Jleuws- en Advertentieblad 7. Bolsward en Wonseradeel. Theehandel Focke S. Klein, Klein’s Thee, in ons pakjes thans 22 ct., in vierdel pakjes 27‘/2 ct. Gebro ken Thee ook per ons. I 'A-l I No. 29. VerscUljnt Donderdags en Zondags. 55ste Jaargang. 1916. i I Zondag 9 Aprii Eene verademing. VOOR Lente in de hoofdstad. HARLINGEN. P In vele winkels verkrijgbaar. Voor wederverkoopers Bij Wed. J. Lemstra, Bolsward. W. v. d. Goot, Makknm. I I I BINNENLAND. Bolswardsche Courant 'III afzonderlijke h LW o ’s lands belang ’g w hes pen ;ast eld iac, pte aar ist. eer lijn ïeft er en :te een 'als 'UW ^an or- tje, ian oor nt- ige a e e ge- rug ads er- r d. ns n w n ;en, zoo eft, rd, >ok nt- eld and bij ird. ht, of ten ‘>e it en >r- ijn lat ks er ar en i fr et rs e, n 1. m s: n n ‘t ht, in jen lat u en, jen en. ;en ;en de nu hij m. )or >or er- an ns oij ns V r pogingen. denken, voordat het nog probeert. Al meent onze ook, dat Duitschland zulk Engeland heel wel mogelijk ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. 1 in het van oudsbekende magazijn DE TOKO te Sneek. Door het mislukken der wettelijke winkel sluiting daartoe in de gelegenheid gesteld, houden wij onze magazijnen geopend van ’s morgens 5 tot ’s avonds 11 uur. houden i ’s morgens 5 tot ’s avonds 11 Komt, ziet en oordeelt 11 Alles moet weg 11 verkoop zijn belast onze mede- -II.k en NooitteBont. Zegt het voort. P.S. Wij geven de hoogste prijzen voor u d e begrippen. Aanbevelend, Kom-niet-voor-je-politieke-eischUIT. Als er echter weer eene verkiezing komt, ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. die aan kaplaarzen doen denken, Russische uitmonstering dus, heeft plaats moeten maken voor een voorjaars- of zelfs zomertoilet. Een zwaluw maakt nog geen lente. Geldt dan hierop parodiaal: één stroohoed brengt Met den vennooten OnKieschebrink Na zoovele maanden van wintersch weer, na dagen en dagen van regen en harden wind, schijnt de lente dan nu, en vrij goed op tijd, haar intrede gedaan te hebben. Doch, niet gejubeld vóór den avond of in dit opzicht beter: vóór den dag van morgen. Maart heet vijf zomersche dagen te brengen en meer en meer naar den zomer gaande, mag men ver wachten dat de volgende maand voor hare voorgangster niet zal onder doen. Doch de practijk wijst het zoo vaak anders, het tegen gestelde, uit en zegt bet volksrijmpje dan ook zeer terecht: April doet wat hij wil! maar laat dit ons niet ontmoedigen. De laatste paar dagen en ook de dag, waarop dit geschreven wordt laten zien, dat ’t gelukkig ook anders kan. Natuur schijnt ontwaakt uit hare winter slaap èn ’t is alsof een nieuw, jong leven daar buiten zich aan ons openbaart. Daar buiten, op de jong groenende wei landen, in de bosschen, thans weer in een waas van uitbottend knoppen-groen gehuld, moge de lieve lente haren intocht gedaan hebben, doch ook in de groote stad over hare menigte van hooge huizenrijen, in hare mooie parken is het teeken van nieuw herboren leven gegeven. Als bij tooverslag is alles veranderd. Voor kort stond de stad nog in het teeken van winter. Dichte, kille tramwagens op al haar achttien lijnen, nu plotseling, ziet men weer op een paar lijnen een motorwagen rijden met als bijwagen een open rijtuig. Het gebruik van deze laatste is nog wel schaars, doch zijn we nog niet pas aan het begin van een beter jaargetijde? Wie weet, morgen de dag regent het weer pijpesteelen of giert de kille Westen wind om de hoeken der huizen en loeit als een sirene door de telefoondraden. Niet te voorbarig dus! Niet lang had het lekker verwarmende zonnetje de straten beschenen of de café’s en restaurants lieten aan de pui de groote zonne schermen zakken, palmen en andere groote bakplanten werden geplaatst, stoelen en tafel tjes naar buiten gedragen, kortom het terras weer optima forma in orde gebracht en het duurde dan ook niet lang of de bezoekers wisselden een zitje aan de straat voor het verblijf achter de groote spiegelruiten en lees tafel. Het is opmerkelijk, hoe succesvol het er bij het groote stadspubliek in wil, dat zitten vóór ’t café in plaats van daar binnen. Den eersten den besten