k DIENST DER TRAMMEN. (Winterdienst.) Aangevangen 1 OCTOBER 1916 (FiualoeUlke Tjjd.) DE OORLOG IN DE BIOSCOOP. tl L PCS GEMENGD NIEUWS. ARUM FRANEKER- LEEUWARDEN. a. tot 15 Febr. V 1.— a. door „hooren zeggen” Stoomdruk Firma B. Cuperus Az., Bolsward. Harlingen Kimswerd Arum Witmarsum Bolsward Nijland IJsbrechtum Sneek Makkum Wons a. v. a. v. 8.50 9.20 9.25 10.16 11.08 11.38 12.29 1.41 2.11 3.02 4.10 5.01 5.31 5.34 6.04 6.05 6.56 7.20* 7.50* 8.— 8.51 9.15 9.45 10.36 allerlei varkensheer- welsprekende woorden: a. v. a. 7.18 7.30 7.40 7.43 7.58 8.35 8.47 10.15 10.50 11.05 11.08 11.18 11.30 2.50* 3.26* 3 41* 3.44* 3.51* 4.05* v. a. v. 8.34 9.25 9.30 10 I zeker een Getrokken werden ze ze goed Leeuwarden V.P. Franeker Arum Arum Franeker Leeuwarden V.P. 7.38 8.38* 10.03 7.50 11.29 12.20 12.50 7.45 7.51 8.03 8.15 8.22 8.57 9.12 9.15 9.25 9.36 1.15 2.06 2.11* 2.41* 1.41 1.53 2.38* 2.05 N o B a. 00 de gezellige huiskamer den oorlog filosofeeren, vau de strategische wegen en in een vurig werkelijke fouten van van den wer- 10.43 10.49 11.01 11.13 Ko' B r’ gaat dat wanneer waarvan geven. Zonder tusschenpoozen granaten barsten in de lucht en terrein. Meters hooge wolken rook stijgen op, wanneer "Zulk RL v. 5.20 7.25* 5.45 7.50» 10.15* Harkezijl a. 5.55 De met een 6.25* 835 11.—* a. f Harlingen. In de Zatermiddag gehouden raadsvergadering is besloten tot de afleveripg van goedkoope cokes. Daarvan kunnen gebruik maken zij, wier inkomen minder dan f 1200 bedraagt, ook dan als ze geen kinderen ten hunne lasten hebben, en van f 1500 als ze wel kinderen hebben. Bepaald is, dat per gezin 1 H.L. per week verkrijgbaar is onge- klopt voor f 0.65, geklopt voor f 0.75 aan huis bezorgd. Die regeling gaat in op Pessimist. Wat is eigenlijk een pessimist? vroeg in deze benarde tijden het dochtertje van een minister aan haar vader. Iemand die van twee kwaden... allebei kiest, luidde het antwoord. 3 45* 4.15* 4.19 5.10 LEEUWARDEN—FRANEKER ARUM. 5.56 6.47* 7.16* 12.15 1.35 2.20* 12.21 1.41 2.26* 12.33 12.45 1.22 1.37 1.39 1.49 o 5.10 5.22 5.32 5A1 6.25 6.28 7.35 6.40 7.47 6.52 7.59 8.59 6.58 8.05 9.05 6.38f 7.08f 7.14* 8.05* SNEEK BOLSWARD HARLINGEN. 11.15 11.21 11.33 11.45 Een nieuwe truc. Een belasting-ambtenaar te Tegeleu hield Zaterdag drie Duitscbe vrouwen aan, die ieder niets anders medevoerden dan een groot Lim- burgsch wittebrood. Door de moeilijkheid voor een ambtenaar om twee of meer van zulke onhandelbare brooden op te brengen naar het gemeentehuis, laat men nogal eens oogluikend toe, dat vrouwen die er armelijk uitzien zulk een brood medenemen. In dit geval was de ambtenaar echter argwanend eh toen hij de brooden dan ook nader betastte, voelden ze hard aan. Aan de onderzijde bleken ze van een luikje voorzien, en het inwendige van de mikken was opgevuld met... stukken zeep. Alg. H. De goudnood in Duitschland. Op 15 October worden in Duitschland de goudinzamelkan toren van de Rijksbank geopend, waar, zooals wij reeds meldden, men gouden sieraden kan inleveren. Als een aandenken kan wen daarvoor in plaats krijgen, een ijzeren ketting. De schalmen van de heeren- kettingen worden afgewisseld met tusschen- zetsels, die den rijksarend en het jaartal 1916 dragen, met de spreuk: „Gold zur Wehr, Eisen zur Ehr.” De dameskettingen hebben een klein versierd schildje met het ijzeren kruis en het opschrift „Eiserne Zeit 1916.” Zulke gedenkkettingen krijgt iedereen, tegen betaling van 24/2 mark, die een gouden hor logeketting inlevert, waarvoor de goudwaarde vergoed wordt. 