Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. w 1916. No. 18. Verscliijnt Donderdags en Zondags. 55ste Jaargang. Donderdag 2 Maart. MIJN STRAAT. BINNENLAND. De belastingen. VOOR afzonderlijke a Cent. M. KR 4M ER. menschen geestelijke, stoffelijke lijke ontwikkeling kracht vooruit. Daarvoor drage men thans de lasten. Straks zal onze stap te veerkrachtiger en sneller zijn. groote stad. geen dit INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. eens was een economisch zou de onder- wier bedrijven op den rand stonden, Ze was een vage, flacon 1 Ik gevoelde te beginnen of aan door mijn heiligdom, ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents, nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar Huwelijks-candidaat schuil gaat achter Letter of Cijfer, zoo verbergt zich deze Schrijver achter het de drievoudige X der onbekendheid 1 Met onbekenden correspondeer ik niet. Alleen merk ik U op: dat, nu het pleit in den Raad is beslecht, napleiten overbodig is, dat echter mijn vorig schrijven berustte op berekeningen, door onze Vereeniging gemaakt en waaruit bleek, dat dit plan te Leiderdorp uitvoerbaar was, dat mijne bedoeling was vruchtbare ge dachtenwisseling over dit onderwerp te openen, waarom ik een schematisch plan opzette, dat ik bereid zou zijn, wanneer onze cijfers als pijlers zouden kunnen dienen onder zzde brug”, deze cijfers en volledige plannen te publiceeren, doch dat, nu door het gevallen Raadsbesluit de brug niet geslagen behoeft te worden, de pijlers niet van dienst kunnen zijn. Met dank voor de plaatsing, hoogachtend, Geachte Heer Redacteur, Ingezonden Stuk. Oogen-uitwrijverij van een Lezer 1 Gezoek naar het opschrift van een huwelijks-advertentie 1 Nog eens zoeken! Maar niet vinden dat opschrift: //Ernstig gemeend” 1 Wederom een ingezonden stuk 1 Oogen- uitwrijverij van een anderen Lezer overbodig ’t Is zonder zoeken te vinden Geen onder- teekening I Discretie verzocht 1 Zooals huwelijks advertenties niet worden onderteekend, wordt ook dit stuk niet onderteekend I Zooals ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. mijn geest mijne straat met al haar doen en gebeuren de revue passeeren en herhaalde ik zoo eens voor me zelf wat mijne straat alzoo oplevert, wat ze te zien geeft. Want als gezegd, ook tegen hare hooge huizen muren lawaaien de kreten en het geroep op van de straatventers, kaatsen terug de gil of ’t heesche claxon-gesnerp van de auto’s. En ook hier woont een banketbakker, een kruidenier, een kruier, een rijwielhersteller, een besteedster en zelfs een hoogleeraar. De bakkerskarren zijn ook hier iederen morgen duidelijk merkbaar, wanneer je door een heftigen knal, veroorzaakt door ’t neerlaten van het deksel van den wagen, uit je slaap wordt opgeschrikt. En wanneer ik ’s middags voor het raam zit, zoo tegen een uur of vier, dan komen er geregeld (de lezer wete nog dat het huis van mijn hospes een hoekhuis is, aan een zijde aan een pleintje gelegen) eenige H.B.S. of gymnasiasten voor mijn raam. Dat schijnt een place de rendez-vous te zijn. En dan hoor ik, dat ;zde baas” (hiermede wordt in schooljongenstaal gemeenlijk de directeur aan geduid) vanmiddag weer in de klas geweest is en dat zoo’n bezoek altijd zoo gewichtig voor de heeren scholieren is, of dat een van hen zzgeen bal van zijn proefwerk snapte” of dat een van de leeraars „weer zoo krengig” is opgetreden. En soms voegt zich (voor de jongedame moet ik er aan toevoegen, dat het geen regel is) een buurmeisje van me bij dat heeren-gezelschap kwasie er met haar fiets voorbij rijdende, laat ze zich door een van de jongeheeren aanhouden en dan hebben we weldra heele interessante debatten over korf balclub, gymnastiekvereenigingen en wat meer privé-gewichtigs door het hoofd woelen kan van een H.B.S.’er. Maar aan de overzijde van de straat daar stoppen steeds veel taxi’s, vooral wanneer er alleen maar de brandende lantaarns in de straat staan. Daar woont een dame, die steeds a la Hirsch gekleed gaat, een dienstmeisje houdt in zwarte japon met groot wit schort en dito coquet mutsje. En ook de heeren, die