lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Theehandel Focke S. Klein,
HARLINGEN.
I
1916.
No. 61.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
55ste Jaargang.
1
HET ONTWERP „DISTRIBUTIENET”,
I
I
1
I
VOOR
3 maanden.
Zondag 30 Juli.
afzonderlijke
heel uar
voor
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels
10 Cts. per regel. Overigens
3
I
50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
belasting is
van uitgaven
Al
het Rechtsgebouw zag
f 80 en vrije woning, ver-
Als wij nu durven beweren, dat onder die
750 dames meer dan 600 jonge maagden
waren, dan is het te rijmen, dat deze meisjes
niet zoozeer kwamen om te luisteren naar ’t
geen
dan wel
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per
Franco per post 50 Cents,
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
in vele winkels verkrijgbaar.
Voor wederverkoopers
Bij Wed. J. Lemstra, Bolsward.
W. v. d. Goot, Makkum.
Gymn. en
voeding het noodige te doen, hij zich, wij
mogen aannemen niet ten onrechte, zoo her
haaldelijk heeft moeten beklagen, deze ge
wichtige taak durft op te dragen, is ons niet
duidelijk.
Overigens is te dezer zake in het wets
ontwerp een hinken op twee beginselen waar
te nemen. Terwijl in art. 1 de gemeentezorg
voor de voorziening impératief wordt gesteld,
schrijft art. 4 voor, dat de burgemeesters
verplicht zijn hunne medewerking te verleenen
bij alle door den Minister ter zake van de
volksvoeding in de voorziening met brand
stoffen voorgeschreven maatregelen, hem
opgave te doen van de door het gemeente
bestuur genomen maatregelen en van de
aanwezige voorraden.
Het zou, meenen wij, een belangrijke
verbetering zijn, wanneer de eerste zinsnede
van art. 1 in dier voege werd gewijzigd.dat
de taak, welke thans op de gemeentebesturen
wordt gelegd, wordt opgedragen aan het Rijk.
Zij zou b.v. kunnen luiden:’
«Onze Regeering draagt zorg, dat van de
levensmiddelen en brandstoffen, door onzen
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
aangewezen, steeds voldoende hoeveelheden in
het Rijk aanwezig zijn en ten behoeve van
minvermogenden beschikbaar worden gesteld”.
In verband met de controle willen wij ons
nog een opmerking veroorloven.
Art. 17 bepaalt, welke personen belast
zullen zijn met het opsporen der strafbare
feiten. Het schijnt, dat de Minister bij de
samenstelling van het ontwerp verzuimd beeft
te bedenken, hoeveel goeds hij indertijd zelf
van de door hem opgerichte vereenigingen
heeft verwacht. Het waren juist deze vereeni
gingen, waardoor de controle op de naleving
der Regeeringsbepalingen mogelijk zou worden.
De uitkomst heeft de verwachtingen niet
beschaamd. De vereenigingen hebben hunne
controleurs, zij kennen den toestand in het
geheele land beter dan de in art. 17 genoemde
ambtenaren en juist hierdoor kunnen zij dien
toestand beheerschen. Wat ware gemakkelijker
dan van deze gunstige omstandigheid partij
te trekken Dat de vereenigingen geen
ambtelijke lichamen zijn, doet weinig ter
zakewettelijk is er wel iets op te vinden,
waardoor dit bezwaar uit den weg wordt
geruimd.
Toen dit artikel reeds geschreven was,
namen wij kennis van het V oorloopig Verslag.
Hieruit blijkt, dat de Minister zijne bedoeling
mondeling nauwkeuriger heeft aangegeven. De
Minister verklaarde, dat naar zijne bedoeling
de Regeering zooveel mogelijk zal zorgen voor
de aanwezigheid van dé noodige levensmiddelen
in het land en het gemeentebestuur voor
aanwezigheid daarvan in de gemeente.
De Minister verklaarde zich bereid het
ontwerp zoodanig te wijzigen, dat de taak der
gemeentebesturen duidelijk wordt omschreven.
De Zuivelcourant.
Ter anderer plaatse is reeds de opmerking
gemaakt, dat de naam «Distributiewet” niet
gelukkig gekozen schijnt, aangezien het
ontwerp minder de distributie als wel de
voorziening der levensbehoeften regelt. Dit
bezwaar betreft evenwel alleen den naam,
niet het wezen.
Het is met die voorziening langen tijd een
vallen en opstaan geweest. Om ons te bepalen
bij wat ons het meest interesseert, herinneren
wij aan de eertijds bestaande Rijks Centrale
Bureaux, waaraan door de Regeering tot taak
was opgelegd de regeling van den uit.voer.
