Ileuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Theehandel Focke S. Klein,
I
I
1
Hl
I
g
B
No. 73.
54ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1915.
l
R
VOOR
Zondag 12 September.
A fzonderlijke
//Thans” d.w.z.
toch
CONTRASTEN.
het-
BINNENLAND.
s*.
vi
in pakjes, is geurig, krachtig,
waterhoudend; wordt verkocht
in ons pakjes a 22 et, in vierdel
pakjes a 27 72 cent, is in vele
winkels verkrijgbaar.
Voor wederverkoopers
Bij Wed. J. Lemstra, Bolsward.
W. v. d. Goot, Makkum.
HARLINGEN.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
De rechtbank alhier veroordeelde heden
den landbouwer Tj. V. van Snikzwaag, wegens
diefstal van een koe uit de weide tot 1 jaar
gevangenisstraf, met aftrek van de preventieve
hechtenis.
Sneek 10 Sept. De Stoomboot, /zStad
Winschoten” is gelicht, na een zwaren harden
arbeid van een paar dagen door personeel van
de boot en dat van de firma Van der Werf
alhier, die ’t boven water brengen enz., voor
f 900 had aangenomen, ’t Bleek al spoedig
dat de bovenlaat, die voor ’t grootste deel
reeds is opgepikt, bestond uit datgeen, ’t welk
wij in ons vorig nummer noemden. En verder
is ’t gebleken dat de inhoud die zich be
neden bevond, op verre na niet opwoog tegen
den last die bovenop was geladen.
’t Mag een wonder heeteu dat deze roeke
loosheid, die aan z/De Handel en Nijverheid”
eenige jaren geleden zooveel menscbenlevens
op de Zuiderzee kostte, ook thans niet weer
offers heeft geëischt.
Ten slotte een vraag. Zou ’t niet wen-
schelijk zijn dat de politie in ’t vervolg een
meer wakend toezicht houdt bij ’t laden van
vervoermiddelen te water. Want als ’t on-
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
Wat schade dus geeft het, dat millioenen
werkers geen arbeid nu verrichten, dat duizen
den arbeidskrachten zich inspannen om
daarmede niet de productie te dienen.
Als men dit overweegt, ziet men, hoe alle
oorlogvoerende volkeren door den oorlog achter
op komen, hoe zij interen en kapitaal ver
nietigen.
Ook de neutrale landen deelen in de schade
want om verschillende redenen moeten zij hun
productie inkrimpen en krijgen duizenden
werkloozen te onderhouden, waardoor het
maatschappelijk kapitaal inteert.
Er is meer
onderbreking van
Als voorbeeld,
gj
menschenplicht te achten,
in normale tijden.
Trouwens de worsteling ter bereiking van
een volmaakt humaniteitsbeginsel is sedert
eeuwen en eeuwen aan den gang. Die worste
ling is niet het speciale eigendom van onzen
tijd. Evenmin kan men onzen tijd buiten
die worsteling plaatsen. In die worsteling
der eeuwen treden herhaaldelijk vrouwen op
den voorgrond. Mejuffrouw Groshans wijst
op die heldinnen van later tijd, die we allen
kennen Beecher Stowe met haar strijd tegen
de slavernijDr. Anna Kingsford en Frances
Power Cobbe, die den strijd tegen al wat
onderdrukt werd tot een georganiseerd geheel
maakten; Bertha von Suttner, die den strijd
tegen den oorlog aanbond; Josephine Butler,
die de prostitutie, en Frances Willard, die
de drankellende bestrijdt.
In die worsteling ter bereiking van een
volmaakt humaniteitsbeginsel speelt inderdaad
de vrouw een groote rol. We zouden zeggen
nog meer dan door wat de grootsten onder
haar in het openbaar hebben gedaan, door
wat eeuw in eeuw uit, van geslacht tot ge
slacht, door de vrouw aan teerheid en aan
gemoedsontwikkelende elementen in de ziel
van hen, die zij opvoedde, is gebracht. Daarom
zien we, bij het donkere heden, en niettegen
staande de soms verbazingwekkende en niet
aangenaam beroerende uitingen van den ge
moedsaard der vrouwen in de verschillende
oorlogvoerende landen, met vertrouwen naar
haar, die voor de toekomst een gezond denkend
geslacht kunnen opvoeden, naar de vrouwen
van thans, de moeders en haar, die later
moeders zullen zijn, en die uit den gruwel
der tegenwoordige menscbenslachterij een wapen
zullen smeden tegen het afschuwelijk en voor
onze beschaving beschamend instituut van
den oorlog, een instituut, dat op doodslag en
vernieling is gebaseerd en waarvoor nog een
zekere bewondering, in ieder geval een stille
waardeering sluimert op den bodem van menig
menschenhart.
