EEN NACHT IN DE WOLKEN.
9
I
hi
DIENST DER TRAMMEN. (Zomerdienst.)
Aangevangen 1 MEI 1916.
GEMENGD NIEUWS.
p
K j
Lr
4.10,
7.25.
Van 15 Mei tot 15 Sept.
V
1.—
a.
8.40
den oorlog tot
1
Stoomdruk Firm» B. Cuperus Az. Bolsward.
vruchtbare grond,
bosch rijke bergen
•^neek
[Jsbrechtum
Nijland
Bolsward
Witmarsum
Arum
Kims werd
Harlingen
Harlingen
Kimswerd
Arum
Witmarsum
Bolsward
Nijland
I Jsbrechtum
Sneek
6.20
7.11
7.13
7.43
8.50
9.20
9.25
10.16
11.08
11.38
12.29
11.15
11.21
11.33
11.45
Marine
geschied.
1.41
2.11
3.02
3 45*
4.15*
4.19
5.10
4.10
5.01
5.31
7.20*
7.50*
8.—
8.51
9.15
9.45
10.36
5 45*
5.51*
6 03*
6.15*
6.26*
7.01*
7.16*
7.18*
7.28*
7.39*
1.20 5.56*
1.30 6.06*
1.55 6.31*
7.45
7.51
8.03
8.15
8.22
8.57
9.12
9.15
9.25
9.36
8.55
9.05
9.30
uitgepnt,
het schuitje
a.
v.
a.
v.
a.
7.20
7.32
7.42
7.48
8.03
8.40.
8.52
9.04
9.10
7.09
8.—
8.30
4.08
4.14
4.26
4.38
4.40
5.15
5.30
5.34
5.44
5.55
a.
v.
a.
v.
2.20*
2.26*
2.38*
2.50*
3.26*
3 41*
3.44*
3.51*
4.05*
9.88
9 50
10
10.10
10.25
11.-
8.34
9.25
9.30
10.—
12.15
12.21
12.33
12.45
1.22
1.37
1.39
1.49
o.
1.35
1.41
1.53
2.05
tSJ
o
p
CL
GD
2.
x
Arum
Franeker
Leeuwarden V.P.
kreet
strekten zich,
valleien
bosschen,
kleuren
Leeuwarden V.P.
Franeker
Arum
1.15
2.06
2.11*
2.41*
8.25* 9.45
8.31* 9.51
8.43* 10.03
8‘55* 10.15
10.50
11.05
11.08
11.18
11.30
6.25* 8 40 11.—*
a. 6.50* 9.05 11.25*
zoo spoedig op
aan de
van den oorlog tot en met Juni j,l. op
gemaakt door middel van de gepubliceerde
verlieslijsten waarbij rekening is gehouden
met later publiceerde verbeteringen. Volgens
deze Engelsche cijfers zijn: gesneuveld en aan
wonden overleden 710.882 gestorven ten
gevolge van ziekte 46.435 vermist 189.880
gevangen genomen 152.793 zwaargewond
409.215 gewond 263.379 lichtgewond
1.102.388; gewond, doch bij den troep ge
bleven 137.655. Totaal 3.012,637.
Hieruit blijkt dat ten minste 757.000
jonge mannen gestorven zijn, terwijl onder de
189.000 vermisten tevens vele dooden zijn,
terwijl de verliezen der marine hier nog niet
inbegrepen zijn. Met de hopeloos verminkten
medegerekend kan men het verlies voor
Duitschland alleen dus reeds op één millioen
stellen.
Goedkoope groenten in Limburg.
De rij kscom missie van toezicht op de groenten
centrale meldt:
Terwijl in Zuid-Holland de kropsalade nu
en dan zulke hooge prijzen opbrengt, dat
klachten inkomen over de gebrekkige hand
having der maximumprijzen, wordt ons her
haaldelijk van Venlosche veilingen bericht,
dat deze groente, wegens de lage prijzen,
schier onverkoopbaar is.
