ïïieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I
1916,
No. 16.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
55ste Jaargang.
O!
Donderdag 24 Februari.
BINNENLAND.
WONINGBOUW.
r
Het was nog niet voldoende
De proef op het rekensommetje
4
r 31
y*.' I
ïy*
Bolswardsche Courant
w,
VOOR
‘Hl
afzonderlijke
1
t
c
R.
i
i
n
e
Q
e
Q
3
r
3
L
1
5
men
weer -
van
maar
50 Cts. Vervolgens
plaatsruimte.
F
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
ir
e
n
a
n
n
t
s
y
t-
a
t
om-
bij-
jk
3 t
en
ot
at
ke
le
:n
)e
td
n
n
be
de
de
n-
?n
te
et
ik
e-
le
et
le
in
ik
d-
le
n.
ïh
le
3t
10
1-
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels
10 Cts. per regel. Overigens naar
Hei bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a Cent.
weer over het
sommige „ge-
Een firma uit
van de stad weer blank, is al 't werk
„boven water” te halen vergeefs
En ais in den Spaanschen tijd Bezet
een geheel
de oude wallen, die
en die thans als water-
Kenau Hasselaars of
niet, doch alles is in
den heer M.
nummer van
herlezen, toen
en eindelijk
ook de woorden bijstonden die
M. de Redacteur
Het ingezonden stuk van i
Kramer uit Leiderdorp in Uw
20 Februari heb ik gelezen en
mijn oogen gewreven,
er
boven sommige huwelijks advertentiën
„Ernstig gemeend”; want het mocht
niet ernstig gemeend wezen
was men
nu de oude
in ons
doel van
enkel om
Een oud gebruik.
In een Geldersch dorp werd dezer dagen
nog eens een ouderwetsche gewoonte, zij het
ook voortspruitende uit minder edele beweeg
redenen, gehandhaafd. In den nacht voor een
trouwpartij werd de geheele weg, die de
bruidstoet naar het gemeentehuis volgen moest,
met kaf bestrooid, (wel voor f 6 zeiden de
menschen), hetgeen beschouwd moet worden
als een daad van iemand, die het bruidspaar
niet veel goeds wenschtnaar verluidt, hadden
de ouders der bruid een twist over een weidje
of een bongerdje met een buurman, die ver
dacht werd de kafstrooier te zijn. Gelukkig
kwamen de groenstrooiers na de kafstrooiers
en ging het paartje over bet groen ten
huwelijk, het kaf tot ondergrond, symbool
van hetgeen ben te wachten staat.
Arnh. Cl.
M. de Redacteur
Beleefd verzoek ik U het volgende te
plaatsen over woningbouw. Ik zal woningbouw
„Bolsward” verder onbesproken laten, doch
de meening van X X X en zijn spot met
mijne meeningen zou ik gaarne in ’t belang
van „woningbouw” bestrijden.
Ik noodig XXX beleefd uit tot een be
zoek in streken met massabouw van arbeiders
woningen met tuinen. Ik zal U die „lucht-
kasteelen” laten zien op den beganen grond
eigen Friesland. Och XXX het
bouwen op groote oppervlakten is
de onver mijdeligke hooge huren te
verlichten door de opbrengst der tuinen en niet
om het idee fixe villa- of woningparken na
te jagen. Werkelijk het is veel eenvoudiger
en goedkooper dan men meent.
Uw reisje zal weinig tijd (een middagje)
en weinig reisgeld (hoogstens f 1.50) kosten.
Omdat thans de tijd van reizen ongeschikt
is, zal ik U verwachten omstreeks Mei. Juist
voor dien tijd ontvangt U de nadere reisge-
gevens. Na bet onderzoek kan U of ik in
deze courant verslag doen.
Het is dus thans alleen voldoende, dat U
in een volgend No. verklaart, dat U mijne
uitnoodiging aanneemt.
Maar XXX zullen we nu voortaan achter
de schermen weg en onze namen voluit
onder de stukken plaatsen zulks schenkt de
lezers ook meer vertrouwen.
Mijn dank voor de plaatsruimte.
Iemand met eenige ondervinding' van
woningbouw.
gedeelte
om haar
geweest,
door den vijand, thans echter
andere, vliegt alles naar
het stadje nog omringen
keering dienst doen. 1
Ripperda’s ontdekt men
de weer, brengt zand aan, dat de gloeiende
olie en de pekkransen der voorvaderen ver
vangt. De trein die men aangelegd had voor
den aanvoer van materialen voor het herstel
der dijken brengt bij wagensvol zand aan dat
ergens neergestort in zakken overgebracht als
weermiddel dienst doet tegen het tartende
element.
En ook in de omgeving der stad wordt het
dolzinnige spel van wind en water voortgezet.
