i I d d M pl J* -LI vH ii d GEMENGD NIEUWS. VRIJGESPROKEN jl 1.1 V'l Wanneer de oorlog voorbij is wat dan? LASTEREN. i "3I r r Een Engelsche huishouding. de antwoorden, die gejaagd> Stoomdruk Firma B. Cuperus Az., Bolsward, i die zonderlinge nooit gegrepen van aan beken - nam door zich in. I beid van van den vaartuig. de haven met een groote, de zijde gevonden. Dadelijk den nabijzijnden politie-post vandaar naar het ziekenhuis, er geen persoonlijke onge lukken bij plaats gehad. De toestand van de ongelukkige, die vader is van een gezin met twee kinderen, is niet direct hopeloos. Over de oorzaak tast men nog in het duister. Vermoedelijk is de ontploffing ontstaan door het springen van een der apparaten in de bewuste afdeeling. Den geheelen Zondag verdrong zich een groote menigte voor de verwoesting waarbij de wacht gehouden wordt. Nadere bijzonderheden ontbreken. M en was niet alleen zelfs te Rotterdam De bekende Engelsche schrijver Bernard Shaw, geeft in de Continental Times onder bovenstaanden titel de volgende beschouwing. ...een paar vragen, waarvan we ons wel degelijk rekenschap moeten geven. Wat Duitscb- land betreft, wenschen wij na den oorlog een machtig of een verpletterd Duitscbland Indien we na den krijg Duitschland te vreezen zullen hebben, mogen wij dan nochtans een Russi sche suprematie wenschen We hopen Duitsch land te onderdrukken daarvoor hebben we mogelijk onze goede gronden doch ik wensch er op te wijzen, dat we dit punt nog niet goed onder de oogen gezien hebben. We hebben ons van de onwaardige dolheid te bevrijden, een onbezonnenheid, waarvan we den laatsten tijd reeds zooveel hebben ondervonden en die Brittaüië voorstelt als een soort kino-heldin welke verraden wordt. Dat de Duitschers door de Senegaleezen gedood worden, dit draagt zeker mijne sympathie niet weg al ben ik op hun band. Ik verheug er mij niet in dat de Goerka’s den Duitschers den hals afsnijden. Ik acht deze vreemde rassen niet als lager staande dan de meer geciviliseerde en zij die volkeren van hooge beschaving ver moorden, noch dat Londen, Parijs of Berlijn door dit volk geplunderd zou worden. Duitsch land heeft dergelijke troepen niet. Daar toch zijn ’t allen Duitschers en ze verstaan de in Duitsche taal gegeven bevelen. Dit zijn eenige van de dingen, die ons tot nadenken brengen. Het heeft geen doel te zeggen, dat wij van plan waren Duitschland aan te grijpen of haar provoceerden. Daadzaak blijft dat wij den strijd met dat land aanbonden en daarover zijn wij thans verheugd. Wellicht werpen we nog Amerika in de armen van Duitschland en misschien nog meerdere kleine Staten. Mogelijk Zweden wegens haar angst voor Rusland. Dan bestaat er nog een ernstige mogelijkheid. De beste combinatie, welke ik voorzie, zou zijn een bond, ontstaan uit de Westersche beschaving, een bondgenootschap dat zich uit strekt van het Rotsgebergte tot de Karpathen, gegrondvest op democratische basis. De naties moeten Frankrijk tegen Duitschland, Duitsch- Prigsvraag. Het bestuur van de Limburgsche Vereeni- ging tot bescherming van Dieren, gevestigd te Maastricht, looft uit eene premie van f 50 voor de beste oplossing van bet vraagstuk, die tot eenig resultaat leidt, hoe het lot der waakhonden is te verbeteren in dien zin, dat deze dieren, ter wille van enkele kwartjes belasting, niet meer gedwongen zullen zijn, dag in dag uit aan een ketting te liggen, vaak bijna of in het geheel niet beschut tegen wind en regen. De beoordeeling van het eigendom van de Vereeniging blijven, zal geschieden door een door het bestuur aan te wijzen jury. De antwoorden moeten vóór 1 Juni worden ingezonden bij den len secretaris der Vereeniging, den heer O. Schras- sert Bert, St. Pieterkade 5 te Maastricht. Ontploffing te Schiedam. In den nacht van Zaterdag op Zondag even na 12 uur, is in de Zuurstof, Waterstof en Apparaten-fabriek „Oxigenium” aan de Buitenhavenweg te Schiedam een ontploffing ontstaan in de afdeeling luchtzuurstof. Een gedeelte der fabriek is ingestort. De