Het wil der commissie voorkomen, dat het
ligt op den weg van den handel om zich deze
laatste omstandigheid ten nutte te maken en
de daar beschikbare groente voor de andere
deelen van Nederland te betrekken.
Wellicht geldt dit ook voor andere soorten
van groente.
Nieuw buitengewoon oorlog skrediet.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend, waarbij opnieuw een buitengewoon
oorlogscrediet wordt aangevraagd.
Naar wij vernemen strekt het tot bet aan
vragen van een bedrag van vijf-en-zeventig
millioen gulden.
Hollandsche boter in Engeland.
In het Lagerhuis heeft Cecil in antwoord
op een hem gestelde vraag geantwoord, dat
het niet waar is, dat de Britsche regeering
de Nederlandsche boterhandelaren onrecht
matig bevoordeelt. Er is met de vereeniging
der Nederlandsche boterfabrikanten een over
eenkomst getroffen, waarin bepaald is, dat
voortaan aanvullende hoeveelheden boter aan
Engeland zullen worden geleverd. De boter
wordt op de gewone en wettige wijze ter
markt gebracht. De belangen der Engelsche
en lersche producenten zullen in het minst
niet worden geschaad.
Desertie onder de zeemilieiens voor Indië.
Van de zeemiliciens, die Woensdag met
het s.s. „Lombok” naar Indië zouden ver
trekken is een gedeelte gedeserteerd. De Tel.
deelde mede, dat het er 26 waren. Naar aan
leiding van deze mededeeling, vertelt het Bbld.
het volgende:
Naar men weet, hadden ongeveer 20 mili
ciens zich vrijwillig aangegeven voor het ver
trek naar Indië. Dezen waren natuurlijk allen
present, toen het uur van vertrek daar was.
Van de miliciens die aangewezen waren, hield
zich echter het grootste gedeelte schuil, zoo-
dat de aangewezen reserve moest worden aan
gesproken. Dezen hadden echter blijkbaar de
lucht van hetgeen hun te wachten stond en
ook deze reservisten waren grootendeels onvind
baar. Het gevolg is geweest, dat gisteren in
plaats van 50 slechts 36 miliciens zijn ver
trokken. Eén hunner was nog niet aanwezig
toen de „Lombok” de LJkade verliet, doch
heeft waarschijnlijk berouw gekregen over zijn
achterblijven en is in bet Noordzee-kanaal
op de een of andere wijze aan boord gekomen.
De andere achterblijvers zullen nu waar
schijnlijk met de eerstvolgende gelegenheid
vertrekken.
De Duitsche handelsduikboot.
Jhr. J. Sandberg, gepens. officier van het
O.-I. leger, te Rotterdam, deelt aan de N.
5.56
6.47*
7.16*
HARKEZIJL—MAKKUM.
Harkezijl v. 615* 8.30 10.50*
Wons
Makku'm
seteekende trammen loopen Zondags niet en met een geteekende alleen Vrijdags.
5.10
5.22
5.32
5.47
6.25
6.28 7.35
6.40 7.47
6.52 7.59
6.58 8.05
ARUM FRANEKER-LEEÜWARDEN.
5.34
6.04
6.05
6.56
2.45*
1.10 3.—*
l:Éo3-35*
2.02 3.47*
2.14 3.59*
2.20 4.05*
10.42
10.48
11.
11.12
W»
S5'
t>
Van 1 tot 15 Mei en van 15 Sept, tot 1 Oct. alléén Vrijdags, van Bolsward: v.m. 3.10, te Leeuwarden 6.13.
Van 15 Mei tot 15 Sept. 4.10, 7.25.
Vrijdags van Leeuwarden n.m. 1.45, te Bolsward 4.35.
HARLINGEN BOLSWARD SNEEK.