Daar waar voor eenige uren nog een boeren
woninkje stond, vindt men thans alleen haar
maar wat rampzalige overblijfsel, een stuk
van een hooiberg, een rest van een muur en
waartegen nu de golven als sarrensmoede thans
hun witte koppen kletsen, die in vlokken van
schuim her- en derwaarts stuiven.
Rusteloos kampt men voort, af en aan rijdt
de zandtrein, wiens schelle stoomfluit haar
langgerekte gillen tegen de huizen doet
kaatsen, voortdurend draagt men zand aan.
Volhouden, toonen dat men Hollander is;
zoovele eeuwen wist men dezen grootsten
vijand de baas te blijven. Thans ook niet
versaagd. Ik zal handhaven En na lang
strijden tegen den vloed die telkens in zijn
beukingen de vesting tracht te overmeesteren,
ziet men, eindelijk dat hij den overval zal
moeten opgeven. De burgers overwinnen
voor hoelang?
Oorlogskosten.
Bij de Tweede Kamer zijn ingekomen
Een wetsontwerp tot ’t aangaan van een
geldleening, groot 125 millioen gulden tegen
U/v pCt.
Een wetsontwerp tot het aangaan van een
gedwongen geldleening, rentende 81/2 pCt.,
tot welker deelname alle eigenaren van ver
mogens van f 75,000 en hooger verplicht zijn.
De verplichte deelname loopt op van */2
tot 3l/2 pCt. van bet vermogen.
Een wetsontwerp tot bet heffen van
een belasting in eens van vermogens boven
de f 50.000, beginnende met 2/I0 pCt. en
telkens voor iederen groep met 2/10 pCt.
opklimmende tot een maximum van 6 pCt.
Een wetsontwerp tot het heffen van be
lasting op de inkomens beginnende met f 1
voor een inkomen van f 650 en voor elke
f 50 met f 1.opklimmende.
Dit belooft wat voor de toekomst.
De afgebeten arm.
Nader wordt vernomen, dat de eisch tot
schadevergoeding, welke door het meisje, wier
arm onlangs door een der beren in den llaag-
schen Dierentuin werd afgebeten, is ingesteld
tegen het bestuur van het Kon. Zool. Bot.
Genootschap, geldt een vordering groot f 25.000
Weer een smokkelaar gedood.
De Aaltensche grenswacht heeft in de buurt
schap Ileurne den 23-jarigen smokkelaar II.
Wildeman, die margarine en mee) over de
grens wilde smokkelen en na herhaalde som
matie niet wilde stilstaan, door een schot,
dat door den rug heen in de borst drong,
zoodanig getroffen, dat hij na enkele minuten
een lijk was. Dit is het derde slachtoffer van
het smokkelaarsbedrijf in die gemeente.
Alg. H.
Schoterland. De landbouwer H. uit deze
gemeente is gemobiliseerd. Evenals zoovelen
zijner makkers, zou ook hij met ’n paar dagen
verlof naar huis, doch bad toch gaarne twee
dagen eerder verlof dan hem was toebedeeld,
wijl hij gaarne naar de weekmarkt te W.
wilde om een tweetal koeien te verkoopen.
Met den sergeant van de week had hij een
en ander al klaar gekregen hij mocht twee
dagen vroeger vertrekken, de sergeant zou er
dan wel voor zorgen dat alles in ’t reine
kwam.
Een paar dagen later. Een gemeente
veldwachter komt bij bij H. aan huis, juist
toen deze bezig was met het verzorgen van
zijn vee, met de boodschap zich onmiddelijk
in z’n soldatenpakje te steken en mee te gaan
de burgemeester had n.l. telegrafisch bericht
ontvangen van zijn mankeeren op 't appel,
m.a.w. H. werd zooveel als deserteur beschouwd.
Hij ging met den veldwachter mee, welke
hem verder naar zijn garnizoen transporteerde.
Daar kreeg hij, na verhoor, 8 dagen politie
kamer, terwijl de sergeant, die mede in de
zaak betrokken was, zijn strepen kwijtraakte.
Hieruit valt dus weer te leeren, dat er met
de militaire instructies niet valt te spotten.
0. N.
Eedens bij Wommels. Een zeldzaam feit.
Ons klein plaatsje heeft het voorrecht een
nobel oud vrouwtje in haar midden te hebben,
dat waarschijnlijk in geheel ons Vaderland
een unicum is. Aide Trientje, die reeds in
de negentig is, is bet type van de echte
Stanfries, een mensch van den ouden stempel,
een gedegen Friezin, die in alle eenvoud daar
henen leeft, in nauwgezette plichtsbetrachting.
Trientje die als elf jarig meisje bij de familie
R. B. de Boer haar intrede deed, heeft ge
durende ruim 80 jaren in dezelfde familie
de ijverige, plichtgetrouwe dienstmaagd geweest.
