Bijvoegsel behoorende bij de
I
1
1
No. 96.
OER DITTEN EN DATTEN.
van DONDERDAG 30 NOVEMBER 1916.
I
BINNENLAND.
«I
I
Bolswardsche Courant
tweede los adres
I
van
Hjir en der
en in
hie der
verscheept
om de noodige
De schippers
yn Novimber,
sounens fen ’e
:h folie minder namme
As alle utsjuch yen
bidaerd waer, dêr meije in hopen
dizze tiid fen ’t jier min oer. Dat
nou net mear to hawwen, wirdt
binaud om yen hinne,
1
Posterijen.
De directeur-generaal der posterijen en
telegrafie maakt bekend, dat bij gelegenheid
van het aanstaande St. Nicolaasfeest de ver
gunning om meerdere pakketten aan hetzelfde
adres van slechts eene enkele adreskaart te
doen vergezeld gaan, voor den tijd van 2 tot
en met 6 December wordt ingetrokken en
derhalve bij elk gedurende dit tijdvak ter
verzending aangeboden pakket eene adreskaart
zal behooren te worden gevoegd.
Voorts wordt, ter verzekering van eene
goede overkomst van de pakketten, aan
bevolen
lo. zorg te dragen voor eene doelmatige
en stevige verpakking van de voorwerpen in
dier voege, dat deze op afdoende wijze tegen
breken en beschadigen zijn gevrijwaard;
2o. zooveel mogelijk de adressen op de
pakketten te schrijven en, waar opplakken of
aanhechten van een adres onvermijdelijk is,
dit zoodanig te bevestigen dat voor ’t verloren
gaan daarvan, gedurende het vervoer, geen
vrees behoeft te bestaan
3o. ‘in de pakketten een
te sluiten
4o. de pakketten bestemd voor militairen
te voorzien van een adres, waarop de onder-
deelen van het leger, waartoe de geadresseerde
behoort, duidelijk en volledig zijn aangegeven
en deze pakketten ter bevordering van eene
geregelde verzending vóór ,3 December ter
post te bezorgen.
Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op
de gelegenheid tot aangifte van waarde van
pakketten, hetgeen voor die, welke kostbaar
heden bevatten, is aan te bevelen en tengevolge
waarvan, bij eventueel verloren geraken tijdens
het vervoer, het volle bedrag der aangegeven
waarde van de pakketten kan worden vergoed.
Vluchtelingen.
Zaterdagavond, zoo meldt men aan het
Hbld. kwam te Zevenaar uit Duitschland een
heel eigenaardig gezelschap vluchtelingen aan.
Aan niet minder dan dertig personen was
het gelukt om in één troep de grens te
overschrijden. Het waren Polen 27 mannen,
twee vrouwen en een kind. Zij hadden onge
veer een jaar in Duitschland doorgebracht.
De mannen, onder wie vele jongelieden
21 a 22 jaar, moesten in de kolenmijnen
werken. Zij werden beschouwd als civiel-
gevangenen, stonden onder zeer scherp toezicht
en mochten de hun als domicilie aangewezen
plaats niet verlaten. Het loon was echter
goed. Enkelen verdienden zelfs van 70 tot
100 Mark ’s maands. Doch de ontoereikende
voeding bij zoo zwaren arbeid noopte hen
ten slotte eene poging tot vluchten te wagen.
Zij reisden per trein tot Emmerik en vanr
daar gingen zij naar de grens, die zij Zater
dag zonder stoornis nabij Bergh overschreden.
De Polen zagen er slecht uit. Zij verklaar
den dat er schier geen aardappelen op tafel kwa
men; hoofdzakelijk gestoofde beetwortelen,
zonder voldoende vet. Versterkende middelen
waren niet te koop. De belasting die zij
hadden op te brengen, bedroeg, zooals uit
de getoonde aanslagbiljetten bleek, 14 tot
17 Mark, 's maands. In de mijnen werken
naar zij vertelden, veel afgekeurde militairen
en ongeschikte gewonden benevens vele krijgs
gevangenen van alle vijandelijke staten, be
halve Engelscben. De omgang met en de
behandeling door de Duitschers was over het
geheel wel te dragen, al stonden zij wel
eens aan plagerij bloot. Zij verklaarden dan
ook eenparig, dat alleen het voedselgebrek de
oorzaak was, dat zij waren vertrokken.
