lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
r
ff
Theehandel Focke S. Klein,
HARLINGEN.
No. 43.
Verscüijnt Donderdags en Zondags.
1916.
55ste Jaargang.
I
I
w
Zondag 28 Mei.
UIT WATERLAND.
VOOR
BINNENLAND.
opstaan,
KRITIEKE MOMENTEN.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr,
I'!
nAlles went” is een veelzeggende uitspraak
in den dikwijls juist treffenden volksmond.
Hoe waar deze uitspraak is, leert ons de
huidige oorlogstijd.
Wij herinneren ons, hoe in Augustus 1914
het schrikbeeld van den oorlog ons beangstigde
en zelfs in den nacht niet met rust liet.
Thans, na bijna twee jaren van menschen-
moord in het groot, zijn geen vermeend of
werkelijkheid kanongebulder, geen couranten
berichten over in bloed gesmoorde aanvallen
en tegenaanvallen, geen «heldendaden” van
vliegeniers, zeppelins en duikbooten in staat
onze nachtrust te storen.
Zooals het den geveelsmensch gaat, zoo ooit
bijna gaat het den zakenmensch. De paniek
van 1914, waarbij de boter ver beneden de
waarde in handen kwam van eenige slimmerds,
is lang voorbij en de eenvoudige boer niet
minder dan de zuivelfabrikant hebben geleerd
in te zien, van hoe groote waarde hunne
producten tegenwoordig moeten worden geacht.
De overgang van den vrede tot den oorlog
was geweldig; in geen enkele zaak bleef de
invloed van die plotselinge verandering on
opgemerkt en zonder onaangename gevolgen.
De oorlog duurde voort en gaf telkens tot
nieuwe gebeurtenissen aanleiding, waardoor
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit pi ad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Als ooit de energie van den degelijken
zakenmensch op een zware proef is gesteld,
dan is het in dezen tijd.
Wat de toekomst zal brengen, wij weten
het niet; maar wij zullen er ons niet'over
verwonderen, wanneer later blijkt, dat de
moeilijkheden van dezen oorlogstijd eene
inleiding zijn geweest tot nieuwe bezwaren,
welke daarna komen.
Mogen zij tevens voor onze zakenmenscben
eene voorbereiding zijn gebleken
De Zuivelcourant.
In vele winkels verkrijgbaar.
Voor wederverkoopers
Bij Wed. J. Lemstra, Bolsward.
W. v. d. Goot, Makkum.
even dikwijls de bedrijven in andere omstandig
heden werden geplaatst.
Dat bleef zoo voortgaan en met het gewone
accomodatie-vermogen, dat den mensch eigen
is, is bij aan den toestand van voortdurende
wijziging gewend geraakt. Veranderingen in
bedrijven, waartoe men in gewone tijden pas
overgaat of niet overgaat na rijp beraad van
maanden of jaren, ziet men tegenwoordig
binnen enkele weken, soms dagen, tot stand
komen. Veranderlijkheid is de regel geworden,
waarmede elk zakenman rekening houdt.
Vol lof is men over ’t aanpassingsvermogen
der onderscheidene bedrijven en terwijl men
over verwondert, hoe kinderen zich
de telkens wisselende
men zelf wellicht de
zich gemakkelijk te
nog grootere mate te
zich er
weten te schikken naar
omstandigheden, toont
nuttige eigenschap van
kunnen aanpassen in
bezitten.
Dat is misschien nog het verwonderlijkste
van het verwonderlijke, dat iedereen het in
een ander waardeert en het in eigen zaken
toepast met een gemak, alsof het zijn tweede
natuur was.
Men zou met eenige bezorgdheid mogen
vragen, of de geweldige overgang tot den vrede,
die ons te wachten staat zoodra de heeren,
aan wier zorg het welzijn der volken is toe
vertrouwd, tot het inzicht zijn gekomen, dat
er genoeg bloed vergoten is, niet opnieuw een
zoo grooten schok zal veroorzaken, dat verschil
lende bedrijven daartegen niet bestand zullen
blijken.
Wij denken hierbij niet aan de z.g. oorlogs
bedrijven; dat die zich niet zullen kunnen
handhaven is natuurlijk te noemen. Neen, wij
hebben op het oog die zaken, welke hunne
grondslagen hebben gelegd lang voor de
tegenwoordige beroering over Europa kwam
en die tijdens den oorlog meer of minder
moeielijk, dikwijls met vallen en
zich op de been hebben gehouden.
Het zou te gewaagd zijn reeds thans ons
aan voorspellingen te wagen, al houden we
ons in het algemeen er van overtuigd, dat
de vrede ons te dezen opzichte geen on
bezorgde tijden zal brengen, waarin men violen
kan laten zorgen.