machinist moest, zeer ernstig verwond, naar het ziekenhuis worden vervoerd. Een tweede persoon, die mede op ’t oogenblik der ont ploffing aanwezig was, bekwam verschillende lichtere verwondingen. De oorzaak dezer ontploffing is nog onbe kend. „Een dief is lasteraar is De Maasbode vermeldt over dit ongeval de volgende bijzonderheden De slag was geweldig, in geheel Schiedam, maar te hooren. De meeste menschen, die reeds ter ruste lagen, werden met schrik wakker en velen dachten, dat Zeppelins Schiedam bombardeerden. Een man vertelde ons heel naïef, dat zijn vrouw tegen hem zei: Gerrit, sluit gauw het zolderluik. Een afdoende maatregel dus. Enkelen verborgen zich in hun kelder, en betrekkelijk weinigen zijn op kondschap uit gegaan. In het eerst wist men niet, waar men de oorzaak van den slag zoeken moest, doch weldra drong het gerucht door, dat de Oxige- mumfabriek uit elkaar geslagen was. Toen men aldaar aankwam, bleek het eerste gerucht sterk overdreven, maar toch is een geheele afdeeling van het oude gedeelte letterlijk geheel uit elkaar geslagen. De verwoesting is enorm groot. Steenen en balken liggen als een chaos door elkaar De muren zijn door den luchtdruk naar buiten geweken en het dak is in het midden van de fabriek neergestort, alles onder het neerstortend puin bedelvend. Volgens gewoonte bevindt zich ’s nachts in iedere afdeeling een man, die de wacht houdt. De man, die in de thans verwoeste afdeeling de wacht had, is door den geweldigen lucht druk weggeslingerd, en werd op ongeveer een 1Ü0 M. afstand, aan gapende wonde aan werd hij naar vervoerd en Overigens hebben Vier soldaten overreden. Vrijdagmiddag wilde de landbouwer H. Huisman, vergezeld van zijn dochter, met paard en wagen van Barneveld naar Stroe rijden. Op den basaltweg bevonden zich een groot aantal militairen uit de legerplaats Millingen, terwijl enkele vliegmachines boven den troep blijkbaar verkenningen deden. Juist toen genoemde landbouwer, die reeds over geruimen afstand tusschen de soldaten was doorgereden en tot grooter veiligheid het paard bij den teugel leidde, een mitrailleuse genaderd was, die links van hem op den weg stond, gaven de hierbij behoorende mitrailleurs, zonder de minste waarschuwing, een hevig vuur op de vliegmachine. Hierdoor schrikte het paard, sprong ter zijde van den weg over de sloot en overreed hierbij vier soldaten, die zulke verwondingen bekwamen, dat allen per bran card naar de legerplaats moesten worden overgebracht. De landbouwer en zijn dochter bekwamen slechts lichte kneuzingen. Arnh. Cl. ontsteld zijne beminde is zijne gedachten schijnen reeds geheel vervuld te zijn van die afscbuwelijke vrouw. Des avonds waren de beide jongelieden op eene danspartij genoodigd, waarvoor Arthur haar zou komen af halen. Reeds zat zij in een keurig toilet op zijn komst te wachten, toen zij een in der haast geschreven briefje van hem ontving, waarin bij met korte woorden haar duizendmaal verschooning vroeg, dat hij haar niet kon afhalen, daar eene dringende zaak hem elders riep. Zoodra hij echter hier mede gereed was, zou hij terstond komen. Emma liet de handen in den schoot zinken zij verbleekte, terwijl een paar groote tranen baar in de oogen kwamen. Maar, kindlief, zeide hare moeder, terwijl zij Emma’s hoofdje, met het oog op het keurig kapsel, voorzichtig tegen haar borst drukte: Wat trekt gij u zulk een kleinigheid toch aan, en dat voor de aanstaande vrouw van een advocaat! Bedenk wel, eerst komen de misdadigers en dan komen wij pas. Hoe afschuwelijk klonk haar dien avond de muziek in de ooren en hoe belachelijk was toch dat dansen! Met eene zekere gejaagdheid had zij al hare dansen afgestaan en zelfs geen enkel walsje voor hem open gehouden. Eindelijk verscheen hij! Hij was opgewonden en als het ware verblind door het helle licht der balzaal. Toen hij Emma’s balkaartje geheel ingevuld vond, was hij een oogenblik verstoord over zoo weinig hartelijk heid van hare zijde, doch al spoedig stond een zijner kennissen hem een