9.38 12.30 2.24*
9 50 ‘3 12.41 2.35*
10— g, 12.51
10.10 12.55
10.25 fl
ii N
10.15* 11, 12.30
10.27* 11.12 12.42
10.39* 11.24 12.54
10.45* 11.30
6.49* 8.04
7.—* 8.15
7.10* 8.25
7.20* 8.32
7.35* 8.47
8.10* q «o
8.20*
8.32* 9.34
8.44* 9.46
8.50* 9.52
R. Ct. mede, dat het denkbeeld, om Duitsche
handelsduikbooten naar Amerika te zenden,
ten einde de Engelsche blokkade te breken,
van hem en niet van iemand in Duitschland
is uitgegaan. Om de verwezenlijking van het
bij hem opgekomen denkbeeld te bevorderen,
richtte hij zich, voor ruim een jaar, door
tusschenkomst van den toenmaligen Duitschen
consul-generaal hier ter stede, Gneist, tot
admiraal von Tirpitz, met een brief, waarin
hij zijn denkbeeld uiteenzette en ter uitvoering
aanbeval.
Sedert heeft jhr. Sandberg niet vernomen,
hoe zijn plan in toongevende kringen in
Duitschland ontvangen was. Alleen vernam
hij zijdelings, dat Ballin, de directeur-generaal
van de Hamburg-Amerika-lijn met zijn plan
zeer ingenomen was, maar eveneens den raad
gaf, zich tot het Rijks-departement van
te wenden, wat echter toen reeds was
Nu de eerste handelsduikboot tot groote
voldoening van het Duitsche volk, in Amerika
is binnengeloopen, eischt jhr; Sandberg in elk
geval voor zich de eer op, het denkbeeld het
eerst te hebben geopperd.
De Duitsche verliezen.
De Pruisische verlieslijsten nos. 560 t/m
569 bevatten de namen van 33610 ge
sneuvelden, gewonden en vermisten. Het totaal
gesneuvelden, gewonden en vermisten bij het
Pruisische leger tot en met verlieslijst no. 569
bedraagt 2.773.836.
De Engelsche bladen geven een opgave van
de totaal Duitsche verliezen van bet begin
(Plaatselijke Tjjd.)
SNEEK BOLSWARD HARLINGEN.
7.20
7.26
7.38
7.50
7.55
8.32
8.47
8.50
9.—
9.12
5.08
5.19
5.29
5.36
5.51
4.40 626
4.52 6.38
5.04 6.50
5.10 6.56
antwoorden. Uit schuren en van zolders worden
’s nachts partijen hammen en zijden spek
gestolen. Bij bakkers worden zakken meel
weggehaald. Hoewel de bestolenen den dief
stallen zeer bedroevend vinden doen ze daar
van geen aangifte, omdat ze wel weten dat
honger en gebrek de drijfveer is.
Arnh. Cl.
De hernomen dorpen.
De Matin geeft de volgende korte be
schrijving van de dorpen die de geallieerden
op de Duitschers hernomen hebben.
Dompierre: een verzameling steenen, een
prachtig stuk werk, zooals artilleristen zeggen.
Voor men het dorp bereikt heeft, komt men
aan een groote in elkaar gestorte suikerfabriek.
Hier en daar hangt nog een stuk van een
machine, en juist door dat enkele overblijfsel
biedt het geheel een nog troosteloozer aan
blik. De vooruitgeschoven linie der Franschen
was enkele dagen geleden nog Duitsch bezit.
We zien het gecompliceerde netwerk der
loopgraven en ontdekken vervolgens aan onze
rechterhand het platgeschoten kerkhof dat
als verschansing dienst moest doen. Thans
liggen er de lijken opgestapeld; de krijgs
gevangenen zijn bezig ze zoo goed als het
gaat een laatste rustplaats te bereiden.
Van het dorp is niets overgebleven. Men
moet weten waar het kerkplein was om er
nog iets van te kunnen ontdekken, en dat
die hoop puin oorspronkelijk een kerk is ge
weest, zal waarschijnlijk niemand zich kunnen
voorsfellen. Toch staan nog ergens een paar
muren die een binnenplaats vormen met zoo
waar nog de overblijfselen van een duiventil.
De Duitschers hadden er een signalen-post
gevestigd, die de verbinding met Flaucourt
en Assevillers moest onderhouden.
