lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 38.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1916,
ööste Jaargang.
Donderdag 11 Mei.
Voor het Kantongerecht.
Dr. BOS.
e
VOOR
Afzonderlijke
BINNENLAND.
Heerenveen
f
l
l
zomertijd
Men heeft
g
.t
r
t
e
t
e
t
den in... de brandkast!
waren de geldswaardige
veranderd.
parket, vergezeld van
I
aan het
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
Zitting van Vrijdag 5 Mei 1916.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
r
nog uit
Men meldt
Alg. H.:
Gisteren bezocht het
den heer Hulsebosch uit Amsterdam, per auto
de boerderij van Van der Goot te Sondel.
De geheele boerderij werd aan een nauw
keurig onderzoek onderworpen, aan de brand
kast vooral werd daarbij bijzondere zorg be
steed. Ten slotte constateerde de heer Hulse
bosch, dat de oogenschijnlijk ledige brandkast
een dubbel plafond had, dat toevalligerwijze
gevormd was daardat de bovenste ijzeren plank
tijdens de verhuizing, waarbij de kast op haar
rug was gelegd, naar boven was geschoten en
beklemd was geraakt, waardoor niemand de
plank miste en de kast ledig scheen te zijn.
De bewuste Russische effecten hadden op de
tweede plank gelegen.
Anna Paulownapolder.
Men schrijft aan het N. v. d. D.:
De Oostpolder is nu ook drooggelegd. Het
groote motorgemaal bij de van Ewijcksluis
moest reeds eenigen tijd geleden worden stop
gezet wegens te weinig toevoer van water;
de kleinere hulpgemalen zijn reeds geborgen.
Een treurigen aanblik levert dit voor weinige
'maanden nog zoo vruchtbaar deel van den
polder op. Een dikke laag slib met een
groot zoutgehalte bedekt de uitgestrekte vlakte,
waarop nu zelfs het zeewier woekert. Van
de boerderijen, die eenmaal de fraaiste en
weelderigste van Noord-Holland waren, zijn
nog slechts de geraamten of de bouwvallen
over.
De in het slib achtergebleven zeedieren
veroorzaken een ondragelijken reuk, die uit
den drooggelegden bodem opstijgt en door den
Oostenwind over den Westpolder wordt ge
waar het den bewoners nog niet geheel
gelukt is, bun huizen van dienzelfden stank
te bevrijden en menigeen de schadelijke ge
volgen dier uitwaseming voor zijn gezondheid
moest ondervinden.
Het leven heeft in dit deel van den polder
zijn gewone aanzien herkregen. Toch is men
er niet hoopvol gestemd voor de toekomst.
Het zoutgehalte van het ondergeloopen land
is ook hier zeer belangrijk, vandaar, dat de
landbouwer geen groote verwachting koestert
van den oogst. De veehouders ondervinden
de schade nu al. De weilanden, die in het
vroege voorjaar mooi begonnen te groenen en
zich vrij goed ontwikkelden, konden de warmte
der laatste dagen niet verdragen en zijn geheel
verdord. Verschillende veehouders moesten
daarom reeds hun vee verkoopen.
Het witlebrood-verbod.
Het centraal bestuur van den Ned. Bakkers-
bond heeft een adres verzonden aan; den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel,
waarin wordt verzocht het verbod tot het
bakken van wit brood op te heffen.
In het adres wordt uiteengezet dat de
bakkers door het verbod op hoogst ernstige
wijze in hun bedrijf worden benadeeld. Er
wordt op gewezen, dat vele particulieren zelf
witbrood bakken en dat bovendien op vele
plaatsen het verbod niet wordt opgevolgd.
Aangezien roggebrood minder smakelijk is om
te eten met bruin brood, vermindert ook het
debiet daarvan.
Het bestuur is van oordeel dat de voor
raad tarwebloem bij grossiers en bakkers zoo
groot is, dat daardoor het bakken van wit
brood gedurende verscheidene weken mogelijk
zal zijn.
het algemeen belang.
Een wraakneming.
Te Culemborg heeft zekere N. v. W. over
een paar stukken land, toebehoorende aan
iemand, waarmede hij op niet al te besten
voet stond, onkruid gezaaid. De gebruiker
van dien grond had deze braak gelegd ter
voorbereiding voor den nieuwen oogst, doch
des nachts kwam zijn vijand en zaaide over
ieder perceel ongeveer 2i/2 liter herikzaad,
een zeer kwaad onkruid, dat zich in vele
jaren, wellicht nooit weer uit het land laat
verwijderen.
De eigenaar van dat land diende een klacht
in, doch de rechtbank te Tiel weigerde aan
vankelijk daaromtrent een vervolging te ge
lasten. Daarop voorzag de officier van justitie
zich tegen die weigering in hooger beroep en
thans heeft het Gerechtshof te Arnhem alsnog
een vervolging bevolen en de zaak naar de
openbare terechtzitting der Tielsche rechtbank
verwezen.
