UITNOODIGING. Kookdemonstraties EXTRA Kookdemonstratie. BRIEVEN en Nederlandsche Plantenboterfabriek KAARTEN KLAPPA Plantenboter, B. U. K. Plantenvet, I 1 .Arda i 1 Nederlandsche Plantenboterfabriek te AMSTERDAM. Maatschappij tot Exploitatie van de X X N X X FIRMA B. CUPERUS Az., bolsward. I, In vervolg op bovenstaande annonce wordt medege deeld, dat a.s. MAANDAGAVOND 17 APRIL van 7 tot 9 uur een APARTE DEMONSTRATIE VOOR DIENSTMEISJES zal worden gehouden. ALBERS’ ARDA PLANTENBOTER is alom verkrijgbaar, voor winkeliers ook bij onze grossiers, tegen fabrieksprijzen. Plantenboter op. J kennis te maken, zullen Maandag en Dinsdag 17 en 18 April, telkens des namiddags van 2 tot 5 uur, Winkelier verkrijgbaar. Stoomdruk Firma B. Cuperus Ar,, Bolsward. plaats vinden in „DE DOELE”, alwaar gelegenheid wordt geboden met Klappa’ en B. U. K. bereide spijzen te proeven, terwijl verder alle eventueel gewenschte inlichtingen omtrent de producten der Ten einde aan belangstellenden gelegenheid te geven met de producten der Nederlandsche Plantenboterfabriek, namelijk worden in den kortst mogelijken tijd geleverd door O» gaarne worden verstrekt. Tot het bij wonen dezer Kookdemon straties worden alle belangstellenden beleefd uitgenoodigd. over gevatte koude, hoesten, pijn in de borst, hoofdpijn, slechte spijsvertering, maagpijn, verstopping, gebrek aan eetlust of andere ongesteld heden, want door ’t gebruik van een pakje KRUIDEN van JACOBA MARIA WORTELBOER van OUDE PEKELA hebben duizenden baat gevonden. ’t Is geen leugen of bedrog. De pakjes zijn bij eiken Drogist en De geest in het Fransche leger. De militaire correspondent van de Times spreekt met warmte en bewondering over den geest, die het geheele Fransche volk bezielt. Van alle treffende dingen in dezen oorlog acht de correspondent het moreel van het Fransche leger het treffendst. „Denk eens aan," zegt hij. „Twintig maanden lang woedt nu reeds do vernielende krijg; op elke drie Fransche vrouwen draagt er een het rouwkleed verscheidene schoone departementen en het beste gedeelte van den Franschen zwarten grond in handen des vijands; het einde van den oorlog nog niét te voorzienregimenten van top tot teen hernieuwd, niet eenmaal, maar herhaaldelijk; de spaarpenningen van een halve eeuw in den smeltkroes geworpen en toch, ondanks dat alles en ondanks den voortdarenden strijd op leven en dood met een talrijken vijand, overal en altijd dat on schatbaar goedhet ongeschókt moreel van het leger. Bij ieder nieuw beroep op dit moedige volk, stijgt die geest van vaderlandsliefde tot hooger peil. „Liever dan uit Duitsche banden de slavernij te aanvaarden heeft generaal De Castelnau gezegd zal het Fransche ras op het slagveld sterven.” In den vurigen oven van den oorlog is dit groote, oude ras gelouterd. Het heeft alle gevoel van zelfzucht verloren, indien het dit al ooit gehad heeft. Het is één en onverdeeld en vastbesloten. Wanneer luchthartigheid ooit de zwakheid van dit volk is geweest, dau is er toch iets te zeggen voor die lucht hartigheid, welke de harten opwekt om allen tegenspoed te overwinnen en het noodlot vast en blijmoedig in het aangezicht te zien. In het gevaarlijkste hoekje van de voorste ge- vechtslijn, waar de verdedigers kalm den dood afwachten, die ieder oogenblik kan komen en altijd dicht bij is, heeft de Fransche soldaat toch altijd nog een glimlach van vertrouwen voor den vreemdeling die voorbijgaat, een blijhartig woord, een vlug en vaardig weder woord en een niet te omschrijven, maar on miskenbaar gevoel van meerderheid boven den vijand. De vraag wat toch wel heeft medegewerkt aan de herleving van Frankrijks militaire kracht sedert de donkere Augustusdagen van 1914 beantwoordt de