vaak bij deze dame komen tea’en, zijn steeds tiré a quatres épingles. Laten ze zich niet per auto brengen, dan komen ze in eleganten pas aanbeenen in pelsjas en slob kousen. Ik noem dit ’t pikante punt van mijn straat. Zoo onthoudt ook mijne straat mij niet alle grootsteedsche eigenaardigheden. Ter beschou wing zzvan buiten af”; voor mijne reputatie moet ik dit er bij voegen. Men zou misschien te goeder trouw tot een misvatting komen, iets wat mijne lezers zeker niet zouden willen. R. Huisgezin en N. Haarl. Crt zijn het niet bepaald eens in zake de belastingen, voor zoover betreft den minderen man. De meening van het eerste blad, dat er tegen is, dat de inkomens van f 650 belast baar reeds beginnen mede te betalen, deelden we reeds mede. De TV. Haarl. Ct. schrijft nu: z/Mogen we met een enkel woordje duidelijk maken, waarom wij met Het Huisgezin in meening verschillen over die //vrijstelling der kleine inkomens?” Eenvoudig hieromwij meenen dat zoo mogelijk het geheele volk, iedereen zonder uitzondering, moet meebetalen in de directe lasten van de vaderlandsche verdediging, van den abnormalen toestand dezer dagen. Daar is helaas bij ons volk een steeds grooter wordend en door de revolutionaire partijen gretig gevoed denkbeeld, dat al de schade die het vaderland treft door den oorlog, maar moet worden opgebracht door //de rijken”.- Progressie is zelfs al niet meer voldoende... Daarentegenover zal een betrekkelijk toch zoo héél geringe last, als door een oorlogsbelasting ook op de kleine inkomens wordt gelegd, werken ter verhooging van het verantwoordelijk heidsgevoel, dat toch ieder Nederlander in dezen tijd behoort te hebben. De Limb. Koerier pleit weer voor de groote gezinnen van kleine burgers Z/Er is een groote categorie van in onze samenleving, wier inkomen schommelt tusschen de 1 700 en f 1500. Het zijn de werkmansstand en de kleine middenstand. Deze standen zijn over het algemeen rijk met kinderen gezegend. Rijksbeambten en ambt- Mijn straat is er een in een Zoo zijn er bij tientallen en is dit dus bijzonderheid. En door-bordurende op stramien van on-bijzonderheden van groote- stad-straten zou ik den lezer spoedig vervelen; ik vind vrijheid dit laatste er direct op te laten volgen. Daarnaast heb ik billijk te zijn en hem niet te hooge verwachtingen te doen koesteren van het ongemeene, dat mijne straat dan wél zou bezitten. Iets specifiek ongemeens noch gemeens kenmerkt haar, wat het eerste betreft helaas niet, wat het tweede aangaat, gelukkig niet. Mijne straat in een der. buitenwijken is lang, met hooge huizen, zooals de meeste harer zusters in de //groszstadt”. De rijweg is //afgepaald” door jonge iepeboomen op onderling gelijken afstand van elkaar; een stratenaanleg dus die strookt met de architec tonische opvattingen van den tegenwoordigen tijd. Zij is op de gewone wijze geplaveid; of ’t een ideaal wegvlak is, dit durf ik, zeker in die meening geruggesteund door koetsiers en chauffeurs, in twijfel trekken. Voor asphalt bestrating zijn wij buitenwijkers zeker nog niet rijp. Er brandt gas den laatsten tijd in grootsteedsche tijdsomstandigheden-zuinigheid niet alle lantaarns, doch om de andere en er blêrren, ja zelfs in deze straat, mij nog te veel straatventers in appelesiene, ramenas, haring en veters. Ik durf zeggen: zelfs in deze straat. Want weet o, lezer, ondergeteekende woont in, wat wij hier zoo noemen: de deftige buurt. Neen, schrikt u niet, ik kan ’t beusch niet helpen! Gedachtig aan ’t spreekwoord: je kunt nooit weten hoe een koe een haas vangt, geldt voor iemand van de krant: je kunt nooit weten waar een couranten-mensch verzeild raakt. En ook hij is niet meester over ’t noodlot, al heeft hij en zijn confraters, palladijnen van H. M. de Pers, nog zooveel in ’s waerelds rijstebrij te brokkelen. Het moge tegenstrijdig klinken: wonen in een deftige buurt en spelingen van het noodlot, voor mij zijn deze begrippen in één opzicht synoniem geworden. En dat wel ten opzichte mijner vrienden. Ik kon mijn adres toch niet voor hen geheim houden, belangstellend als ze zijn, doch wanneer ik den verwarden