De fusie der Spoorwegmaatschappijen.
Naar wij vernemen zal de nauwere samen
werking van de beide groote spoorwegmaat
schappijen ten gevolge hebben een wijziging
in het reizigers-tarief op sommige lijnen.
Tot nog toe was het gebruikelijk, dat beide
maatschappijen tusschen gelijke stations den
laagsten kilometerafstand berekenden, in dezen
zin, dat wanneer een maatschappij een langere
verbinding had tusschen twee stations dan
de andere, toch de kortere verbinding van
die andere maatschappij berekend werd. Dit
concurrentie-systeem zal nn vervallen, zoodat
men, wanneer men verkiest den langen weg
te nemen, ook meer zal moeten betalen dan
over den korteren weg. Ook in enkele andere
onderdeelen zullen de tarieven wellicht eenigs-
zins gewijzigd worden. Alg. H.
Inbraak in een station.
Zooals gemeld is, werd door inbraak f 1200
gestolen uit de brandkast in het kaarten-
bureau der N. O 8. aan het station Amers
foort. De daad is gepleegd tusschen 2 en 5
uur Maandagmorgen, daar 1.40 de laatste
personentrein is binnengekomen. Het slot van
de buitendeur, evenals dat van het kaarten-
bureau, is geforceerd. De brandkast is met
boren geopend. Alles wijst er op, dat beroeps
lui aan 'het werk zijn geweest. Het tweetal
honden der Amersfoortscbe politie heeft niets
kunnen bijbrengen tot het vinden van eenig
spoor. Alg. H.
Gevaarlijke klanten.
In het gasthuis te Eindhoven is opgenomen
een machinist der firma Boessewinkel uit
Zutphen, die tijdelijk te Eindhoven vertoefde
voor het leiden van stoomwalswerken. De
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Gevecht tusschen kraai en sperwer.
De heer J. J. v. B. schrijft aan de N. C.
Hoog in het luchtruim hadden ze elkander
te pakken en ze plukhaarden malkaar, dat
het een lieve lust was, en de veeren in de
rondte stoven. De schelle kreten van den
sperwer vermengd met het zwaarder gekras
van de zwarte kraai trokken weldra de aan
dacht van enkele personen in de omgeving
tot zich, welke nu ook nieuwsgierig naderbij
kwamen. Wat toch kon de reden van dezen
verwoeden niet alledaagschen strijd zijn Had
de kraai den sperwer listiglijk willen berooven,
of had juist omgekeerd dezen onzen zwartrok
de misschien moeizaam verkregen prooi
trachten te ontfutselen, of wel en dit is
volstrekt niet zoo onwaarschijnlijk had
bijgeval de sperwer, door honger gedreven en
steunend op zijn evenwicht in de lucht, zich
ten einde raad maar brutaalweg aan de kraai
vergrepen
Al behoort de sperwer eer tot de kleinere
roofvogels, hij is daarom toch zeker niet een
van de minst gevreesde. Zijn uitstekend vlieg-
vermogen, de krachtige van vlijmscherpe
nagels voorziene klauwen, waarmede hij zijn
slachtoffer in het hart poogt te treffen en,
niet het minst, zijn scherp gerande aan de
punt sterk gebogen snavel, stempelen hem tot
een gedachten strijder.
Maar ook de zwarte kraai is een niet te
geringschatten tegenstander. Van huis uit
sluw en boosaardig, daarbij niet onbelangrijk
grooter, met een evenredig daaraan gepaarde
lichaamskracht en een bijzonder forsche en
stevige sneb welke echter niet zoo bij
uitstek geschikt is tot verscheuren dient
er zeer zeker rekening met haar gehouden te
worden. Evenwel, bij een strijd in de lucht
kunnen dezé eigenschappen niet geheelopwegen
tegen haar mindere bedrevenheid in de vlieg
kunst en de vrijwel totale ongeschiktheid der
slechts van stompe nagels voorziene klauwen
om den tegenstander vast te grijpen of te
verwonden. Men kan dus wel voor zeker
aannemen, dat de uiterst slimme kraai geen
sperwer in het vrije luchtruim zal aanvallen.