Een eere-saluut aan de oude vrouw, die als
exempel voor vrouwelijk dienstpersoneel kan
worden gesteld. De hulde aan aide Trientsje
sluit in, een hulde ook aan de familie de Boer,
die een model meesteresse blijkt te zijn, even
als Trientje een model dienstmaagd is.
0. N.
Met diepzwarte lucbt, waaruit met kleine
tusschenpoozen striemende regenbuien neer
vielen, had de nacht zich ingezet. Een zwakke
Westelijke wind deed de regenstralen overal
tegenaan kletsen, den huiverenden wandelaar
in ’t gezicht. Tot breed-uitrollende baren had
hij den vloed over het zoo zwaar geteisterde
waterland, gezet, die spat-schuimend kwamen
kruipen over den ondiepen straatweg, wiens
lengle-lijn zich afteekende tegen de overige
uitgestrekte watervlakte in een smalle strook
van schuim-plekjes. En nijdigtartend hadden
die golven ’t werk, zoo rampzalig, waarmede
ze reeds eenige weken bezig waren, rusteloos
voortgezet, beukend de huizen-resten in de
polders, als met een grijnslach met breed
gebaar streelend de zeekust of in der haast
aangelegde waterkeering.
En in 't waterlandsche stadje
wederom ter ruste gegaan, thans
veste, dank zij pompen en waakzaam zijn,
vrij van het overtollige water was. Men had
zich nu zoo langzamerhand aan den toestand
aangepast; met zoovele diagen was ’t nog
behelpen enfin 't gas brandde weer. Wat
was dat ook in die plotselinge verandering,
een bijna prae-historische toestand geworden.
Je hadt je moeten behelpen met een petroleum
lamp, met kaarsen, met petroleumstellen, één-,
twee- of driepits, al naar de behoefte of de
stook-capaciteiteu (het resultaat is nu eenmaal
niet in P.K.’s of H.P.’s uit te drukken) van
de huisvrouw. En dan het drinkwater 1 Dat
is nog mondjesmaat, doch ook in dezen
voelt men de helpende hand toegestoken door
de groote stad, door Amsterdam, met hare
duinwaterleiding, die direct bij tanks-vrachten
(geladen op zolderschuiten) in de groote be
hoefte kwam voorzien. Was het niet dat deze
stad boven hare simpele drie witte kruisen
in zwarte baan in haar wapen, reeds de
keizerskroon droeg, thans zou zij met al dat
belangeloos helpen, met dat liefdadig steunen
zeker aanspraak maken op bijzondere onder
scheiding. Moge dan echter de dankbaarheid
van alle zoo zwaar geteisterde waterlanders,
waarvan zij zich verzekerd kan achten, eene
bekroning zijn, ongevraagd een kroon op
haar werk.
Doch tegen den morgen was de wind
heftiger geworden. Gierend floot bij langs de
huizen-muren, slierend door straat-engten,
waarin bet wegstof in breede wolken op
kringelde en opgestuwd werd tegen den
trottoirband.
En in ons waterlandsch stadje was
wederom ontwaakt, wilde men de dagtaak
beginnen, net als den vorigen dag, net zooals
’t reeds al die dagen, die weken gegaan was
te midden van ’t waterrijk, een inundatie in
de zooveelste macht, echter gelukkig nog
zonder kanougedreun in de verte en oorlogs-
angst onder de burgers. Maar angstig had
men naar de lucht getuurd. Wel lachte er
tusschen zware zwarte wolkengevaarten een
koud morgenzonnetje, dat wat vriendelijkheid
wilde brengen over ’t verwaterde stadje, doch
het maakte geen indruk. Visschers fronsten
alweer het voorhoofd, zagen er uiet veel heil
in, wanneer de wind bleef doorzetten, doch
wat ze dan verwachten, spraken ze maar niet
uit, want tegen den avond kon alles weer
ten goede keeren. Wanneer echter de zon ter
kimme gaat, legt de wind zich echter niet,
neemt juist in heftigheid toe, zoodat de lucht
vervuld is van één gieren en loeien. Angstig
tuurt men nu op de peilschaal bij een der
sluizen, die langzaam aan doch gestadig het
water tegen zijn hoogte-strepen ziet opklimmen.
Zoo verstrijkt de nacht, steeds hooger en
hooger komt ’t water weer opzetten, bedreigende
wederom dat kleine stadje. En tegen het
krieken van den morgen is ’t gevaarlijk dreigen
van dien aard, dat men vreest dat de nood-
waterkeering, die men aangelegd had om van
de stad een polder te maken en dien daarna
leeg te pompen, iets wat ook na veel moeite
gelukt is, zal bezwijken. De burgers worden
gewekt en gewaarschuwd dat er weer nood is.