dans met Emma af. Slot volgt. menigeen heeft diep bedroefd zich gevoeld, omdat een boos gerucht van hem de ronde deed en hij zelfs door sommigen er op werd aangezien, ja zelfs in enkele huizen of kringen, waar hij vroeger altijd welkom was, minder vriendelijk werd ontvangen. Men zegt het hem wellicht niet openlijk, maar aan alles, aan die koelheid, die terughoudendheid, kan hij bemerken, dat er een lastertong bezig is geweest. De laster ontrooft het kostelijkst goed wat een mensch bezit: zijn goeden naam. Een goede naam is beter dan de koste lijkste olie, schreef eens een Wijze der oud heid, en wij allen weten hoe heerlijk het is te goeder naam en faam bekend te zijn. Wat deden we veel moeite om een goeden naam te verdienen; hoe ijverig hebben wij daarvoor zelve beheerscht, des kwaads te ver- Emma’s vader, die raadsheer was, en Arthur hadden zelfs kort geleden over het geval een hevige woordenstrijd gehad. Toen had zij er niet veel acht op geslagen, doch nu haren beminde de verdediging was opgedragen, opende zich eensklaps eene diepe afgrond voor haar, een afgrond vol toomeloozen hartstocht, vol zonde, trouweloosheid en echtbreuk. Akelig grijnsde haar eene schending van de heiligste wetten tegen, waarvan het einde was eene daad van geweld, welker bloedige sporen de schuldige in de gevangenis hadden gebracht. Eene huivering voer haar door de leden. Hoe had de zaak zich echter toegedragen? Uit de processtukken bleek het volgende: De cliënte van den jongen advocaat Arthur Mühling was de echtgenoote jan een den architect; zij was schoon en hare behoorlijkheid alle harten voor De reden, waarom de echtelieden van elkander gescheiden waren, was niet bekend; het proces over echtscheiding, dat eenigen tijd te voren voor de rechtbank met gesloten deuren was behandeld, was een geheim gebleven, waarvan niemand den sluier vermocht op te heften. De kwaadsprekende wereld wees haar echter als eene echtbreekster met den vinger na. Uit het huwelijk was een knaapje gesproten een beeldschoon kind, dat bij de scheiding door den rechter aan den vader was toegewezen. Was hiermede hare schuld niet duidelijk ge noeg bewezen Op zekeren morgen maakten de couranten echter melding van eene geheimzinnige daad van geweld. Den vorigen avond was eene vermomde dame, bij afwezigheid van den architect, diens huis binnengeslopen en had het knaapje ontvoerd. De oude dienaar, die bet hem toevertrouwde kleinood verdedigen 1 Wat? Haar bruidegom zou een echtbreekster verdedigen Het bloed steeg haar naar het hoofd, het was alsof een dolk haar in het hart werd gestoken neen, dat kon niet mogelijk zijn! Aan de koffietafel vernam zij het. Onder het lezen der courant zeide haar vader op zijn gewonen kalmen toon: Nu, Arthur is gelukkig hoor! Hem is de verdediging opge dragen in zake het proces van mevrouw L. Het is een schitterend geval, waarmede bij zijne sporen kan verdienen. Mevrouws oogen schitterden van blijdschap en met een prachtig hoor! knikte zij hare dochter vriendelijk toe. Nu zal Arthur eens toonen, wat bij kan, zoo ging zij op blijden toon voort; hij zal onze verwachtingen niet teleurstellen en zich met dit geval naam maken. Dit is immers het eenige waarop papa nog wacht? Nu zullen wij spoedig bruiloft kunnep vieren. Zeg, Emma, ben je niet blij? Na met een lichten hoofdknik de laatste vraag beantwoord te hebben, boog Emma zich diep over den brief, dien zij eenige oogenblik- ken te voren van eene vriendin ontvangen had. Het blad beefde in hare hand, terwijl het bloed haar met vernieuwde woede naar het hoofd steeg. Hij, wien zij hare hand, hare liefde had geschonken, zou een echt breekster verdedigen! Het proces van mevrouw L. was een cause célebre. De geruchtmakende zaak had in de residentie algemeen opzien gebaard, de dag bladen hadden er geheele kolommen mede gevuld, en weken lang had het een der voor naamste onderwerpen van gesprek gevormd. wilde, kreeg daarbij van de zeer opgewonden dame een dolksteek in den arm. Eene moeder die, radeloos als