correspondent met de eer te geven aan wie die in de eerste plaats toekomt en te wijzen op de voorbeeldige geest kracht van de vrouwen van Frankrijk, de moeders en de echtgenootenhaar voorbeeldig geduld, haar zwijgzaamheid bij groot verdriet en nimmer ophoudende onrust, hebben den grondslag gelegd voor de groote herleving. Niet minder bewondering wekt de onver moeide arbeid van de ouden van dagen, van de jongens en meisjes, die de plaatsen hebben ingenomen van de krachtige mannen, en op duizenderlei wijze, maar vooral op landbouw gebied, arbeiden tot het welzijn van Frankrijk. Ga waar ge wilt in Frankrijk, tot zelfs in bet door granaatvuur doorploegde oorlogsgebied en overal zult ge den grond zorgvuldig be werkt vinden. Evenals vroeger en ofschoon de meeste vroegere arbeiders zijn heengegaan en velen hunner nimmermeer zulleji terug- keeren, gaat de eeuwen oude, intensieve akker bouw voort en schenkt de Fransche bodem zijn oogst, wordt het vee geweid en worden de kudden gehoed, de hagen geschoren, de wegen prachtig onderhouden. Van 's morgens vroeg tot ’s avonds laat werken die dappere, blijmoedige ouden van dagen, die jongens en meisjes, aan het ver garen voor hun land en hun mannen, van die overvloedige oogsten die de Engelsche soldaten van den zaaitijd tot den oogsttijd in toenemende verbazing en bewondering zien gedijen. Op iederen akker wordt zoo een overwinning be haald. Op een berg, waarvan de naam beroemd is en die ligt binnen het bereik van de Duitsche kanonnen, worden de wijngaarden bewerkt, alsof er geen sprake van oorlog is. Toen Zola dergelijke tooneelen beschreef uit den Fransch-Duitschen oorlog, dacht men aan dichterlijke overdrijving. Maar nu hebben we het zelf gezien, we zien het iederen dag en weten dat het waar is. Interessant is ook wat de schrijver vertelt omtrent de intendance en omtrent de zorgen voor den Franschen soldaat. In dat opzicht zegt hij heeft het Fransche ministerie van oorlog zichzelf overtroffen. De maga zijnen zijn vol, de munitie is overvloedig, de uitrusting en de kleeding is degelijk en prac- tischhet voedsel is goed en rijpelijk en de soldaat gevoelt dat er voor zijn belangen wordt gewaakt., De „poilu” voelt zich goeds moeds als bij die stapels granaten ziet, wanneer hij tegen den vijand oprukt en als hij per auto-bus naar het front gereden wordt en weet dat hij daar iederen dag versch brood zal krijgen. Hij ziet achter zich van de hoogten bij Vaux en ontwaart lange reeksen automobielen/ zich uitstrekkende in een einde- looze file. ’t Kader van ’t Fransche leger noemt de correspondent voorbeeldig. De officieren en onderofficieren staan altijd vooraan als er een moeilijke of inspannende taak valt te ver richten. Zij zijn waarlijk onvermoeid en waken over hun manschappen. Nergens op het heele westelijk front is de verhouding tusschen de gegradueerden en de manschappen zoo goed als in de Fransche legers. De goede, ordelijke, opgewekte geest blijkt al uit de zorg waarmede ze hun loopgraven netjes houden en aan vegen alsof ’t een boudoir in de Faubourg St.-Germain is, en ook uit de correctheid waarmede ze zonder mankeeren steeds beleefd zullen salueeren als 't pas geeft, ’t Zijn maar kleinigheden misschien, want een slordige, ongewasscben soldaat, die zijn meerdere niet salueert, zal misschien evengoed vechten als een soldaat die zijn uiterlijk verzorgt en de beleefdheid in acht neemt, maar als teeken van heerschende discipline hebben die kleine trekjes hun waarde en ze leeren het Fransche karakter opnieuw waardeeren. TV. v. d. D. Doe er r o® Lgj' 1 r 3 k TROUW Gij behoeft niet te klagen, J O nQOQOOOOOOOOOQ^ r O Q Q °O°GOC<X>OOO4.-C‘*0'/

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 4