Spoedig bleek dan ook, dat de kraai haar
behoud op den vasten grond zou zoeken en
weldra tuimelden de steeds door hevig wor
stelende vogels naar beneden. Doch hier
kwamen de voordeelen meteen niet on
belangrijk aan den kant van onzen zwartrok,
welke met zijn krachtige looppooten natuurlijk
onmiddellijk op de been was. Na korten strijd
blies de sperver dan ook den aftocht en bleef
de kraai meester van het terrein. Zonder
kleerscheuren was zij er echter blijkbaar niet
afgekomen, ze zag er tenminste sterk gehavend
uil. Met zichtbare moeite onttrok zij zich
dan ook aan de te groote belangstelling der
nieuwsgierig naderbij gekomenen en fladderde
naar een buiten hun bereik gelegen boomtak,
waar zij diep in elkaar gedoken en met
hangende vleugels vooreerst bleef zitten tot
allen heengegaan waren. Later op den dag
was zij verdwenen of ze er nog geheel van
bovenop gekomen is, bleef mij verder on
bekend.
man was ’s nachts onverhoeds door een paar
militairen en burgers overvallen, die hem
als het ware met messteken doorzeefd hebben.
Onder de militairén in Eindhoven’s omgeving
zijn tal van vechtlustigen. Alg. Hdbl.
Een duur paardje.
Eenige landbouwers te Heen (N.-Br.) heb
ben in samenwerking met de hengstenasso-
ciatie Nieuw-Vosmeer f 30.000 a f 40.000
bijeengebracht tot aankoop van een hengst.
Inbrekers te IJmuiden.
Er schijnt zich te IJmuiden een inbrekers-
bende gehuisvest te hebben. Thans hebben
ze zich toegang weten te verschaffen tot een
kantoor in de Kanaalstraat en getracht de
brandkast te forceeren, wat hun echter niet
gelukt is. Nadat zij alle voorwerpen, welke
op het bureau aanwezig waren, door elkander
gesmeten hadden, zijn zij wederom er van
door gegaan.v
Uit een vischpakbuis in de Visschering-
straat hebben ongenoode gasten zich eenige
manden visch toegeëigend. Alg. H.
St. Nico laas te Bergen op Zoom.
Bij vrij goed weer heeft 8t. Nicolaas, op
zijn schimmel gezeten, voorafgegaan door drie
herauten te paard en gevolgd door zijn zwarten
knecht, Zondagmiddag een rondgang gedaan.
Na op het stadhuis officieel ontvangen te
zijn, reed hij, omstuwd door een groote
menigte en terwijl een paar muziekkorpsen
vroolijke wijsjes bliezen, door de voornaamste
buurten der stad. Voortdurend waren aan
beide kanten van den stoet verschillende
jongelui bezig met aan de bov$n- en beneden
verdiepingen der huizen te collecteeren; ook
de groote platte wagen, die achteraan reed,
raakte langzamerhand met allerlei speelgoed
gevuld. Daar op een lijst, die onder de in
gezetenen rondging, reeds vooraf voor een
groot bedrag geteekend was, laat het zich
aanzien, dat hier 5 December heel wat kin
deren van on- en minvermogende ouders zullen
worden blijgemaakt. Alg. H.
Steenkolennood.
Naar gemeld wordt, zal alleen op conditie
dat de gasfabrieken naar de grootst mogelijke
zuinigheid zullen streven in het kolenverbruik,
Duitschland nog kolenuitvoer naar Nederland
in beperkte hoeveelheid toestaan.
Het aantal mosselkokerijen, neemt te
Harlingen gestadig toe; het dozijn is reeds
overschreden.
Tot ver uit den om trek komen hier per
sonen om werk in dit bedrijf te zoeken, iets
wat niet altijd gelukt.
