Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1916. Verscüijnt Donderdags en Zondags. 55ste Jaargang. No. 66. Donderdag 17 Augustus. VOOR NAGALM DER KLOKKEN. BINNENLAND. F INGEZONDEN. Bolswardsche Courant afzonderlijke I H1DDEMA. F. r I t I (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) over de Vrouwenklok om zijn natio- ABONNEMENT8PRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. tonen spraken op blijden toon tot aller harten. Hoe trof op 31 Juli 1914 het gebeier der klokken van de dorpstorens, toen daardoor de mobilisatie werd aangekondigd En zoo zal het stadhuisklokje met enkele dagen* weer onze jeugd vooral blijde in de ooren klinken, als het de kermis inluidt. In nood en rouw, bij brand en begrafenissen, hoe somber klinken dan die tonen in onze ooren. ’t Is ook mijne meening, men legge dat klokkenkoor niet het zwijgen op. ’t Zijn waarschuwende klanken, die klokkentonen. In genoemd artikel van 10 Augs. werd, zoo stond er, een deel weggelaten, als niet ter zake doende. Wat dat deel behelsde kan ik niet weten, niet vermoeden zelfs, doch de lezing en overweging van dat stuk deed mij besluiten U eenige ruimte te vragen in uw Blad. Nagalm wensch ik mijn stukje te noemen want ik stem ook geheel er mee in, dat de klokkenklank niemand moet hinderen. Het bewustzijn wakker te roepen, wat die klokken te zeggen hebben, kan meewerken het hinderlijke van dat luiden te verzachten. Als een verzachtende nagalm wensch ik bet den lezers aan te bieden. De historische bijzonder heden van een dezer klokken kan. meen ik, misschien als een barmonischen naklank dienen. Dat de jongelingsklok gegoten werd in 1356 na de voltooiing van den toren, en hergoten werd in 1618 werd in genoemd artikel reeds aangestipt. Zij was dus in haar eersten vorm de eerste klok uit bet Katholieke, in haar tegenwoordigen vorm de eerste uit het Protestantsche tijdperk, zegt wijlen Ds. van der Meulen in zijn werk „Bolstfards kunst en kunstgeschiedenis”, doch belangrijker acht ik wat men vindt opgeteekend over de Vrouwenklok, de tweede in grootte van het viertal in den St. Maartenstoren. Dat kan men een gedenkteeken noemen van Bolswards herleving uit droeve tijden. Deze klok, een fraai gietwerk met versierden rand, heeft diameter is 1.44 M., de grondtoon D. Het opschrift in Gothische letters luidtMaria is mijn naem, mijn gheluet Sy voer Gode bekwaem. Den levenden roep ick, den doeden overluy ick. Goebel Zael heeft my ghegoten in ’t jaer onzes Heeren 1523. Welke historische beteekenis deze klok heeft, wordt ons duidelijk als men bedenkt, dat deze klok dateert van het voor Bolswards geschiedenis zoo gewichtige jaar 1523. 't Was te voren een droeve tijd voor ons gewest, en voor onze stad bovenal. In den verwoeden Doniakrijg die bij en om Bolsward gestreden werd (het kasteel der Donia's stond te Tjerkwerd) stonden handel en bedrijf stil. De wegen en toegangen van en naar de stad waren hoogst onveilig. In het daarop volgende tijdperk der Saksische en Geldersche over- heersching werden Harlingen, Franeker en Leeuwarden bij Bolsward voorgetrokken, en nog erger werd het, toen het Saksische uitschot van ’t legervendel de Zwarte Hoop hier in 1518 binnenviel, de stad plunderde en brandschatte en des ondanks ging daarna haast de geheele stad in vlammen op, zoodat er van het eertijds bloeiende stedeke niets overbleef dan een verlaten puinhoop. Bij het achthonderdjarig bestaan der stad was het slechts een berooide neder zetting van armen en behoeftigen. Nadat de Geldersche troepen door de Bourgondische krijgers waren verjaagd, werd Bolsward voor Keizer Karel V gewonnen in 't jaar 1523. Goslick Jongema werd in het Olderman- schap hersteld, de oude privilegiën werden bevestigd en nieuwe verleend, bij acte van 3 Febr. 1524. Men was dadelijk begonnen de vestingwerken te versterken, de huizen werden weer opgebouwd, want degenen die eenig vermogen hadden, waren vroeger naar elders vertrokken, maar keerden terug met hun hebben en houden. De straten en grachten werden verbeterd en nieuwe aangelegd en gegraven. Spoedig vermeerderde weer de