In het westelijk gedeelte van Dompierre
heeft men den kelder ontdekt, waarin de ver
stikkende gassen gefabriceerd werden, twee
groote kuipen stonden er en een geweldige
buis liep tot aan de voorste linies.
Vlak bij Dompierre ligt Becquincourt. Ook
daar is alles verwoest, ook daar werd het
kerkhof verwoest, werden de grafsteenen door
onze bommen uiteengeslagen.
„Wij hebben de dooden in hun rust moeten
storen”, zeide een artillerie-kapitein, „om ze
aan de Duitschers te kunnen ontrukken”.
Langs den heroverden weg gaan wij naar
Assevillers. Rondom een geheel verwoest veld
staat een rij appelboomen en achter die hoornen
een Duitsche loopgraaf, door ons Brünhilde
genoemd. Thans biedt zij een ontzettend schouw
spel. De lijken liggen er opgestapeld; de
grauwe uniformen zijn als het ware één ge
worden met den zandgrond en pas van zeer
nabij ontdekt men, dat de weg bezaaid ligt
met dooden.
Assevillers: ruïnes en nog eeus ruïnes;
dood en verwoesting zoover het oog reikt
ook ginds bij Herbecourt en Flaucourt, die
onder het vuuj niet minder hebben geleden
dan Dompierre, Becquincourt en Assevillers.
In al de thans heroverde Fransche dorpen
hadden de Duitschers den bodem naar eigen
smaak bebouwd. De Fransche tuinen moesten
plaats maken voor uitgestrekte koolvelden, en
het is een eigenaardig gezicht te midden van
al die ellende de jonge spruiten te zien uit
schieten.
stil. Van tijd tot tijd bukten Ritter en Loff-
man zich over den rand van het schuitje en
onderscheidden alsdan op den duisteren af
grond, die zich onder hen uitstrekte, weife
lende en flauwe lichtpunten, die hun te
kennen gaven dat zij zich boven steden of
gehuchten bevonden. Maar langzamerhand
hield dit laatste spoor van de aarde op, de
ballon had hoogere streken bereikt en de
dampkring werd met ieder oogenblik ijler.
Onze reizigers begonnen zich beklemd te ge
voelen. Een dof gegons suisde in hunne
ooren, een stekende pijn doortrok hun lichaam,
de steeds kouder wordende lucht deed hun
verdoofde ledematen verstijven.
Florence, wier krachten waren
liet zich op den bodem van
nedervallen.
Wat wil je? vroeg haar broeder.
Ik wil slapen, zeide het jonge meisje zacht.
Blijf wakker! kreet Michel verschrikt; de
slaap is de dood 1 sta op Florence
Florence bleef onbewegelijk.
Florenceherhaalde Michel buiten zich
zelven... Mijn hemel! zij hoort mij niet; en
er is niets, om haar te verwarmen
Neem dezen mantel, klonk een stem.
Michel hief het hoofd op en zag dat Loff-
man zich ontdeed van een met bont gevoer-
den mantel, waarin bij zich gewikkeld had.
Maar gij zelf? vroeg Ritter verwonderd
en bewogen.
De sterkeren kunnen beter lijden, ant
woordde Christiaan, zijn mantel aangevende.
Hij hielp Michel er zijne zuster inwikkelen
en terwijl hij daarmede bezig was, ontmoetten
de handen der mannen elkaar. Michel greep
Loffman’s hand en zeide: Wat gij nu doet,
vergoedt al het overige, het doet mij leed, dat
ik woorden heb gebruikt, die u moesten kwetsen.
Heb daar geen spijt over, antwoordde Loff-
man bewogen, want de meeste schuld ligt
aan mij.
Laten wij dan beiden vergevingsgezind zijn,
hernam Michel, ieder van ons zal weldra
zijne daden voor God hebben te verantwoorden
laten we tenminste onzen haat afleggen, al
vorens we voor Hem verschijnen.
Ik ken geen haat meer, zeide Christiaan
daar is mijn hand Michel Ritter en het is
die van een vriend. Slot volgt.
v. 5.10
5.16
5.28
a. 5.40
v. 5.41
6.19
6.34
6.44
a. 6.56
Boteruitvoer beperkt.
