DIENST DER TRAMMEN. Eet Schapenvleeseh! (Zomerdienst.) DE IDIOOT. GEMENGD NIEUWS. g INGEZONDEN. 5^5 Aangevangen 1 MEI 1916- Van 15 Mei tot 15 Sept. 4.10, v 1.— a. het is spontaan licht- opende ’s mans mond, verbrokkeld, zwartachtig Harlingen Kimswerd Arum Wïtmarsum Bolsward N ij land IJsbrechtum Sneek 7.55 8.32 8.47 8.50 8 50 9.20 9.25 10.16 11.29 12.20 12.50 11.08 11.38 12.29 11.15 11.21 11.33 11.45 1.41 2.11 3.02 4.10 5.01 5.31 3 41* 3.44* 3.54* 4.05* 9.15 9.45 10.36 5.08 5.19 5.29 5.36 5.51 6.26 7.45 7.51 8.03 8.15 8.22 8.57 9.12 9.15 9.25 9.36 moedig zinnig a. a. v. a. 1.15 2.06 2.11* 2.41* 7.09 8.— 8.30 a. 2.26* 2.38* 2.50* 3 45* 4.15* 4.19 5.10 7.20* 7.50* 8.— 8.51 1.41 1.53 2.05 N o B CL 00 0 a. v. Leeuwarden V.P. Franeker Arum Arum Franeker Leeuwarden V.P. .2 CO N 12.30 ó.40| 7.10f 7.14* 8.05’ (Builen verantwoordelijkheid der Redactie.) v. 5.10 5.16 9.38 9.50 10.— 10.10 10.25 10.15* 11,_ 10.27* 11.12 12 42 10.39* 11.24 12.54 10.45* 11.30 even aan, kreet, viel. De idioot van gelaat, trachtte n mijn arm een goed werk ons bereid en doordringend van Frankrijk van twintig geweerkogels 10.42 10.48 11. - 11.12 J5<ZJp Sg ts 12.15 1.35 2.20* 12.21 12.33 12.45 1.22 1.37 1.39 1.49 2 (Plaatseljjke Tjjd.) SNE EK BOLSWARD HARLINGEN. 7.20 8.25* 9.45 7.26 8.31* 9.51 5.28 7.38 8.43* 10.03 a. 5.40 7.50 v. 5.41 6.19 6.34 6.44 9.— a. 6.56 9.12 6.49* 8.04 7.—* 8.15 7.10* 8.25 7.20* 8.32 7.35* 8.47 8-10* q 22 8.20* 8.32* 9.34 8.44* 9.46 8.50* 9.52 4.08 5 45* 4.14 5.51* 4.26 6.03* 4.38 6.15* 4.40 6.26* 3.26* - 5.15 7.01* 5.30 7.16* 5.34 7.18* 5.44 7.28* 5.55 7.39* Na eenige oogenblikken traden de beide mannen weder binnen. Gedurende hun afwezig heid had de idioot zich bevuild, gehuild, geschreeuwd, gelachen, onsamenhangende woorden uitgeroepen. Hohrr... hohrr... alsof hij iemand riep. Hij was bang geworden voor een ganzeveder, die in een inktkoker stak, en hij had willen wegloopen, doch men had hem gedwongen midden in de zaal te blijven. Zooals hij daar nu stond, wekte hij deernis op bij iedereen. Sire, zeide de generaal zachtjes, wij zullen dezen man doen confronteeren. Er is hier een dame uit Halberstadt, ex-hofdame van koningin Lecszynska, die al de gezichten der edelen, die zich aan ’t Fransche hof bewogen, van buiten kent. Ik heb haar laten roepen, Sire, en als het u behaagt, zullen wij haar in tegenwoordigheid van den markies brengen. Laat zij binnenkolnen. Twee knechts openden een deur, en de dame trad binnen, een nog mooie vrouw van middelbaren leeftijd. Mevrouw, kent u dezen Franschman vroeg de koning. De Duitsche keek den idioot oplettend aan. Neen Sire, zeide zij vast. Dank u, zeide de generaalwij zullen u straks terugroepen. Wil als het u belieft door de andere deur vertrekken. Zij moest daarvoor de zaal in de breedte oversteken en den gevangene voorbij loopen. Een vlieg, die gonzend rondvloog, zette zich op het gordijn. Men hoorde haar niet meer, zij scheen te luisteren. De dame raakte den idioot struikelde, uitte een veranderde plotseling baar op te vangenMag ik aanb... Het rondschrijven van Landbouw, Nijverheid en 6.20 7.11 7.13 7.43 MAKKUM—HARKEZIJL. Makkum v. 5.2o 7.30* 9 50* 12.40 4.30* 8.15 Wons 5.45 7.55* 10.15* 1.05 4.55* 8.40 Harkezijl a. 5.55 8.05* 10.25* 1.15 5.05* 8.50 He met een 5.56 6.47* 7.16* HARKEZIJL—MAKKUM. 1.20 5.56* 8.55 6.25* 8 40 11.