen der verordening des morgens niet voor 7 uur mag verkocht worden. De afd. „Sneek” van den Algem. Nederl. Bond van Handels- en Kantoorbedienden heeft met opschrift „Schunnige practijken" ’n strooi biljet verspreid, waarin gezegd wordt, dat deze bewering een bewuste leugen is. Het biljet doet verder uitkomen, dat zoolang er geen verordening voorgesteld is, niemand kan weten, hoe die er uit zal zien en wijst er dan op, dat nergens waar winkelsluiting bestaat, het openingsuur later dan 5 uur in den morgen bepaald is. O. N. Uit Peize (Dr.) meldt de Ass. Crt. dat Woensdagmorgen op 20 minuten afstand van Groningen, de bliksem sloeg in de woning van W. Pera aan den Peizerweg. De vrouw stond in de geopende zijdeur, een venter stond voor haar, dus buiten, zijne waren aanbiedende; haar echtgenoot zat in een zijkamertje met twee kinderen en eene oude moeder om de tafel. Plotseling was alles vuur en zwavel damp om hen heen. De vrouw zeeg bewuste loos neer. Haar echtgenoot zag haar nog vallen, maar viel toen ook van den stoel, terwijl eene groote ruit van het raam, waar voor hij zat, stuk sloeg. De oude vrouw en de kinderen bleven ongedeerd. Weldra kwamen ook de ouders weer bij, doch de man voelde zich Woensdagavond nog zwaar in het hoofd, terwijl het de vrouw nog in de ooren suizelde. staan gebleven, klaagde en vervolgde eerst den

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1