toonkunstenaarsnaam met het hooge nummer van mijn huis (want mijn straat is vernoemd naar een onzer historische componisten) zei, dan las ik steeds verwondering en ontzag op de gezichten; eene consternatie die nooit lang duurde en weldra overging in hartehjk gulle en welgemeende uitroepen als: „God kerel, wat woon jij dêf. We komen es gauw bij je oploopen hoor!” Zelf-invitaties, die hoe goed ook misschien bedoeld en de eerste paar keeren ook voor mij wel gezellig, op den duur wel wat bezwarend werden, waarom ik dit als bovengenoemd met ’t noodlot in verband begon te brengen. Doch ondanks al die tegenheden, waarin ik in hoofdzaak wel zal hebben te berusten, gevoel ik toch een soort van eigenlievigheid voor mijn straat, de straat waarin ik nu reeds meer dan anderhalf jaar woon (en deze tijds ruimte zegt over ’t algemeen heel wat in de begrippen van losloöpende-op-kamers-wonende- jongemenschen). Dat ik haar zooveel genegen heid toedraag, ik was er mij nooit van bewust, totdat ik vóór eenige dagen, dank zij zeker al dien noordenwind en regen, op medisch hoog bevel in kamer-arrest werd gesteld, wegens een lichten graad van influenza. Daar zat ik dan! In lezen niet veel lust; te suf om uit je oogen te zien, (omdat de salicyl zoo uit nemend hare werking deed!) en de letters in je boek karakterloos voor je oog naast elkaar rij-den als zoovele aspirine-tabletten in hare flacon! Ik gevoelde me landerig, wist niets te pakken; ik beende meters en meters, mis schien is de afstand beter in K.M. uit te drukken, snuffelde hier in, gaapte daar tegen, wou toch ondanks mijne lamlendigheid wat trachten uit te voeren en ondertusschen, liet ik de kachel uitgaan; tot iets bepaalds uit richten, zóóver kon ik ’t niet brengen. En daarbuiten stond alles in een blijen zonnedag, waarboven een lichtblauwe lucht zich uit spande, kortom ’t was een prachtige voorjaars dag. Maar ik zat daar binnen, achter die groote ruiten te suffen. Doch 't beweeg in de straat hield me bezig, was zelfs van dien invloed op mijne trage hersens, dat ik er belang in begon te stellen en zoo liet ik in Harlingen. Zaterdagmiddag had alhier op de Schritsen een welgeslaagde harddraverij met arresleden plaats. Van de tien deelnemers viel de prijs ten deel aan den heer A. Blok van de groote Sluis alhier, wiens paard gereden werd door den heer O. Hibma van Midlum. De premie werd behaald door den heer O. Hibma te Midlum met eigen paard, terwijl aan den heer P. Nauta stalhouder alhier nog een prijs werd toegekend voor ’t mooiste ge heel. De eerste prijs bestond uit een kristallen theeservies met zilver gemonteerd; de tweede uit twee zilveren sauslepels en de derde uit een zilveren vleeschvork. Het weer was bij zonder gunstig te noemen en veel belang stellenden bewogen zich langs weerszijden van de baan. Ter opluistering van het feest had men uit enkele huizen langs de Schritsen de vaderlandsche driekleur ontplooid. De muziek van de Harlinger fanfare bracht een opgewekte en feestelijke stemming teweeg. Na afloop had in het café Stienstra de prijsuitdeeling plaats. O. N. Warklim, 29 Febr. Jisterjoun is troch de Krite zzWarkum” fêststeld it halden fen ’n Krite-kriich twisken de Kriten Makkum, Wuns, Wommels, Easterbierum en Warkum. Det beloaft ’n moaie joun te wirden. Neffens it sizzen is besletten de 22e Maert. Der sit ündernimming en moed yn ’e Krite. Mei it mar goed slagje. De Banier. Workum. Op de leening ad f 4500 ten behoeve van de gasfabriek (exhouster enz.) was eenige malen voor het bedrag in geschreven. B. en Whebben haar toegewezen aan de Kassiers Gebrs. Kingma te Bolsward, tegen den koers van f 10l1/je pCt. De Banier. Rusthuisavond. De Rusthuisavond Zondag in Amicitia gegeven is voor de opvoerenden een groot succes geworden. De Krite //Boalsert” heeft op meesterlijke wijze 't zware stuk Z/Skyn” van Schuitmaker ten tooneele gevoerd, en het laid applaus aan het slot bewees voldoende hoezeer dit door het publiek werd gewaardeerd. Ook het nastukje „Hwa scil it wirde” had veel succes en het bal was echt gezellig. Jammer alleen dat de zaal niet vol was, want voor