1
EEN GEHEIMZINNIGE KLERK.
GEMENGD NIEUWS.
DIENST DER TRAMMEN. Winterdienst.)
Aangevangen 18 OCTOBER 1915
4.10,
v
1.—
a.
11
4.38*
naam
goed
Stoomdruk Firma B. Cuperus Az. Bolsward,
Leeuwarden V.P.
Franeker
Arum
blijdschap
jioegens,
zijn ge
il ij gaf
9 uur 's morgeus tot
Harlingen
Kims werd
Arum
Witmarsum
Bolsward
N ij land
IJsbrechtum
Sneek
a.
v.
8.21
9.12
9.15
9.45
7.25
7.37
7.47
7.52
8.07
8.45
8.50*
9.02*
9.14*
9.20*
9.50
10.20
11.11
11.20*
11.26*
11.38*
11.50*
9.28
9.40
9.50
9.53
10.08
10.45
1.41
2.11
3.02
1.15
2.06
2.11*
2.41*
4.10
5.01
5.31
5.36
6.05
6.56
7.20*
7.50*
8.—
8.51
9.15
9.45
10.36
8.10*
8.20*
6.49* 8.04
7.—* 8.15
7.10* 8.25
7.20* 8.32
7.35* 8.47
9.22
8.32* 9.34
8.44* 9.46
8.50* 9.52
de uitingen der pers
«zelfstandig” haar
a.
v.
a.
7.30
7.42
7.54
8.—
4.14
4.20
4.32
4.44
4.46
5.21
5.36
5.46
5.57
a.
v.
2.20*
2.26*
2.38*
2.50*
3.26*
3 41*
3.44*
3.51*
4.05*
Al
zijn
12.15
12.21
12.33
12.45
1.22
1.37
1.39
1.49
2.—
1.35
1.41
1.53
2.05
N
o
aq
B
S-
8.40
9.10
9.12
10.03
v.
a.
v.
SLOT.
Maywood deinsde terug,
rillend en bevend van
oogenblik
gezicht
boekhouder
den Raad, van State.
den Raad van State,
men Dinsdag een ge-
Arum
Franeker
Leeuwarden V.P.
7.15
7.21
7.33
7.45
8.22
8.37
8.38
8.48 10.03
9.— 10.15
11.30
12.21
12.51
7.45
7.51
8.03
8.15
8.22
8.57
9.12
9.15
9.25
9.36
om-
diefstal
10.40
10.46
10.58
11.10
Mb
SS’
D
een
Dat
De
schier verpletterd, zoodat hij
roerloos als een standbeeld bleef staan en
inmiddels werd het lijk weggedragen.
Te midden van al die verwarring nam
Maywood de vlucht,
niemand.
de Telegraaf was
voor regeering
van den Staat
1
over al zijne leden
bevend van afschuw! Voor
was hij als ’t ware verlamd,
en die stemdie laatste blik
was
Sneek
IJsbrechtum
Nijland
Bolsward
Witmarsum
Arum
Kimswerd
Harlingen
Tot 15 Nov. en van 15 Febr. af
Van 15 Nov. tot 15 Febr.
3 45*
4.15*
4.19
5.10
LEEUWARDEN—FRANEKER ARUM.
5.56
6.47*
7.16*
5.10
5.22
5.32
5.47
6.25
6.28
6.40
6.52
6.58
ARUM FRANEKER LEEUWARDEN.
6.38)
7.08+
7.14*
8.05*
(.Flaatselyke Tijd.)
SNEEK BOLSWARD HARLINGEN.
8.20* 9.35
8.26* 9.41
8.38» 9.53
8.50* 10.05
8.55
9.33
9.48
9.53
12.35 2.24*
12.46 2.35*
12.56 2.45*
1.11 3.—*
1'46 3 35*
1.50 P
2.02 3.47*
2.14 3.59*
2.20 4.05*
Varkens-quaestie.
irscht thans een eigenaardige
i.volge van het conflict tusschen
7.09 -
8.—
8.30
HARKEZIJL—MAKKUM.