De vrouwen moeten ons van den oorlog
der toekomst afhelpen. Wanneer wij, mannen,
eene barbaarsche wijze om recht te verkrijgen
of onrechtvaardig onzen zin door te drijven
tot een soort heilig bedrijf stempelen, moeten
de vrouwen ons doen gevoelen, dat wat wij
doen niet mooi, niet groot en niet heilig is,
doch wanstaltig en barbaarsch.
De Arnh. Crt. schrijft:
Onze dagen met het oorlogsbedrijf zijn vol
contrasten. Laten we één er van noemen
tegenover de geweldige inspanning, die ver
nietiging ten doel heeft, staat de niet minder
groote inspanning om te behouden. Wat het
gevecht bederft, tracht de inenschlievendheid,
die gestalte aanneemt in het Roode Kruis en
geholpen wordt door de wetenschap, te redden
van ondergang.
Aan het contrast tusschen mensebelijke
ruwheid en menschelijke teerheid werden we
herinnerd door een mooi hoofdstuk in de 14e
aflevering van het encyclopaedisch Handboek
over De Frouw, de F rouwenbeweging en het
Frouwenvraagstuk. Men weet, dat dit breed
opgezette werk het daarin aangeduide onder
werp van alle kanten belicht. Mannen en
vrouwen van naam, deskundig en ervaren
op het gebied, dat zij beschrijven, toonen de
vele zijden, die de positie der vrouw in onze
maatschappij, den arbeid, dien men haar gunt,
de taak, waartoe zij geroepen is, en het aan
deel in het maatschappelijk bedrijf, waarop
zij recht heeft, te zien geven. In deze 14e
aflevering b.v. zien we het slot eener studie
over //De taak der vrouw bij het voorbereidend
onderwijs”, spreekt mr. W. H. M. Werker
over //De vrouw in de onderwijsherziening”,
mejuffrouw Suze Groshans over //De taak der
vrouw bij de gemoedsontwikkeling”, mejuffr.
E. De Clercq over //De taak der vrouw in
zake kinderlectuur en kinderbibliotheken” en
mejuffrouw Jacoba F. D. Mossel over Z/De
taak der vrouw bij het godsdienstonderwijs”.
fn het artikel van mejuffrouw Groshans,
dat ons zoo fel het contrast deed gevoelen
tusschen wat er in onze dagen is en wat er
moest zijn, wordt er op gewezen, hoe de
mensch nog is //de kruising van een barbaar
en een God”; boe onze samenleving nog ge
lijkt op een woestijn met enkele oasen.
Inderdaad het goddelijke in den mensch
is niet verlorenhet toont zich tot op de
slagvelden, maar het barbaarsche in hem toont
er zich eveneens; minder wellicht bij den
enkeling dan bij hen, die het groot oorlogs
bedrijf mogelijk hebben gemaakt door syste
matisch voorbereide plannen en middelen ter
vernietiging en nu het barbaarsch bedrijf in
gang hebben gezet, het laten loopen en er
voor zorgen, dat het blijft marcheeren.
Maar om weer tot het artikel van het
Encyclopaedisch Woordenboek terug te keeren
we lazen de studie over de gemoedsont
wikkeling, die een deel der taak van de vrouw
aangeeft en daarin trof ons de opmerking,
dat het meegevoel voor minder bevoorrechte
natuurgenooten een toetssteen is voor de gaaf
heid en volledigheid van onze ware mensche-
lijkheid; het is geen ontaardingsverschijnsel,
doch integendeel de gezonde vrucht van een
krachtig gemoedsleven en karakter. De schrijf
ster verdedigt daarmede, o.i. terecht, het be
ginsel der dierenbescherming. De ^humanity
to the lower animals” is misschien pas in de
laatste tijden het eigendom geworden van zeer
groote kringen, van, zoo men wil, de massa
uit de vroegste tijden zijn uitspraken over
gebleven van de besten en grootsten, die deze
//humanity tho lower animals” hebben betracht.
Thans beginnen we dit een deel van onzen
geval met de Winschoter eens op de Meer
was afgespeeld, welke treurige gevolgen had
dan de duikeling van dit vaartuig weer na
zich gesleept.
Sneek, 10 Sept. Nog altijd is onze in
Januari jl. benoemde architect, de heer Flipse
van Doetinchem, niet in functie. De heer
F. fungeert nog steeds als le reserve-luite-
nant, en ’t is te voorzien dat de man in de
eerste maanden nog niet de Sneeker belangen
kan dienen.