Deze bureaux regelden ijverig en wel in dier
voege, dat naar menschelijke berekening vol
doende voorraad in het land moest blijven.
Evenwel bleek alras, dat een onmisbare schakel
in het systeem ontbrak er was geen controle
op de naleving der gemaakte bepalingen. De
gevolgen bleven niet uit; herhaalde malen
bleek, hetgeen aanwezig werd gedacht, afwezig.
Toen kwam er een distributie-bureau en er
werden verschillende vereenigingen in het
leven geroepen, die op hoog bevel de taak
der Rijks Centrale Bureaux overnamen.
In velerlei opzicht bleek de toestand onder
de vereenigingen eene verbetering te hebben
ondergaan. De teugels werden strakker aan
gehaald, de handel moest zich laten wel
gevallen onder curateele te zijn gesteld, het
uitsmokkelen van waren verminderdezelfs
werd de productie ten deele aan banden gelegd
(men lette op de bestaande bepalingen ten
opzichte van de bereiding van zuivelartikelen
in verband met de vobrziening met consumptie-
melk). In het algemeen evenwel liet de
Regeering zooveel mogelijk na in te grijpen
in de productie.
Met noodmaatregelen als de tegenwoordige
gaat het evenwel van kwaad tot erger; elke
maatregel noodzaakt steeds tot een volgende,
welke dieper ingrijpt in het economisch leven.
Het is blijkbaar, dat de Regeering dat
ingrijpen als een kwaad beschouwt en wij
kunnen ons daarom voorstellen hoe zij de
onvermijdelijke nieuwe maatregelen steeds zoo
'lang mogelijk uitstelt. Ten slotte is zij echter
gezwicht voor den aandrang, die van ver
schillende zijden werd uitgeoefend.
Wij willen hier onbesproken laten de vraag,
of het niet mogelijk ware geweest langs meer
natuurlijken weg op gemakkelijker wijze een
voldoende volksvoeding te verzekerende
Regeering is nu eenmaal een zekeren weg
opgegaan en het is niet aan te nemen, dat
zij, nu zij dat vrijwillig heeft gedaan, daarvan
zal terugkeeren. Nu de stand van zaken aldus
is, mag het een gelukkig feit worden genoemd,
dat zij ten langen leste de consequentie barer
eigen daden heeft aangedurfd. Het is met
deze zaken: half werk is slecht werk.
De vraag is nuzal het ontwerp, zooals
het thans luidt, eenmaal tot wet verheven,
kunnen geven, wat van de Regeerings-
maatregelen tot dusver vergeefs werd verwacht
Het doel van de voorgestelde wettelijke
regeling in aanmerking genomen, schijnt het
ons een niet ongevaarlijke proefneming toe,
dat het zwaartepunt der voedselvoorziening
gelegd wordt bij de gemeentebesturen. De
Minister van Landbouw heeft zich bij onder
scheidene gelegenheden beklaagd over gemis
aan medewerking van de burgemeesters; dat
dezen wettelijk tot den noodigen steun worden
gedwongen, is volkomen in orde.
Doch hoe de Minister aan hen, over wier
onmacht of onwil om ten bate van de volks-
Mijnheer de Redacteur.
Verzoeke beleefd het onderstaande in uw
blad op te nemen.
Klokluiden hinderlijk voor zieken.
Bij twee ziektegevallen ten mijnen huize
heb ik de ervaring opgedaan, dat het een
uur aaneen luiden van de doodsklok zoo ont
zettend hinderlijk is.
In de laatste jaren wordt in zoo ruime
mate getracht den zieke het lijden dragelijk
te maken, en waar ik in de meening verkeer,
dat er meer zieken zullen zijn die klagen over
de klok, kom ik vragen: «Is het ook mogelijk
dat het luiden bij begrafenissen hier wordt
afgeschaft of wordt ingekort?”
Juist zoo langen tijd een
aaneen, soms meermalen per dag, is
sommige zieken niet uit te houden.
In vele dorpen wordt bij begrafenissen de
klok geluid, doch het komt daar veel zeld
zamer voor, duurt korter en zijn de klokken
lang niet zoo zwaar.
Naar ik meen, zijn er veel steden waarde
doodsklok niet wordt geluid. Is er iemand
die mij wil.aantoonen de noodzakelijkheid
de wenschelijkheid van het luiden hier?
O. A. HIDDEMA.
BINNENLAND.
Sneekv 28 Juli. Onze Raad vergaderde
gisteren avond een uur of drie.
Een zestal punten liepen over benoemingen.