De straten, die nog lagen in nachtelijke ver
latenheid en stilte, zijn nu plotseling bevolkt
door menschen, die in een roezemoes van
stemmen, uitroepen, heftig beweren, vragen,
en als in een groote wirwar loopen, hollen.
De waterkeering zal bezwijken, gaat het door
en over al dat geroes en gewemel. Alle hens
dus aan dek haar te sterken. Bezwijkt zij,
dan staat in minder dan geen tijd het grootste
Ontploffing.
In de Coöp. Stoomzuivelfabriek te Munni-
keburen is Maandag een ongeluk gebeurd.
Terwijl men met het onderzoek der monsters
melk bezig was, sprong plotseling het apparaat
met een hevigen slag uit elkaar, waardoor een
drietal werklieden min of meer ernstig werden
gewond en hun kleeding gedeeltelijk ver
brandde.
De werkman K. P. Oosten, werd het ern
stigst getroffenzijn onderkaak werd gedeel
telijk verbrijzeld. De controleur Strampel
kreeg een ernstige keelwond, terwijl een derde
werkman minder ernstige kwetsuren opliep.
De ontploffing was zoo hevig, dat de ruiten
in het fabrieksgebouw werden verbrijzeld en
gaten in de muren werden geslagen.
Alg. H.
Uitvoer van bedorven kaas.
De Duitsche pers klaagt
allooi der kaaszendingen van
schiiftsgewandten Mijnheers”.
Rotterdam, waartegen de Flensburger Kamer
van Koophandel waarschuwt, had, naar het
heet, een waggon kaas geleverd, welke waar
beschimmeld aankwam, kwalijk riekte, veel
water en weinig vet bevatte. Dezelfde firma
zou nog een half millioen kazen var. dezelfde
„kwaliteit” in voorraad hebben. Wijl de
Duitsche koopers betalen met wissels, die
betaalbaar zijn, zoodra de waren de grenzen
zijn gepasseerd, worden hun door dat bedrog
ernstige verliezen berokkend.
Indien alles waarheid is, wat hier wordt
verhaald, dan is een woord van protest tegen
zulke praktijken, die den Nederlandschen
naam bezoedelen en onzen handel in gevaar
brengen, ook van Nederlandsche zijde niet
ongepast. De Tijd.
heb ik
gezocht of
men
leest
eens
De heer Kramer schrijft:
„De Gemeente bepale”
1 „dat de Architect of een deskundige
„Commissie vaststelle den bouwprijs van de
„woningen in normale omstandigheden,
2 „dat naar deze taxatie het Rijks-voor-
„schot zal worden aangevraagd,
3 „dat het meerdere, het verschil dus
„tusschen den taxatieprijs en den werkelijk
„kostenden prijs (de aannemingssom), zijnde
„de verhooging wegens de abnormale
„standigheden, gevonden worde uit een
„zondere, voor dit doel gesloten leening,
4 „dat deze leening met rente op rente
„terugbetaald zal moeten worden in gelijke of
„nader vast te stellen annuiteiten in de jaren,
„dadelijk volgende op de 50 jaren, waarin
„het voorschot uit 's Rijks kas zal zijn
„terug betaald.”
De theorie van dit sommetje is als volgt:
Eén gulden 50 jaren uitstaande a 4l/2 °/0
rente op rente wordt f 9.0326.
Neem nu het verschil tusschen taxatieprijs
en kostenden prijs aan op &0.000 gulden,
dan zal na 50 jaar in annuïteiten moeten
worden afgelost het sommetje van f 180652.
Zegge honderdlachtigduizendzeshonderdlweeen-
vijftig gulden!
Is het verschil 15 mille, dan wordt de
af te lossen som f 135489.
En dien last zou de schrijver willen leggen
op de woningen, als ze de eerste halve eeuw
achter den rug hebben 1
Nu de praktijk van het sommetje 1
De leening moet terstond worden aangegaan
tegen vaste rente en aflossing.
Voor die vaste rente en aflossing zal weer
moeten worden geleend; bijv, om de vijf of
tien jaar, ook weer met aflossing.
Kleinigheden, als het niet verkrijgen
de goedkeuring van Ged. Staten, sla ik
over
Deze rente en aflossing mogen niet komen
op de exploitatie- rekening; deze zal dus
sluitende kunnen worden gemaakt, waardoor
voor de Gemeente ook vervalt, en dus ver
loren gaat, de 50 °/0 die van het exploitatie
tekort kon worden verkregen van het Rijk.
De goede bedoeling van den heer Kramer
staat bij mij boven verdenking. Hij zal
mogelijk niet eens gerekend hebben, doch...
handelt zóó, iemand die een ander wil voor
lichten, die van advies wil dienen, die pro’s
en contra’s tot elkander wil brengen?
Ik geloof niet, dat de Pro’s den heer Kramer
hartelijk welkom zullen heeten in hun kamp!
Dankend voor de plaatsing. XXX