Alles went en zoo zijn de zakenmenscben
ook vertrouwd geworden met een toestand,
waarin hunne bedrijven eiken dag opnieuw in
gevaar kunnen komen om door de omstandig
heden onderst boven te worden gegooid. De
steenkolennood dreigde aan de fabrieken het
1 noodige krachtmiddel te ontnemende
fabrieken zijn niettemin gaande gebleven.
Gebrek aan stremsel bracht de kaasindustrie
in gevaar; de kaasindustrie heeft geen moment
stilgestaan. Aan de behoefte aan watervrije
ammoniak en koolzuur kon in het eigen land
niet worden voldaan, terwijl het buitenland
aan den uitvoer hinderpalen in den weg legde
de koelmachines hebben niet opgehouden
hunne onmisbare diensten te bewijzen.
De aanvoer van veevoederartikelen uit het
buitenland wordt in hooge mate bemoeilijkt
intusschen hoort men thans, nu pas de winter
periode achter den rug is, beweren, dat de
veestapel grooter is dan ooit te voren.
De houtaanvoer is zorgwekkend' klein;
niettemin konden zooveel boterfusten worden
gemaakt, dat de boteruitvoer een ongekende
hoogte kon bereiken. De tinaanvoer bracht
de condensmelkfabrieken in groote moeilijk
heden wij vernamen niet, dat, één condens-
melkfabriek om deze aangelegenheid heeft
moeten stopzetten.
Zoo zijn er honderden en nog meer moeilijk
heden geweest, en die alle is men telkens te
boven gekomen.
Wij zeggen niet, dat men er altijd zonder
kleerscheuren afkwam geenszins. Ook zijn de
moeilijkheden nog niet alle doorworsteld
integendeel. Nog altijd leven wij als hing ons
een Damocleszwaard boven het hoofdnog
loopt de economische machine niet gesmeerd
nog leven wij bij den dag en is de toekomst
van ons bestaan in vaak angstwekkende on
zekerheid gehuld.
Wij denken aan die bedrijven, waarvan de
bestaansmogelijkheid afhankelijk is gesteld van
de sluiting van contractenwij denken ook
aan de condensmelkindustrie, waarvan het
bestaan zoozeer samenhangt met de suiker-
kwestie.
Zoo zijn er vele moeilijkheden, die elke
zekerheid, zoozeer gewenscht voor de rustige
uitoefening van een bedrijf, wegnemen en een
voortdurend gevaar zijn voor de verdere
uitoefening.
{Fan onzen correspondent.')
Thans zijn wij in staat een meer overzich
telijke beschouwing te geven van den toestand
waarin bet voor eenige.maanden overstroomde
gebied van Waterland zich op het oogenblik
bevindt.
Op een paar polders na, als de Buiksloter-,
Broeker- en Monnikmeerpolder, die door hunne
ligging beneden het niveau van het hun
omringende water, ieder voor zich afzonderlijk
bemalen moeten worden, strekken de vlakke
landen aan dit gedeelte van de voor eenigen
tijd in titanische bruischheid optredende Zui
derzee zich in nog hoofdzakelijk grauwe groen
heid uit.
Het overstroomende water toch voerde een
groote massa slib met zich mee, dat nu achter
gebleven, zich in lichtgrijze kleur, teekenend
den zouthoudenden zeeklei, over al die nog
doodsche landerijen uitstrekt. Want verlaten
zijn nog al die bunders hooi- en weiland. Wel
liet een boer hier of daar weer wal jong vee
de weide ingaan, doch het is nog een enkeling,
want er is voor de beesten nog zoo heel
weinig te grazen. Op plaatsen die spoedig
weer boven water zijn gekomen of waarop
wegens een versnelling van overstrooming
weinig slib achterbleef, is het gras frisch op
geschoten; doch voor het meerendeel moeten
de grassprieten maar zien hoe ze door de
kleikorst zullen heenkomen. En de zon,
anders de groeikracht brengende verzorgster,
werkt in dit geval eerder tegen dan mee,
want de kleilaag wordt soms door hare warmte
zoodanig verhard dat ze in aders splijt en
dat is een slecht verschijnsel. Regen zal
hierbij te hulp moeten komenzooveel moge
lijk moet de kleilaag wegspoelen; op enkele
plaatsen zagen we haar echter zóó dik dat
het regenwater er gewoonweg op staan bleef.
Doch over het algemeen wordt het beter.
Meer en meer ziet men de geteisterde lande
rijen groeien, of de boer echter op een wat
beteekenenden hooioogst zal kunnen rekenen,
is een open vraag.