De laatst bewerkt wordende mosselbanken
raken echter uitgeput, zoodat naar andere
gezocht moet worden.
Vrij talrijke vreemdelingen, alle annex met
de mosselen, trekken de aandacht in de straten.
Allen willen mossels koopen, zoodat de aan
vraag grooter is dan de aan voer.
Intusschen wordt er een lief duitje aan de
werkzaamheden verdiend; weken van f 5- A
f 6000 werkloon zijn niet zeldzaam.
N. H. Ct.
Ofschoon er dezen herfst zeer weinig
aardappelen voor de fabrieken
worden, geeft het groote moeite,
schepen er voor te bekomen,
kunnen met turfvaren meer verdienen, nude
brandstof zoo duur is. Wel zijn er maximum
prijzen, doch dat hindert den schipper niet,
daar hij per 100 of 1000 verkoopt. En koopen
corporaties in ’t belang van ’t algemeen een
groote partij, dan hebben ze de turf wel v.eel
goedkooper, maar moeten zulke hooge vracht
prijzen betalen, dat de turf nog niet meer
dan 50 cents per 1000 goedkooper wordt.
Stoffen uit turf.
Hier te lande vertoeft professor Werner
Magnu, hoogleeraar in de plantkunde, met
een speciale opdracht van de Duitsche regeering
om een onderzoek inte stellen naar de
stoffen, die uit turf bereid kunnen worden.
Hij zal verschillende fabrieken in de textiel
industrie bezoeken.
Beperking van het reizigersverkeer.
In Duitschland zal binnenkort een afdoende
maatregel worden ingevoerd om het reizigers-
vervoer te beperken in verband met het
gebrek aan personeel en de kolenbesparing.
Aan niemand zal dan nl. meer een plaatsbiljet
verstrekt mogen worden, die niet een bewijs
van de overheid (burgemeester, hoofd der
politie enz.) kan toonen, dat voor de voor
genomen reis een afdoende reden bestaat.
Twee Zeppelins vernield.
Londen, 28 Nov. Vijandelijke luchtschepen
hebben in den afgeloopen nacht boven de
Noord-Oostkust gekruist. Op verschillende
plaatsen in de Noordelijke graafschappen
werden bommen geworpen.
Twee Zeppelins zijn vernield en kwamen
in vlammen gehuld naar beneden op de kust
van Burharn en van Norfolk.
Workum. In verband met een door den
Burgemeester ontvangen circulaire van den
Minister van L. N. en H. betreffende den te
verwachten steenkolennood, heeft de gas
commissie Maandagavond besloten den Raad
voor te stellen de gaspnjzen andermaal te
verhoogen en te brengen op 12 cent per M3.
met dien verstande, dat, zoo het aantal ver
bruikte M3. gas over eenige maand stijgt
boven 70 pCt. van een door de gas-commissie
te bepalen cijfer van normaal verbruik over
die maand, de te veel gebruikte M3. voor den
dubbelen prijs in rekening worden gebracht,
alles met ingang van 1 Dec.
De Banier.
Pflins. De landbouwwerkzaamheden op het
veld zijn vrijwel afgeloopen. Menig boer heeft
zijn arbeiders in de schuur aan 't dorschen
gezet of ook wel aan ’t vlasbraken, hoewel
het meeste, vlas tengevolge den hoogen prijs
reeds is verhandeld. Enkele veldarbeiders ziet
men nog bezig de aardappelhoopen onder het
winterpak te zetten, een bewijs dat de land
bouwer den winter met rasse schreden ziet
naderen en een vrijen handel in kleiaardappelen
niet spoedig verwacht. Fran. Ct.
Molkwerum, 27 Nov. Iemand alhier was
aan ’t sloothekkelen, toen hij op een hard
voorwerp stiet. Met veel moeite kreeg hij
het op den bermkant. Het bleek een vat
bier te zijn, dat daar blijkbaar al een langen
tijd gelegen had.