een leeuwin wien men haar jong heeft ontnomen, haar kind haar lieveling komt terughalen aldus beschouwde haar de groote menigte, die haar al dadelijk tot eene heldin verhief. Het was voor den jongen advocaat inder daad een prachtig geval, waarom zijne collega’s hem met recht mochten benijden. Des namiddags verscheen hij ten huize van zijne beminde, die hem met van geluk stralende oogen te gemoet ijlde en met teedere hartelijkheid de armen om zijn hals sloeg. Och, wat keek hij haar met zijne trouwe oogen toch liefdevol aan. Hoe dwaas was zij dien morgen toch geweest hij wist bepaald nog niets van de verdediging van die ellendige vrouw. Ik feliciteer ul riep de raadsheer den jongen man toe, terwijl mevrouw hem vriendelijk de hand toestak. Zijne oogen straalden van blijd schap; thans zou hij in staat zijn te toonen wat hij kon, en dan zou er bruiloft gevierd worden. Emma had het gelaat afgewend om den blos te verbergen, dien het ondanks haarzelve weer overtoog. Neen, zij wil thans verstandig wezen; het is immers zijn beroep, het moet immers tot hun beider geluk leiden. Na eenigen tijd gezellig te hebben zitten praten, verontschuldigt Arthur zich dat hij niet langer kan blijven, daar hij naar de gevangenis moet om een onderhoud met zijne cliënte te hebben. Emma kijkt hem verschrikt aan; opnieuw voelt zij zich pijnlijk getroffen. Hij moet naar haar, naar die vreeselijke vrouw, naar die echtbreekster, die misschien reeds naar zijn komst verlangt. Zie daar gaat hij heen, zonder er acht op te slaan hoe Een Wijze in Israël zeide: een schandelijk iets, maar een veel schandelijker.” Een dief heeft nog eenig voordeel zijne daad, terwijl een lasteraar er niets heeft, tenzij de bevrediging van een harts tocht. Tegen dieven kan men zich min of meer in acht nemen, maar tegen lastertongen zijn geen sloten met grendels bestand, tegen dezen baat geen lichaamskracht, geen enkel wapen. Zou bet daarom zijn, dat velen, die nooit tot diefstal zich leenen, in laster behagen scheppen Want wordt er in allerlei vormen in onze maatschappij veel gestolen, gelasterd wordt er nog meer. Sommigen doen het uit zelfzucht, velen uit praatzucht, anderen omdat ze zoo belust zijn op „schandaaltjes.” Graag in anderen verkeerdheden veronderstellende benutten ze de minste aanleiding om een groote laster campagne op touw te zetten. En doe maar eens iets daartegen. Men weet gewoonlijk den man niet te vinden, die het praatje het eerst heeft uitgestrooid, want deze heeft zich verborgen achter het woordje „men” en „men” is een van wezens, die overal zijn en kunnen worden. Dat lasteren is een leelijk ding en de schade, die het veroorzaakt, soms zeer groot. Ik wil nu nog niet eens spreken over het stoffelijk nadeel, dat een lastertong over een mensch brengen kan, al is ook dat een zaak voor menigeen van groot belang. Maar erger is het verdriet, dat alzoo berokkend wordt. Hoe gearbeid, hoe krachtig ons zelfs gepoogd den schijn mijden Als nu, niettegenstaande dat alles, toch de lastertong ons de kroon van het hoofd neemt, hoeveel smart brengt dat niet? Och, de menschen gelooven liever het kwaad gerucht, dan dat zij het goede voorbeeld bewonderen en prijzen. De kroon, die de lastertong iemand van het hoofd neemt, kan zij er niet meer op plaatsen, ook al zou zij het willen, daartoe ontbreekt haar de kracht'. Daarom, beheerscht uw tong en als gij over menschen oordeelt, laat u dan leiden door het bewustzijn dat er aan u zelven veel ontbreekt. Heb eerbied voor iemands goeden naam Jouster Crl. Uitroer rundvee. Thans zijn circa 18.000 stuks rundvee, afkomstig uit het overstroomde deel van ons land, naar Duitschland uitgevoerd. Van de zijde der verkoopers wordt ons medegedeeld, dat de opbrengst de verwachtingen verre heeft overtroffen en circa één vierde meer bedraagt dan de som, waarvoor bet vee door de aange wezen taxateurs was getaxeerd. Deze hoogere opbrengst komt nu den betrokken veehouders ook nog ten goede. Alg. H. Een verdachte scheepsbrand. Aan de N. R. Cl. wordt