—* 1.30 6.06* 9.05 a. 6.50* 9.05 11.25* 1.55 6.31* 9.30 er niets van te Breng den kerel hier, zeide de koning van Pruisen (de oude Frits.) Hier is hij, Sire. En de idioot werd binnengeleid. Het was een oogenblik stil. De koning nam den man scherp op. Achter deze stonden twee adjudanten, rechtop, ernstig, vol op lettendheid. Zij hoorden hun harten kloppen, een klok tegen den muur tikte met kleine stootjes de seconden... De koning keek den man recht in ’t ge laat. Deze had een onsmakelijk bot gezicht, 8’55* 10.15 10.50 11.05 11.08 11.18 11.30 den Minister van Handel, in het laatst der maand Juni door tusschenkomst van de Commissarissen der Koningin tot de burgemeesters gericht, met het doel het ge bruik van schapenvleeseh in ons land te doen toenemen, heeft ons het plan doen opvatten door middel van dit geschriftje een en ander onder de oogen van het publiek te brengen, dat kan medewerken de gedachte ingang te doen vinden, dat genoemde soort vleesch werkelijk verdient veel meer gegeten te worden dan tot nu toe het geval is. Naar onze overtuiging is het volkomen ten onrechte, dat schapenvleeseh in ons land slechts door weinigen gegeten wordt. Dat bet wèl op de menu’s van eerste klas hotels en restaurants voorkomt, doch in het huisge zin van den Hinken werkman en de kleine burgerij bijna nooit; in de kringen der ge zeten burgerij ook slechts zelden op tafel komt, is een verschijnsel, dat hoe eerder hoe liever tot het verleden moet behooren. Wegens zijn voortreffelijken smaak, zijn groote voed zaamheid en lagen prijs, verdient het schapen- vleesch niet langer bij de andere vleeschsoorten te worden achtergesteld. Wij meenen, dat de Minister een nuttig werk beeft gedaan door de aandacht van het Nederlandsche publiek op het schapen- vleesch te vestigen, dat, zooals Zijne Excel lentie het uitdrukt, hier te lande in over vloedige hoeveelheid verkrijgbaar zou kunnen worden gesteld, doch ten onrechte niet gewild is. Dat er in ons land wel belangstelling voor het gebruik van schapenvleeseh te vinden is, bleek ons reeds direct na de aanschrijving van den Minister, toen wij van enkele burge meesters en plaatselijke commissies voor levensmiddelenvoorziening het verzoek ont vingen, door onze koks bet doelmatig gebruik van schapenvleeseh op aanschouwelijke wijze aan het publiek kenbaar te maken. Slechts enkele dagen nadat de ministriëele aanschrijving gepubliceerd werd, waren onze vertegenwoordigers en koks aan het werk om door middel van voor dit doel speciaal inge richte bak- en braadproeven aan de huis moeders van Delft en de aangrenzende ge meenten te toonen in welke verschillende vormen men schapenvleeseh kan gereedmaken en hoe heerlijk dit vleesch smaakt, wanneer het slechts op de juiste wijze bereid wordt. Wie wel eens in het buitenland heeft ge reisd, weet, dat het gebruik van schapenvleeseh daar in hooge eere staat. In verschillende landen, waar men volstrekt niet beter dan in ons land de kookkunst verstaat, wordt schapen- vleesch als een delicatesse beschouwd. Waarom zouden wij, Nederlanders, nu rundvleesch, varkensvleesch, wild en gevogelte scbaarsch en duur zijn geworden, geen schapen- vleefch gaan eten, waar dit inderdaad geschikt is de andere vleeschsoorten op waardige wijze te vervangen? Zooals de Minister zegt, is het vleesch van schapen in ons land in groote hoeveelheden te verkrijgen. Er is overvloed van schapenvleeseh. In de behoefte van allen kan op gemakkelijke wijze worden voor zien. Het is véél goedkooper dan de tot nu toe meest gangbare vleeschsoorten en hoe lekker het smaakt, kunnen o.a. de talrijke huismoeders, dienstboden en verdere belang stellenden in Delft, Hof van Delft, Gorinchem en Schoonhoven vertellen waar tot dusver de demonstraties gehouden zijn. Zoowel gebakken en gebraden als gekookt en gestoofd, al of niet gereed gemaakt in vereeniging met andere spijzen, is het schapenvleeseh bij ieder, die de bak- en braadproeven gevolgd en het gereed gemaakte geproefd heeft, uitermate in den smaak gevallen. Hoe snel het schapenvleeseh in Delft en Hof van Delft, waar het eerst de bak- en braadproeven gehouden zijn, terrein veroverd heeft,' moge blijken uit de mededeeling van den schapenslager S., die, terwijl