6.49* 8.04 7.—* 8.15 7.10* 8.25 7.20* 8.32 7.35* 8.47 8-10* 9 22 - 8.20* y' 8.32* 9.34 8.44* 9.46 - 8.50*-9.52 7.09 8— 8.30 HARKEZIJL—MAKKUM. Harkezijl v. 6 15* 8.25 10.50’ 1.20 5.56* 8.55 Wons 6.25* 8 35 11.—* 1.30 6.06* 9.05 Makkum a. 6.50* 9'.— 11.25* 1.55 6.31* 9.30 Sneek IJsbrechtum Nijland Bolsward Witmarsum Arum Kimswerd Harlingen Alléén Vrijdags tot 15 Nov. en van 15 Febr. af, van Bolsward: v.m. 3.10, te Leeuwarden 6.13. van 15 tot 15 Febr. 4.10, 7.25 Vrijdags van Leeuwarden mm. 1.45, te Bolsward 4.35. HARLINGEN BOLSWARD-SNEEK. ■g 12.30 2.24* 5.08 12.41 2.35* 5.19 Si 12.51 2 45» A29 12.55 5.36 si 1.10 3.—* 5.51 i&o 3’35* 626 actueele onderschrift en goed is? De burgemeester leest, knikt vervolgt grinnikend zijn weg. Een groot ongeluk voorkomen. Men meldt uit Haarlem d.d. 8 October aan de Tijd Op de kruising van den spoorweg Haarlem Alkmaar en de trambaan Haarlem—Bloe- mendaal, aan de Kleverlaan onder Bloemen- daal, is hedenavond een ernstig ongeluk voor komen door de activiteit en oplettendheid van het spoorwegpersoneel. Door onbekende oorzaak reed de Enel-wagen door, ofschoon de afsl uithoornen, die de trambaan afsluiten van de spoorrails, gesloten waren. Voor de kracht der „electrische” moest de afsluitboom wijken; hij brak midden door. Toen de tram op de spoorrails was, naderde een trein... De spoorwegwachter uit het daarstaande seinhuisje snelde, met een roode lantaarn zwaaiend, den naderenden trein tegemoet, ter wijl de trambestuurder alle kracht aanzette om door te rijden en in godsnaam ook den vol genden boom te vernielen. De tram had twee wagens en een bagage- bijwagen achter zich. Een halven meter voor den achtersten wagen was de trein tot stilstand gebracht. De schade aan de tram was niet onaanzien lijk en de schrik van de passagiers groot! Ze kwamen er echter wonder goed af en zijn wel op het kantje aan een ernstig gevaar ontsnapt. Van O.-Terschelling wordt gemeld: Tot heden worden nog steeds de berichten bevestigd, dat er veel haring wordt gevangen en de prijzen doorloopend omhoog gaan, vooral de makreel is ongehoord duur en wordt in zijn geheel opgekocht door Duitschland, terwijl van de haring 30 pCt. naar Duitschland mag. Loggers, die vóór den oorlog gedurende het heele seizoen in 4, hoogstens 5 reizen f 20.000 of 25.000 besomden, hebben nu bij een goede vangst dat bedrag in één reis. De Terschel- lingers, die dit jaar allen op deel hebben aangemonsterd, d. w. z. 2 tot 3 pCt. van de totale besomming krijgen, maken met de reeders een goed jaar. Enkelen zijn er, die f 100 per week kunnen houden. N. H. Ct. 9.38 9 50 10.- 10.10 10.25 10.—n-— 10.12* 11.12 12 42 10.24* 11.24 12.54 10.30* 11.30 4.08 5.45* 4.14 5.51* 4.26 6.03* 4.38 6.15* 4.40 6.26* 5.15 7.01* 5.30 7.16* 5.34 7.18* 5.44 7.28* 5.55 7.39* v. 5.10 7.20 8.20* 9.45 5.16 7.26 8.26* 9.51 5.23 -- a. 5.40 ,n 8.50* v. 5 41 7’?