Het naar Pruisen invoeren van zelfs kleine
hoeveelheden boter over de landsgrenzen is
weer verboden. Dit zal de Pruisische grens
bewoners slecht aanstaan, daar zij bij gebrek
aan vet, nu ook over gemis van boter zullen
hebben te klagen. De boter-uitvoer moet
over de stations Gronau, Bentheim en Emmerik
geschieden.
Door levensmiddelengebrek.
In de Pruisisch Geldersche grensplaatsen
is door het gebrek aan levensmiddelen de
roofzucht aan de orde van den dag. Vooral
de landbouwers welke nog voedingsmiddelen
in voorraad hebben, hebben het hard te ver-
6.40f
7.10t
7.14*
8.05*
LEEUWARDEN-FRANEKER ARUM.
11.29
12.20
12.50
MAKKUM—HARKEZIJL.
Makkum v. 5.2J 7.30* 9 50* 12.40 4.30* 8.15
Wons 5.45 7.55* 10.15* 1,05 4.55*
Harkezijl a. 5.55 8.05* 10.25* 1.15 5.05* 8.50
De met. een
Ja waarlijk, daar gaan de eerste vuurpijlen
reedszeide Florence.
Maar waarom volgen zij
elkaar?
Ziet eenshet timmerwerk, waartegen de
grootste stukken waren opgesteld, is in elkaar
gestort.
Het vuürwerk is mislukt.
Hoor eens welk een geraas!
Sakkerloot! riep Michel men slaat de sta
ketsels stuk, die de staanplaatsen omringen.
Het is een oploop van studenten, zeide de
vreemdeling glimlachende, hunne teleurstelling
over het mislukken van het vuurwerk wreken
zij op den tuin.
Hoe gelukkig, dat wij niet midden in die
verwarring zijn, merkte Florence aan.
Ben je dus geheel van je vrees bekomen
vroeg Ritter.
Geheel en al.
In dat geval kunnen wij nog hooger stijgen.
Hij gaf het overeengekomen teekende
touwen werden gevierd, de ballon verhief zich
opnieuw eenige oogenblikken en toen hield
hij weder stil.
De drie reizigers uitten bijna tegelijkertijd
een kreet van bewondering: Onder hen
zoover het oog reikte, schoone
uit, als het ware bezaaid met
weiden, akkers en dorpen, wier
en omtrekken duizenden grillige
teekeningen vormden.
Gelukkig land, zeide de vreemdeling, als
tot zich zelven sprekende, gelukkig land,
waarin aan den mensch een
een bevaarbare stroom en
zijn geschonken.
Michel zuchtte. Bovenal zou het gelukkig
zijn, zeide hij zacht, als er geen plaats ware
overgelaten voor processen en lasteringen
Niemand weet dat beter dan ik, antwoordde
de vreemdeling.
Zijt gij ook genoodzaakt de wet tot be
scherming uwer rechten in te roepen
Ja, en wel tegen iemand, die al het
mogelijke zal doen om mij te benadeelen.
Evenals mijn tegenstander, zeide Michel
wanneer hij het proces wint, verlies ik alles,
wat het verledene mij heeft doen verkrijgen.
En ik alles wat de toekomst mij beloofde.
De vruchten van mijn arbeid zullen
strekken, om een hebzuchtigen ellendeling te
verrijken.
Al mijne verwachtingen zullen vernietigd
worden, ten voordeele van een nietswaardige.
En toch vrees ik, dat de wet
billijkheid het zwijgen zal opleggen.
En ik vrees, dat de slinksche streken over
bet goed recht zullen zegepralen.
Ik zie reeds, mijnheer, riep Michel, dat
wij in denzelfden toestand verkeeren ook gij
pleit dus tegen den een of anderen Christiaan
Loffman
Christiaan Loffman? herhaalde de vreem
deling, zoo heet ik.
Is u Christiaan Loffman
En mijn tegenstander heet Michel Ritter.
