lieuws-
en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 98.
VerscJiijnt Donderdags en Zondags.
1916.
ööste Jaargang.
i
I
I
Donderdag 7 December.
R A ADSO VERZICHT.
4
'I
Voor het Kantongerecht.
VOOR
Sombere vooruitzichten.
Wat ons na den oorlog wacht.
Bolswardsche Courant
Afzonderlijke
reeds
overtuigd vrijbandelaar is,
ons land genoodzaakt zal
hem het in beslag genomen
te vernemen of dat het
hij gejaagd bad, stak
naar uit, zeggend:
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 6ts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
van hen, die
voor
aansprakelijk zijn, anderzijds zij het de
arbeidersklasse een aansporing, om met de
volle energie, waarover zij beschikt, te strijden
tegen ondervoeding en de gevolgen, die daaraan
verbonden zijn. N. Harl. Ct.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
verscheen, had zich te verantwoorden wegens
jagen zonder akte
Beklaagde bekent.
zeker nog geruimen tijd
tegen toenemende schaarschte moeten wor
stelen en is het van het grootste belang,
dat alle zorg besteed wordt aan onze binnen-
landsche productie. Wat er verbouwd zal
worden, mag niet uitsluitend afhangen van
de vraag naar winst; de minister heeft bij
de distributiewet macht gekregen, om het
verbouwen van bepaalde hoeveelheden van
noodzakelijke levensmiddelen voor te schrijven.
Natuurlijk mag men van den boer niet
eischen, dat hij alleen het algemeen belang
dient, hem moet voldoende winst van zijn
oogst gewaarborgd worden. Veel hangt ook
af van den aanvoer van kunstmeststoffen en
van het goede weer. Dit jaar liet en het een
en het ander te weuschen over en daardoor
dreigt nu gebrek aan aardappelen in het
voorjaar en zijn de peulvruchten schaarsch.
Zeker wachten ons bij de behanding der
staatsbegrooting, die op handen is, belangrijke
beschouwingen over den ook ons volk dreigen
den nood door onvoldoende levensmiddelen
voorziening.
Volgens een
enquête van twee Amster-
damsche artsen, de heeren Sajet en Polak,
is er nu reeds een ernstige ondervoeding.
Zijx hopen, dat hun onderzoek het schaam
rood zal brengen op het gelaat
dergelijk leed het eerst en het meest
iprakelijk zijn, anderzijds
aansporing,
schijnlijk niet voldoende zijn tot den nieuwen
oogst. De graanoogst is in de nieuwe wereld
niet best uitgevallen, Amerika zal zeker niet
aan de buitengewoon hooge vraag naar graan
van Europa kunnen voorzien; ook ons volk
zal op broodrantsoen gezet worden en zeker
nog wel eens een bruinbroodperiode moeten
doormaken.
Bijzonder pessimistisch wordt
over de toe
komst gedacht in een hoofdartikel in de N.
R. Ct. over levensmiddelenschaarschte en
productie. Het vermoeden wordt daarin uit
gesproken, dat in de komende maanden het
voorzieningsprobleem een steeds ernstiger,
misschien wel //ijzingwekkend” karakter zal
verkrijgen. Het is onvermijdelijk, dat de
schaarschte toeneemt met den langeren duur
van den oorlog. Wanneer minister Treub bij
het uitbreken van den grooten oorlog geweten
had, dat deze oorlog jaren zou duren, zou hij
het trotsche woord, dat er in Nederland geen
honger geleden zal worden, wel onuitgesproken
hebben gelaten. Thans begint hongersnood
alle landen van Europa te bedreigen. De
flesch loopt leeg, als er een scheur in het
glas is. Zoo zijn ook schaarschte en duurte
de onvermijdelijke gevolgen van den oorlog.