° 6.19 8.27 fi2, 8.42 - 634 8.45 - 6.44 8.55 a. 6.56 9.07 Wat nieuws nog van dezen titanen -1rijd, die al ruim twee jaren in zinnelooze woede, tot het bittere einde, zoo een der kampenden wil, wordt voortgezet en die bijna geheel Europa zette in vuur en vlam? Hoevelen zijn er niet, die wanneer hun dagblad wederom kolommen vol oorlogsberichten gebracht heeft, daarover lusteloos heenghjdeu, omdat hel nieuwtje er af is. „Van het front geen nieuws” of „we hielden stand in den aanval, die bloedig verliep” bet zijn enkele der vele stereotype mededeelingen van de telegraaf bureaus geworden. Even nagegaan wat het veigedrukte aan den kop van de courant vermeldt en de oorlogsnieuwsgierigheid is weer bevredigd. Men is blasé. Doch men kan ook gemakkelijk op zijn stoel in de gezellige huiskamer over de verschrikkingen van het voor en tégen bewegingen wikken en debat denkbeeldige en de bevelhebbers becritiseeren kelijken oorlog heeft Toen geen denkbeeld, indien men niet zijne verschrikkingen heeft moeten trotseeren en zelf het ontzaggelijk gevaarlijk leven van den soldaat heeft mede geleefd. Voor den buitenstaander kan de oorlog nog ie s poëtiesch hebben voor den soldaat is de oorlog een meedoogenlooze Werkelijkheid, het onafgebroken gevaar dat de zenuwen voortdurend inspanning houd t.eene lichamelijke en zedelijke beproeving, die alle beschrijving te boven gaat. Tot deze laatste gedachten kwam ik toen ik dezer dagen plaats nam in een der Amsterdamsche bioscooptheaters, 'erloktdoor het reuzen affiche aan den ingang en waarop in sterke kleuren onder het opschrift: „Het groote Engelsche otfensief, (de strijd in de vallei der Somme”), geautoriseerd door het Eugelsche Gouvernement, een reusacbtige houwitser met bedienende manschappen indruk wekkend stond afgtbeeld. De zaal is stampvol. Het electrische licht, schitterend uit zoovele artistieke, vergulde kronen, wordt getemperd. Het orkest zet een pittigen marsch in en op het doek voor ons deint in een schijnbaar eindeloozen stroom een bataillon der Royal Welsh Fusiliers voorbij zij betrekken op den avond voor den aanval hunne stellingen. Met veerkrachtigen tred trekt de stoet voorbij, allen opgeruimd, velen een sigaret in den mond en zwaaien met zakdoek of wapen naar ons, naar de lens van het apparaat van den kino-man, die straks in de cinema’s op vrediger plaatsen bun trilbeeld zal doen toonen. Motorrijders in vliegende haast halen den troep in, snellen voorbij. Tot zelfs de regiments-hond, de mascotte ontbreekt niet en vroolijk blaffend trekt ook hij mede. Of we worden verplaatst in een Eogelsche loopgraaf. Gewonden worden binnengebracht. Hier komen vier Roode-kruis soldaten met een burry tusschen zich in, in snellen pas aangeloopen. Van onder een soldaten-jas die over de draagbaar ligt uitgespreid komt een bleek hoofd te voorschijn. De oogen zijn gesloten, de armen van het tot de voeten bedekte lichaam hangen slap langs het soldatenlijf. Men maakt haast. Misschien dat bet den militairen dokter nog gelukken kan den ongelukkige te redden. Dan is ’t weer een invalide, die steunend op den schouder van een kameraad komt aanstrompelen, het linkerbeen in een door slijk en bloed doorvuild verband gewikkeld. De pijn-smart kan men den stumpert van het gelaat lezen. Even verschuift de film en we kijken in een onderaards gegraven hol, den ingang door mijnhout geschoord. Een jongeman, hel bovenlichaam ontkleed is in voorloopige geneeskundige behandeling. Een kogel trof hem boven in den arm. Vliegens vlug heeft de behandeling plaats. Weldra is het verband gelegd. Den getroffene werden een paar sigaretten door een nabijstaand onderofficier ter hand gesteld, en na nog eep dronk water ontvangen te hebben, pakt hij zijn kleeren bijelkaar en verdwijnt. Wie volgt? Dan zien we hoe vanuit een loopgraaf tot een aanval