Kermis in het zuiden.
Zoolang de oorlog reeds duurt, was er van
kermishouden in het in staat van beleg ver
klaarde gebied van Noord-Brabant en Limburg
geen sprake meer. Thans echter heeft de
commandant van het Veldleger toegestaan,
dat de kermissen gevierd mogen worden in
de gemeenten, welke op grooter afstand dan
van vijf kilometers van de grens zijn gelegen.
Wij lezen in Ons Noor den
Zaterdagavond is te Scheveningen overleden
dr. D. Bos, afgevaardigde der Tweede Kamer, dreven,
voor het district Winschoten.
Deze tijding zal ook in onze kringen met
groote deelneming worden vernomen.
Immers niets is ons liever dan het goede
te waardeeren ook in den tegenstander. En
dr. Bos was iemand, die alleszins aanspraak
maken mocht op onze waardeering, een nobele
figuur, man van kennis en karakter. Z’n
kennis heeft hij in dienst gesteld van de
Vrijzinnig-Democratische partij, in dienst ook
van ons vaderland.
En al was hij een politiek tegenstander,
bet viel van hem niet moeilijk aan te nemen,
dat hij handelde naar diepste overtuiging, het
was onze beste mannen van Rechts een eer
met hem den degen te kruisen, altijd in
eerlijken strijd.
Dr. Bos is een der eersten geweest, die op
onderwijsbevrediging aandrong en men kan
gerust aannemen, dat voor een deel de invloed,
dien hij op zijn politieke geestverwanten
oefende juist door zijn kennis en karakter,
oorzaak is, dat de kans op bevrediging thans
groot genoemd mag «orden.
Als voorzitter der Staats-com missie heeft
hij zeker veel er toe bijgedragen om den arbeid
dier commissie, te doen slagen en wij gelooven
gaarne, wat de heer Roodhuysen, lid dier
commissie, in het Vaderland schrijftWie
de eer gehad hebben onder zijn presidium
den arbeid der Staats-commissie mede te maken,
weten op hoe hoog standpunt hij zich ook
in deze plaatste.
Er ligt iets tragisch in, dat hij niet hjeft
mogen beleven, dat de onderwijs bevrediging
tot stand kwam, niet het einde van den
scherpen politieken schoolstrijd heeft mogen
zien, die vooral daarom boos was in zijn oog,
wijl het onderwijs zelve er door niet op zoo
hoog peil kwam als wenschelijk ware.
In dr. Bos verliest de Vrijzinnig-Democra
tische Partij, verliest de Linkerzijde een barer
bekwaamste en nobelste figuren, verliest Neder
land een man van beteekenis, die van andere
beginselen uitgaande dan wij, met andere
middelen dan de onze toch streefde en werkte
voor het heil van zijn vaderland.
Bij deze zitting was in functie onze nieuwe
Kantonrechter Mr. Hofstee, en daar ook de
Griffier weer op zijn post was, hadden wij het
rechterlijk college bij ons Kantongerecht heden
weer geheel compleet.
Eerst waren aan dé orde een tiental over
tredingen van kinderen beneden 16 jaren.
Deze werden in besloten zitting behandeld.
Het eerst in de publieke zitting kwam in
behandeling de kwestie over ’.t landpad van
Eemswolde naar Tjerkwerd. Deze zaak was
den vorigen keer ook aan de orde geweest, doch
werd toen uitgesteld om een nadere getuigen
verklaring te hooren, vooral om den admini
strateur dezer landerijen te hooren over dit
punt van kwestie.
J. H. te Eemswolde maakte 12 Maart j.l.
x gebruik van het pad van zijn huis naar
Tjerkwerd, niettegenstaande er borden waren
aangebracht met het opschrift: VERBODEN
PAD. Dat beklaagde zich niet stoorde aan dat
verbod, vond zijn reden 'hierin dat hij meent
gerechtigd te zijn om daar te loopen, daar
er van oudsher altijd pad is geweest van zijn
huis naar het dorp. Het bekort den weg een
heel eind, want anders moeten ze de reed
langs naar den trek weg.
De getuige M. de Jong van Oldeboorn is
administrateur, en beweert dat vroeger werd
toegèstaan over ’t land te loopen, doch van
een recht was niets bekend, en daarom is het
verboden, want een pad over het land ver
oorzaakt altoos schade aan ’t grasgewas.
De getuigen S. Dijkstra, P. Kamstra en
Hein van den Berg worden ook gehoord.
Dijkstra, de gebruiker van ’t land, heeft er
bezwaar tegen dat over ’t land wordt geloopen.