Om het land zooveel mogelijk te kunnen
doen uitzakken heeft men het peil in de
verschillende waterwegen aanmerkelijk lager
gebracht dan dit gewoonlijk is. Dit heeft
natuurlijk weer dit tegen dat de vaart door
de kanalen slechts langzaam geschieden kan
wegens zuiging, dé daaruit mogelijk voort
vloeiende oeverbeschadiging en voor de machi
nes der stoombooten zelf noodelooze kracht-
verspilling. Doch dit bezwaar, van tijdelijken
aard, weegt natuurlijk niet op tegen het doel
dat men met de peilsverlaging wenscht te
bereikende landerijen droog en voor den
landbouwer en veehouder wederom zooveel
mogelijk te gebruiken.
Opmerkelijk is wel, wanneer men door het
Waterlandsche gaat, de zilte lucht van den
uitwasemenden zeeklei, die overal heerscht
echter van een muggenplaag, zooals voor
eenigen tijd de dagbladen aankondigden, valt
niets te bespeuren. Op de plaats vanwaar dit
bericht kwam, moet die insecten-invasie als
streng locaal beschouwd worden en van gelukkig
kortstondigen duur.
Al wordt het gaandeweg beter, het verkeer
is nog gebrekkig. Algeheele tramverbinding
als in normale omstandigheden, bestaat nog
niet en het is ook niet te zeggen, wanneer
de baan weer geheel hersteld zal zijn. Alleen
de baanvakken Edam-Monnikendam, Buik-
sloot-Amsterdam en Purmerend-Alkmaar,
worden nog slechts bereden. Doorgaande ver
binding Edam-Amsterdam en Alkmaar-A’dam
heeft men dus nog niet. Bovendien staan
enkele gedeelten van de lijn, als in Buik
sloter- en Broekermeer, nog onder water.
Het herstel zal natuurlijk belangrijken tijd
vorderen, daar de zandbaan op enkele plaatsen
weggespoeld is of de dwarsliggers over heele
einden ondermijnd zijn. Een geregelde ver
binding wordt dan ook met booten onder
houden, die hare diensten met het meer en
meer lengen der dagen uitbreiden. In den
beginne, toen alles nog blank stond en het
varen dus een plaatselijke kennis en schippers
kunst vergde, was het varen bij avond in het
duister vrijwel onmogelijk. Thans, nu de
vaarweg door de bovengekomen beschoeiingen
en rietkragen weer nauwkeurig aangegeven is,
zijn gelukkig ook die bezwaren vervallen.
Echter zijn de diensten nog niet zoo uitge
breid of men beschikt, vergeleken bij den
gewonen toestand, nog over beperkten tijd
om ergens te verblijven; de booten vertrekken
’s morgens vroeg, doch de laatste dienst per
dag is ook vroeg gesteld.
Doch, laten de Waterlanders daarover niet
klagen. Hoofdzaak is, dat ze, al is het dan
ook nog maar in betrekkelijk letterlijke betee-
kenis, weer het hoofd boven water hebben.
Binnen vier maanden het land vrijwel geheel
droog; vergelijke men dit eens bij de vorige
groote overstrooming van 1825, toen het pas
Juli van het daaropvolgende jaar werd, dat
alles weer boven het natte element gehaald was.
In figuurlijke beteekenis is de vraag nog
niet opgelost, hoe de zoo zwaar-beproefde
waterlanders nit deze ramp zullen komen.
Wat een groot aantal boerderijen zijn er niet
bf totaal bf voor ’t grootste gedeelte verwoest.
Voor zoover de gelegenheid daarvoor reeds
zou zijn, is men echter met herbouw of
belangrijke reparatie nog niet begonnen men
wil eerst zooveel mogelijk een totale schade
opnemen en daarnaar handelen met de in
gekomen gelden der gehouden collecte. De
groote boeren, met meer kostbare boerderijen,
zullen er wel, wat financieele hulp betreft,
het slechtst af komende kleintjes, die over
een klein perceeltje beschikken en geringe
verdere bezittingen, kunnen gemakkelijker
gesteund worden. Deze kwestie is nog niet
zoo gemakkelijk en lastig is hare oplossing
om alle klippen van onbillijkheid zooveel
mogelijk te omzeilen.
Ofschoon de verscheidene gaten inden zeedijk
eerst geruimen tijd gedicht zijn, is men nog
druk doende met bet aanvoeren van zand en
verder versterkingsmateriaal voor de nieuwe
zeewering. Het brandpunt van dit bedrijf is
wel Monnikendam en de eene treinsleep na
den anderen met zand wordt door het kleine
stadje gevoerd, dat in bedrijvigheid zeer heeft
toegenomen. Men rekent dat het wel winter
zijn zal, voor de waterlandsche dijk weer geheel
hersteld zal zijn, want behalve bet aanbrengen
van geheel nieuwe dijkgedeelten, heeft de
zeewering op verscheidene plaatsen door het
overstroomende water, al is het dan wel is
waar in veel geringere mate, zoodanig geleden
in baar uiterlijk, dat herstelling daarvan ook
nog eenigen tijd zal vorderen. R.