Leeraar in Wis- en Werktuigkunde aan de
H. B. S. werd de heer T. H. Meijer te
Utrecht, vast leeraar in de O. T. aan het
Gymnasium de heer P. Vrijlandt, thans
tijdelijk; herbenoemd tot tijdelijk leeraar aan
H. B. 8. Dr. H. L. de Leeuw
als leerares in Gesch. en Nederlandsch aan
de H. B. 8. weer voor een jaar, Dr. A.
Kalshoven tot hoofd van de Herhalingsschool
R. Posthumus, thans onderwijzer aan die
inrichting.
Eervol ontslag, reep, tegen 27 en 22 Sept.,
kregen de h.h. M. E. van Terwisga en
A. Scherperhuisen de leeraren aan de H. B. 8.
De gemeenterekening over 1915 bedroeg
in ontvangst f 698703.925 in uitgaaf
f 671868.255; alzoo een voordeelig saldo’tje
van f 26835.67.
Aan de orde kwam nu een voorstel van
de Commissie, bedoeld in art. 166 der
Gemeentewet. (De verordeningen, n.l. tegen
wier overtreding straf is bedreigd, worden,
zooveel mogelijk, ontworpen door een vaste
commissie uit den Raad, waarvan de
burgemeester voorzitter is) tot vaststelling van
verordeningen op de heffing en invordering
van een belasting opopenbare vermakelijkheden.
Bij monde van den heer Rijpma kwam de
Commissie voor ’t heffen van zoo’n belasting
met twee stelsels ten eerste een belasting
heffing naar rato van de ruimte, die voor de
publieke vermakelijkheid noodig is, een z.g.
ruimtebelastingin de tweede plaats een
heffing op de entreegelden.
De l.g. gaf men de voorkeur.
De heer Rijpma, Rijksontvanger, oordeelde
dat belasting op de entrees, een
op de uitgaven, en alle bronnen
moeten z.i. worden getroffen.
Zij is, volgens den heer IJtsma, een
belasting naar draagkracht.
En wat de practische uitvoering betreft,
meende de heer IJ., de bezwaren daar tegen
ingebracht, waren z.i. niet overwegend.
De Wethouder, Dr. Bouma, liep met deze
nieuwigheid niet boog, ZEd. had er weinig
verwachting van dat deze belasting de
gemeentefinanciën noemenswaard ten goede
zou komen.
Ook de jongste wethouder, de heer Westra,
was er zeker van dat de opbrengst van de
belasting niet mee zou vallen. Een enkel lid,
de heer Kuijt o.a., kwam met tal van bezwaren
tegen belasting op de entree’s, hij zag meer
heil in de eerstgenoemde, overigens kan hij
zich geheel met de strekking van deze ver
ordening vereenigen.
De meeste leden echter gingen met de
Commissie mee, de heer Blok a.-r. zelf^
vond dat bewuste heffing allerminst zwaar op
de Burgerij zal drukken.
’t Was kwart vóór tienen toen de alge-
meene beschouwingen waren geëindigd. Thans
kwam aan de beurt de behandeling der ver
schillende artikels. Art. 1 werd aangenomen
met 10 tegen 4 stemmen.
Naar aanleiding van een motie, ingediend
door den heer Rijpma na aanneming van ge
noemd art., werd de verdere behandeling der
concept-verordening verdaagd en wel met ’t
oog op nu volgende amendementen, in ver
band met het principe «entree-belasting”.
Op een adres van een los werkman aan
de Gasfabriek, die onder ’t gilde der vaste
luidjes wenschte te worden opgenomen, be
schikte de Raad afwijzend, conform ’t advies
van ’t D. B.
De vereeniging «Openbare Leeszaal en
Bibliotheek” kreeg voor hare op te richten
centrale jeugdbibliotheek voor dit jaar een
subsidie van f75, voor ’t volgend (1917)
f 250 en zulks in overeenstemming met het
advies van ’t D. B.
De concierge van
zijn belooning van
hoogd tot f 155.
Een verzoek van drie ongehuwde gemeente
ambtenaren, die vroegen om ook in den
duurtetoeslag te mogen deelen, zal nader in
behandeling komen.
Sneek, 28 Juli. Friezendag is hier, naar
bet oordeel van ’t Friesch Dagblad, volkomen
geslaagd. Een 1000 personen waren opge
komen, om de drie predikanten te hooren.
Onder die 1000, zegt ’t Fr. D., was bet
zwakke geslacht wel voor vertegenwoordigd,
in de Groote Kerk werd verkondigd,
om de eenzaamheid, waarin ze de
geheele week meest verkeeren, eens te ont
vluchten.
