Bolsward en Wonseradeel. lieuws- en Advertentieblad I Klein s Thee, in ons pakjes thans 22 ct., in vierdel pakjes 27'/2 ct. Gebro ken Thee ook per ons. Theehandel Focke S. Klein, HARLINGEN. No. 33. 1916. Verscüijnt Donderdags en Zondags. 55ste Jaargang. PAASCHFEEST. 1 I j 51 VOOR Zondag 23 April. afzonderlijke BINNENLAND. 1 De Ambachtsschool te Harlingen. INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. L de 11 leerlingen in 9 der smeden, die allen succes hun drie leerjaren een diploma uitgereikt. zoo zijn! ft ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. in verschillende zalen van fijne collectie teeke- Jn vele winkels verkrijgbaar. Voor wederverkoopers Bij Wed. J. Lemstra, Bolsward. W. v. d. Goot, Makkum. Een smokkelend circus. Toen het circus Hermann Althoff uit Rot terdam, waar het voorstellingen had gegeven, terugkeerde, was het aantal paarden vermeer derd met een tiental stoere Brabantsche trek dieren. Oogenschijnlijk' als trekpaarden voor de circuswagens aangekocht, gingen ze echter kindsche dagen, een genoegen zijn. Ook daar, waar smartelijke verliezen van dierbare nabe staanden te betreuren zijn, zal de nagedach tenis, bij de smart toch ook weer hoop wekken, troost geven, en de tijd zal de wonden heelen. Gelukkig dat het zoo is, anders zou ons leven een voortdurende treurigheid zijn, een tranendal in werkelijkheid. Paschen! ’t Is Paschen, de geest verheugt zich in het feest der Opstanding!... En daar krijscht nog altijd de doodskreet van ’t oor logsveld, daar gaat het eene deel van het menschdom met alle hem ten dienste staande middelen trachten bet andere deel, zijn tegen stander, te vernietigen. Wee en driewerf wee klinkt over ’t aardrijk. Men kan zich niet inden ken in de wreedheid en ellende van de slag velden, en men vraagt zich onwillekeurig af: Kan zulks in onzen tijd nog bestaan! Wat staat de mensch nog verre van den Christenplicht: „Hebt uwe naasten lief als u zelven.’' ’t Klinkt nog altoos scherp en ver hard: „Ben ik mijns broeders hoeder?” Hierbij zullen we ons eenvoudig artikeltje eindigen met de hoop, dat het goede woord dat in deze dagen van Paasch feest viering klinkt niet een ijdele koude weerklank achter zich mag laten, maar dat men doordrongen moge worden van het ware menschelijke bewustzijn om den naam als mensch waardig te mogen dragen. Moge dat Wie onzer juicht niet bij de nadering van het Paaschfeest. Met verlangen zien jong en oud uit naar dien heerlijken tijd, en geen wonder, wijl de dagen van trieste donkerheid en kille temperatuur achter ons liggen als een gevoelige herinnering aan den winter. Veel zorg, ongerief en vaak kommer en ellende toch brengt het barre jaargetijde mede. Vooral bij degenen, die zich met beperkte inkomsten moeten vergenoegen, wekt de koude wintertijd dikwijls de verzuchting: Och, kwam het voorjaar toch maar! En nu, Paschen, het feest der Opstanding valt in den tijd dat de natuur uit haar doodslaap ontwaakt. Als het liefelijk voorjaarszonnetje door haar koesterende stralen veld en beemd weer in zomertenue gaat steken, als ook de mensch zich weer ziet herleven door ’t langere dag licht en de zachtere temperatuur, o, dan popelt het harte, want wat is er heerlijker dan op een schoonen lentedag het ontwaken der natuur aandachtig te aanschouwen. Wat een schoonheid, wat een schakeering van kleuren vertoont het jeugdig groen, de ontbottende knoppen. De frisch gekleurde bloemen balsemen de lucht, de zachte tempe ratuur en het koesterend zonnelicht werken weldadig ook op den mensch. De overdenking van deze gunstige verandering treft des men schee hart, stemt tot bewondering en eerbied. Het Paaschfeest, het feest der Opstanding het treft ons gemoed. De aan blik van dat ordelijk, gestadig en overschoon herleven der natuur, wekt een innnerlijk gevoel van dankbaarheid de geest