Sneek, 25 Mei. De 5-puntige agenda voor
de Raadszitting van gisteren avond verleven
digde uit den aard der zaak bij h.h. verslag
gevers de hoop, dat ze ditmaal moeder de
vrouw eens met een vroege thuiskomst konden
verrassen.
’t Leek er dan ook wel op, toen reeds 5
minuten vóór achten de electrische bel waar
schuwde, dat ’t auditorium de zaal der vroede
mannen binnen kon treden.
Zoodra het publiek plaats heeft genomen,
valt zijn oog in de eerste plaats op: //Ver
boden te rooken,” niettegenstaande men op
de plaatsen van h.h. Regenten, de rookko
lommen reeds in dichte nevelen ziet opstijgen.
Dat er uit den mond van onze socialistische
raadsleden nog niet eens stemmen zijn opge
gaan in verband met hunne leus: //Gelijk
recht voor allen!” zal ongetwijfeld verwonde
ring baren. We blijven echter hopen dat
binnen afzienbaren tijd onze voormannen in
den Raad met ’t voorstel komen, ter wille
van het publiek, tijdens de zitting de sigaren
in den koker te houden.
’t Eerste punt van’t programma: «Voorstel
van B. en W. om den prijs van het gas,
geleverd over den gewonen meter, met 2 ct.
per M3. te verhoogen”, bracht den gebeelen
Raad, op een enkele uitzondering na, terstond
in actie.
Na breedvoerige toelichting van ’t voorstel
met tallooze cijfers, waaruit we zooveel wijs
werden dat ’t te dekken bedrag, ’t welk men
wegens de hooge kolenprijzen tekort op de
Oegrooting had, moest worden gevonden door
’t gas van 7 op 9 ct. te brengen, opende
de heer De Wolf ’t eerste vuur. In hoeverre
zijn berekening, die een tekort van f 34000
reduceerde tot f 22562, juist was, laten we
maar in 't midden.
Anderen begrepen terecht dat de voorge
stelde verhooging, den middenman zou drukken,
waarom meer heil werd gezien in verhooging
van ’t maximumcijfer van den hoofdelijken
omslag.
Nog een ander zou uit een voorzichtigheids-
oogpunt vóór de 2 ct. verhooging stemmen,
wijl men geen zekerheid had dat het gesloten
contract voor den aankoop van kolen, zou
worden nagekomen.
De wethouders natuurlijk pleitten uit alle
macht voor opvoering van< den prijs, opdat ’t
gasbedrijf, hetwelk elk jaar hier zulke enorme
winsten maakt, geen jaar zou doorleven, waarin
de beurs ietwat minder gespekt was.
’t Begon er tegen tienen naar te lijken
dat het voorstel van B. en W. zou stranden.
De Voorzitter oordeelde dat de kwestie nu
genoeg besproken was, waarom de stemming
volgde.
’t Was te voorzien, gehoord de discussie,
dat de meeste heeren zich tegen de verhooging
zouden verklaren. Met 10 tegen 4 stemmen,
(afwezig de heer Zelvelder) strandden de 2
centen die den kleinen man gedurende een
paar dagen als ’t zwaard van Damocles boven
't hoofd hadden gehangen.
Ook ’t voorstel van de meerderheid der
Gascommissie, om den prijs van 7 op 8 ct.
te brengen, in stemming gebracht, drukte de
voetstappen van zijn voorganger.
’t Voorstel, om het maximum van den
hoofdelijken omslag van f 95000 op f 125000
te brengen, nam men z. h. st. aan.
Hollum (A.) Door kooplui werden op ons
eiland prijzen besteed voor koeien van f 250
tot f 450; voor ossen tot f 80. Te Nes (A).
werd een koe gekocht voor f 425 zij werd
geslacht en daarna naar Duitschland uitge
voerd voor pl. m. f 1100! Niet zoo’n min
zaakje voor den betrokken handelaarF.D
Arum, 25 Mei. De timmerknecht H.
Wijnalda bad het ongeluk van een schuur te
vallen. Hij bezeerde zich hoogst ernstig aan
het hoofd.
Bolswardsche Courant
CT
I
Klein s Thee,
in ons pakjes thans 22 ct., in
vierdel pakjes 27’/2 ct. Gebro
ken Thee ook per ons.