De twee anderen verklaren, dat zoolang hen
mag heugen, dat pad altoos is gebruikt door
de bewoners van de plaats waar thans bekl.
woont. Om de hekken waren «omstappen”,
waaraan men kon zien dat het als pad was
ingericht.
Op een terreinkaart wordt alles nagegaan
en verduidelijkt, en ’t blijkt dat wel voorheen
van dat pad gebruik werd gemaakt, doch niet
dat er recht toe bestond. Iets wat oogluikend
wordt toegestaan, is daarom nog geen recht.
De heer Ambtenaar wijst in zijn requisitoir
er dan ook op, dat een servituut of erfdienst
baarheid niet verkregen wordt door jarenlang
gebruik; indien daaromtrent geen schriftelijke
of rechterlijke bewijzen bestaan, is er geen
repht. Ook als een vorige eigenaar of gebruiker
zooiets toestaat, is het daarom niet een ver-
eischte dat de opvolger daarin bewilligt. De
plaats is indertijd verkocht, zonder dat er
bepaald werd dat dit land bezwaard was met
dat pad. Het pad is ook niet geplaatst op
den «legger”, zooals wel ’t geval is met het
pad van Eemswolde naar Wolsum.
Het komt daarom ZEd.Gestr. voor dat bekl.
geen recht heeft van dat landpad gebruik te
maken. Daar een vorig jaar deze zaak ook al
eens aan de orde is geweest, en toen een heel
lichte straf is geëischt, n.l. f 0.50 boete, zal
de boete nu wat hooger worden gesteld, nl.
f 3.of 3 dagen, doch tevens wordt er bij
gezegd, dat het nu ook ‘uit moet zijn, en als
de overtreding later weer hier voorkomt, de
straf belangrijk zwaarder zal worden.
Beklaagde neemt met dezen eisch geen
genoegen. Hij meent ten volle recht te hebben
op dat pad, de schade die er door wordt aan
gebracht is van geen beteekenis. Hij meent
dat de plaats recht heeft om over ’t land te
gaan als //school- en kerkepad”, gelijk het al
langer dan menschenheugenis is geweest.
De heer Ambtenaar antwoordt hierop dat
toelaten van een pad nog geen recht is voor
altoos. Hij meent dat de eigenaar gerechtigd
is het pad te verbieden, want schriftelijk
bestaat er geen bewijs, en ook de kenteekenen
dat het pad is als verharding of verhooging
met gruppels op zij, en dergelijke bestaan
met gruppels op zij,
hier niet.
Beklaagde vraagt nog hoe lang hij tijd
heeft om in beroep te gaan, want hij wil
zien recht te krijgen, en zoolang het vonnis
hierover nog niet beslist heeft, dus zoolang
de kwestie nog hangende is, mag hij toch
zeker het pad blijven gebruiken?
Het antwoord van den heer Kantonrechter
is, dat de tijd om tegen een vonnis verzet
aan te teekenen is drie dagen, terwijl de heer
Ambtenaar er x beklaagde op wijst, dat het
recht van pad hem nu reeds betwist is, en
als dus opnieuw overtreding wordt ge
constateerd, ook opnieuw procesverbaal kan
worden opgemaakt.
Dit eerste zaakje had nog al wat tijd in
beslag genomen met de behandeling, doch
de zitting liep overigens heel vlug van stapel.
Beklaagden waren heel niet meer aanwezig.
Bij alle volgende zaken werd dus verstek
verleend. Bij een drietal nummers werd nog
even overgegaan tot een getuigenverhoor.
P. H. te Arum heeft een kind dat niet
getrouw de school bezoekt, maar wel meehelpt
op de bouw. Om te weten of de jongen nog
onder de leerplicht valt, was het hoofd der
school opgeroepen als getuige.
De heer D. Schaap dan verklaart dat de
jongen in de 5e klas zit, althans moet zitten,
en dus nog niet voldaan heeft aan de eischen
der leerplichtwet. Ook was er geen vrijstelling
of landbouwverlof gegeven, wat den jongen
trouwens ook niet kon worden gegeven,
wegens de vele verzuimen die bij heeft gehad.
Eisch f 5 of 3 dagen.
J. M. te Arum heeft ook zoo’n jongen
die op de bouw helpt, doch in school moest
zijn. Het hoofd der school, de heer W. Andela,
verklaart ook dat deze jongen nog valt onder
de verplichting der leerplichtwet. Landbouw
verlof was aan den jongen niet verleend, dat
kan trouwens ook alleen in het najaar worden
toegestaan. Getuige wijst er nog op dat de
scholen daar in de bouwstreek meermalen te
lijden hebben van de drukte op de bouw.
De boeren hebben behoefte aan werkkrachten,
en de jongens blijven dan vaak stiekum weg
uit school om op het veld wat te verdienen.