Harkezijl v. 615* 8.15 10.13* 1.20 5.56*
Wons 6.25* 8.25 10.23* 1.30 6.06*
Makkum
betoonde voor het vertrouwen en de liefde
van haar, die hij gruwelijk bedroog, voor en
na onze echtvereeniging. Zijne levenswijze
was in één woord losbandig; al spoedig bleek
hij een volslagen dronkaard te zijn; ons
huiselijk leven, dat zich zoo gelukkig liet aan
zien, begon weldra het tooneel te worden van
verkwistende bras- en zwelgpartijen, zijn klein
vermogen werd, tegelijk met het mijne, roeke
loos verspild en eer er vijf jaren verstreken
waren, hadden wij geen tehuis, geen geld en
geen vrienden meer!
Toen ik het niet langer kon uithouden
onder de afschuwelijke behandeling, waaraan
ik ten prooi was geraakt, deed ik nog eens
voor het laatst een beroep op zijn eer en
geweten. Maar in zijn dronkemanswoede
stiet hij mij met ruw geweld van zich af,
en... in wanhoop ontvluchtte ik het tooneel
mijner aardsche ellende. Ik nam mijn meisjes
naam van Maywood weer aan, en wist mij
de getuigschriften te verschafl'en, die gij gezien
hebten aangezien ik mij in vroeger
jaren eenigermate met administratie en boek
houden vertrouwd had gemaakt, besloot ik
de kleeding en de manieren van het sterkere
geslacht aan te nemen, in de meening dat
ik op deze wijze beter in mijn onderhoud zou
kunnen voorzien.
Ik kwam hier, trad bij u in dienst, be-
paar honderd gulden, en gij
de verschrikkelijke gebeurtenis
aan mijne verdwijning
al die
Waarheen dat wist
Hij was weg en bleef weg.
de in ’t werk gestelde nasporingen om
verblijf te ontdekken, bleven vruchteloos. Hij
was spoorloos verdwenen, en alle pogingen
om hem te vinden, of langs den een of
anderen weg te vernemen, wat er van hem
geworden was, waren te vergeefsch.
Na een steeds onvruchtbaar gebleven onder
zoek van vele weken begon de patroon te
gelooven, dat er het een of ander niet in den
haak was geweest met zijn boekhouder (hoewel
hij toch hel meest vreesde, dat Maywood of
te midden der vreeselijke verwarring door een
ongeluk was getroffen, of dat hij een zelfmoord
gepleegd had). In ieder gevalde ledige
plaats van den boekhouder op het kantoor
werd door iemand anders ingenomen, waarna
de zaken daar langzamerhand hun gewonen
loop hernamen.
Welk gebruik de boekhouder nu en dan
van zijn oververdiend geld had gemaakt
indien hij namelijk iets had oververdiend
of dat hij een gedeelte van zijn salaris aan
zijne spaarpenningen uit vroeger tijd had toe
gevoegd, bleef zijn voormaligen patroon totaal
onbekend. Er werden wel nasporingen gedaan,
en van alle middelen, die vermoedelijk eenig
licht over ’s jonkmans plotselinge en onver
klaarbare verdwijning konden werpen, werd
ijverig werk gemaakt, maar... men kwam er
geen stap verder mede. Maywood was onna
speurlijk verdwenen.
Nadat belanghebbende nog was toegezegd
dat het door hem aangevoerde zal worden
overwogen, werd de openbare behandeling zijner
zaak gesloten verklaard en medegedeeld, dat
de genoemde afdeeling van den Raad van
State advies zal uitbrengen aan H. M. de
Koningin en de beslissing van H. M. later
zal worden medegedeeld. N. v. d. D.
In een vrijgevochten land.
Het Huisgezin schrijft;
De heer Schröder van
beschuldigd, in een fel en
hatelijk artikel de onzijdigheid
in gevaar te hebben gebracht.
Hij had de regeering beticht, door haar
uitvoerpolitiek verraad te hebben gepleegd
aan de zaak van het vaderland en van de
menschheid.
Het Openbaar Ministerie had een jaar ge
vangenisstraf geëischt.