wordt overgegaan. In lange rij liggen de Tommies, ’t geweer met de bajonet er op, gereed, op den rand. Daar klinkt een commando. In minder dan geen tijd zijn ze over de borstwering, om op den vijand in te stormen. Echter niet allen, want nauwelijks hebben eenigen het hoofd boven den rand uitgestoken of ze zakken of rollen zielloos in de looppraaf terug. Anderen ziet men buiten de schuilplaats vallen. Van afbeeldingen of van weten we, dat de Duitsche 42 c.M. kanonnen geweldige dingen moeten zijn. En de forten Namen en Luik zouden, wanneer ze nog bestonden kunnen vertellen van de liefelijke behandeling door die „dikke Bertha’s”. Doch de groote Engelsche houwitsers, die ons hier op het doek, in volle actie, getoond werden, maken i niet minder geweldigen indruk, i door een rijdenden locomobiel i naar de stelling gesleurd. Waren en wel gesteld, dan zagen we, hoe het bediendende personeel door middel van een formeele hijschinstallatie een geweldigen kogel, zoo ongeveer van halve manshoogte, in het machinerie lanceerde. Nog eenige manupulaties werden verrichtdan haastten allen zich plotseling weg tot op eenige meters van het kanon en het schot viel. Het gevaarte reflecteerende op de vreeselijke explosie, wordt op zijn voetstuk teruggestooten om daarna door hydraulische werking weer in zijn gewonen stand te worden gebracht. Een groote wolk van rook komt na het afgaan van het schot uit het affuit. En rusteloos 1 November a.s. en zal duren tot nadere aan kondiging. De nijverheid kan van deze goed koope cokes geen gebruik maken. Mocht de grens, die gesteld is van f 1200 en f 1500, soms tot moeilijkheden of onbillijkheden leiden, dan zijn B. en W. gemachtigd daarvan af te wijken, als dit duidelijk kan worden aangetoond. O. N. Landstorm en militielichting 1917. Gelijk onze lezers weten is in Friesland een actie op touw gezet om den Minister van Oorlog te bewegen,- de militielichting 1917 vóór de jaarklasse 1909 van de landstorm in te lijven bij onze weermacht. Deze actie, die men zal trachten uit te breiden over het geheele land, zal, mits eerlijk gevoerd, op groote instemming kunnen rekenen. Eerlijk gezegd, aldus De Gelderlander, begrijpen wij niet, waarom de Minister niet op dat verzoek zou ingaan. Oogenschijnlijk toch zijn de voordeelen van groote beteekenis en nadeelen kunnen wij met den besten wil van de wereld niet ontdekken. De militielichting 1917 moet op gewonen tijd, half Maart, in dienst treden. Maar aan den Minister is wettelijke bevoegdheid gegeven, dezen tijd van opkomst te vervroegen. Nu zal de landstormklasse 1909 op zijn vroegst eind December voor de helft opgeroepen worden. Laat de minister derhalve de Militielichting 1917 voorgaan, dan zou een klein gedeelte daarvan want er zijn wel vijf of zes maanden mee gemoeid, voor ze geheel is ingelijfd hoogstens twee en een halve maand eerder moeten opkomen. En wat het voor jongemannen van 28 jr. beteekent of ze vijf maanden later in dienst zullen worden geroepen, derhalve ook vijf maanden korter zullen behoeven te dienen, hoeven we toch den Minister niet meer duidelijk te maken. Het verschil, of men jongens van 18 en 19 jaar van hun werk haalt, dan wel mannen, waarvan velen reeds met een huisgezin en de meesten met een verantwoordelijke positie, spreekt voor zich duidelijk genoeg. We wenschen dan ook de in Friesland opgezette actie alle succes. In het Landbouwweekblad, het