Sêft en
ljue om
heart men
er sein, it makket it sa
en men kin yen net Antjaen sa as men wol, en
nei lang praten komt men er ta om fêst to
stellen, dat moai sêft waer
net bifoarderlik is for de
minsken. Mar op noc
leit it mistige waer.
Antnommen is trochdet der in tsjok mistkleed
oer de ierde hinget, as
beammen mar stadichoan troch drippe,
de diken hast Anbigeanber meitsje, as
mar net ris trochbrekke wol, en
de swarte keale
en
de
sinne mar net ris trochbrekke wol, en de
greatste helt fen ’e dei nacht is, dan scil
nimmen him botte forromme fiéle, hwent de
ynfloed fen ’t waer lit him al folie oan it
minskdom jilde, en sa komt it dat de measte
minsken, by triest en droefgeastich waer, ek
faken net yn ’e fleurichste stimming binne,
en as der dan hwet forkaldsjen mei Ander
rekket, dan is men al gau klear, om it waer
fen alles de skild to jaen, en men bigjint to
krimmenearjen, ef to fAterjen, al nei ’t de
holle mar op jowt, en men sjucht ut nei
frisk waer mei in fikse koelte. Nou, dat
kaem den forline Snjeon ek, oer myldens hie
nimmen mear to kleijen, mar it wier sa fen
it iene uterste yn ’t oare, dat nimmen bot
yn ’t skik wier mei ’t friske waer. En botte
luensk en stil wie ’t ek net.
lei ien mei de fyts Ander ’e foetten,
inkelen ien lei ek Ander.’e fyts, en
syn man oan om wer sahwet goedskiks op
foetten to kommen. Pannen en skoarstien-
boeden moasten, it Antjilde, en mannige beam
gyng de hirde eastewyn ek sa oer de lea, dat
er it net op ’e proppen balde koe, en him
deljoech, om noait wer op to stean.
It wie in waer, sa as men dat yn mids
Novimber net forwachte hie, en it kaem dan
in hopen ek sadanich oer ’t mot, dat se er
alhiel troch yn ’t Angeriif rekken. Sa in
pear man üt Eestrum, dy ’t mei in pream
fol flaeks de wrald yn stieken. Op ’e Birgum-
mermar krigen hja it to kwea mey wyn en
weagen, hja koenen gjin baes oer de pream
bliuwe, en lieten him, do't alle wrotten en
wramen neat mear joech, mar driuwe hwer’t
er hinne woe, mar it dArre net malle lang,
ef do wie ’t houde pream siet fêst, en de
beide skippers koene bliuwe der ’t se wieme.
Der hawwe se do in dei en in nacht yn ’e
kjeld trochbrocht, en do’t er noch gjin help
opsetten kaem, do binne se mar ‘to wetter
gien en hawwe wadsjende de wal krige.
As dy mannen der net hwet fen oerhalde,
den binne se fen izer en stiel.
It forgyng in hopen molkfarders ek net
folie better. Hjir en der siet in skou op ’e
wide romte, yn ’e skossen fêst, mar hja waer-
den holpen, sadat it folk tominsten de nacht
net op ’t wetter hoefde troch to bringen.
De Sneins brocht noch net folie forrom-
ming, de wyn boldere noch mar fAleinich ut
it Easten, en in kalde fine snie makke it
noch biswierliker om yen bAtendoarren to
weagjeo, en it gefolch wie, dat in hopen
domenijs foar lege stoelen en banken stiene
to preekjen. Hwa ’t ek ófjaeD mei op sêft
waer om dizze tiid fen ’t jier, de measten
scille sizze, it wie nou mar yn ienen fiersto
kald, en bo tsjok en mistieb en droefgeastich
it den ek wêze mei, it is noch fier for kar
to nimmen by sa’n sniestoarm. Mar it waer
hat him lokkich- wer deljown, wy hawwe efkes
kennis makke mei de winter, dy üs witten
die: ik bin der noch wol. Dejonges haivwe
hjar efkes weage op ’e sleatten, in inkelen
ien hat in wiet pak ophelle, en nou is de
winter wer foart, en wy wolle hoopje, dat er
mei de healdagen mar ris wer komt, mar den
hwet bidaerder. Frisia.