nijvere bevolking. Bombazijn, laken, linnen, karsaai, koorde enz. werden in talrijke weverijen en spinmale vervaardigd, waaraan zich koppelde velerlei ander bedrijf en handels- vertier. De verkeerswegen vooral de vaarwaters werden verbeterd, en 15 October 1549 werd het Bolswarder Hanzeprivilege vernieuwd. De Sneekerpoort was herbouwd en prijkte met de beeltenissen van den Keizer en zijne Gemalin, de St. Janspoort droeg ook ’s Keizers beeld met het gewone de vies „plousoultre” 1551. Alles had dus een keer genomen, het is daarom dat ik het jaar 1523 een gewichtig jaar noemde in Bolswards historie, ’k Zal mijn stof bekrimpen om niet te wijdloopig te worden, mijn lange verhandeling mocht voor de lezers eens hinderlijk worden, gelijk het langdurig klokluiden dit voor de zieken kan zijn. Ik wilde dan spreken van 1523. Olderman Göslick werd met feestelijk vertoon ingehaald. Petrus Taborita zegt het op eenvoudige manier aldus „Ende alsoe brochten sy Heer Goslick heerlijck in die stadt myt pypen en myt trommen, en de myt een oprecht faentgen”, d. w. z. met muziek en met een opgerichte afdeeling krijgers”. Dit geschiedde des Son- dachs voer Marye gheboert (Maria Geboorte 8 Sept.), ende het was des daghes voer onzer Lieve Vrouwen Avent”. De aldus in zijn waardigheid herstelde Olderman riep onmiddellijk den raad en de vroedschap bijeen op het Olde Raethuys. Op perkament werd de overdracht der stad aan den Keizer opgesteld, met het groote stads zegel aan zwart en geel lint de kleuren der stad, bekrachtigd. De renbode trok in allerijl met het kostbare stuk naar Brussel om het aan de Landvoogdes te overhandigen en op Zaterdag 1 October van datzelfde jaar kwam de bode terug met de door ’s Keizers gevolmachtigde geteekende. tractaten. Den volgenden dag des Zondags werd in de St. Maartenskerk, na de solemneele hoogdienst, aan de geheele burgerij plechtig kond gedaan van ’s Keizers goedkeuring. Het Keizerlijk tractaat werd voorgelezen en de eed >aan den nieuwen vorst in de kerk gezworen. Uit dankbaarheid schonk de Olderman aan de hoofdkerk der stad „een nieuwe treffelijck schoone luydcklok”, welke zou worden toege wijd aan de Maeghd Maria. De beroemde Leuvensche klokkengieter Goebel Zael werd naar Bolsward ontboden om met bekwamen spoed zijn kunst te toonen. En op Kerst nacht, nog voor het einde van het bevrijdings- jaar klonk de heerlijke toon der zware en beroemde klok over de Bolswardsche daken en verspreidde zich ver in den omtrek in de kille ijle lucht van den winternacht. Zie, als men dat weet, krijgt de klok een bijzondere waarde; 't is een gedenkteeken der historie, dat nog door zijn toon de lucht doet trillen, en tot de harten tracht te spreken, haar opschrift getrouw dus „de levenden roep ik, de dooden be]aid ikBijna vier eeuwen spreekt zij met metalen mond, en in al die tijden Ijeeft zij vreugd verkondigd, voor gevaar gewaarschuwd, rouw geklaagd. Laat ik dit stuk besluiten met nog een aanhaling uit: „Over opkomst en bloei der oude Friesche steden” van den heer P. Janzen Szn. „Men heeft torenklokken luidruchtige getuigen genoemd, welnu, dan is de Vrouwenklok een oude getuige, een gewichtige, die een stuk zelf is van Bolswards historie. Zij luidde de Hoogtijdsdagen in en riep plechtig tot den dienst op, gelijk zij nog geregeld roept. Zij klaagde in droefheid en rouw als een weenende Vrouwe om hare kinderen, die eens vergaderd en thans verstrooid zijn. Bolsward mag voorwaar die Vrouwenklok wel in eere houden". een hoogte van 1.17 M. de Sneek, 14 Aug. Dank zij onze vereeniging Vreemdelingenverkeer, wier kranig bestuur moeite noch kosten ontziet, om het vreemde- lingenbezoek naar onze gemeente meer en meer te bevorderen, zijn niet alleen al onze hotels op moment propvol logeergasten, maar zijn er ook bij tal van particulieren velen gehuisvest. Zelfs heeft de chef van het hotel „De Wijnberg” zijn stal tot logeervertrek moeten inricbten. Hepk. N. v. Fr. TietjerksteracHel13 Aug. Iemand, meer dan 20 jaar in Duitschland wonende, werd nimmer lastig gevallen. Nu echter kwamen eenige heeren en een politie-dienaar bij