neemt een hooger vlucht helaas, de maatschappelijke toestanden werpen ons vaak terug van het dankbare gevoel en de bevredi ging, maken ons dikwerf blind voor ’t hoogere en schoone, trekken ons in de koude mensche lijke omstandigheden terug. O, wat kon alles anders en beter zijn! Vele oorzaken werken er toe mede, dat er wanverhoudingen in de maatschappij ontstaan, aan welker verbetering wij allen dienden te helpen. Het zou de menschheid in het algemeen ten goede komen, als het eigenbelang wat meer plaats maakte voor naastenliefde, als men het algemeen welzijn wat meer en consekwenter in ’t oog vatte. Even als in de natuur het helderder licht en de streelende warmte vernieuwd leven doen ontstaan, zou de maatschappij hervormd kunnen worden. Helaas, onze tijden leeren het, hoeverre wij nog af zijn van dat doel. Een streven in de goede richting van een talrijke groep wordt door anderen te niet gedaan, door omstandigheden nutteloos ge maakt, soms opzettelijk tegengewerkt. Het kille in de maatschappij blijft nog te veel heerschen, de warmte en ’t licht nemen niet voldoende toe. Het Paaschfeest brengt toch steeds in den familiekring vreugd, de beste plunje wordt aangetrokken, een nieuw costuum is er voor aangeschaft. Familieleden die door hun werk kring naar elders getogen waren, zij komen het ouderlijk huis weer eens voor een paar dagen opzoeken. Het ouderhuis, de geboorte stad, de kennissen en verwanten, ’t zijn allen dierbare herinneringen, die met het Paasch feest weer worden hernieuwd, versterkt, beves tigd. Gelukkig hij, die nog het ouderhuis kan bezoeken, waaraan de dierbaarste herinne ringen van intens geluk zijn verbonden. En waar de treurige werkelijkheid dat gemis deed ontstaan, zal toch het herdenken aan de 24 tot 29 April a.s. De Besturen voorn. D. TBRHENNE, Voorz. F. v. RINGH, Secretaresse. Ds. J. P. KLAARHAMER, Voorz. P. de VRIES Jzn. Secr. Bolsward, j n lgl Geachte medeburgers! De jaarlijksche tuberculose-bloemendag nadert weer. De dag, waarop geheel Nederland één is, één in het betoonen van naastenliefde. Dien dag allen gedecoreerd met het symbool der tuberculose-bestrijding. De besturen van „Het Groene Kruis” in Bolsward en Hennaar- deradeel bevelen deze zaak wederom warm bij hunne medeburgers aan. De prijs van het bloempje is weder minimum 10 cent. De verkoop zal plaats hebben in de week van Donderdag werd in bovengenoemde school een openbare les gehouden, tevens de laatste les van het cursusjaar. Van de gelegenheid om met de bedrijvigheid in de school kennis te maken, werd door velen gebruik gemaakt. En bedrijvig was men er. Het lokaal der timmerjongens gaf een echt beeld van nijvere bezigheid even als dat der smeden. Er werd geschaafd, gepast, gemeten en geslagen, dat bet zoo’n aard had. De aambeelden in de smederij met hun helderen metaalklank ge tuigden hoorbaar dat zij gebruikt werden, hoefijzers, ankers, bouten werden gesmeed. Aan de banken werd gevijld en polijst, de verschillende machines waren in werking, de snaren gonsden, en het ijzer werd geschaafd en gedraaid dat het een lust was de lange ijzerkrullen te zien kronkelen. En op de bovenste verdieping waren de schilders doch die afdeeling was het minst talrijk ver tegenwoordigd bezig met hun kleuren mengeling. Een tuinbank, een tafeltje en dergelijke werden opgesmukt, een reclame bord was door een der meest gevorderde leer lingen onder handen genomen, en die had zeer veel handkijkers. Een practisch werkend idee is het voorzeker om de hoogere klasse jongens ook in de gelegenheid te stellen nemen school, ze zien, vaardigden. De dreigende crisis in de sigarenindustrie. Van welingelichte zijde schrijft men ons nader over deze zaak: Reeds voor het begin van dit jaar wisten belanghebbenden bij de sigarenindustrie, dat er spoedig gebrek aan vulmateriaal en andere tabakken tegen