orgaan der Fr. Mij. van Landbouw, wordt medegedeeld, dat de raad van beheer van het Boter-Con- trole-Station een fabriek een boete van f 500 heeft opgelegd, omdat er weiboter door de roomboter was gemengd, om als volmaakt product af te leveren. „De boter-controle,” aldus de raad van beheer, mag niet de dupe worden van de omstandigheid, dat een deel onzer afnemers door de tegenwoordige omstan digheden geen eischen kunnen stellen aan kwaliteit. Uit Dordrecht meldt men aan de TV. R. Ct.: De morgengodsdienstoefening in de groote kerk alhier, waar ds. Keiler voorging, heeft Zondag een onverkwikkelijke vertooning te zien gegeven. Ds. Keiler heeft de gewoonte, de collecten, die gehouden worden, nooit aan te bevelenbij kondigt die slechts aan met de woorden: nu geef ik gelegenheid tot het offeren van uw liefdegaven. Met het oog op den naderenden winter hadden diakenen den predikant nu schriftelijk verzocht, de collecte voor de armen bij de gemeente aan te bevelen. Toen het oogenblik van collecteeren was aan gebroken heeft ds. Keiler dien brief aan de gemeente voorgelezen en daarbij o.a. gezegd, dat het college van diakenen bad vergaderd onder voorzitterschap van den duivel. Hij heeft daarop den brief verscheurd en de snip pers van den kansel af in de kerk geworpen. Den collectanten heeft hij daarop toegevoegd gij kunt nu uw werk doen. Aan het einde van den dienst heeft de ouderling van Houwelingen den predikant en de gemeente toegesproken en de gemeente gelukkig genoemd met het bezit van zulk een predikant. Hij heeft aan de gemeente verzocht, den predikant toe te zingen: Dat 's Heeren zegen op u daal! aan welk verzoek de aanwezigen met luider stem hebben voldaan. 12.30 2.24* 12.41 2.35* 42.51 2 12.55 '40 - 1.10 3.—* L50 3’35* 4.40 2.02 3.47* 4.52 6.38 2.14 3.59* 5.04 6.50 2.20 4.05* 5.10 6.56 6.15 7.06 7.08 7.38 MAKKUM—HARKEZIJL. 9 50» 12 40 4.30* 8.15 1.05 4.55* 8.40 8.—* 10.25* 1.15 5.05* 8.50 geteekende trammen loopen Zondags niet en met een f geteekende alleen Vrijdags. moorddadig geschut voort, vooral het geldt een „gordijn-vuur” en ons ook eenig denkbeeld werd ge- ziet men de op het be stookte terrein. Meters hooge wolken van aarde en rook stijgen op, wanneer'zulk een helsche granaat tegen den grond exploseert. Door een dergelijken granateu-regen te komen, bet moet bijna ónmogelijk zijn. En we vragen ons maar niet af, voor boevele tonnen gouds er bij een dergelijke operatie verschoten wordt. Daaraan denken we al niet meer. De menscb- heid schijnt verdwaasd. De heksenketel staat te vuur Doch welk een veel vrediger idee geeft het, al is bet dan ook nog altijd bij ’t brandpunt van al dat moorddadig gedoe, een kiekje te krijgen van een militair kamp. De „jongens" hebben rust. Languit liggen w, de militaire jas over zich heengetrokken op den kalen grond te slapen om te bekomen van de zware taak. Of ze zitten in kleine troepjes gehurkt bij elkaar, lepelend de menage-soep, cigaretten rookend (deze schijnen bij massa’s aan het Engelsche front verpaft te worden of met alle aandacht te luisteren naar de „goeie mop” die door een van de kameraden wordt getapt. Het blijft toch ook opmerkelijk, die goede geest, die opgewektheid, welke men steeds bij de manschappen aan schouwt. De oorlogshypnose schijnt zich eigenaardig te uiten, althans anders dan dat men zich dit voorstelt. Steeds de dood voor oogen te hebben, een vaak nog min dan