I I L il DIENST DER TRAMMEN. Van 18 tot 45 jaar. OORLOG EN VREDE. (Zomerdienst.) N GEMENGD NIEUWS. s I- 00 t Aangevangen 1 MEI 1916. is Van 15 Mei tot 15 Sept. 4.10, v a. 1.— a. flet Hoofdbestuur verzoekt dringend, dat Alle handen, alle wagens ver van A.: natuurlijk in de wolken, Leeuwarden V.P. Franeker Arum Harlingen Kimswerd Arum Witmarsum Bolsward N ij land IJsbrechtum Sneek 8.50 9.20 9.25 10.16 7.20 7.32 7.42 7.48 8.03 8.10 11.08 11.38 12.29 11.29 12.20 12.50 1.41 2.11 3.02 1.15 2.06 2.11* 2.41* 3 45* 4.15* 4.19 5.10 4.10 5.01 5.31 5.34 6.04 6.05 6.56 6.25* 8 40 11.—* a. 6.50* 9.05 11.25* 7.20* 7.50* 8.— 8.51 7.09 8.— 8.30 9.15 9.45 10.36 De maar van een a. v. a. v. a. 10.15 10.50 11.05 11.08 11.18 11.30 1.41 1.53 2.05 N o B B 8.34 9.25 9.30 10.— 11.15 11.21 11.33 11.45 7.45 7.51 -8.03 8.15 8.22 8.57 9.12 9.15 9.25 9.36 café te Amsterdam zijn een een niet geheel neutrale in den oorlog. 10.42 10.48 11.- 11.12 L_J <5 Ws» '—i X Arum Franeker Leeuwarden V.P. 1.35 2.20* 2.26* 2.38* 2.50* 3.26* 3 41* 3.44* 3.51* 4.05* van het museum zal geregeld uit het knoopenmuseum” 9.38 9 50 10.— 10.10 10.25 10.15* 11,— 10.27* 11.12 12.42 10.39* 11.24 12.54 10.45* 11.30 5.08 5.19 5.29 5.36 5.51 6.26 Een Amerikaansche firma tracht zijn klanten van de nadeelen van den oorlog en de voor- deelen van vrede en eendracht te overtuigen en doet dit door middel van onderstaand plaatje, als geïllustreerde briefkaart te ver sturen, die de zaak recht begrijpelijk maakt en wij in Die Ghrmacher-Woche afgedrukt vinden. 4.08 5 45* 4.14 5.51* 4.26 6.03* 4.38 6.15* 4.40 6.26*. 5.15 7.01* 5.30 7.16* 5.34 7.18* 5.44 7.28* r- 5.55 7.39* Amsterdamsche een reuzenvangst „’t Was toch werkelijk wel te begrijpen, dat ze dien ontvluchten Franschen aviateur niet te pakken zouden krijgen!" B. A.: „Hij was toen hij vertrok!” Bakkersbond heeft een telegram minister van landbouw gezonden volgenden inhoud: afdoende maatregelen inzake de verstrekking van bloem, door den minister worden genomen. De toestand ten plattenlande is onhoudbaar. Meerdere bakkerijen zetten stop, of werken met schade door uitsluitend Ameiikaansch meel te gebruiken.” Het nieuwe „Neder landsch.”Op een van de departementen heeft een mooi woord burgerrecht verkregen. Brieven worden daar nogal eens begonnen met „Rugzichtelijk op uw schrijven...” hoewel de sectie, waartoe hij behoorde, nog niets had geleden, hun 'luitenant niettemin met zijn superieuren had afgesproken, dat men zich zou overgeven. Zij hadden de wapenen neergelegd en eerst een half uur daarna waren de Franschen gekomen om hen gevangen te nemen. Ook hij uitte, evenals zijn oudere kameraden, een afkeurend 'oordeel over zijn superieuren. En dat is wel het eerste wat tegenwoordig opvalt bij het verhoor der Duitsche gevan genen zij durven thans hun chefs te beoor- deelen en veroordeelen. En wanneer deze lieden met hun „massief bekrompen verstand, die wegens hun gebrek aan persoonlijkheid en zelfstandigheid zoo volkomen gedisciplineerd zijn”, thans zich een eigen oordeel over hun chefs durven aanmatigen, moet er toch wel iets gebroken zijn in deze tot dusver zoo stevig in elkander zittende machine. Er is nog een tweede kenmerk, dat nog veelvuldiger te constateeren is bij de gevangenenverhooren de wanorde, welke thans bij het Duitsche leger begint te heerschen. Van overal baalt men de troepen bijéén; maar niet meer met die zekerheid, welke eene der grootste deugden bleek te zijn van den Duitschen generalen staf. Alle verhooren getuigen nu, dat dit niet meer zoo gemakkelijk gaat. Er is vertraging, onbeslistheid en dus wanorde. Men brengt troepen uit de achterhoede naar het front, maar