Ook hier luidt de eisch f 5 of 3 dagen.
De laatste zaak die in exstenso behandeld
werd, betrof J. M. te Bakhuizen/ die 2 April
bekeurd werd door een marechaussee omdat
hij te ongeveer halfnegen ’s avonds op den
weg bij Hemel um op een fiets reed, zonder
een lantaarn aan zijn karretje te hebben.
De beambte, als getuige gehoord, bevestigt
de overtreding in 't procesverbaal omschreven.
Eisch f 2 of 1 dag.
Uitspraak der vonnissen op Vrijdag 19 Mei a.s.
Witmarsum. Gistermorgen zijn de lessen
in de bijzondere school in verband met den
een uur later dan gewoon begonnen,
een adres opgesteld en daaronder
handteekeningen verzameld om dit ook voor,
de openbare school te verkrijgen. O. N.
Veel drukte om niets.
Het gestolen geld te Sondel is teruggevon-
Bij de verhuizing
papieren van plaats
Meikevers.
Men schrijft ons uit Limburg:
Verleden jaar was er bijna geen enkele te
vinden en nu weer krioelt het van de Mei
kevers. Vooral het jonge eikenhout heeft veel
te lijden onder de vraatzucht van de ontel
bare bruine gasten. Van het lage akkermaals
hout kan men ze bij handenvol wegnemen
en men moet er zich over verwonderen, dat
in dezen bijzonderen tijd die duizenden
//mulders” en //dominees” nog niet tot een
handelsartikel, hetzij in gedroogden of in ge
zouten staat, zijn gemaakt. Alg. H.
Slecht Regeeringsmeel.
De Ned. Vereen, van Werkgevers in het
Bakkersbedrijf heeft aan den Minister van
Handel het volgende telegram gezonden
«Namens de vergadering van de afd. Amster
dam der Nederlandsche Vereeniging van Werk
gevers in het Bakkersbedrijf, waar nagenoeg
alle leden aanwezig waren, deelen wij Uwe
Excellentie mede, dat al die aanwezigen klaag
den over de slechte kwaliteit van aan hen
geleverde partijen ongebuild tarwemeel en dat
het publiek eveneens zeer klaagt over de
kwaliteit van bet van dit slechte meel ge
bakken brood.
De vergadering besloot onbruikbaar onge
build meel aan de meelfabrieken terug te
zenden. Indien vervanging van slecht meel
door de meelfabrieken geweigerd wordt, zooals
dit reeds is voorgekomen, vreesde men, dat
uit nood tarwebloem zou worden verbakken,
om nog erger te voorkomen. De vergadering
besloot daarom Uwe Excellentie te verzoeken,
ten spoedigste krachtige maatregelen te willen
nemen, dat steeds en uitsluitend ongebuild
meel van goede kwaliteit verkrijgbaar zal
worden gesteld.”
Thee-vervalsching
Dr. van Hamel Roos schrijft in het Maand
blad t. d. Ver.
«Wij hadden gelegenheid in ons uit een
der militaire centra hier te lande gezonden
thee een zeer brutale vervalsching te consta-
teeren. Het bleek ons dat behalve een minder
soort thee, de volgende bestanddeelen in be
langrijke mate aanwezig waren schillen en
schalen van allerlei zaden en vruchten, stukjes
hout, houtskool, theeloodstukjes en andere
onzuiverheden.
Het spreekt van zelf dat behalve dat de
kooper, in casu de militaire cantine, schromelijk
bedrogen wordt, een als thee bereid aftreksel
uit een dergelijk mengsel van allerlei vuilnis,
schadelijk op de gezondheid moet inwerken.
Wij hebben maatregelen genomen opdat de
militaire autoriteiten van deze zaak kennis
kunnen nemen, en vertrouwen dat de schuldigen
in dezen hunne straf niet zullen ontgaan.
Een streng toezicht op hetgeen aan onze mili
tairen in cautines geleverd wordt, is natuurlijk
steeds wenschelijk, doch wordt gebiedend, want
het blijkt, dat de meest grove vervalschingen,
zooals in casu/ gepleegd worden.
Spiritus fabricage.
In antwoord op een vraag van den heer
Gerhard heeft minister Posthuma aan de Kamer
medegedeeld, dat in de Schiedamsche brande
rijen thans per week ongeveer 200 tot 225
ton graan worden verbruikt. Waar dit ver
bruik van broodkoren evenwel slechts onge
veer 1 pCt. bedraagt van hetgeen wekelijks
in Nederland voor de volksvoeding gebruikt
wordt, acht minister een betrekkelijk zoo gering
verbruik voor de industrie niet in strijd met
Bolswardsche Courant
3
>1
B
1
I
4