lieuws-
en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 36.
Verscnijnt Donderdags en Zondags.
1916.
55ste Jaargang.
n
E
VOOR
I'
Donderdag 4 Mei.
Het Meifeest der S. D. A. P.
De invoering van den zomertijd.
R
j
BINNENLAND.
Bolswardsche Courant
ie
afzonderlijke
ie
uit-
e
t
m
;n
118
ie
rk
t
e
t
r
L
L
r
3
e:
;n
in
20
in
er
Je
er
ut
t.
te
)0
le
et
k
et
31
3-
l'
d
u
>e
o
3t
o
o
If
t-
ir
ie
h
o
:s
>r
k
31
n
G
n
U
id
:h
18
sn
se
it
ID
n
t
k
8
r
h
ti
is
in
'ij
et
ie
:n
e.
ze
sn
e,
il-
n
e
)t
g
e
t.
it
r
'i
k
50 Cts. Vervolgens
naar plaatsruimte.
dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
„de Doele” een
een betooging
was iets grooter
ruim half gevuld.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels
10 Cts. per regel. Overigens
Het bureau van
aan de nieuwe
ook mee
gebied heeft dat
In ludië kan men
daar trekt het moederland van. Men roemt
op ’t vrij«echteb van ons volk in den 80 jarigen
oorlog, doch in Indië worden de opstanden
met geweld onderdrukt.
Het kapitalistisch stelsel voert steeds tot
strijd en uitbuiting. Deze oorlog met zijn
verschrikkelijkheden leert het opnieuw. Men
moet dan ook, zegt Spr. niet anti-Duitsch of
anti-Engelsch zijn, doch anti-militaristisch.
Een individual daad van dienstweigering
werkt niet veel uit, maar door het stembiljet
moet men invloed uitoefenen op de parle
menten. Daarbij kan men met succes strijden
tegen het militarisme. Is nu gebleken dat
nog geen voldoende kracht van het proleta
riaat uitging om den werelstrijd te keeren,
de internationale ligt niet tegen den grond,
gelijk reeds door kapitalisten zegevierend werd
beweerd. Neen, het socialisme moet strijden
tegen alles wat militair geweld is, de sociale
partij moet denken, hoe krijg ik de grootste
menigte wakker en gekant tegen het kapi
talisme.
Hopen wij, zoo
spoedige vrede een
grooten werelbrand,
Voor en na de rede werden door het Zang
koor „Voorwaarts” telkens een tweetal liederen
gezongen. Onder leiding van den heer Van
Rosendal van Tjerkwerd houdt dit gemengd
koor geregeld oefeningen, en het bleek ons,
dat er met toewijding en ambitie was gestu
deerd. De nummers werden dan ook warm
geapplaudiseerd.
De Spreker, de heer A. W. Jensch van
Amsterdam deed zich kennen als een begaafd
redenaar, die niet slechts zijn onderwerp
meester is, maar door een heldere stem en een
krachtigen betoogtrant zijn auditorium weet
te boeien.
Partijgenooten en geestverwanten, zoo ving
hij aan, wij gedenken ons internationaal feest,
het 1 Mei feest om te demonstreeren onze
beweging en partijmacht, en om te propageeren
voor onze beginselen. De rede welk ik wensch
te houden, zal handelen over Algemeen Kies
recht en Oorlog, staat aangekondigd, doch
nog een derde punt wenscli ik er bij te voegen,
de eisch om te komen tot den 'S-ungen werkdag.
Een wettelijke regeling van den arbeids
duur is een eisch van rechtvaardigheid. Er
zijn wel die beweren, dat de eisch van een
achturigen werkdag er in onze beweging zoo-
wat als aan de haren werd bijgesleept, en
dat algemeene werkstaking het hoofddoel der
partij moet zijn, doch juist de eisch van een
wettig geregelden arbeidsduur is een doel dat
steeds werd voorop gezet en in ’t oog ge
houden. Reeds voor 50 jaren werd voor den
8 urigen werkdag al gepropageerd en de
congressen te Genève, te Parijs, Brussel en
Zurich worden aaugehaald om te bewijzen
waarom en hoe men een beperkten werkduur
moet voorstaan. Een te lange arbeidsdag is
voor den arbeider een belemmering om zich
te ontwikkelen, om zich te wijden aan zijn
gezin. En door verkorting van den werktijd
wordt de arbeidsprestatie verhoogd. De er
varing heeft dat geleerd, Spreker heeft in
Amerika de zegenrijke gevolgen gezien van
den achturigen werkdag.