daar dit snel geschieden moet, stelt men de mannen bloot aan te groote vermoeienissen. Het een of andere regiment wordt, na een marsch van 50 K.M., ten strijde gevoerd in een sectie, welke hij niet kent, en waar hij ook niet zal blijven. Zoo worden de afdee- lingen niet steeds door dezelfde chefs aange voerd; men vormt bataillons uit brokstukken. Men vormt brigades uit gedeelten van regi menten, die reeds half zijn uitgeput. Alle verhooren verraden dezen toestand. Hier volgt voorts een verhaal van een onder-luitenant over zijn aankomst bij de loopgraven bij Hem „Wij hebben er vijf uren over gedaan om naar de loopgraven te marcheeren, terwijl een troep in goede conditie er slechts een uur voor noodig zou hebben gehad. Maar het was nacht en zelfs onze officieren waren onbekend met het terrein. Wij waren gekomen om het... regiment af te lossen, maar die scha vuiten hadden onze komst niet afgewacht. Toen wij in de loopgraven waren aangekomen, heerschte daar de grootst mogelijke verwarring, terwijl de Fransche artillerie steeds op ons beukte. Er was niemand om ons onze posten aan te wijzen. Iedereen gaf bevelen. Zoo bleven wij meer dan een uur opeengepakt in een hoek zonder dat wij iets konden uitrichten, en ook zonder dat wij rust konden nemen...” Voor hen, die gewoon zijn de gevangenen te ondervragen, kan er geen twijfel meer bestaan, dat er iets vernield en bedorven is in dit eertijds zoo machtige en goed werkende organisme. De mannen durven er een eigen meening op na te houden. De troepen zijn aan wanorde ten prooi. Dit beteekent zeker nog geen revolutie of débacle, maar het is niet meer de discipline en de organisatie, de onmisbare elementen om te .overwinnen. Arnh. Cl. In een Duitscher en gesprek over „Onze Rijkskanselier heeft gelijk! geallieerden moesten de oorlogskaart eens bekijken”, riep de Duitscher uit. „Ja, maar de geallieerden zeggen op hun beurt, dat de Rijkskanselier de spijskaart maar eens moest bekijken een overeenkomst niets Zeeland” niet op weg naar maar naar een Fransche A. Ct. 7.20 8.25* 9.45 7.26 8.31* 9.51 7.38 8.13*10.03 5.40 7.50 8.55* v. 5.41 7.55 8.32 8.47 8.50 De Duitsche oogst. De oogst in Duitschland staat gunstig, zeer gunstig zelfs, is van Duitsche zijde berhaalde- lijk verzekerd. Maar nu doet zich, aldus het N. v. d. D. een nieuwe moeilijkheid voor. Hoe moet de oogst binnen gebracht worden Wie moet het doen „Helpt den oogst binhen- brengen I” plaatst de Kölnische Zeitung boven een noodkreet. „De tegenwoordige aanvallen onzer vijanden in het Oosten en Westen be- teekenen voor het binnenbrengen van onzen oogst ongetwijfeld groote moeilijkheden in zooverre als oogstverlof niet in voldoende mate verleend zal kunnen worden. In het bezette gebied zoowel als in het binnenland heeft het legerbestuur al het mogelijke gedaan om hulp bij het oogsten te verleenen en de scholen hebben door een nieuwe vacantie- regeling en door beperking van het onder wijs vele scholieren voor den lichten oogstarbeid vrij gemaakt. De kinderen kunnen tenminste bij het oogsten van vruchten helpen. Maar al deze maatregelen zijn niet overal voldoende. Daarom is een betere organisatie van noode, opdat de stedelijke arbeidsbeurzen ook werk krachten voor den arbeid te velde leveren kunnen.” Dé Kölnische smeekt dan letterlijk om een spoedige regeling, daar de nood zeer groot is en het binnenhalen van den oogst voor Duitschland toch, evenzeer als een mili taire overwinning, een levensbelang is. Ook moet tijdens den oorlogstijd nog met een andere quaestie rekening gehouden worden. Zelfs in vredestijd vermindert de aanvoer van slachtvee naar de veemarkten bij het begin van den graanoogst. 