de demon straties op Maandag 10 Juli aanvingen, reeds des Zaterdags 15 Juli veertien schapen extra geslacht had. Gewoonlijk slachtte hij 6 a 8 schapen per week deze week bracht hij het tot 21! Ook in de daarop volgende week (waarin wij deze regelen schrijven) komen de bestellingen op schapenvleeseh onafgebroken bij dezen slager binnen. Wanneer bij een doelmatige propaganda, het gebruik van dit vleesch in alle gemeenten van ons land even snel ingang vindt als te Delft en Hof van Delft, dan zal het niet lang meer duren of het is een der meest gebruikte vleeschsoorten in Nederland. Het is een verblijdend teeken, dat, terwijl vóór het houden der bak- en braadproeven het schapenvleeseh uitsluitend in de meest gegoede gezinnen te Delft werd gegeten, thans door alle kringen der bevolking dit vleesch gekocht wordt. Een prijs van 40, 45 en 50 cent per pond, die voor de ver schillende vleeschdeelen van het schaap te Delft gangbaar zijn, schijnt binnen het be reik te vallen van de vrouw van menig werk man die een goed weekgeld verdient. Ook voor de echtgenoote van den kleinen burger, van den ambtenaar met een bescheiden tracte- ment, van den gepensioneerde, die in dezen duren tijd het zoo moet uitrekenen om mét haar bescheiden budget rond te komen, die echter toch nog zoo gaarne, evenals vroeger in normale tijden, bij het middagmaal een stukje vleesch op tafel ziet, is het schapen- vleesch een ware uitkomst. Hoeveel te meer Ik herken arme 1 in zijne handen rond, dropte wat spuw langs zij w§s ’t zoo stil, dat men tikken. De koning verbrak de stilte. Uw doel was heer Chevert, gekampeerd nabij Atchem, te verzoeken met een leger, gevormd uit de regimenten van Navarre en Auvergne, bestaande uit veertig compagnies grenadiers... De idioot bemerkte een vlieg op den grond en trachtte het insect dood te trappen zijn groote lompe schoen gaf een luiden klap op den vloer. ...en twee brigades cavalerie naar Halber stadt op te marcheeren. Ik heb ’t geloof ik, niet zoo geheel mis, mijnbeer? De tikkende klok antwoordde. De generaal richtte het woord tot den koning Ik ben er zeker van, Sire, dat deze per soon markies Antoine de Kervescop de Coadilo is, een koppig sinjeur. Zijn twee broeders, evenals hij, waaghalzen, zijn in ’t leger van Chevert en staan bekend als mannen, die reeds menig stout stuk hebben onder nomen. Den 19en had deze hier een baard; van morgen heeft hij hem niet meer dat is de eenige verandering. Ik herken u. Een man van uw stand heeft wel verzorgde tanden. Open uw mond De gevangene scheen snappen. Er werd een Pruisisch grenadier binnen geroepen. Deze trad op den idioot toe, pakte hem bij de kin en De tanden waren i groen; het tandvleesch was ontstoken. Het bloed steeg den ouden generaal naar het hoofd, toen hij zich zoo bedrogen zag. Hij is doortrapt, doortrapt De adjudanten werden door dit voorval een weinig aan ’t weifelen gebracht, en een van hen mompelde ’t Is een echte idioot kijk maar. Het meelijwekkend individu volgde met wezenlooze blikken de gebaren der personen voor hem. Soms keek hij schuw om zich heen en scheen te willen ontvluchten. Hij was, zooals hij daar stond, kwijlend, vies, ongekamd, ongewasschen, een toonbeeld van mensebelijke ellende. Hij is stom ook, zei een adjudant. De koning kreeg medelijden met den kerel voor hem. Ik ontdek op die tronie geen zweem van adel. Vergis u niet generaal. De Fransche spionnen hebben ons genoeg benadeeld, maar toch zou ik niet graag willen, dat een on schuldige voor hen boette. -week IJsbrechtum X ij land Bolsward Witmarsum Arum Kims werd Harlingen Van 1 tot 15 Mei en van 15 Sept, tot 1 Oct. alléén Vrijdags, van Bolsward: v.m. 3.10, te Leeuwarden 6.13. - 3pt. h 4.10, 7.25. Vrijdags van Leeuwarden n.m. 1.45, te Bolsward 4.35. HARLINGEN BOLS WARD-S NE EK. 5.10 7.20 5.22 7.32 5 32 7.48 5.47 8.03 6.25 o ia 6.28 7.35 6.40 7.47 8.52 6.52 7.59 9.04 6.58 8.05 9.10 ARUM FRANEKER LEEUWARDEN. 