Velen beweren dat dan het loon zoo hoog
wordt dat het de industrie zal schaden
zegt Spreker. Dit is niet het geval. De prijzen
der waren gaan door het kapitalistisch stelsel
toch allengs omhoog.
Na de pauze werd nog een tooneelstukje
opgevoerd, getiteld: /Uitgediend.’’ Een werk
man die 40 jaren op de fabriek had gewerkt,
maar wiens krachten versleten waren, werd
ontslagen. Dit hoofdmotief werd met eenige
bijomstandigheden vertoond.
Er werd goed gespeeld, vooral de oude
werkman Hartwich speelde zijne rol innig en
gevoelvpl, zoodat bet spel indruk maakte.
De Voorzitter besloot met een gepast woord
den avond, bij dankte Spreker, zangers en
de tooneelclub, en wekte op tot zelfbewust
heid, om met inzicht en kennis te handelen,
en zich aan te sluiten bij de partij, die opkomt
voor de belangen der arbeiders.
(Applaus).
We hebben dan onze klokken versteld en
daarmede allen ons leven, al is het slechts
tijdelijk, met een uur verkort. Straks, officieel
30 September, ’s nachts twaalf uur, zal de
wet ons dit levensbrokje teruggeven, ons uit
wijs zuinigheidsbeleid door vroede landsvaderen
voor eenige maanden ontnomen.
Uit de dagbladen heeft men kunnen zien,
dat* de plotselinge tijdsverandering zonder
noemenswaardige strubbelingen heeft plaats
gehad. Men was er op voorbereid en het
meerendeel van het Nederlandsche volk zag
er het goede en gewenschte van in.
Zoo ook hier in Amsterdam.
De avond van den 30sten April had zijn
gewoon druk Zondagsbeloop. Doch het is
eigenaardig op te merken, hoe het groote-
stadspubliek behept is met een niet geringe
zucht van nieuwsgierigheid, ’t Minste of ge
ringste dat voorvalt in de straat, of het loopt
te hoop; een hoed die baloorig van ’t hoofd
van zijn sneu-achterblijvenden eigenaar in de
gracht rolt, twee ruziezoekende buurvrouwen
op den hoek van het volksstraatje en wat
voor wereldberoerige niemendalletjes er meer
kunnen plaats grijpen, ’t zijn alle gelegenheden
te over om er in brandende nieuwsgierigheid
op af te vliegen, te zien naar wat er niet
te zien is en wanneer het „geval” al weer
uit de wereld is, nabetrachtingen te houden,
ja soms met een woordenvloed van je welste
ieder zijn eigen standpunt in de schokkende
geschiedenis ten beste weet ie geven.
Hoe meer het dan dien avond ook naar
het middernachtelijk uur liep was er vooral
op den Dam meer beweging dan gewoonlijk,
tegen dien tijd toch is het overgroote deel
van het publiek reeds huiswaarts gekeerd of
bezig dit te doen. Doch thans drentelden
velen over het groote plein, af en toe op
blikkend naar den toren van het Koninklijk
Paleis dat wegdoezelde, voor een gedeelte flauw
belicht door de electrische lantaarnlampen
daarvoor, in den sterren-voorjaarsnacht.
Het horloge verschijnt uit ’t vestzakje, wordt
geraadpleegd hoeveel minuten het nog duren
zal voordat het chronos wonder zal plaa'
hebben, het wonder dat de klok dan geen
twaalf, doch dertien lange slagen zal moeten
uitbeieren over de stad.