6.49* 8.04 7.—* 8.15 7.10* 8.25 7.20* 8.32 7.35* 8.47 8J0* 0 22 8.20* 8.32* 9.34 8.44* 9.46 8.50* 9.52 5.10 5.22 -r 5.32 2 5.47 6.25 6.28 7.35 6.40 7.47 8.52 6.52 7.59 9.04 6.58 8.05 9.10 AHUM FRANEKER LEEUWARDEN. 6.40f 7.10+ 7.14* 8.05* LEEUWARDEN -FRANEKER ARUM. 6.20 7.11 7.13 7.43 MAKKUM—HARKEZIJL. (Plaatselijke Tjjd.) SNEEK BOLSWARD HARLINGEN. 12.15 12.21 12.33 12.45 1.22 1.37 1.39 1.49 o, Het Hoofdbestuur van den Frieschen aan den van den Twee kalven zijn met een touw aan elkaar gekoppeld en maken elkaar het leven zuur. Wel hebben zij voedsel genoeg, maar de eene helft daarvan staat links de andere rechts en nu' trekken beide zooveel zij kunnen, ieder naar zijn kant, om naar hij meent, de grootste hoeveelheid te veroveren. Maar beider krachten wegen tegen elkaar op en beide is het onmogelijk iets te bereiken. Vermoeid en afgemat komen zij eindelijk tot bezinning. Afgezwoegd in stof en zweet gaan zij overleg plegen en inzien dat het toch eigenlijk veel verstandiger ware, gemeenschappelijk op het doel af te gaan. Aldus wordt besloten en gezamenlijk drinken zij eerst de eene emmer leeg en daarna de andere. Wanneer zullen de oorlogvoerende partijen tot hetzelfde inzicht komen? A. V. Christiaan Huygens. Stoomdruk Firma B. Cuperus Az., Bolsward. Dankbaarheid -en advertenties. In De School met den Bijbel klaagt de redacteur H. J. van Wijlen er over, dat bladen als De Standaard en De Nederlander, waaraan de Christelijke scholen zooveel te danken heb ben, lijden aan gebrek aan advertenties. En nu bejammert de heer W. het, dat van de Chr. schoolbesturen slechts enkele hun oproe pingen in die politieke bladen plaatsen, terwijl het gros goedkooper weg weet. „De poli tieke pers laat het (dat is dat gros) ten minste maar s'illetjes in haar armoede tobben. Mis schien nog wel dankbaar in woorden, maar in daden die deugd vergetend,” klaagt de schrijver. Vermoedelijk kiezen de bedoelde besturen andere bladen uit, om grootere publiciteit aan hun advertenties te geven en dat is ook begrijpelijk. Sneek IJsbrechtum N ij land Bolsward Witmarsum Arum Kimswerd Harlingen Van 1 tot 15 Mei en van 15 Sept, tot 1 Oct. alléén Vrijdags, van Bolsward: v.m. 3.10, te Leeuwarden 6.13. Van 15 Mei tot 15 Sept. 4.10, 7.25. Vrijdags van Leeuwarden n.m. 1.45, te Bolsward 4.35. HARLINGEN BOLSWARD SNEEK. .2 CQ a o tsj 12.30 De Bremen. Daar men sinds lang niets meer verneemt omtrent den Duitschen handelsonderzeeër „Bremen,” vermoedt het Berner Tagebl. naar Havas seint, dat hij is gezonken tengevolge van averij aan de machine. Niemand weet, zegt het blad, waar de bemanning den dood beeft kunnen vinden, maar in ieder geval verzekert hun heldhaftige moed hun ieders eerbied. Onrechtvaardige vrees. In de vijfde alinea van het ontworpen onderwijsartikel in de Grondwet wordt bepaald, dat de vereischten van deugdelijkheid voor het bijzonder onderwijs worden geregeld met inachtneming van de vrijheid van richting voor dat onderwijs. Met andere woorden komt dat hierop neer, dat die vereischten voor openbaar en bijzonder onderwijs niet volkomen gelijk behoeven te zijn. Wel gelijk waardig, niet gelijk. Dit heeft in de vrijzinnige pers, en ook in het Voorloopig Verslag over art. 192 geleid tot de opmerking dat men van deze zinsnede gebruik zou maken, om het bijzonder onderwijs te bevoordeelen, door de vereischten daarvoor lager te stellen dan voor het openbare. Terecht toont de heer Roodhuyzen in de Vaderlander het zinlooze van deze vrees aan. Hij doet dit op de volgende wijze „De eischen van bet maatschappelijk leven gaan hoe -langer hoe meer in de richting van een behoorlijke mate van