Zoo heet ik
De beide mannen wisselden een verwon
derden blik, waarin toorn en haat te lezen
waren.
Michel, zeide de verschrikte Florence, haar
band op den arm van haar broeder leggende,
laten wij naar beneden gaan.
Michel lette niet op haar woorden.
Wat de heer Loffman omtrent zijn tegen
stander heeft gezegd, is laster, riep hij uit,
den vreemdeling met fonkelende blikken
aanstarende.
En wat de heer Ritter van den zijne zeide,
is een logen, antwoordde de jonge man levendig.
Om ’s hemelswillaat ons naar beneden
gaan, riep het jonge meisje bevende.
Het zij zoo, antwoordde Michel, beneden
kunnen wij elkander beter spreken.
En ik hoop, dat ons gesprek tot eene be
slissende uitkomst zal leiden, merkte Loffman
op veelbeteekenden toon aan.
Hij trok aan het schelkoord en de drie
reizigers wachtten stilzwijgend eenige oogen
blikken, maar de ballon bleef onbewegelijk.
De jonge man schelde een tweede en derde
maal, maar met even weinig gevolg.
De oppasser moet ons toch kunnen hooren,
mompelde bij, opnieuw schellende.
Er is geen oppasser meer! riep Florence,
die zich over den rand van het schuitje had
gebogen.
Dat is waar, zeide Michel, insgelijks naar
buiten ziendede oploop wordt grooter en
zal hem schrik hebben aangejaagd.
Zie dat vreugdevuur eens, het publiek
gooit er de banken op.
En die troep jongelieden, die de lanen
afloopen en de lampions stuk staan.
Hemeldaar zijn zij onder den ballon.
Wat doen ze?
Zij maken de touwen los!
Wat?
O zie
De drie reizigers leunden tegelijkertijd over
den rand van het schuitje, schreeuwende en
gebaren makendemaar het was te laat. De
studenten, denkende dat het schuitje ledig
was, hadden de touwen doorgesneden, die den
ballon aan de aarde verbondendeze, van de
banden bevrijd, steeg met verbazende snelheid
en was weldra verdwenen in de nevelen van
den avond.
In bet eerst potten onze reizigers zich uit
in vruchteloos geschreeuw en geklaag, maar
toen de „Vereeniging” en daarna de aarde
aan hunne oogen was onttrokken, volgde een
soort van kalme bersuting, meer veroorzaakt
door vermoeidheid dan door gelatenheid.
De toestand, waarin het drietal verkeerde,
was werkelijk bij niets te vergelijken. In de
meeste gevallen kunnen de gevaren, waaraan
iemand zich ziet blootgesteld, door hem voorzien
zijnhij heeft er zich tenminste op voor
bereid door veronderstellingen, verhalen of
mededeelingen, maar hier was alles onvoorzien
men had niets te verwachten, noch van eigen
wilskracht, noch van den bijstand van anderen.
Onze drie reizigers waren buiten alle
menschelijk bereik en veroordeeld tot dien
lijdelijken moed, welke de dood verwacht,
zonder zelfs het tijdstip van diens komst te
kunnen gissen. Florence had, half bezwijmd
van schrik, haar gelaat verborgen aan de borst
baars broeders, die, zelfs dobberende tusschen
vrees, verbazing en smart, niets kon vinden,
om haar te bemoedigen. Christiaan Loffman,
die aan de andere zijde van het schuitje zat,
scheen minder ontroerd en wierp van tijd tot
tijd een blik op Michel Ritter en diens zuster
maar de herinnering aan hun vijandschap en
de beleedigingen, die zij elkander hadden
toegevoegd, vervulden beider gemoed en hielden
hen zelfs in het gemeenschappelijk gevaar van
elkander verwijderd.
Intusschen zweefde de aan den wind prijs
gegeven ballon in het luchtruim rond; nu
eens doorkliefde hij de lucht als een zwaluw
die naar zijn nest terugkeert, dan weder hield
hij als een zwevende gier boven de bergen