Rusland, een der grootste voortbrengingslanden,
levert niets op de Europeesche markt. Door
onvoldoende kunstbemesting heeft de bodem
in West-Europa minder dan gewoonlijk op
gebracht en daarbij komt nog een schrale
oogst in Amerika. Tientallen millioenen mannen
in Europa moeten krachtig gevoed worden en
zij brengen niets voort dan wonden en dood 1
In het genoemde hóofdartikel wordt zelfs
deze noodkreet gehoord ,/Er dreigt een tijd
te komen, dat niet langer voor veel geld
weinig, doch dat er voor goud en goede
woorden niets meer te krijgen zal zijn
We moeten helaas zeggen dat de oorlog
op zijn mooist in den loop van het volgende
jaar geëindigd zal zijn. Op den Balkan is
alles nog in gisting; daar woedt de bewegings
oorlog met al zijn verrassingen. Duitschland
zal voor de toekomst vooral een weg naar
Azië willen hebben en wendt niet zonder
succes zijn uiterste kracht aan, om zijn posi
tie op den Balkan te behouden en te ver
sterken. Roemenië zal het tot eiken prijs
willen hebben. Op het Westfront heerscht
de eentonigheid van den positieoorlog; het
Duitsche front brokkelt onder de mokerslagen
van de Fransche en Engelsche legers wel
iets af, maar het is afbrokkelen, geen scheuren
en breken. Het kan maanden duren, voordat
de Duitschers uit Noord-Frankrijk verdreven
zullen zijn en dan moeten ze zelfs zwaardere
tegenslagen ondervinden dan thans. De oorlog
zal den winter doorslepen; ondertusschen
zullen de oorlogvoerende staten werken zoo
hard ze kunnen, om groote voorraden ammu
nitie en kanonnen te maken en dan laait de
hel weer op in bet voorjaar. Wellicht zal
dan in den zomer of nazomer van 1917 het
einde daar zijn.
Zoo zullen we
Vrijdag schijnt thans de geijkte dag voor
onze Raadsvergaderingen te worden, ook de
laatste vergadering werd op dien dag gehouden.
Het reeds aangekondigde voorstel tot afschaf
fing der kermis is nu ingekomen. Het voorstel
gaat uit van de drie a.-r. raadsleden.
Ongetwijfeld zal het voorstel wel gesteund
worden door de bekende principieele tegen
standers der kermis, maar wij verwachten niet,
dat er een meerderheid voor in onzen Raad
is te »iuden. De tegenstanders die uit prin
cipe ook buiten Bolsward geen vermakelijk
heden als café-chantants, operettes, revues en
tooneelvoorstellingen bezoeken, kunnen hun
standpunt nog al gemakkelijk verdedigen, voor
anderen die minder gemoedsbezwaren hebben
en in de groote plaatsen wel eens een kijkje
nemen bij die voorstellingen, wordt het lastiger.
Zij beloopen toch de kans op hun vingers te
worden getikt, wanneer zij als zedemeesters
voor anderen willen optreden.
De Vereeniging voor Evangelisatie verzoekt,
mocht de kermis blijven bestaan, geen tenten
enz. meer te plaatsen op het Hengstepad.
In de eerste plaats zal het wel onmogelijk
zijn om aan dit verzoek te voldoen, daar we
in Bolsward geen andere geschikte pleinen
daarvoor bezitten, maar bovendien gelooven
wij niet, dat de bezwaren zoo overwegend zijn,
om het verzoek toe te staan. Met een klein
beetje inschikkelijkheid kan men dien enkelen
kermis-Zondag den tweeden dienst gemakkelijk
vervroegen en b.v. houden om 2 uur. Dan
waren alle bezwaren opgelost. Een dergelijke
regeling werd dit jaar ook getroffen in de
Joure, waar bet Kerkbestuur den dienst voor
dien enkelen middag vervroegde en waardoor
zoowel de voor- als de tegenstanders der kermis
werden gebaat.
Het woord is thans aan den Raad. Het
pro en contra zal wel weer breed worden uitge
meten.
De hoofdschotel der vergadering betrof het
voorstel tot tijdelijke verhooging van den
gasprijs.