gemeld, dat de stoomboot Prins Hendrik van Rotterdam, die ter vervanging van de Zeemeeuw door het Rijk gebruikt wordt om vooral in de zeegaten toezicht te houden op het vervoer van contra bande, reeds geruimen tijd op het motor vaartuig de Speculant had geloerd. Het wordt niet on mogelijk geacht, dat deze waakzaarn- invloed is geweest op het uitbreken brand aan boord van genoemd In de Times verhaalt een huisvader van de maatregelen welke bij bij ’t uitbreken van den oorlog voor zijn huisgezin meende te moeten nemen. Hij vertelt dan Toen de oorlog uitbrak waren mijn vrouw en ik hiervan overtuigd, dat het wel een lange geschiedenis zou worden. Daarom achtten wij het zeer gewenscht spaarzaam te zijn en maakten wij in Augustus 1914 ons z.g. oorlogsprogramma op, dat wij beiden ook onderteekenden, opdat wij het niet zouden overtreden. Hier is het gewichtige document Het dienstpersoneel wordt 25 pCt. op zijn loon gekort. Uitgebreide visites worden niet ontvangen. Theaters, wier entree meer dan 21/2 shilling kost, bezoeken we niet meer. Geen taxi’s. Spoor Ille klasse. Geen wijn, likeur, geen sigaren. Geen nieuwe costuums in het loopende jaar. Alleen wordt de Times nog slechts gelezen en een modetijdschrift. Golfspel voorloopig van de baan. Geen cadeaux bij verjaardag of kerstmis. Streng dieet als: geen soep, hors d’oeuvre of toetjes of vruchten, uitgezonderd die, welke we uit eigen tuin plukken of bepaald noodig zijn voor de ge zondheid van de kinderen. Groote spaarzaam heid met kolen, gas of electrisch licht. Aldus luidde ons programma en 18 maanden lang deden we alles, denkbare en ondenkbare om het getrouw te blijven. We moesten echter inzien dat het practisch gesproken, woordelijk niet op te volgen was. Zoo hadden we er bijvoorbeeld niet op gerekend, dat gasten, die uit het buitenland kwamen, slecht afgewezen konden worden. Dan verheugen we ons nog in een uitgebreiden cosmopolitischen kring van vrienden en kennissen en zagen we ons genoodzaakt sedert het uitbreken van den oorlog eenigen van hen gastvrijheid te ver- leenen. Ook onze afspraak om theaters boven de 2i/2 shilling niet meer te bezoeken, konden we niet houden. Af en toe versnoepten we weer een extra kroon. Wanneer men zweert geen taxi meer te zullen gebruiken en slechts 3e klasse op den trein te zullen reizen, word je zoo gauw gewaar welk een groote waarde zulk een geldstuk bezit. Wat de cadeaux be treft, brachten we het zoo ver, dat we althans minder kochten dan vorige jaren. Toen kerst mis echter ook voor de deur stond konden wij het niet over ons hart verkrijgen, geen geschenken te verzenden. Echter zijn we het er nog niet over eens, wie van ons beiden de hoofdschuldige is, mijn vrouw of ik. Op het gebied van de dagelijksche voeding waren we gelukkiger. Wij constateerden dat het raadzamer was het late dineeren af te schaffen en daarvoor een minder copieus maal op vroeger uur in te stellen. Och we boetten er een goede keukenmeid mee in, die dit fakir-leven moede en zich ontzegd ziende alle noodige en onnoodige extraatjes, de plaat poetste of beter uitgedrukt, haar niet meer poetste en er vandoor ging. Maar welke ontberingen we ons ook hadden opgelegd, een zeer gelukkig verschijnsel heeft zich voorgedaan we mogen ons thans in een bij voortduring ongeschokte gezondheid ver heugen, een santé die we tevoren niet kenden en we vragen ons nu af, of het niet gewenscht zou zijn dit oorlogssysteem te blijven betrachten ook wanneer geen Duitscher alles op haren en snaren zet om ons uit te hongeren, geen babykillers meer ons bestoken, wanneer alles weer vrede is. land tegen Engeland en Rusland waarborg geven enz. Ik geloof niet dat ergens in de wereld vrede mogelijk zal zijn zoolang er nog geen vrede bestaat tussschen Engeland, Frank rijk en Duitschland. Wij zuilen een bond genootschap hebben te vormen tusschén Ame rika, Frankrijk, Engeland en Duitschland, waaraan zich België en andere Staten kunnen aansluiten.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 4