De rechtbank heeft den heer Schröder vrij
gesproken, daar zij het ten laste gelegde niet
bewezen achtte.
Haar voornaamste overweging is, dat de
regeeringen der oorlogvoerende partijen zich
zelfstandig een oordeel vormen over de uit
voerpolitiek onzer regeering, en dat het on
aannemelijk is, dat zij zich daarbij laten leiden
door hetgeen de Telegraaf schrijft.
Voor deh heer Schröder persoonlijk moge
deze overweging profijtelijk zijn geweest, voor
den heer Boldert moet het niet aangenaam
zijn te hooren, dat wat dit orgaan schrijft
van geen invloed is in het buitenland.
Wat de Amsterdamsche rechtbank besliste
is intusschen van verdere en meer algemeene
strekking.
Dit college cijfert den invloed der pers als
het ware geheel weg.
5.25*
5.31*
5.43*
5.55*
6.26*
7.01*
7.16*
7.18*
7.28*
7.39*
alléén Vrijdags, van Bolsward: v.m. 3.10, te Leeuwarden 6.13.
4.10, 7.25.
Vrijdags van Leeuwarden n.m. 1.45, te Bolsward 4.35.
HARLINGEN BOLSWARD SNEEK.
9.28 -g
9.40 h
9.50
9.53
10.08
10 45 N
10.10* 0 12.30
10.22* 10.57 12 42
10.34* 11.09 12.54
10.40* 11.15
er na het bovenvermelde spoorwegongeluk
verstreken, toen er op zekeren avond voor
de huisdeur van den heer Corlis een rijtuig
stilhield, waaruit een heer en eene dame
stapten, die belangstellend vroegen, of de
fabrikant thuis en te spreken was. Zij werden
in de spreekkamer gelaten, en het kaartje
van «de Heer en Mevrouw Ervine” naar boven
gebracht. De naam kwam den heer Corlis
en zijne dochter totaal onbekend voor.
Ervine? las de fabrikant verwonderd.
Ervine? Dien naam herinner ik mij vol
strekt niet!
Kort daarna trad de heer Corlis de spreek
kamer binnen, gevolgd door zijne dochter,
terwijl de bezoekers onmiddellijk opstonden
om hen te groeten.
Mijnheer Ervine, zeide de fabrikant, het
is mij zeer aangenaam u te zien, maar ik
geloof niet, dat mij tot dusver ooit dat ge
noegen is te beurt gevallen.
Neen, antwoordde de vreemdeling, ik heb
tot nog toe niet de eer gehad om kennis met
u te mogen maken. Mijne vrouw is echter
in dit opzicht gelukkiger geweest, liet hij er
dadelijk op volgen, met een zijwaartschen
blik op de eenvoudig gekleede dame, die hem
vergezelde. Zij zeide, dat gij u haar waar
schijnlijk wel zoudt herinneren.
De dame trad nu een weinig naar voren,
gaf den heer Corlis en zijne dochter de hand,
en vroeg: Nietwaar, mijnheer Corlis, gij hebt
mij stellig nog niet vergeten
May wood! riepen vader en dochter als uit
een mond.
Zoo is het, antwoordde de dame bedaard.
Maar hoe heb ik het nu? stamelde de ver
baasde fabrikant. Wanneer heeft die verandering
plaats gehad? Eene vrouw?!
Ga zitten, waarde heer, zeide de dame
vriendelijk en kalm, en ik zal u terstond
ontsluieren, wat u natuurlijk een hoogst ge
heimzinnige handelwijze moet hebben toe
geschenen, maar wat in de gegeven omstandig
heden onmogelijk anders kon.
Omstreeks twintig jaren geleden trad ik
in ’t huwelijk met een man, van wien ik te
weinig afwist en die zich totaal onwaardig
schen de ontstelde menigte door, die het
afgrijselijke tooneel handenwringend stond aan
te zien. Half waanzinnig van angst en schrik
door den folterenden toestand, waarin ik mij
te midden van die omgeving zoo plotseling
geplaatst zag, en vreezende voor de gevolgen
eener ontdekking, wist ik niet wat mij te
doen stond, of beter gezegd ik wist niet
wat ik deed.