Met de waarneming van zijn betrekking
werd in genoemde maand belast de heer 1.
de Jong, opzichter onzer gemeentewerken, die
tegen 1 Maart jl. als zoodanig wegens ge
vorderden leeftijd pensioen aanvroeg en daar
heden reeds in ’t genot van is gesteld.
Heerenvean. De Carnegiemedaille is toe
gekend aan het 69-jarig schoolhoofd S. Terpstra
alhier, wegens het met levensgevaar redden
van een zijner leerlingen uit de Schoolgracht
aldaar.
Sedert Donderdag van de vorige week
vermiste dr. T. alhier zijn fiets. Toen een
bezoek brengend aan een patiënt aan de Ver
lengde Dracht, had hij de fiets even buiten
laten staan, nadien was deze spoorloos ver
dwenen. Aangifte werd gedaan bij de politie.
Dinsdag j.l. was ook spoorloos verdwenen
de 21-jarige A. W. van hier. En wat is nu
gebleken Genoemde persoon is per fiets gegaan
in de richting van Meppel, waar ter stede men
hem heeft aangehouden. Wat toch was de zaak,
zooals na onderzoek is gebleken W. heeft dien
bewasten Donderdag de fiets weggenomen, is
daarmede gegaan naar den z.g. Korfsingel”,
heeft daar het rijwiel van verschillende onder-
deelen, o.a. een kostbare electrische lantaarn,
ontdaan, heeft die onderdeelen op eenigen
afstand verder in den grond verstopt en de
fiets zelf daar ter plaatse in het water gegooid.
Nu Dinsdag j.l. is hij met het ontredderde
rijwiel op reis gegaan naar Meppel, waar men
al spoedig begreep iemand voor te hebben
met een karretje dat hem niet toekwam. Een
onderzoek werd ingesteld en men bleek een
goede vangst te hebben gedaan, hoewel aan
vankelijk nog een valsche naam werd op
gegeven. W. werd heden onder politie geleide
naar hier getransporteerd en na verhoor en
bekentenis in hechtenis gehouden. O. N.
St.-Nicolaasga. Met thuiszitten kom je
er niet, beginnen onze veehouders te denken.
Men moet de wereld eens in en zien hoe ze
elders doen, waaruit wat te leeren valt. Eu
zoo is dan besloten dat de leden onzer afd.
van de Fr. Mij. van Landbouw, de afdeeling
Lemmer dan, op ]4 en 15 Sept. a.s. een
bezoek aan de Groninger Veenkoloniën zullen
brengen, waar dan Stadskanaal, Veendam,
Sappemeer, etc. het doel van de reis zijn, om
daar landbouw-proefvelden in oogenschouw te
nemen en boerderijen, aardappelmeel- en stroo-
cartonfabrieken te bezichtigen. Het gezelschap
gaat deels per tram en spoor, deels per fiets.
Jouster Crt.
Het ongeluk te Delft.
In aansluiting aan ons bericht uit Delft
van gisteren ontleenen wij het volgende aan
de Delftsche Ct.
Op den weg bij de z.g. ronde bank, was
een aantal kinderen aan het spelen, toen in
razende vaart vier militaire auto’s dicht ach
ter elkander kwamen aanrijden. De voorste
auto stopte bijtijds voor de kinderen, doch
de daaropvolgende kon zijn vaart niet inhou
den, en reed rechts-uithalend de eerste auto
voorbij en wierp de 21/2-jange Maria van H.
tegen den grond. Onmiddellijk werd het
kind door de inzittenden in de auto gelegd
en naar het militaire hospitaal vervoerd. Een
half uur na aankomst is de arme kleine daar
overleden. Uitwendige kneuzingen had het
niet bekomen. Waarschijnlijk is het kind
door het spatbord van den auto geraakt.
In het zwaar-beproefde gezin is twee dagen
geleden een kindje geboren en was gistermor
gen het oudste zoontje naar het ziekenhuis
vervoerd tot het ondergaan van een operatie.
En dit alles gebeurde op den verjaardag van
de moeder,..
Kapitaalvernietiging.
Oorlog vernietigt veel kapitaal.
Men denkt, dit lezend, allereerst aan
geen in de ongelukkige landstreken, waar de
strijd zich afspeelt, vernield wordt. Voor
millioenen is er in België vernietigd, stuk
geschoten, platgebrand. De oogst is vertreden,
de veestapel verdwenen, geheele streken zijn
onder water gezet en voor jaren ongeschikt
gemaakt om te oogsten.
In Noord-Frankrijk is het niet beter en
ook in Oost-Pruisen, in Galicië is natuurlijk
reusachtige schade beloopen.
Aan deze economische schade denkt
het eerst, maar ze is niet de eenige.