De ingekomen missive van den Minister
liet aan duidelijkheid niets te wenschen over
en het is voor eene noodzakelijke kolen
besparing noodig om maatregelen tot beperking
van het gasverbruik te nemen.
Waar in Sneek de verhoogde prijs op 25
cent per stère is gesteld, komen wij er hier
nog al gemakkelijk af met een maximumprijs
van 16 cent.
Ongetwijfeld zal er door de aangenomen
vroegere sluiting van winkels en voor het
publiek toegankelijke magazijnen, van koffie
huizen enz. nog al wat gas bespaard kunnen
worden. Bovendien is door dezen maatregel
ongemerkt de 8 uur winkelsluiting ver
kregen, er zullen toch niet velen zijn, die
na 8 uur met petroleumlicht hun winkel open
houden. Maar industrieelen zijn in hunne
werkplaatsen niet in de gelegenheid om mftider
gas te verbruiken, terwijl oo.k voor menig
huismoeder het niet gemakkelijk zal gaan om
op kookgas te besparen. Voor laatstgenoemden
wordt het eene gedwongen belastingverhooging,
waaraan niet valt te ontkomen.
Enfin, als wij maar buiten den oorlog
blijven, dan zijn deze tijdelijke maatregelen
nog al te dragen.
Zitting van Vrijdag 1 December 1916.
den oorlog niet dadelijk gemakkelijk gaan,
omdat de invoer van allerlei artikelen uit den
vreemde ook maar niet dadelijk weer vlot
zal gaan. We brengen ieder .jaar voor eigen
behoefte tarwe voort voor slechts drie en
rogge voor zeven maanden en moeten dus
veel graan van elders aan voeren. Ook
hebben we groote hoeveelheden kunstmest
stoffen uit het buitenland noodig, opdat onze
oogst zoo overvloedig mogelijk worde. De vraag
naar broodkoren in Amerika zal na den oorlog
sterk toenemen, omdat dan ook Duitschland
en Oostenrijk met hun bestellingen komen.
Wel zal dan ook Rusland weer graan uit
voeren, maar het zal niet zoo makkelijk en
vlug gaan, om het Russische koren bier te
krijgen. De vraag naar scbeepsruimte zal het
aanbod verre overtreffen en de vrachtprijzen
zullen enorm stijgen. In verband met datzelfde
verschil tusschen vraag en aanbod van vele
artikelen zullen ook de maximumprijzen voor-
loopig niet afgescbaft kunnen worden, anders
zou er een wilde speculatie ontstaan. Maat
regelen, die blijven moeten, zijn de werkeloos-
heidsverzekering met staatshulp en de arbeids
bemiddeling over bet gebeele rijk.
De oorlogstijd heeft ons geleerd, om het
bedrijfsleven meer te organiseeren en te sociali-
seeren (te richten op maatschappelijk welzijn).
Groote moeilijkheden zal de financieele afwikke
ling van den oorlog brengen. Zonder schade
voor de economische kracht der volkeren
kunnen.de belastingen niet sterk verhoogd
worden. Sommigen meenen, dat de Staten de
oorlogsschulden wel zullen balveeren of tier-
ceeren, dus van huu macht gebruik maken,
om tot de schuldeischers te zeggen: Gij hebt
slechts recht op terugbetaling van de helft
of een derde, meer krijgt ge niet, een manier
van rekenen, die alleen de Staat zich mag veroor
loven. Maar ook daartegen zijn onoverkome
lijke bezwaren. Het levensverzekeringsbedrtjf
heeft een groot deel van zijn fondsen in
oorlogsleeningen belegd en als men dit finan-
tieel verzwakte, zou de heele maatschappij er
schade van lijden. Vooral in de oorlogvoerende
landen zal na den oorlog de strijd tusschen
arbeid en kapitaal met kracht gevoerd worden.