Mijn echtgenoot overleefde de ramp even
wel niet en twee uren daarna, nadat ik een
voudige vrouwenkleeren had aangetrokken,
ging ik zijn deerlijk verminkt lijk opeischen.
Niemand herkende mij in mijne onopzichtige
kleeding, en men kon ook onmogelijk ver
moeden, dat de gesluierde en eenvoudige vrouw,
die den doode tot aan zijne laatste rustplaats
begeleidde, eigenlijk de boekhouder der alom
bekende firma Corlis was.
Toen alles was afgeloopen verliet ik onmiddel
lijk de stad. Dank zij uwe vriendelijkheid
en vrijgevigheid was ik in staat geweest, eene
aanzienlijke som gelds ter zijde te leggen,
waarmede ik mij nu naar het Westen van
Engeland begaf; en nu ik mij hier weer te
midden van totaal onbekenden bevond, bleef
ik de kleeding en manieren mijner eigene
sekse behouden. Met de mij ter beschikking
staande middelen kon ik stil en fatsoenlijk
leven, totdat ik in kennis kwam met dezen
heer, die mij zijne hand aanbood. En nu ben
ik mevrouw Ervine en dit is mijn echtgenoot.
Zooals men zich gemakkelijk kan voorstellen,
volgde er een echt vriendschappelijke ver
houding op deze ontknooping van bet zesjarig
geheim, dat al dien tijd de plotselinge ver
dwijning van den boekhouder der firma Corlis
omsluierd had gehouden. En de lezer kan
er van verzekerd zijn, dat de heer en mevrouw
Ervine niet alleen hoogst welkom waren in
den huiselijken kring van den rijken koopman,
maar dat het pasgehuwde paar ook in het
vervolg de trouwe huisvrienden werden van
Maywood’s gewezen patroon en zijn uifge-
breiden kring van familieleden, vrienden en
kennissen.
5.13
5.24
5.34
5.36
5.51
4.50 6,26
5.02 6 38
5.14 6.50
5 20 6.56
v. 5.10
5.16
5.28
a. 5.40
v. 5 41
6.19
6.34
6.44
a. 6.56
8.15
8.40
8.50
geteekende trammen loopen Zondags niet en met een geteekende alleen Vrijdags.
vangenwagen stilhouden. Een gevangene,
onder geleide van twee rijksveldwachters, stapte
uit om in de openbare vergadering van de
afdeeling van den Raad van State voor de
geschillen van bestuur de behandeling bij te
wonen van zijne aanvrage om pensioen, waar
toe hem de gelegenheid werd verschaft krach
tens een lastgeving van den officier van justi
tie te Rotterdam.
Bij de behandeling zijner zaak bleek, dat
hij, laatstelijk conducteur der brievenmalen te
Rotterdam, pensioen had aangevraagd op grond
van bijna 35jarigen diensttijd, zich beroepende
ook op zijn meer dan 55-jarigen leeftijd, en
bewerende o. a. nog, dat hij in en door den
dienst lichaamsgebreken heeft bekomen.
Blijkens het rapport over zijn zaak, door
Staatsraad mr. Oppenheim uitgebracht, heeft
de Pensioenraad geadviseerd op de aanvrage
afwijzend te beschikken op grond dat belang
hebbende oneervol is ontslagen wegens diefstal.
Belanghebbende voerde naar aanleiding daar
van nog aan, dat hij voor zijn pensioen heeft
gestort en dat het nu hard zou zijn als hij,
reeds met gevangenisstraf gestraft zijnde voor
zijn misdrijf (volgens hem een diefstal van
geringe waarde), bovendien deswege ook nog
zou worden gestraft door verlies van zijn
pensioen.
Voorts zouden ongelukkige huiselijke
standigheden hem tot het plegen van
hebben gebracht.