zachten dag waren de ter rassen al flink bezet. Waar men kwam, en vooral de bekende groote café’s bleven niet achter het publiek daarin te voorkomen op ’t Rembrandsplein voor Milles Colonnes, op ’t Leidsche Plein bij American Hotel en ’t deftige Trianon, overal zitten de menschen buiten, gezellig, alsof 't al volop zomer is. Doch zóó volmaakt is het nog niet, want men ziet natuurlijk nog geen lichte zomer- toiletten, achter die tafeltjes. Allen nog, de heeren in overjas, de dames, met bonten om en ook het leuke coquette pakje, ik bedoel dat met bont omzoomd en daarbij liefst gedragen een paar verlakte zeer hooge laarsjes, een geheel nog niet luchtiger Zoo hebben we Vrijdag bij ons zelf ge vraagd: welk belang zou Engeland er bij hebben ons aan te vallen En welk belang zou Duitschland er bij hebben ons aan te vallen En op beide vragen moesten we antwoorden geen belang. Integendeeleen groot nadeel. Want wat is het geval? Nu de groote oorlogvoerende partijen eenigs- zins als de bokjes van de fabel kop aan kop tegenover elkaar staan, noch vóóruit, nocb achteruit kunnen, omdat hare krachten ongeveer tegen elkaar opwegen, is het niet aannemelijk, dat een van de twee of allebei een deel dier krachten zullen aanwenden voor een ander punt van aanval, waardoor zij zich zelf aan de eene zijde zouden verzwakken en aan den anderen kant er een nieuwen vijand bij zouden krijgen. Dat Engeland een aanval zou doen op onze kust, daar een leger landen.en zoo bijv, de Duitschers in België zou bestoken, is gemakkelijk bedacht en gezegd, doch niet gedaan. Allereerst zou thans eene landing niet zoo gemakkelijk gaan, doch al gelukte zij, dan was zij nog niet het begin van een zegevierenden tocht. Engeland heeft au in Oost .Eoropa de ervaring kunnen opdoen van droevig mislukte landings- en veroverings- Het zal zich wel tienmaal be- eens iets dergelijks oud-minister Colijn A eene poging van zou kunnen achten, kunnen wij dat bezwaarlijk gelooven. Men kent in Duitschland zeer goed de weer kracht èn de terreinsmoeilijkheden die Nederland tegenover zulk eene landing zou kunnen stellen. En Duitschland zelf? Zou Duitschland onder een of ander voorwendsel ons niet kun nen aanvallen? Kunnen, ja, natuurlijk wel. Maar welk belang zou het er bij hebben Of lieverwaarom zou het een dergelijke dwaasheid doen. Nu heeft het zijn geheele onbeschermde grens van Nieuwe Schans af tot Maastricht 'toe door het neutrale stoot kussen Nederland beschermd. Het leeft in vrede met ons, betrekt een niet te verachten deel van zijn levensmiddelen uit ons land en heeft geen man en geen paard op de been te houden om onzentwil. Wij, Nederland, zullen Duitschland niet aanvallen. Dat weet het heel goed. Welnu, laat Duitschland Nederland aan vallen, en het verliest a) de voordeelen van de tegenwoordige positie: om nu nog niet te spreken van de mogelijkheid, die zich dan zou kunnen voordoen, dat wij een doortocht van Engelsche troepen door Zeeuwsch-Vlaan- deren toelieten, zou het een stuk van zijn strijdkrachten weer moeten afstaan aan een nieuwen krijg, op een nieuw oorlogsterrein. Ook Nederland is niet in een vloek en een zucht te onderwerpen en een oorlog met ons land zou Duitschland, hoe krachtig het ook zij, op dit oogenblik zeer ongelegen komen. Door welk belang wordt dan, wie ook van de oorlogvoerende partijen, gedwongen de vijandelijkheden met ons te wenschen en te openen We kunnen hier geen ander antwoord op vinden dan dit: Geen enkel. En die over weging stemde ons Vrijdag niet onrustig en stemt ons heden rustig. Trouwens, wat zien we sedert Vrijdag ge beuren Ditdat de wel willendheidsbetuigingen van beide zijden der oorlogvoerenden ons toe- stroomendat elk der partijen meent, dat de Nederlandeche Regeeringsmaatregelen tegen de andere bedoeld zijn. Ze zouden geen van beide graag zien (we zullen uit bescheidenheid niet zeggenze zijn beiden bang), dat ons land zich tegen hen keerde. En beiden prijzen Nederland het kloeke, vastberadene en de Nederlandsche Regeering de wijze, zich voor strikte neutraliteit zoo beijverende voor de energie, waarmede zij het hoofd bieden aan elke poging