kennis en ont wikkeling, ook voor de kinderen uit ’t volk. De school, die in dat opzicht achterlijk is, verliest het op den duur. En als in ’t voldoen aan behoorlijke eischen van deugdelijkheid, ook voor het bijzonder-onderwijs, niet meer behoeft te worden betaald uit eigen zak, zouden bestuurders der bijzondere scholen hun eigen zaak afbreuk doen, indieri zij onderwijs deden geven, dat in qualiteit bij dat der openbare scholen achterstond. Men bedenke bovendien, dat wij hier spreken van eischen van deugdelijkheid, te stellen door de wet. Niet de eischen, waaraan op een of ander klein, achterlijk plaatsje, de lagere school feitelijk voldoet zijn hier in het geding. Er zullen vermoedelijk altijd achter blijvers zijn, maar dit geldt zoowel voor openbaar- als bijzonder onderwijs, welke eischen de wet ook stellen moge. Ondenkbaar is het ten eenenmale, dat onder een Rechtsche meerderheid de wetgever in de wet voor het bijzonder onderwijs lager eischen zal stellen, als het financieel bezwaar zal zijn vervallen, maar dan zou door de wet dat bijzonder onderwijs worden gestempeld als minderwaardig. Zoo dom zijn de heeren niet, om op die manier hun eigen graf te delven. Vrijheid van richting is het criterium voor het bijzonder onderwijs. Zonder die vrijheid verliest het zijn reden van bestaan. Evenmin als aan de eerbiediging van ieders gods dienstige begrippen bij ’t openbaar onderwijs mag aan de vrijheid van richting bij het bijzonder onderwijs worden getornd”. Dit betoog zegt de Rotterdammer is met terdaad afdoende zoowel wegens de politieke zijde waarvan het komt, als wegens den juisten inhoud. De „Deutschland” Zooals te verwachten was, houden de Engel- sche bladen zich druk bezig met het vertrek van den Duitschen handelsonderzeeër uit Balti more, en zij weten natuurlijk nog allerlei De Duitschers, die bij de jongste gevechten aan de Somme gevangen werden genomen, waren bf jongelieden, óf mannen van ongeveer 45-jarigen leeftijd. Dertig jaren scheiden deze twee generaties. De zoons werden overwonnen tegelijk met de vaders. Het Petit Journal bevat het een en ander uit de verhooren dezer gevangenen. Hun ver klaringen komen alle daarin overeen dat zij blijk geven van demoralisatie en gebrek aan vertrouwen in de aanvoerders. Een oude snorbaard verhaalde, hoe hij met zijn kameraden zonder dekking aan het vuur der Franschen was blootgesteld, terwijl de weinige schuilplaatsen waren ingenomen door de officieren. Een jongeling, wiens gelaat nog nimmer door een scheermes was beroerd, zei, dat, ’n Dwaas verzinsel. In het Journal de Genève kan men een zeer merkwaardig nieuwtje vinden. In verband met de vernieling van de „Zeeland” weet het blad te vertellen dat de Nederlandsche regee- ring de Duitsche voor het dilemma zou hebben gesteld: bf gij waarborgt de immuniteit der Nederlandsche schepen op weg naar Engeland bf de grens gaat dicht. De Duitschers teeken- den die overeenkomst, maar wilden dezelfde garantie niet geven voor schepen uit Engeland naar Nederland. Zoo is de vernieling der „Zeeland” te verklaren. Behalve dat van waar is, was de een Nederlandsche, haven. v. 5.10 5.16 5.28 a. en trekdieren zijn voor het oogsten in beslag genomen. Men moet ook thans in oorlogstijd met dit ver schijnsel rekening houden. Maar een gevolg daarvan is dat er juist in deze weken voor de verbruikers minder versch vleesch beschik baar zal zijn. „Onze vijanden hebben hét moment van hun gemeenschappelijk offensief juist gekozen in den tijd van den Duitschen oogst, om onzen economischen nood ondragelijk te maken”, jammert de Kölnische. De „Onder de Streep”-schrij het Alg. H. schrijft: Een knoopenmuseum. De