De arbeiders zullen denzelfden levensstand
aard willen houden en daarom boogere loonen
eischen wegens de duurte der levensbenoodigd-
heden. Deze strijd is er ook na 1870 geweest,
maar hij zal thans van meer beteekenis zijn,
daar de organisaties ook meer beteekenen dan
toen. Ook in ons eigen land zal er bij de
fabrikanten de neiging zijn om de loonen te
drukken, om te kunnen exporteeren erf verzet
van de arbeiders daartegen zal niet uitblijven.
Onze internationale positie zal ook moeilijk
zijn. Omdat wij geen partij gekozen hebben,
zijn allen tegenover ons min of meer koel en
wantrouwend gestemd. Met den economischen
oorlog zal het zoo’n vaart niet loopen, omdat
de geallieerden het staal en de chemische
producten van Duitschland niet kunnen missen.
Toch is een tarievenoorlog tusschen de vijanden
na den vrede wel waarschijnlijk en wij loopen
gevaar, daarbij doodgedrukt te worden. We
hebben echter een goede kans, om als makelaar
tusschen de geallieerden en centralen op te
kunnen treden en hier een bloeienden tusscben-
handel te krijgen, indien wij ons de goede
gelegenheid niet laten ontglippen. Na een
jaar of vijf, tien, zal de haat tusschen de
tegenwoordige oorlogvoerende landen wel wat
afgesleten zijn.
Prof. Treub eindigde met een aansporing
aan de studenten, om flink te studeeren en
eens door economische kennis ons volk door
de vele moeilijkheden, die ons wachten, te
leiden. N. Harl. Ct.
Het gaat met de verdeeling der levens
middelen door Rijk en gemeenten buiten
gewoon langzaam. De distributiewet is reeds
met October in werking gekomen en nu bijna
twee maanden later, begint er een en ander
los te komen. Beschikt de regeering wellicht
niet over voldoende voorraden en houdt ze
wellicht zoolang mogelijk vast, wat ze heeft,
opdat dit zoolang mogelijk zal duren Zeker
is het, dat schaarschte van menig belangrijk
artikel dreigt. De treinenloop zal verminderd
worden, de productie der Limburgsche mijnen
vermeerderd, want er dreigt steenkolennood.
De regeering zal lezingen laten houden, om
ons volk te leeren niet van aardappelen alleen
te leven. Hoewel de regeering hierin tijdig
flinke maatregelen genomen heeft, zal toch
de aardappelen voorraad in ons land waar-
en zonder vergunning.
Hij oefende zich wat in
het schieten, want hij had plan later jager
te worden.
Toen men
geweer toonde, om
wapen was, waarmee
hij er de hand al verheugd
Mag ik het weer meenemen? Dat zat
natuurlijk niet glad.
De eisch was 2 maal f 5 boete of voor
elke boete 3 dagen hechtenis met verbeurd
verklaring van het geweer.
Daarna kwam weer als beklaagde voor
J. v. D. van Koudum, die ook in de eerst
genoemde strafzaak, beklaagde was.
Nu was hem ten laste gelegd dat hij in
de buurt te Koudum tegen een stek beeft
geleund, iets wat bij verordening verboden is.
Bekl. antwoordt toestemmend op de vraag, of
hij dat heeft bedreven, maar bij voerde er
niets uit, hij stond er alleen maar een poosje.
De politie getuigt dat daar in de buurt
dikwijls een groepje lui zich posteeren voor
den ingang van een winkel. Doordat er over
geklaagd is, werd het bij verordening ver
boden. Deze bekl. is meermalen gewaarschuwd,
dat hij daar niet mocht blijven staan, maar
bij wil het niet laten.
Bekl, wil het doen voorkomen, dat de politie
het juist op hem gemunt heeft, doch hem
wordt beduid dat bij dit dan zeker aan zijn
eigen handelingen te danken heeft. De politie
heeft hem reeds meermalen gewaarschuwd,
dus heeft hem al reeds clement behandeld.
Eisch f 2 of 2 dagen.