De Staatsraad-rapporteur deed opmerken,
dat belanghebbende’s ongelukkige omstandig
heden misschien elders aanleiding zullen kunnen
geven om hem te helpen, maar dat hier de
de wet moet worden toegepast welke bepaalt,
dat, indien iemand wegens wangedrag wordt
ontslagen uit zijn betrekking, daardoor alle
aanspraak op pensioen is verbeurd.
toes'
denburgemeester en de varkenslagers, in
verband met de weigering van laatstgenoemden
om de door hen zelf gekochte varkens tegen
regeeii figs prijzen uit te ponden (toen geen
regeeringsvarkens werden ontvangen), waardoor
deze slagers (behalve twee, die gemobiliseerd
waren) voortaan geen regeeringsvarkens meer
zullen ontvangen en deze nu ter beschikking
van de runderslagers worden gesteld. J.l. Maan
dag zijn weder 35 regeeringsvarkens hier aan
gekomen en onder de vijf daarvoor aangewezen
runderslagers gedistribueerd, waarvan enkelen
een afzonderlijk «filiaal” hebben opgericht.
De varkensslagers die thans voor eigen rekening
slachten, zullen moeilijk de concurrentie met
de regeeringsprijzen vol kunnen houden, zooals
enkelen van plan zijn, of ten koste van veel
geld. Daarom zijn er ook die besloten hebben
voorloopig niet te slachten; vooral zij, die
uitsluitend het spekslagersbedrijf uitoefenen,
zullen daartoe op den duur wel genoodzaakt
zijn. A. v. d. D.
De staking bij de HollandAmerikalijn.
Het bestuur van de Neder), zeemansver-
eeniging «Volharding” heeft gisteren aan de
directie van de HollandAmerikalijn geschre
ven, dat het bereid is mede te werken om te
geraken tot een spoedige oplossing van het
geschil. N. R. Ct.
Naar Hel Volk meldt, bedraagt het aantal
stakers thans ongeveer 140.
De staking, schrijft het blad, is in handen
eener uitnemende organisatie, die zal toonen,
dat zij ook tegenover een zoo machtige werk
geefster met succes den strijd voeren kan.
Ontvluchting van een Franschen officier.
Sedert begin Maart werd in het hospitaal
te Utrecht de Fransche luitenant-aviateur
D’Humiéres verpleegd, die wegens ongesteld
heid van het eiland Urk, waar hij was ge
ïnterneerd, naar Utrecht was overgebracht.
Van zijn kamer in het hospitaal was het
raam van tralies voorzien en de deur door
een hekwerk omgeven. Voor dit hek stonden
dag en nacht twee schildwachten op post,
terwijl twee anderen bij het raam de wacht
hielden. In het geheel waren een officier, een
sergeant, een korporaal en twaalf man met
zijn bewaking belast.
De geïnterneerde was gewoon voor
zondheid een wandeling te maken,
dan voor den tijd van
9 uur ’s avonds zijn eerewoord, dat hem
’s avonds bij zijn terugkeer in het hospitaal
werd teruggegeven. Gisteravond ontdekte
men even na 9 uur, nadat de aviateur in
burgerkleeding was teruggekeerd en zijn eere
woord had teruggekregen, dat hij spoorloos
was verdwenen. Men vermoedt dat hij zich
op het oogenblik dat de wachtposten werden
uitgezet, uit het raam heeft laten zakken.
Onmiddellijk werden alle wegen rondom
Utrecht door militairen afgezet, terwijl alle
militairen en politie-autoriteiten Werden ge
waarschuwd. Maar tot dusver is men den
ontvluchte nog niet op het spoor. Alg. H.
Een gevangene voor
Voor het gebouw van
op het Binnenhof, zag
Een zestal jaren, met hun lange reeks van
en droefheid, van smarten en ge-
van voor- en tegenspoeden, warep
1.20 5.56* 8.55
6.25* 8.25 10.23* 1.30 6.06* 9.05
a. 6.50* 8.50 10.48* 1.55 6.31» 9.30
6.20
7.11
7.15
7.45
MAKKUM—HARKEZIJL.
Makkum v. 5.20 7.35* 8 50* 12 40
Wons 5.45 8.—* 9.15* 1.05 5.01*
Harkezijl a. 5.55 8.10* 9.25* 1.15 5.11*
De met een
Het buitenland laat zich, meent het, aan
wat de pers schrijft niet gelegen liggen en
vormt zich «zelfstandig” een oordeel.