pionier van den drukknoop, Heinrich Waldes, heeft te Praag een knoopenmuseum ingericht, dat alles omvat, wat op knoopengebied betrekking heeft. Walden begon met op zijn wereldreizen alle mogelijke knoopen te verzamelen, deze soort bij soort en groep bij groep te leggen. Ten slotte kreeg hij zóóveel bijeen, dat hij er een museum mee kon vullen. Kort geleden beeft dit museum van den Dresdenschen verzamelaar Eduard Merzinger een bijna complete collectie militaire knoopen, die in den oorlog van 1870/71 bij de verschillende Fransche uniformen gebruikt werden, ten geschenke gekregen. Daarvan zijn verschillende van eigenaardige, dikwijls artistieke emblemen voorzien. De eigenaar „Mededeelingen uitgeven. Een aardige aanwinst voor de stad 'Praag. 5.56 6.47* 7.16* HARKEZIJL—MAKKUM. Harkezijl v. 6.15* 8.30 10.50» 1.20 5.56* 8.55 Wons 6.25* 8 40 11.—* 1.30 6.06* 9.05 Makkum a. 6.50* 9.05 11.25* 1.55 6.31* 9.30 veteekende trammen loopen Zondags niet en met een geteekende alleen Vrijdags. het feit Levensmiddelen bureau. Door het gemeentelijk Levensmiddelen bureau te Baarn worden rundvet, bruine boonen, rijst en spek op bons verkrijgbaar gesteld tegen belangrijke lager prijzen dan bij gewonen aankpop. Suiker, boter, eieren, haring en andere visch, varkens, meel en rogge worden tegen de daarvoor vastgestelde prijzen op de gewone wijze door den kleinhandel, die deze waren niet of moeilijk had kunnen betrekken, zonder tusschenkomst van het bureau verkocht. Levensmiddelenkaarten, recht gevende op het ontvangen van bons, werden uitgereikt aan 1378 gezinnen. Door kaartenhouders werden in de maand Juli 3059 bons afgehaald. In die maand bedroegen de inkomsten van het Lèvensmiddelenbureau f 37,558, en de uit gaven f 36.846. Wat zullen de Baarnsche winkeliers plezierig kijken. De kleine ingezetenen gaan naar bet levensmiddelen-bureau, de grooten koopen bet benoodigde in andere plaatsen en de winkeliers kunnen belasting betalen. Zoo heeft ieder wat te doen. Makkum v. 5.20 7.30* 9 50* 12.40 4.30* 8.15 Wons 5.45 7.55* 10.15* 1.05 4.55* 8.40 Harkezijl a. 5.55 8.05* 10.25* 1.15 5.05* 8.50 D- met een bijzonderheden, die het belang van verminderen. „Louter opschepperij” verzekert de Daily Telegraph, „bij stukjes en beetjes hebben ze de „Deutschland” aan boord van neutrale schepen naar een weinig bezochte A menkaansche haven gebracht, daar werd de onderzeeër in elkaar gezet met kleurstoffen geladen en toen stoomde hij triomfantelijk naar Baltimore.” De Evening Standard geeft een andere lezing, d>e trouwens meer op het doel van de leis slaat. Een „voornaam anti Duitsch buiten lander” heeft het blad verteld, dat het hier een proeftocht geldt. Mocht het gevreesde oogenblik aanbreken, waarop de keizer ge dwongen wordt den geallieerden zijn degen te overhandigen, dan zal bij zich aan deze vernedering en aan bet gevaar de rest van zijn leven op St. Helena te moeten door brengen, weten te onttrekken, door op de „Deutschland” naar Amerika te vluchten. De Evening Standard knoopt aan deze voor spelling de Overpeinzing vast wat er al niet in 1815 had kunnen gebeuren als Napoleon toen over een onderzeeër had kunnen be schikken. 6.19 6.34 6.44 9.— a. 6.56 9.12 12.30 2.24* 12.41 2.35* 12.51 12.55 1.10 3.—* 4-46 o ok» 1.50 4.40 2.02 3.47* 4.52 6.38 2.14 3.59* 5.04 6.50 2.20 4.05* 5.10 6.56 Volgens een onzer dagbladen, heeft de politie f gedaan. Het blad meldt: „Een zakkenrolster. Als verdacht zakkenrollerij van f 70 ten nadeele van bewoner der Gerard Doustraat, is aan het bureau gebracht een 444-/an^<? vrouw.” (Komt Methusalem nabij. O. d. S.)

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 4