redelijke prijzen zou komen. De groote legers der oorlogvoerenden ver bruikten en verbruiken nog dagelijks ontzag lijke hoeveelheden sigaren en tabak, zoodat buitenlandsche handelaren en fabrikanten op onze tabaksmarkten a tout prix alles weg kochten, ja zelfs zich door tusschenpersonen trachtten meester te maken van bij Nederland- sche fabrikanten aanwezige voorraden. Gevolg van een en ander is nu, dat er zoo goed als geen binnengoed meer in ons land te koopen is. Wat er nog is te krijgen, zoowel in binnen goed als andere tabak, kost goudprijzen. Op den feilen uitvoer van tabak, vooral van binnengoed (vulmateriaal) werd den Minister herhaaldelijk uit industriekringen gewezen. Bedriegen de vporteekenen niet, dan staan wij spoedig voor ernstige economische gebeurte nissen in deze industrie; zulks mede in ver band met de loopende actie der arbeiders. Tel. van de scholen een kijkje te bij deze openbare les der Ambachts- Onder geleide der onderwijzers konden wat hun oudere makkers hier ver- Onwillekeurig wekt dit bij de toekomstige vakmannetjes de genegenheid om ook op deze school te komen. Met belang stelling gingen ze naar ’t timmeren, smeden en schilderen zien, en ’k wed dat menig jongen dacht, ’k zal vader vragen, om als ik van de meesterschool af kom, ook dit werk te leeren. Zij zagen ook met een soort van bewondering naar de fraai geschilderde letterborden, de bouwkundige teekeningen, de bonte en fraai gemaakte decoratiën. Er was dit jaar niet zooals anders een ten toonstelling van vervaardigde voorwerpen, doch wel waren hier en daar eenige gemaakte zaken geplaatst, als trappen, kozijns, deuren, kastjes, banken en bij de smeden trof men aan kachels, klinkstellen, grendels enz. Een deel dezer voorwerpen was bestemd voor een te houden verloting. Ook zag men dit grootsche gebouw een ningen, decoraties enz. Practisch vonden wij het, dat de vertrek kende leerlingen zich zelf een reiskoffer hadden vervaardigd, van flinke afmeting en doelmatig ingericht voor ’t bergen van gereedschap en een werkpak. Die rij koffers troffen wij o. a. aan in de zaal, waar vorige jaren de tirnmer- producten geëtaleerd waren. Te vier ure had tevens de uitreiking der getuigschriften plaats aan die leerlingen, die met succes hun drie leerjaren aan deze school binnen korten tijd, met concent, de grenzen over. Met groote hoeveelheden suiker, cacao- boonen, koffie, thee en coprah liep het minder goed af. Een ontslagen stalknecht verklapte het voornemen tot smokkelen. En toen een viertal circuswagens, beladen met smokkel waar, naar verschillende plaatsen in Nederland vervoerd werden, waren de grensstations reeds gewaarschuwd en werden de wagens aan de grens aangehouden. Haarl. Ct. Zomertijd. Ingediend is een wetsontwerp tot tijdelijke afwijking van de wet van 23 Juli 1908 Stóf, no. 236) tot invoering van een wettelijken tijd. Het ontwerp houdt de volgende bepalin gen in „Van 1 Mei 1916 af tot 1 October 1916 wordt de in artikel 1 der wet van 23 Juli 1908 (JStbl. no. 236), bedoelde wettelijke tijd met een uur vervroegd. „De oyergang geschiedt in dezer voege, dat, wanneer de middelbare zonnetijd van Amsterdam middernacht aanwijst tusschen 30 April en 1 Mei 1916, het wordt geacht één uur voormiddags op 1 Mei 1916 te zijn en dat wanneer het volgens deze wet middernacht is tusschen 30 September en 1 October 1916, het wordt geacht elf uur namiddags te zijn op 30 September 1916. „Deze wet treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging.” Ter toelichting zegt de minister van staat, minister van binnenlandsche zaken, het vol gende: In verschillende landen van Europa is of wordt waarschijnlijk, althans gedurende den zomer, de wettelijke tijd met één uur ver vroegd. De groote voordeelen welke, vooral uit economisch oogpunt, zoodanige vervroe ging meebrengt, liggen