Op welke wijze? Alleen door hetgeen ge
zanten en consuls, de officieele vertegenwoor
digers, berichten
Maar ontleenen deze ambtenaren hun weten
schap niet voor een groot deel aan de pers
en worden hun indrukken niet gevormd door
hetgeen de pers zegt?
Het Amsterdamsche vonnis verklaart, feite
lijk, depers vrij om te zeggen en beweren
wat haar goeddunkt.
Zij kan onze regeering verdacht maken, het
buitenland tegen ons opzetten, het is alle
maal van geen belang, vermits immers buiten-
landsche regeeringen van
geen notitie nemen en
oordeel vormen.
Het vermaarde artikel 100 van het Wet
boek van Strafrecht is, practisch, een doode
letter geworden en iedereen is een vrijbrief
uitgereikt om te zeggen wat hem invalt en
te beschuldigen van wat hem goeddunkt.
Gelukkig dat de groote meerderheid der
pers in haar plichtsbesef een rem vindt tegen
de bandelooze vrijheid welke de wet haar laat,
en dat zij geen verzekering van straffeloosheid
noodig heeft om, vooral in deze dagen, ge
matigdheid en voorzichtigheid te betrachten.
Onvaderlandschheid.
Een dame, die dezer dagen in een trein
van Oldenburg naar Bremen als haar meening
uitsprak, dat de positie van Duitschland op
het oogenblik niet erg gunstig scheen, werd
op aanklacht van haar mede-passagiers bij
aankomst te Bremen gearresteerd, verdacht
van spionnage. Hoewel uit het onderzoek de
onschuld der dame duidelijk bleek, werd ze
toch wegens haar «onvaderlandsche” mede-
deelingen veroordeeld tot bet betalen van een
boete van 50 mark.
Duitsche slaolie.
Het gebrek aan olie doet zich in Duitsch
land nijpend gevoelen, ook aan plantaardige
oliën, voor het bereiden van voedingsmiddelen.
Een Hamburgsche firma heeft nu een ver
vangingsmiddel voor slaolie in den handel
gebracht Salatölerzats dat echter te
Berlijn gebleken is te bestaan uit 99.48 pCt.
water. De waarde van het goed is ongeveer
nul, de voedingswaarde nog iets minder. Als
vervanging van slaolie is het volkomen waar
deloos, zegt de Vorwdrts.
De «Onder de Streep” schrijver van
het Alg. Hndbl. schrijft:
Een slimme truc. Chauffeur A. tot B.
Weet je, dat het portier van je taxi open
staat?
Chauffeur B.: Dat weet ik.
Chauffeur A.: En weet je, dat er een porte-
monnaie in je wagen ligt?
Chauffeur B.Dat weet ik.
Chauffeur A.: Van wie is die portemonnaie
dan?
Chauffeur B.Van mij.
Chauffeur A.: Waarom steekje hem dan
niet bij je?
Chauffeur B.: ’t Ding is leeg.
Chauffeur A.: Maar waarom laat je hem
daar dan liggen?
Chauffeur B.Een truc.
Chauffeur A.:
Chauffeur B,: Je kunt je niet voorstellen,
hoe dikwijls er menschen komen om een
eindje te rijden. En veel kleine ritjes maken
vele fooien op een dag. Snap je?
spaarde een
herinnert u
wel, die onmiddellijk
voorafging
Die spoorwegramp hier dicht bij het station
Ja. Wij snelden in allerijl de gewonden
ter hulp, zooals gij nog wel weten zult, toen
er een der stervende slachtoffers naar ons toe
werd gedragen.
Ja, ja! dat herinner ik mij zeer
Welnu, die man was mijn echtgenoot!
Er stonden tranen in de oogen van den
kleinen kring, die naar dit niet alledaagsche
verhaal van jammer en ellende luisterde.
Ik herkende hem, en hij had nog juist
den tijd om den naam van May een ver
korting van mijn doopnaam Mary te
stamelen, toen ik ijlings de vlucht nam tus-