Nog een paar minuten slechts en onder-
tusschen is de nieuwsgierige menigte meer en
meer aangegroeid, allen of alsware ’t met
spanning turende naar den toren-koepel, van
waar het wonder zal geschieden.
Dan zet het carillon zijn heel-uurswijsje in
en doet zijn tonen twinkelen over alles en
allen, die staan te wachten op wat er gebeuren
moet. De volksbymne heeft uitgeklonken
en na een paar maten rust valt de eerste
beierslag. Men telt: één, twee, drie... en
hier en daar, waar eenige jongelui bij elkaar staan
en wien het voorval bijzonder schijnt te
interesseeren wordt eiken slag beantwoord met
een hoeraatje. Voor den twaalfden keer is
de hamer op klinkend metaal gevallen;
dan wordt het stil, want nu zal ’t gebeuren,
het wonder, de dertiende slag bij twaalfuurs-
dagverdeeling. De uurwerken kdmen weer te
voorschijn en men zet ze alvast gelijk: één
uur middernacht. Doch hoe men wacht, geen
wonder geschiedt, geen dertiende klokkeslag
dreunt uit den koepel. En dan -trekt de
nieuwsgierige massa langzaam af, een illuzie
minder rijk.
De gemeentetram had zich
tijdsregeling dien nacht nog niet aangepast,
want hare wagens liepen alle nog volgens de
oude indeeling; met het oog op de zoo
gebreide dienstregeling van het personeel was
dit voor dit enkele uurtje verandering ook
wel bezwaarlijk.
En ook de café’s hielden zich met het
sluiten aan den ouden tijd. R.
Stavoren. De haringvangst gaat tegen
woordig naar wensch, want hoewel de aan
voeren niet groot zijn, wordt dit door de
hooge prijzen vergoed. Een groot gedeelte
der haring wordt gezouten, en als pekelharing
verhandeld. O. N.
Witmarsum. De invoering van den zomer
tijd schijnt hier niet \vanzelf te zullen gaan.
Zondagavond is door een 70 arbeiders een
vergadering gehouden. Daar is besloten
zich Maandagmorgen niet aan de klok te
houden, maar op den ouden tijd te beginnen.
Dit werd na afloop der vergadering door den
omroeper bekend gemaakt, ’t Gevolg was
een groote warboel Maandag. De eene hield
zich aan den ouden, de ander aan den nieuwen
tijd. De tram deed ook mee aan de op
schudding, doordat de zomerdienstregeling nog
niet algemeen bekend was. Toch lijkt het
alsof de nieuwe tijd niet gevolgd zal worden.
De landarbeiders zien er geen licht in, ’s
morgens voor de zon te beginnen, en ook de
zuivelfabriek volgde gisteren nog den zonnetijd.
O. N.
Snoek. Men bericht ons: De broodventers
en ventsters, hebben thans van den burge
meester vergunning gekregen, ’t wittebrood
bij de gerechtigden aan huis te bezorgen;
natuurlijk alleen bij hen die in het bezit van
’t medisch advies zijn.
Zondagavond viel de 19-jarige winkel
juffrouw^ B. ten Br. uit Zutfen in den speeltuin
bij Scharnegoutum uit een schommel. Ernstig
aan hoofd en neus gewond werd zij per auto
naar het 8t. Anthonius Ziekenhuis alhier
vervoerd, waar opneming noodzakelijk bleek.
Haar toestand was gister iets beter.
N. Sn. Cl.
Bruinbrood misère.
Tengevolge van de bruinbroodregeling,
waardoor de kleingoed-bakkerij voornamelijk
is stopgezet, zijn verschillende bakkersgezellen
te Maastricht door hun patroons ontslagen,
wegeps gebrek aan werk.
In een bakkerij werden niet minder dan
zeven knechts ontslagen.
Natuurlijk, dat is de gewone loop der
zaken. De patroons hebben eerst dik geld
verdiend met den uitvoer van wittebrood
naar België en nu dit stopgezet is, wordt
het werkvolk maar op de keien gezet.