voor de hand. Nadeelen zijn, nu „de belangen van het internationaal verkeer zich daartegen niet verzetten, vrijwel niet te duchten. Daarom wordt bij het aan geboden wetsontwerp voorgesteld, ook voor ons land gedurende den komenden zomer tot zoodanigen maatregel over te gaan. De steenkolenquaestie Naar aanleiding van de Engelsche maat regelen schrijft het Hbld „Het ergerlijkste is, dat de eenige, volstrekt de eenige, die nadeel van den maatregel ondervindt, Nederland is. Immers of wij op onze schepen Duitsche dan wel Engelsche kolen verstoken, Duitschland zal ons steeds juist zooveel kolen kunnen leveren als Duitschland missen wil. Het is Duitschland wel volkomen onverschillig, waar het rantsoen kolen, dat het naar Nederland wil laten uitvoeren, verstookt wordt. Wij kunnen den maatregel dan ook moeilijk als iets anders beschouwen dan als een grove en volkomen willekeurige poging om macht uit te oefenen. De maatregel is niet genomen om Duitschland te bestrijden en tenzij, wat wij niet kunnen aannemen, hij uitsluitend bedoeld is om de Nederlandsche reeders te plagen en benadeelen, kan hij alleen de bedoeling hebben de macht, die Engeland ter zee heeft, ons bitter te doen gevoelen”. Eieren naar Pruisen. De regeeringsmaatregel om 50 pCt. der eiren voor het binnenland te reserveeren, was voor de Bierhandelaren in den Gelderschen Achterhoek een geduchte tegenvaller in de Paaschweek. Het gevolg was dat de eieren werden opgekocht voor 53 cent per half K.G. De buitenlandsche afnemers moeten de schade vergoeden, want voor Pruisen steeg de prijs tot f 1.60 per K.G. Arnh. Cl. Een Oostenrijksche beschouwing over Nederland. Het Holl. Nb. meldt uit Weenen: Het militaire tijdschrift Rundschau geeft een beschouwing over den militairen en politieken toestand van Nederland. Het blad verklaart, dat, gegeven de omstandigheden van het oogenblik, Nederland een niet te onderschatten factor is. Dat dit land bedreigd zou worden van de zijde van Duitschland, is volstrekt uitgesloten, reeds daarom, omdat de Midden Europeesche mogendheden streng aan het beginsel vasthouden, bun krachten zooveel mogelijk bijeen te houden. Ten aanzien van het werkelijk dreigend gevaar van Engelsche zijde is het een volstrekte noodzakelijkheid voor Nederland, zich steeds goed militair vooi te bereiden. hadden doorgemaakt. De Vice-voorzitter de heer J. Lammenga sprak nog een ernstig woord tot de leerlingen, die nu in de maat schappij verder het geleerde in praktijk zouden moeten brengen. Hij wees er op, wat in het algemeen de school had gegeven, een goede, degelijke voorbereiding voor het door hen gekozen vak, en sprak de hoop uit dat zij het geleerde in toepassing zouden brengen en het hun wel mocht gaan in hun maatschappe- lijken kring. Vervolgens werd aan het timmervak en aan met vlijt en goed hier hadden besteed, De meeste der leerlingen van het eerste werden nu verhoogd naar ’t tweede, en die der tweede klas naar de derde of hoogste, de meeste, want van iedere afdeeling waren er een paar die of de school verlaten hadden, of wier vorderingen niet zoo waren, dat zij voor verhooging in aanmerking kwamen. Om al de namen der leerlingen aan te geven zou te veel plaatsruimte vorderen, doch de gediplomeerden uit Wonseradeel willen wij even vermelden. Dit zijn voor het tim meren IJ. de Boer en J. Rusticus van Wit- marsum, en als smid J. Knorr te Makkum. Wij kunnen niet nalaten aan het slot nog even aan te stippen, dat wij voor de toe komstige ambachtslieden het een voorrecht achten, dat zulk een goede gelegenheid voor het grondig leeren van het vak bestaat. Al gaan de jongens uit onze gemeente meest naar de Sneeker ambachtsschool wijl die meer nabij is, voor Wonseradeel is Harlingen de aangewezen plaats. r Bolswardsche Courant W OMHELS, r

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 1