5.34 6.04 6.05 6.56 LEEUWARDEN-FRANEKER ARUM. 8.34 9.25 9.30 10.— Dadelijk was er een groot leven. De - markies had zich verraden. De koning stond doodsbleek op. De vrouw verdween door de aanwezige deur. Lichtzinnige Franschen... zei een stem, men hoorde het rumoer van geweerkolven, het geschuif van schoenen, een worsteling op het binnenhof... Toen een kreet, de stem van markies de Kervescop de Coadilo, helder Leve de koning Dan een salvo in één lichaam... Begraaf hem met militaire eer, zeide de koning, ondanks alles, getroffen tot in’t hart. Stoomdruk Firms B. Cuperus Az. Bolsward. Harkezijl v. 615* 8.30 10.50* Wons Makkum seteekende trammen loopen Zondags niet en met een ceteekende alleen Vrijdags. zal dit het geval zijn als de weg gevonden wordt om den prijs van bet schapenvleeseh nog aanmerkelijk te veflagen 1 In de overtuiging hiermede te verrichten, verklaren wij ons bereid op verzoek van H.H. burgemeesters en commissies voor levensmiddelenvoorziening in verschillende gemeenten van ons land, het gebruik van schapenvleeseh verder door het houden van bak- en braadproeven te bevorderen. Onge twijfeld bevorderen wij daarmede ook ons eigen belang, doch- de wetenschap dat wij tevens in het algemeen belang werkzaam zijn, doet ons heenstappen over den schroom om in dit opzicht onze ervaiing en de hulp middelen, waarover wij beschikken, in dienst van anderen te stellen. Belanghebbenden en belangstellenden in dezen gelieven zich op dit punt met ons te verstaan. Voor zoover ons dit mogelijk is, zullen wij gaarne in verschiljende plaatsen van ons land de bak- en braadproeven met schapenvleeseh voortzetten. OLIEFABRIEKEN CALVÉ-DELFT. Delft, Juli 1916. Naar de Tel. verneemt zijn ten Stad- hoize te Amsterdam plannen in voorbereiding voor de oprichting van. een gemeentelijke hypotheekbank. Een desbetreffende voordracht is reeds in concept gereed. Dit belooft wat. Het was nog maar een 13-jarig joggie, maar de zucht tot avontuur was reeds sterk in hem ontwikkeld. Afkomstig uit Helder, nam-ie den trein naar Enkbuizen, zich in de retirade verstoppende, als een conducteur om de kaartjes kwam vragen. De boot naar Stavoren wist-ie te bereikenongemerkt maakte hij den overtocht mee. Vertoonde zich de controleur, dan begaf het joggie zich beneden in de boot, en verdween de man weer, dan durfde het joggie zich weer ver- toonen. Te Stavoren klom-ie in den trein, speelde weer verstoppertje, als er gevaar naderde en bereikte zoo Leeuwarden. Daar dwaalde bij rond op het kermisterrein en zijn plannen waren niet geheel zuiver en onver dacht. Toen hij de kans schoon zag, nam-ie uit een tent op het kermisterrein een doosje met 6 horloges weg. De politie heeft de hand op den knaap, A. K. genaamd, gelegd. L. Nieuwsblad. Slecht op de hoogte. In de Kamer werd bij de behandeling der postwet er over geklaagd, dat het publiek vaak zoo weinig weet van de vele postartikelen, die voor het gemak der menschen verkrijgbaar gesteld zijn. Men vroeg daarom meer reclame te maken voor deze artikelen. De minister beaamde de klacht en haalde ten bewijze nog een voorbeeld aan. Die Zóndagszegels bijv., zei Z. Exc., zelfs Kamer leden kennen ze niet! en ze zijn zoo goed koop. Ze kosten 50 centen per 100 stuks. Maar foei, Excellentie, wat zijt ge slecht op ‘de hoogte, zoo zegt de N. Haarl. Crt. Die zegels zijn veel goedkooper. Ze kosten slechts 1 cent per 50 stuks! Een minister kan toch niet van alles op de hoogte wezen. (1749 1759.) 12.39 2.24* 12.41 2.35* 12.51 2 45* 12.55 1.10 3.