Workum, 27 Juli. Gistermorgen had de
dochter van bakker J. Mink het ongeluk
onder het rijden met de fiets omver te vallen,
hetgeen zoo erg aankwam, dat Dr. Landsman
haar moest verbinden en constateerde dat het
schouder van het meisje gebroken was.
De Banier.
Leeuwarden, 26 Juli. Heden waren schapen
houders en handelaars hier ter vergadering
geroepen. Groot was de opkomst tot zelfs
uit Groningen; de zaal bleek vee) te klein.
Dr. Molhuizen gaf inlichtingen omtrent de
door de regeering met Engeland getroffen
maatregelen tot uitvoer. Bij genoegzame aan
bieding zullen de schapen te Hoek van Hol
land worden geslacht en onder bescherming
van Engelsche oorlogsschepen naar Londen
worden vervoerd. De prijs was velen wel iets
te laag, doch daar er geen andere mogelijkheid
bestaat voor uitvoer, hebben velen geteekend,
een firma voor 400 stuks.
Een commissie van 9 personen werd door
de vergadering benoemd om de schapen te
taxeeren naar gewicht en kwaliteit. Ze worden
dan direkt uitbetaald. De gemiddelde prijs is
f 1 per K.G., doch voor vel, vet, lever, hart,
enz. wordt niet betaald. Kosten en risico
zijn voor de regeering.
Ook Harlingen werd genoemd voor slach
ting en uitvoer, doch bij ongeregelde aankomst
en vertrek der booten zou ’t vleesch kunnen
bederven. Te Hoek van Holland is een koel-
kamer voor wel 10.000 stuks beschikbaar.
Daarom kreeg Hoek van Holland als slacht
plaats de voorkeur.
Leeuwarden, 28 Juli. De Leeuwarder
Slagersvereeniging zal goedkoop rundvleesch
verkrijgbaar stellen (50 cts. per pond), voor-
loopig alleen Zaterdagsavonds tusschen 5 en
7 uur.
Wonseradeel, 27 Juli. Hoewel het zon
netje zich dezen zomer meestal schuil houdt,
hetgeen natuurlijk niet weinig van invloed
is op den stand der veldgewassen, meenen
we toch te kunnen constateeren, dat het er
over het algemeen nog niet slecht voorstaat.
Echter zijn de vruchten niet zoo vroeg rijp
als anders. Zoo moest dit jaar ongeveer 8
14 dagen later begonnen worden met het
rooien van aardappels, en met het trekken
van vlas scheelt het wel bijna 3 weken. Er
zijn zelfs nog stukken vlas, die nu nog in
vollen bloei staan.
Wonseradeel, 27 Juli. Moet men tegen
woordig over ’t algemeen de aardappels duur
betalen, de burgers van Arum bedanken hier
voor. Wat toch doen ze? Op de veilingen,
welke aldaar gehouden worden, koopen ze
gezamenlijk een groote partij en verdeelen
die onder elkaar. Ze betalen dan ongeveer de
helft, van hetgeen hun anders in rekening
wordt gebracht. De «sutlers” kijken leelijk
op hun neus, maar hebben ’t er zelf naar
gemaakt. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Niet voor een kleintje vervaard.
Op den weg tusschen Ede en Otterloo is
een aldaar wandelende jonge dame door een
als landbouwer gekleed wielrijder aangerand.
Hoewel het individu de pensiongast reeds mede
het bosch had ingetrokken, is het toch aan
de onverschrokkenheid en de flinke vuisten
der dame, die den aanrander een fermen draai
om de ooren gaf, te danken, dat hij zijn
verfoeilijk doel niet kon bereiken. Tel.
uMen” wordt niet wijzer.
Niettegenstaande reeds herhaaldelijk is ge
waarschuwd tegen verschillende oplichtertrucs,
is een winkelier aan de Korte Begijnestraat
te Haarlem er toch weer ingeloopen. Dinsdag
morgen kwam een vrouw in zijn winkel en
vroeg om zilverstukken voorzien van een beel
tenis van de Koningin met hangend haar.
De winkelier was zoo bereidwillig haar mede
te nemen in de achterkamer, waar hij 130
gulden aan kwartjes en dubbeltjes op tafel
wierp. De vrouw zocht uit hetgeen zij begeerde
en gaf een fooitjè voor de gedane moeite.
Doch na haar vertrek bemerkte de winkelier
dat hij voor 35 gulden was opgelicht.
Het bericht is ontleend aan de 0. R. Cl,
■i
•jj
■i
Klein s Thee,
in ons pakjes thans 22 et., in
vierdel pakjes 27'/2 ct. Gebro
ken Thee ook per ons.
Bolswardsche Courant