uurs- leven te lijden en dan nog monter te kunnen zijn, dan nog helderop te kunnen lachen en gekjageu 1 Wij menschen in vollen vrede, kunnen ons een dergelijken toestand niet voorstellen. Alles went. Behalve hangen dan ook zeker moord- en doodslag-spelen. De slag is geleverd en de Engeïschen hebben Duitsche krijgsgevangen gemaakt. Als kippen achter elkaar, na elke vier man een gewapende Engelschman, zien we ze het Engelsche kamp binnenkomen, geheel ontwapend, het meeren- deel der geheele uniform bijna onkenbaar door slijk en vuil. Ze gaan langs een aan weerszijden en haie opgestelde troep van soldaten, het geweer in den aanslag. Eenige van de gevangenen, wat meer bevreesd van aard dan de anderen, die vrij achteloos voorbij sjouwen, hebben de handen, als bijwijze van overgave, opgestoken. De menschen zien er voor bet meerendeel vermoeid en uitgeput uit en we zagen er zelfs een, die waggelende als een dronkenman, van uitputting en misschien ontbering, gesteund door een Tommie, achter zijne gevangen kameraden kwam aangezeuld. Zoo ik reeds in den aanvang overdacht van den oorlog kan men zich geen goede voorstelling maken, wanneer men met dit onzalig gedoe geen kennis heeft gemaakt, doch na deze film bezien te hebben en thuis komende mijn Courant vindende, meldende dat „de vijand weer bloedige verliezen” had geleden, liep ik over dit „meer en meer gebruikelijk” zinnetje niet zoo achteloos heen. De bioscoop had me eenig aanschouwelijk overzicht gegeven in dat groote werelddrama, welks opvoering nog maar steeds voortduurt en dat, zooals de Engelsche minister Lloyd George voorkort heeft verklaard, als het moet, nog wel twintig jaren voortduren kan, bijna een kwart eeuw dus, de tijdsruimte welke Engeland noodig had om zich van den grooten Napoleon te ontdoen. geleide van een officier een bezoek te brengen aan het front. Een nog wat onervaren stafofficier, die met de zorg voor het gezelschap belast wa«, ging hen aan de haven tegemoet, en ontmoette dan ook een groepje personen in burger kleding, die juist van een uit Falkestone aangekomen sloomboot aan land gingen. Nu had hij opdracht gekregen, de bezoekers met de grootst mogelijke beleefdheid te ont halen en hij noodigde hen daarom gastvrij tot een lunch in een der eerste hotels van lien tbtïi mëY 'oetfieueni varkens ‘«oor ue heele gemeente is veel te weinig. De burgemeester: Doet er niet toe, de lijst moet toch voor het raam hangen. De slager: Het zal gebeuren, burgemeester. De burgemeester af om andere slagers te waarschuwen. De slager, niet begrijpendhet nut van zulk een voorschrift, baalt de lijst voor den dag en overweegt intusschen, hoe bij, voldoende aan het hooge bevel, tevens de aantrekkingskracht van de lekkernijenlijst kan te niet doen, ten einde niet telkens weer iemand zijner cliëntèle, die niet van 1 of meer dier 4 varkenspootjes gediend is, voor teleurstelling te vrijwaren. Toevallig denkt hij terug aan de dagen dat honderden onzer „veldgrauwen” door de straten zongen en joelden van „Hadt je me maar!” Met een breeden lach op het welgedane gelaat, grijpt hij een potlood en schrijft met groote letters onder die lange lijst van lijkheid de korte, maar „Had ’k ’t maar!” Hij wijst den intusschen weer passeerenden burgemeester op de opgehangen lijst, met het zeer actueele onderschrift en vraagt: Of ’t zoo en

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1916 | | pagina 4