—* 1.46 o o-* 1.50 4.40 2.02 3.47* 4.52 6.38 2.14 3.59* 5.04 6.50 2.20 4.05* 5.10 6.56 De oude generaal protesteerde. Hij balde de vuisten, stampte op den grond, keek den verdachte aan en herhaalde hoofdschuddend: ’t Is een doortrapte kerel, doortrapt. Daarna nam bij tersluiks een pistool en schoot het achter den rug van den idioot af. Deze scheen niets te merken. De koning begon te lachen. Nu ditmaal zult gij, hoop ik, wel over tuigd zijn, dat we met een doove te doen hebben Ik kan het niet gelooven, ik ben haast zeker, dat de kerel ons bedriegt. Het pijnlijke onderzoek vermoeide den koning. Ik geloof, dat we met een onschuldigen landlooper te doen hebben. Wie heeft hem gevangen genomen? Luitenant X. van de gele huzaren, een uitmuntend en schrander officier. Des te erger, gij hebt dit gezicht maar aan te zien. Daar zit niets in, wat op eenige energie wijstalles is dood in de oogen van dit individu. Het is een louter lichamelijk leven, dat hij leidt. Overigens... De koning, wien ’t verveelde langer een dergelijk vruchteloos onderzoek in te stellen, keek uit het raam, en de adjudanten volgden zijn voorbeeld. Juist was hij van plan zich te verwijderen, toen de generaal, die met groote zware stappen heen en weer liep, hem smeekte nog eenige oogenblikken te blijven. Sire, u vergist zich vertrek nietBlijf nog één oogenblik. Ik zweer het u, deze bewonderenswaardige man speelt uitstekend komedie. Ja mijnheer de markies, u bezit een bewonderenswaardigen moed en wilskracht, zeide de generaal, zich tot den verdachte wendende, hem met zijne blikken trachtend te doorboren. Doch de idioot gaf geen teeken, dat hij iets begreep van 't geen er over hem gebeurde. Maar, generaal, zeide de koning, alles getuigt tegen uw vermoeden. Deze verwaarloosde, smerige, wezenlooze schooier zou een vermomde markies moeten zijn? De generaal trok de das van den hals van den ellendige. Het was een gerafelde lomp ook de hals was niet zooals de oude militair gehoopt had, blank. Integendeel, hij was walgelijk smerig, vol roode puistjes. De koning verliet de zaalde grijze generaal volgde hem, na den adjudanten bevel te hebben gegeven, een oogenblik den man nog onder hun hoede te houden. Sire, zeide de grijsaard, zoodra hij met den koning alleen was, ik zweer u, dat ik mij niet vergis. U bent stijfhoofdig. Neen, neen. Ik smeek Uwe Majesteit te blijven. Er zijn nog andere middelen; één vooral. Welk Sire, wij hebben een Franschman voor ons. De man geeft zich niet gewonnen bij speelt zijn rol tot het einde uit. U kent dit ras maar het is spontaan licht en galant... waar nat vies haar langs hing, het vel was gerimpeld, vervuild als was het bespuwd. En u zegt, dat dit wezen... Spreek Fransch voor hem... U zegt, dat...? Dat hij niet idioot is zooals hij nog trachtte te doen gelooven, Sire, en dat Uwe Majesteit hem gerustelijk kan ondervragen. Jij bent het dus, zeide de koning, die den avond van den 19den uit de handen van mijn grenadiers wist te ontsnappen. Je had inlichtingen voor mijnheer de Chevert... Hij strekte de hand uit en toonde den gevangene een stuk papier. De aangesprokene keek naar den grond. Hij wil ook doen gelooven Sire, zeide een der adjudanten, dat hij doofstom is. Het is een uitgeslepen vos. De adjudant pakte, terwijl hij deze woorden sprak, den kerel bij den schouder. Deze keek den Pruis onnoozel aan, en begon daarna op hulpelooze wijze te grijnzen. Ik zal het je duidelijker aantoonen. Hier is een brief, die me omtrent je opdracht in licht. Je bent ontdekt; veins dus niet langer. Spreek De man verroerde geen vin. Er was onderwijl een oud generaal binnen gekomen, een militair in den dienst vergrijsd. Hij richtte zich plotseling tot den idioot. u, mijnheer de Markies. De kerel bleef doof. Hij draaide zijn pet en van zijne lippen n kin. En weer de klok hoorde

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 4