tot schending der Neder- landscbe neutraliteit door... de andere partij. Engeland is zoo... (we zullen niet zeggen benauwd) verontrust bij de gedachte, dat wij zouden gelooven aan het bericht van de Avondpost te ’s-Gravenhage over een verzoek van de Engelsche Regeering om Engelsche troepen over Zeeuwsch Vlaanderen te laten trekken, dat nota bene! de Engelsche legatie in onze residentie onze Regeering verzoekt de Avondpost ter verantwoording te roepen voor dit valsche bericht. Onze lezers weten bet. Dat is wel het record in merkwaardigheid. Eene Engelsche legatie, sprekende namens de Als er echter gaan de heeren gearmd naar de stembus. De politieke toestand van ons land is niet duidelijker geworden, ondanks de regee- ringsverklaring, waar zoo ongeveer niets in staat en bovendien eindigt met de opmerking dat het niet in ’s lands belang zou zijn iets mede te deelen. Voorts heeft de regeering bekend gemaakt, dat zij alleen de verantwoordelijkheid draagt van berichten, die voortaan gewaarmerkt zijn met het woord officieel. Het algemeen hoofd kwartier deelt eveneens mede dat het alleen dan de verantwoordelijk heid draagt van berichten, waarbij uitdrukke lijk blijkt dat zij van daar zijn uitgegaan. Bij alle deze voorzichtigheidsmaatregelen zou men gaan denken, dat een of andere ingewijde ambtenaar zijn neus voorbij gepraat een ontijdige en ongeoorloofde de pers het land in opschud- nog geen lente? Moge dit laatste toch niet bewaarheid worden. Ik zag er nog slechts een enkele; ik bedoel een meneer die dit heeft en door mededeeling aan de pers het land in opschud ding heeft gebracht. Alles bij alles genomen veronderstellen wij dat de geallieerden Nederland eens vriend schappelijk hebben gepolst over een plezier tochtje op de Schelde, teneinde b.v. de merk waardigheden van Zeeuwsch Vlaanderen eens te bezien. Zoodra nu Duitschland door zijn geheimen dienst bericht had gekregen van wat Engeland van plan was, heeft zij de Nederlandsche re geering, die dit vermoedelijk ook reeds wist van haar geheimen dienst, gewaarschuwd en hulp aangeboden en wel misschien in dier voege, dat onze regeering gezegd heeft, dat we zelf het hekje van den Hollandschen tuin wel dicht zouden houden. N. Harl. Cl. De ambtenaren van de verschilllende Dep. hebben een aanschrijving ontvangen om zuinig te zijn met papierverbruik. Brieven, worden op halve velletjes geschreven, zomersch hoofddeksel reeds droeg. Je hebt op allerlei gebied vroolijke menschen en ook in de mode. Toen deze lente-bode op twee gewoon menschelijke beenen mij passeerde, frappeerde het me toch wel even en ware ik niet zoo ver van huis geweest, den lust voelde ik in mij opkomen terug te gaan en mijn demi voor winterjas te verwisselen en alle moeite te doen dat voorbarige sinjeur nogmaals tegen te komeu als een stil protest dat er met moeder Natuur in deze dagen van voor jaar, een loopje genomen wordt. De winkeletaiages hebben naar hunne uit stallingen te oordeelen ook afscheid genomen van den winter. Echter, aangezien ik mij niet graag op een vakterrein beweeg, dat bet mijne niet is, blijf ik dus liever aan de lezers de mededeeling schuldig, wat de Mode èn voor dames èn voor heeren, voor het komend seizoen nu precies presenteert. Moge ik met de vermelding volstaan dat de costuums voor heeren sterk getailleerd zullen zijn en de stroohoeden een hoogen bol hebben met betrekkelijk smallen rand. (A propos op gevaar af hem in zijn modieuze gevoelens te treffen, durf ik verklaren, dat de hoed van bovengenoem den vriend de lente-bode niet aan de komende mode-eischen voldoet, integendeel ben ik ernstig bevreesd, dat hét hoofddeksel nog van verleden jaar Juli, uiterlijk Augustus dateerde.) En de Amsterdammer die in de vorige, koude maanden van het jaar hoofdzakelijk zijne wandeling maakt door Kal verstraal, Utrechtsche- of Leidschestraat, is ook naar buiten uitgevlogen. Langs de boorden van den breeden Amstel was bet vooral Zondag druk van wandelaars, die daar het bekende ommetje maken: Amstel, Kalfjeslaan en langs den Amstelveenschen weg naar de stad terug of in omgekeerde richting. Bij het café