het Rusthuisfonds zal de avond, vreezen wij, niet zeer veel hebben opgebracht bij het geringe bezoek. Dit is jammer èn voor het goede doel èn voor de hardwerkende commissie voor het Rusthuis, die geen middel onbeproefd laat het te bereiken. N. Sn. Ct. Smokkelaar doodgeschoten. Door de grenswacht is weer een bekend smokkelaar J. Mol, van het Heike, neerge schoten. Dertien smokkelaars, vervoerende 360 K.G. vet, werden aangehouden. Een andere smokkelaar werd in den voet geraakt, doch hij ontkwam. Arnh. Cl. Ontvluchte krijgsgevangenen. Te Nieuweschans zijn gistermiddag in een Duitschen spoorwagen met kunstmest vier ontsnapte Russische krijgsgevangenen aange komen. Zij hadden daarin vier dagen en nachten doorgebrachtzij worden overgebracht naar Rotterdam, tenaren, gemeentewerklieden en beambten met inkomens van f 700f 1500 hebben de regeering en den gemeentebesturen verzocht om toeslag op salarissen en loon en daaren boven om een kindertoeslag. Zij konden onmogelijk in deze dure tijden met salaris of loon rondkomen: er werd fatsoenlijke armoede geleden, werd er beweerd. In vele gevallen en in vele gemeenten is die toeslag gegeven en terecht. Maar laten wij ook nu eens eventjes onder het oog brengen, dat voor dezen toeslag honderden particulieren met een gelijk inkomen hebben bijgedragen. In vele gevallen ontvingen zij geen toeslag, en zeker niet vele middenstanders, wier inkomen eerder af- dan toenam. Wanneer rijk en gemeente toegeven, dat de beambten, ambtenaren en werklieden met genoemde inkomens er niet kunnen komen, dan gaat het toch evengoed op voor de particu lieren, die eenzelfde bedrag verdienen. Zoo zij al geen recht op een toeslag, op een kinder toeslag kunnen doen gelden, is het toch pijnlijk, dat diezelfde regeering, die bevestigt dat middelmatige en groote gezinnen met een inkomen van f 700f 1500 in deze tijden niet kunnen rondkomen, toch van hen een bijdrage eischen in de verdedigingsbelasting Het is onverklaarbaar; de regeering moest die gezinnen eerder korting op hun belasting biljet geven in plaats van verhooging vragen. Maar, zal men zeggen, allen moeten den last van de mobilisatie en buitengewone tijden dragenDien dragen die gezinnen al meer dan genoeg (Dr. D.) B.(os) schrijft in de Vrijzinnig- Democraat naar aanleiding van de ontwerpen van den nieuwen minister van Financiën tot het sluiten van een geldleening van 125 en van een heffing in eens van ruim 80 millioen: Wie zou een jaar geleden gedacht hebben, dat een dergelijk voorstel mogelijk ware? Een heffing in onding, kapitaalvernietiging nemers, in den afgrond jagen, weinig doordachte opwelling, weinig eer doende aan de oppervlakkige geesten, bij welke ze was opgekomen. Thans heeft de crisis verder doorgewoed. Het aantal ondernemers, dat in weerwil van de grove winsten van enkelen in ongunstiger omstandigheden is gebracht, is er zeker niet kleiner op geworden. Het gevaar van kapitaalvernietiging zal er ook niet geringer op worden. De kwijting van het belastingbiljet zal nog wel steeds bij het verkrijgen van crediet niet gelijk staan met de obligatie eener leening, zooals destijds werd aangevoerd. Thans komt de regeering zelve met een heffing in eens. Zij noemt ze verdedigingsbelasting I en II, ofschoon het niet is gebleken, dat ons land of zij zelve is aangevallen. En het bedrag is kleiner dan door ons voorgesteld. De heeren, die zoo blij waren, dat men het vorige jaar geld voor 5 pet. kon krijgen, zien nu dat het thans voor 4^2 pet. gaat. Of de Kamer bij dit bedrag der heffing zal blijven staan? Het is te betwijfelen. Er loopt een sterke strooming in andere richting. En of die stroom zal worden tegengehouden door de argumenten van December 1914 en het overbrengen van den zwaren last uit de toekomst naar het heden den minister Van Gijn zoo onwelgevallig zal zijn, het blijft af te wachten. Maar de voorstanders eener aanzienlijke heffing in eens zijn vol moed. Ons volk moet in zijn ontwikkeling, zijn en bovenal maatschappe na den oorlog met volle r hT- Bolswardsche Courant ft lil l(iC'

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 1