hem en vroegen hem naar zijn nationaliteitsbewijs. Hij zei er om te zullen schrijven. Men liet hem echter op de secretarie komen en legde hem een stuk ter teekening voor. Als hij dat deed, dan was hij van alle drukte af. De man begreep, dat ’t er om te doen was, hem Duit- scher te maken en naar ’t front te zenden en weigerde. Dan moest men hem als hinder lijken buitenlander het land uitzetten. Hij M. de R.! Tot mijn genoegen vond ik in Uw blad van 10 Aug. een uitvoerig artikel als ant woord of als vervolg op mijne vragen, en las ik in Uw Zondagsblad van heden „de Klokkesang” van den heer S. v. d. Burg. Aan de inzenders mijn hartelijken <lauk. Met veel wat de schrijver en dichter zeggen stem ik volkomen in. Als Zondags de kerk klokken hunne klanken verspreiden over stad en land, de levenden roepen gaat daar, ook volgens mijne opvatting, een groote bekoring van uit. Maar over die kerkklokken heb ik immers ook niets gezegd, niets gevraagd. Alleen over dat een uur aaneen luiden bij begrafenissen van deze zware klokken heb ik geschreven, en gevraagd „of dat niet kan worden afgeschaft of ingekort”, en „of iemand mij wilde aantoonen de noodzakelijkheid de wenscbelijkheid van dat luiden hier”. Het antwoord hierop is: het maant tot levensernst gedenkt te stervengedenkt te leven de klok beklaagt de dooden. Het is natuurlijk niet uit te maken of deze hooge gedachte steeds voorstaat doch zij die aldus hooren de klokkeklanken, vinden stellig anders ook zooveel dat stemt tot levensernst, en den onverschillige gaan deze stemmen voorbij. „De dooden beklaag ik.” Is de behoefte aan dat beklagen in hoofdzaak de reden ’t is ook een zaak van weelde hier, dat luiden. Want het luiden kost geld, en daardoor moet menig onbemiddelde het er zonder doen bij dien laatsten tocht. En Gij dichter en Gij schrijver die ook vaak leeft in het rijk der tonen, ja allen die geroerd worden door den klokkezang, gij gevoelt toch ook voor het leed van den zieke. En zij die hun dierbare doode grafwaarts brengen, verwijlen op dien droeven tocht niet veelal hunne gedachten bij de tijden van ziekte en lijden die meestal het sterven voor afgaan Hoe hebben zij hun best gedaan dat lijden te verlichten, dragelijk te maken. Als zij dan bedenken dat, terwijl de klok hun beklaagt, er zieken zijn die er zoo’n verdriet van hebben, neemt dat dan niet veel van de bekoring voor hen weg? Op zooveel plaatsen luidt de doodsklok niet, elders zooveel korter. Toch zullen zij daar hunne dooden niet minder betreuren. De schrijver van ’t besproken artikel zegt „men zorge, dat niemand hinder hebbe, dat kan niet, mag ook niet. Welnu nogmaals kom ik met mijn vraag: „kan niet dat luiden bij begrafenissen hier worden afgeschaft of ingekort Zooals het nu is ’t is voor sommige zieken niet uit te houden. Mijnheer de Redacteur! Met belangstelling heb ik in uw courant van 10 Augs. het artikeltje gelezen over het klokkenluiden, als antwoord op de door den heer Hiddema ingezonden klacht over het hinderlijke daarvan voor zieken. Ook het vers van den heer S. van der Burg „De Klokkesang” in uw volgend no. geplaatst, deed mij weldadig aan, want ook daarin lag een antwoord op de vraag van den heer H. omtrent het noodige en wenschelijke van ’t klokluiden. Waarlijk, die klokken kunnen spreken tot ons gemoed. Dat statige metaal- geluid uit den hoogen toren heeft iets plechtigs, iets ernstigs, iets eigenaardigs, dat tot de ziel kan spreken. Bij feestelijke gelegenheden zoowel als in tijden van nood of rouw klinkt die metalen stem door tot ons hart. Duidelijk bleek dit o.a. op 25 Sept. 1905 bij het koninklijk bezoek aan onze stad. Toen de geheele burgerij (met tallooze vreemdelingen) binnen onze veste stond te wachten op de komst van de geliefde Vorstin, kwam èr eensklaps emotie over die menschenmassa, toen uit den Sint Maartenstoren de klokken aansloegen en aan de schare verkondden Zij komtToen terstond alle luidklokken der stad mee invielen, was het als kwam een begeesterende jubelzang uit de torens. Ik weet wel, die emotie kwam voort uit de innige hoogachting, die men gevoelde