vhet Kalfje” dat zoowat halfweg deze wandeling ligt, streken ook al velen neer om even te verpoozen en zich te verlustigen in den bepaald schoonen aanblik van den Amstel daarvoor, met zijn druk beweeg van booten en zelfs ook al weer de wherries en scifs, de sport- lievende Amsterdamsche jongelingschap. Straks wanneer het roeiseizoen geopend is en de clubs „Amstel”, Poseidon Nereus en Willem III weer in de sierlijke en ranke vaartuigen over die oude rivier uitzwermen, en de training- ploegen hunne onderlinge wedstrijden houden, biedt dat alles een vroolijk een levendig gezicht, welk effect dan nog aan idylle wint, wanneer in den schemer na schoonen zomer dag, die bootjes daarhenen glijden over dien groenomzoomden waterplas versierd met lam pions en het terras van aanleg plaats en meestal doel van den roeitocht, het Kalfje vorengenoemd, a giorno is verlicht, dat weer spiegelt in bonte kleurenpracht in den zacht, wiegelenden vloed. R. Gaat het onzen lezers als ons, zoo schrijft de Arnhemsche Courant, dan zijn we sedert den vorigen Vrijdag heel wat rustiger ge stemd van gemoed. Of laten we eerlijk zijn wat ons zelf aangaat, waren we ook Vrijdag en de volgende dagen niet ongerust. Voor ongerustheid moet evenzeer een plau sibele reden zijn als voor gerustheid en die vonden we niet. Wanneer er een misdaad is gepleegd en de schuldige wordt niet aan stonds gevonden, dan is bet natuurlijk, dat als uitgangspunt van alle onderzoek de vraag gesteld wordtz/wie had voordeel bij de mis daad Zoo komt het ons voor, dat we in de ernstige tijden, die we beleven, vóór alles moeten vragen»wie heeft er voordeel bij, dat dit of dat gebeurt?” Op contracten, gegeven woorden, vredes- conferentiebepalingen, vriendschapsbetuigingen tusschen Regeeriugen en wat dies meer zij, neen, daarop vertrouwen we niet bijzonder. Wat we sedert Augustus 1914 daarvan heb ben zien terechtkomen, is zoo deerniswaardig weinig, dat we onder de heerschappij van het geweld aan de nuchtere waarheid van het oude psalmwoord herinnerd wórden: ^vestop prinsen geen vertrouwenEr is op dit oogenblik maar één motief, waaraan de oorlog voerenden gehoorzamen: hun belang. Wan neer men nu bij het beoordeelen van ge ruchten de vraag stelt: welk belang is er gemoeid bij hetgeen die geruchten als waar heid vertellen? dan is er eenige waarschijn lijkheid, dat men die geruchten op hun werkelijke waarde schat. Engelsche Regeering is zóó onthutst door dit //ophitsende”, //tegen Engeland stemming makende bericht”, dat zij, nu onze wet eene vervolging van de Avondpost niet toelaat, onze Regeering verzoekt... desniettegenstaande het blad onder handen te nemen. Men ziet, dat vooralsnog Engeland op onze blijvende neu traliteit gesteld is. Zelfs een diplomatieke dwaasheid heeft het er voor over. Dat zal men ook in Duitschland wel inzien. De ongerustheid van den oud-minister Colijn ten opzichte van Duitschlands gebrek aan inzicht in de zaken kan door deze legatie- aardigheid aanmerkelijk verminderen. Maar spreekt ook dit feit geen boekdeelen En zouden we niet onverantwoordelijk doen met ons ongerust te maken over plannen van deze en voornemens van gene mogendheid te onzen nadeele, terwijl het zoo duidelijk blijkt, dat niemand iets liever wil, dan dat ’t kleine doch voor alle partijen zoo nuttige Nederland blijve zooals het is, neutraal, neutraal naar alle zijden Nog eensniet de mooie woorden en de lieve verzekeringen der oorlogvoerenden doen ons gerust zijn. Steunden wij daurop, dan ware onze gerustheid zwak onderlegd. Doch bet belang van beiden om Nederland buiten den strijd te houden, althans zelf niet met Nederland den strijd aan te binden, dèt belang stemt ons rustig. En we spreken dat gaarne uit, nu we bespeuren, dat men hier en daar nog altijd wat zenuwachtig is. Sneek. De heeren Kuyt, Kiezebrink en Bont hebben tegen de winkelsluiting des avonds 9 uur gestemd. Om hen dat betaald te zetten bevat het soc.-dem. weekblad Friesch Volksblad de volgende advertentie: Finale Opruiming van ij z i n n i g-D emocr. beginselen tegen elk aannemelijk bod,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 1