De laatste beklaagde, T. 8t. te Witmarsum,
kreeg 10 Nov. een bekeuring, doordat hij in
de bebouwde kom van het dorp op een rijwiel
reed, waarop een jongen achterop stond. Dit
is bij verordening verboden.
Beklaagde bekent, het jongetje wilde graag
mee naar het dorp rijden. ,zToen wij bij de
buizen waren, zei ik, dat hij er af moest
gaan, maar een klein eindje reed hij nog mee,
en de politie zag dat juist.11
Eisch f 1 of 1 dag.
Behalve 11 kinderzaken die niet publiek
behandeld worden, waren er heden nog 30
zaken op de rol, waarvan slechts de 4 boven
genoemde beklaagden verschenen. Tegen al
de overige werd verstek verleend, ze werden
behandeld na de schorsing der zitting.
Uitspraak der vonnissen op 15 Dec. a.s.
Toen wij j.l. Vrijdag het gebouw van het
Kantongerecht naderden, werd onze aandacht
al direct getrokken door een groot aantal
rijwielen dat rondom den ingang was neer
gezet. Wij moesten dus wel denken, dat er
een behoorlijk quantum beklaagden zou zijn,
maar toch dit was niet het geval. Toen wij
arriveerden was in behandeling een zaak de
vorige maal uitgesteld om nader de getuigen
te booren. Het betrof een soort straatschen
derij, van jongelui die te Koudum zich schuldig
hadden gemaakt aan burengerucht, door ’s
avonds óp de ruiten te slaan. Hoe ’t geval
zich juist heeft toegedragen kunnen wij niet
vermelden, wijl het getuigenverhoor hierom
trent nagenoeg was afgeloopen. Wel waren
de verklaringen, naar wij meenden te ver
nemen, niet heel eensluidend geweest, want
de heer Ambtenaar is niet overtuigd door de
gegeven getuigenissen van de schuld van
beklaagde, en vraagt vrijspraak.
H. H. te Cubaard, die daarna als beklaagde
Het is een waarheid, waarover wij niet te’
twisten boeven, dat niemand de toekomst
kent. Toch maakt het verschil, wanneer de
eerste de beste praatjesmaker of een geleerde
als prof. Treub vermoedens uitspreekt over
de dingen, die komen zullen. Tegen den eerste
zeggen we: Daar weet niemand wat van!
We denken erbij: Jij zeker niet! Maar naar
een man als Treub - luisteren we gaarne. Juist
omdat hij het heden beter doorziet en begrijpt
dan vele anderen, heeft hij meer recht om
over de toekomst te spreken. Hij geeft maar
niet een los praatje ten beste, noch werkt bij
met kaart en koffiedik, maar bij past de
waarheid toe van de Genestets woord In
het heden ligt *t verleden, in het nu wat
worden zal. Verleden en heden geven hem
grond voor onderstellingen en verwachtingen
voor de toekomst.
Voor de Leidsche studenten heeft hij ge
sproken over den vermoedelijken invloed van
de tijdens den oorlog genomen economische
noodmaatregelen op de toekomst. Niemand
verwacht meer, dat de vrede ons maar dadelijk
zal verlossen van den geweldigen oorlogsdruk,
waaronder wij leven, en Prof. Treub zéker
niet. Hij ziet de toekomst donker in, ook al
vreest bij haar niet. Hij is als de kapitein
die in noodweer zijn hoofd schudt en bromt:
We zijn er nog nietmaar tegelijkertijd alle
maatregelen neemt, om de gevaren te boven
te komen en wakker op zijn post blijft. De
maatregelen, die genomen zijn tijdens den
oorlog, zullen niet alle dadelijk na den oorlog
weer ingetrokken kunnen worden. Hoewel
Prof. Treub een
verzekert hij, dat
zijn, na den vrede voorloopig de uitvoerver
boden te handhaven. De vraag naar producten
uit ons land zal na den oorlog toch waar
schijnlijk toenemen en we moeten allereerst
in eigen behoeften voorzien. Dit zal ook na