voorde Hooge Landsvrouwe, zeker, maar die klokken- Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Worklim, 15 Aug. De vorige week kregen een paar winkeliers alhier bezoek van woon- wagen-dames, welke o.a. bij een ingezetene een paarzilveren ringetjes kochten en een briefje van f 25 ter wisseling aanboden. Toen de dames verdwenen waren, bemerkte de verkooper, dat met de dames ook geld verdwenen was, waarom hij onmiddellijk de politie waarschuwde. Deze wist op het bureau de dames* dusdanig in het nauw te brengen, dat ze den eigenaar het ontvreemde, naar men zegt ongeveer f 9.weder ter hand stelden. Men zij nogmaals gewaarschuwd, om bij dergelijk bezoek de meeste voorzichtigheid in acht te nemen. de Banier. Oosterbierum. Een ernstig ziektegeval alhier verwekt algemeene deelneming. In een gezin zijn namelijk man en vrouw aangetast door typhus. De omwonenden verleenen na tuurlijk den noodigen bijstand en de kinderen, waarvan het jongste pas eenige weken telt, zijn opgenomen door familieleden, doch de toestand is ernstig. De vrouw is reeds over leden en om verdere besmetting te voorkomen is de man, door de zorg van het burgerlijk armbestuur in een ziekenhuis opgenomen. Naar men verneemt, zal de besmette woning op medisch advies ongeschikt worden verklaard voor verdere bewoning. Fran. Ct. Ijlst, 14 Aug. Hedenmiddag had het zoontje van G. W. alhier, terwijl het speelde met een losse balk op de brug, het ongeluk daarmee naar beneden te vallen in het diepe scheepsvaarwater. Gelukkig werd dit opgemerkt door J. B. die als goed zwemmer zich terstond te water begaf en den kleine nog juist bijtijds wist op het droge te brenge n. N. Sn. Ct. Grens-incident. Zaterdagavond viel te Putte (N.-Br.) een grensincident voor dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. Een Duitsche schildwacht aan de grens verzocht een meisje van 8 jaar een wittebrood in Hollandsch Putte voor hem te halen, waaraan het meisje gevolg gaf. Even voor het passeeren der grens op haar terugtocht nam een zich daar bevindende soldaat-kommies het brood van het meisje in beslag. De Duitsche schildwacht greep naar het kind om het nog over de' barrière te halen, tengevolge waarvan een schermutseling ontstond tusschen beide soldaten. De Duitscher bedreigde daarbij den kommies met zijn bajonet. Van dit voorval maakte de kommies melding aan den aldaar kommandeerenden officier K. v. B. Deze ver zocht een onderhoud met den sergeant-majoor, waaraan onmiddellijk gevolg gegeven werd. 'Hierbij geraakte de Duitscheschildwacht zoo danig in toorn, dat hij zijn geweer met de bajonet in de richting van den Nederlandschen officier stiet. Deze sprong achterwaarts en trok zijn revolver, waarop de schildwacht zijn geweer op hem aanlegde en driemaal den haan overhaalde, echter zonder dat het schot viel. De sergeant-majoor stelde alles in het werk om den schildwacht, een landstormer van ruim 40 jaar, die pas van het front was terug gekeerd, tot bedaren te brengen. Eindelijk gelukte het hem den man de boeien aan te doen met behulp van inmiddels toegescboten Duitsche soldaten. Eenige getuigen waren tegenwoordig bij dit voorval, dat voor den Ned. officier gelukkig goed is afgeloopen. N. v.d. D. De Nederl. Tramweg Mpij. zal een lijn aanleggén van Heerenveen naar Noordwolde, via Oranjewoud en Oudeschoot. Teneinde het Stationsplein te Heerenveen niet meer als rangeerterrein te gebruiken, is een ander naburig terrein aangekocht. reisde on middellijk naar hier, naliteitsbewijs te halen. Witmarsum, 13 Aug. Een boerderij alhier bijna 100 pondemaat groot, is heden bij nieuwe verhuring gegund voor ruim f 6000, zijnde weer 50 procent hooger dan de bestaande huur. Er waren meer dan 20 gegadigden. De Friesche coöp. exportslag erij komt te Akkrum. Heerenveen, 14 Aug. In een heden bij „Paul Kruger” alhier gehouden vergadering van de Friesche coöperatieve exportslachterij is besloten de slachterij te vestigen te Akkrum, wanneer althans voldoende medewerking wordt verkregen van het bestuur der Coöp. Zuivel fabriek aldaar.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 1