In Europa staan gewapend tegenóver elkaar
of afwachtend om, zoo noodig, in den strijd
in te grijpen, een twintig millioen mannen,
allen in de kracht van bet leven, goeddeels
bezig in vredestijd met productieven arbeid.
Zij wijden zich nu aan het werk van dood
en vernieling, zij brengen niet voort. Deze
onderbreking van de productie, nooit te voren
in die mate gezien, is een voornaam kenmerk
van dezen oorlog, een schaduwzijde van niet
geringe beteekenis.
In gewone tijden moeten die millioenen
ook eten, gekleed zijn, hebben zij veel noodig
voor hun onderhoud. Maar zij brengen meer
voort, dan zij gebruiken, hun arbeid vermeer
dert het kapitaal, maakt het land rijker aan
stoffelijke goederen.
Maar er wordt in de oorlogvoerende landen
nog veel arbeid verricht, doch vooral arbeid,
die bedoelt de militaire weerbaarheid te ver-
hoogen. Men smeedt wapens, men giet kanon
nen, men vervaardigt ammunitie en dat is ook
feitelijk improductieve arbeid.
Wanneer een smid een ploeg smeedt, hij
vermeerdert den rijkdom, wat heeft de mensch-
heid aan honderd kanonnen?
Wanneer de landbouwer in het zweet van
z’n aanschijn spit en graaft, hij vindt zijn
belooniug in meerdere opbrengst, het land
vaart er wel bij, maar wat brengen duizenden
meters loopgraven op?
schade nog, gevolg van de
het geregeld wereldverkeer,
om dit duidelijk te maken
(één voorbeeld uit vele), nemen wij de wijze
waarop Engeland thans in z’n behoefte aan
suiker voorziet.
De Engelschen gebruiken ontzaglijk veel
suiker en het was goeddeels uit Duitschland
dat zij deze betrokken. Dat gebeurt nu niet
en, terwijl in Duitschland millioenen kilo
grammen goedkoope suiker opgeslagen liggen,
heeft Engeland ver weg groote hoeveelheden
suiker gekocht, tegen hooge prijzen niet alleen
doch die duur worden door den arbeid, dien
men aan het vervoer besteden moet, de schepen
die men voor dat vervoer noodig heeft, enz.
In de huidige wereldhuishouding hebben
de volkeren elkaar noodig en nu de oorlog
verhindert, dat zij elkaar van het noodige
voorzien, tracht men toch te verkrijgen, wat
onmisbaar is, verkrijgt men het dikwijls ook
wel, maar op veel meer kostbare wijze.
Uit het bovenstaande is dus wel duidelijk,
dat de oorlog veel maatschappelijk kapitaal
vernietigt, en dat door den oorlog de rijkdom
der volkeren achteruitgaat.
Wanneer knappe statistici berekenen (zij
moeten er een slag naar slaan) dat voor de
oorlogvoerende staten de kosten van den oor
log zoo ongeveer een honderd millioen per
dag beloopen, dat wil zeggen, de directe
oorlogskosten, dan merkt men wel eens op:
,/Dat geld is niet weg, de staten geven het
uit, hun eigen onderdanen of anderen ver
dienen het, dus bij slot van rekening ver
mindert de rijkdom niet, het is slechts een
goudverplaatsing hoogstens van het eene land
naar het andere”.
Daar is iets van waar, de goudrijkdom van
allen samen vermindert niet. Maar men ver
geet dan, dat de rijkdom niet bestaat uit
goud alleen.
Rijkdom voor de maatschappij uit de som
van alle nuttige goederen en daartoe behoort
ook het goud, omdat dit het algemeen begeerd
ruilmiddel is. Het goud speelt in den oorlog
zelfs een zeer bijzondere rol, maar al blijft al
het goud behouden, ook dan gaat door den
oorlog veel kapitaal verloren.
Huizen en fabrieken worden verwoest, land
gaat in vruchtbaarheid achteruit, prachtige
schepen met nattige dingen beladen, zinken
naar den bodem der zee. Veel arbeid wordt
besteed aan nietproductieve zaken, millioenen
krachtige arbeiders werken wel, doch brengen
niet meer voort.
Dus vermindert het maatschappelijk kapitaal
en er gaat machtig veel verloren, waarvoor
geslachten gearbeid en gespaard hebben.
De oorlog, deze oorlog vooral, vernietigt
een reusachtig kapitaal, kost een schat van
goederen, wier gemis na den oorlog, nog lang
daarna, gevoeld zal worden, ook, zelfs vooral,
door den minderen man. Ons Noorden.
Bolswardsche Courant
men
Kleins Thee,
kf
KL