In verschillende dorpen in Noord-Holland
hebben de bakkers nog zooveel tarwebloem,
dat zij gewoon doorgaan met het bakken van
wittebrood, zonder zich aan de voorschriften
van den Minister te storen.
De bakkers in de steden ondervinden groote
schade van dit bedrijf, daar het wittebrood
naar alle richtingen verzonden wordt.
Maandagavond werd in
feestavond gehouden, meteen
voor den vrede. De opkomst
dan een vorig jaar, de zaal was
Ds. ZU1THOFF opende meteen welkomst
woord te richten tot de aanwezigen, en deed
dit door een gedichtje aan te halen van
Adama van Scheltema, waarin gewezen wordt
dat de Lente is gekomen en weer een jaar
van oorlog voorbij is. Ofschoon in dit gedicht,
dat van 1908 dateert, gedoeld wordt op den
klassenstrijd tusschen kapitaal en arbeid, den
strijd op economisch en politiek terrein, thans
denkt men met ontzetting aan een werkelijken
oorlog, die alle andere strijdleuzen overstemt.
Alle dagen vallen aan de ontzaggelijke fronten
tal van menschen, en dat zijn dingen die
nijpen in ons hart. Toch leeft er, ofschoon
de partijstrijd overstemd werd, een gloed van
hope, dat als de wereldoorlog weldra zal ein
digen, zich weer zal verbeffen de strijd van’t
proletariaat. Wanhopig vertwijfelen kunnen
wij niet. Wanneer de roode vaan zal zege
vieren weet men nog niet, men weet niet of
er reactie zal volgen op den wereldoorlog van
thans, maar toch kan het niet anders of de
achteruitgang van de actie van ’t proletariaat
zal slechts tijdelijk zijn. Gelijk de branding
de rotsen eindelijk verbrijzelt, zal ook in ver
vulling gaan de verbetering der maatschappe
lijke verhoudingen. Uit het ellendig verleden
groeit een opbloei van verweer. De partij kan
niet anders dan strijden voor een ommekeer,
het menschelijk gevoel dwingt er toe. Er zal
blijven een internationaal proletariaat.
’t Verheugt Spreker dat hij ook welkom
kan heeten de machtige vereeniging tot be
strijding der alcoholische dranken. De twee
partijen hebben elkaar gevonden en zullen
gezamenlijk strijden en actie voeren.
Hij hoopt en vertrouwt dat de aanwezigen
heden zullen bemoedigd worden door hetgeen
hede.navond geboden wordt. Zang, een rede
en een tooneelstuk zullen tot de harten spreken,
een taal die in goede herinnering zal blijven,
waardoor een blijde hope onze harten kan
sterken. (Applaus.)
De abnormale prijzen van thans zijn een
gevolg van den oorlog, maar ook zonder oorlog
gaat toch allengs de prijs omhoog, dat zit
hem in de trusts en cartels. Het groot
kapitaal dwingt de prijzen.
Arbeiders, zoo besluit Spr. zijn eerste punt,
wij moeten strijden voor verkorting van den
arbeidsdag.
Het 2e punt is het algemeen kiesrecht.
Ook hiervoor is reeds lang gestreden. Was
eerst de actie grootendeels verloopen, ’tisnu
ongeveer 20 jaren dat er weer met aandrang
op wordt aangestuurd, want het algemeen
kies- en stemrecht is een middel waardoor
verbetering kan komen in de wetgeving. Wat
er nu komt van de sociale hervormingen, och
zegt Spr. men kan het zien aan 't gescharrel
roet de ouderdomswet, dezer dagen in de
Kamer. Het is noodig dat de arbeider wat
mee te zeggen beeft in de parlementaire
kringen. Vele arbeiders zien het noodige er
van nog niet in, en ze zeggen maar liefst
„Ik bemoei mij niet met politiek”.
Maar hoorders! als gij U niet bemoeit met
politiek, de politiek bemoeit zich wel met U.
Over het lot van U en de uwen wordt toch
beslist. De arbeiderspartij moest veel meer
solidair zijn, dan kon er invloed uitgaan
van haar. De roode Dinsdagen in Den Haag
zijn demonstraties en er wordt al reeds
rekening mee gehouden. In de troonrede van
1913 was dit merkbaar.
Wij staan nu aan den vooravond van
grondwetsherziening. Het algemeen kiesrecht
voor mannen, met enkele beperkingen, wordt
er in het voorstel der Regeering vastgelegd.
Ook wordt de mogelijkheid geopend dat het
vrouwenkiesrecht komt, echter vastgelegd in
het ontwerp is ’t nog niet. Spreker ziet niet
in waarom een anderhalf millioen vrouwen
dat recht wordt onthouden, hij begrijpt het
niet. Ongelukkig begrijpen de vrouwen zelf
het ook voor ’t grootste deel niet. Er wordt
altoos druk geageerd tegen de vrouwen
beweging, het gezinsleven dat is de roeping
der vrouw, heet dat dan, doch Spr. merkt
op dat door den arbeid der vrouwen het
gezinsleven veel meer uiteengebaald wordt dan
door ’t kies- en stemrecht. In Berlijn heeft
Spr. gezien wat aldaar door vrouwen wordt
gedaan. Allerlei bedrijven worden thans door
vrouwen uitgeoefend, en dat komt door den
oorlog maar ’t bewijst toch dat de vrouw
ook wel zwaren en iospannenden arbeid kan
verrichten.
Treurig evenwel is het dat bijna overal de
arbeid der vrouwen lager beloond wordt dan
die der mannen. Minderwaardig is de vrouw
in geen opzicht. Er is een adres gezonden
om de vrouw het kiesrecht niet te geven,
voorzien van 43.000 handteekeningen in
1913 echter telde het petitionnement voor
algemeen kiesrecht 320.000 onderteekenaars,
en als de regeering wil handelen volgens den
volkswil, moet algemeen kiesrecht er komen.
Dat zal ook komen als er maar aanhoudend
voor gepropageerd wordt. Er zijn toch ook
veel zaken bij de wetgeving aan de orde,
waarvan de vrouw veel meer kennis en inzicht
heeft dan de man. Algemeen kiesrecht voor
vrouwen is naast dat der mannen een eisch
van den tijd.
Dan komt nog het 3e punt, de oorlog.
De Voorzitter heeft bij de opening al gewezen
op de verschrikkingen en de ellende van den
oorlog. En toch wordt ook in de oorlogslanden
het Meifeest gevierd door de partijgenooten.
Echter, zegt Spr., men kan zich indenken
hoe de partijgenooten daar te moede moeten
zijn. Er is altoos beweerd dat een sterke be
wapening een waarborg is voor den vrede,
maar de tijd heeft nu doen zien, dat die
profetie verkeerd is uitgekomen. Het moest
den een of anderen tijd tot een uitbarsting
komen de aanleiding tot den oorlog is de
concurrentiestrijd op de wereldmarkt tusschen
Duitschland en Engeland. Duitschlands pro
ductie was enorm gestegen en had behoefte
aan een afzetgebied. De oorlog is een uit
vloeisel van ’t kapitalistische stelsel. Engeland
heeft koloniën, Duitschland had er ook be
hoefte aan. De zucht om in andere wereld-
deelen ook terrein te winnen, was altoos een
gevaar om in oorlog te geraken. De Marokko-
kwestie en de Bagdadspoorwegtwist brachten
reeds verwikkelingen die tot oorlog hadden
kunnen leiden.
Dat Nederland zoo wars is van oorlog zit
daarin, dat dit landje een kolonie-
naar verhouding enorm is.
den inlander uitzuigen,
besluit Spr., dat een
einde maakt aan den
maar arbeiders I zorgt dan
dat de volksvertegenwoordiging medezeggen
schap krijgt over oorlog en vrede. Met ver
dubbelde moed moet worden gestreden om de
belangen van allen te waarborgen. Socialisten
zijn ook anti-militaristen. Laat de partij
sterk zijn in eenheid en vooruitgang, dat zij
bloeie in kracht en macht. (Applaus.)
s