Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 10.
Ver schijnt Donderdags en Zondags.
1917.
56sta Jaargang.
Redenaties van n Leeuwarder.
Donderdag 1 Februari.
BINNENLAND.
Irnsum.
■I
Bolswardsclie Courant
VOOR
Afzonderlijke
Dat het
OP
O. N.
50 Cts. Vervolgens
naar plaatsruimte.
dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
zoo
groote vischotter te bemach-
er weer op uit een
Ongelukkigerwijze
plaats op de Lek meer,
afgesloten
was dit ook
mijn jeugd,
ijs.
’t Is niet hunne
de stad er zoo on-
-4e Bolsward.
De le prijs
4e f 10.
altijd even
zoo goed als uitverkocht,
er te krijgen.
N, v. d. D,
Gedenk de baanvegers!
schuld, dat de banen om
oogelijk uitzien!
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels
10 Cts. per regel. Overigens
Het bureau van
Steenwijk, 29 Jan. Na afloop der hard
rijderij j.l. Donderdagavond zouden L. v. D.
en D. R. nog eens voor de aardigheid tegen
elkaar om ’t hardst rijden. Zij wisten niet,
dat de ijsbaan met ijzerdraad was
en door de ingevallen duisternis
niet meer best te zien. Beiden reden met
zoo’n kracht tegen bedoelden draad aan, dat
zelfs een dikke paal als glas afknapte en zij
een paar geweldige buitelingen maakten, ten
gevolge waarvan zij het bewustzijn verloren.
R. kwam spoedig weer bij, doch van D., die
een gapende wonde aan het hoofd had ge
kregen, werd in zorgwekkenden toestand naar
huis gebracht. Eerst na geruimen tijd keerde
het bewustzijn terug. Verschijnselen van hersen
schudding deden zich voor. Naar wij vernemen
is zijn toestand nog niet buiten gevaar.
Schoterland, 29 Jan. De distributieregeling
in deze gemeente laat wel iets te wenschen
over. We hebben gezien, dat winkeliers met
ABONNEMENTSPRIJS40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
de breede ijzers, over de groote broer, die al
op de gracht reed, ja waarover al niet.
En buiten den tuin, dan lag daar de stads
gracht, waarop duizenden menschen krioelden,
dan hoorden We ’t geschreeuw van „lekkere
pillen, gezonde pillen”, van „hiete melk en
koue Jan”. We hoorden dat geheimzinnig
schuifelen van duizenden ijzers over ’t ijs
en er kwam een groot verlangen in ons op
ook eenmaal zoo te kunnen rijden op die
groote stadsgracht, tusschen al die gropte
menschen...
Wij lezen in de Friesche Courant:
Dat is nu al een eeuwigheid geleden. Toen
leerde jong Leeuwarden schaatsrijden op den
vijver van den Prinsentuin. Dat was het oord.
Ik geloof dan ook met een gerust geweten
te kunnen verklaren, dat er minstens 100.000
jonge Leeuwarders daar hun eerste capriolen
ten beste hebben gegeven en aangezien de
baan rond was, een dorado om er’t „praamke-
scbuveu” in de perfectie te leeren. De vijver
was toen nog heelemaal niet diep zooals nu
en bijgevolg erg vertrouwd. De orde werd er
uitstekend gehandhaafd door den baanveger
Molijn, wiens bezem minstens ’t zelfde ontzag
aan de krioelende kleuters inboezemde, als nu
de wapenstok van een politieagent. Als vader
Molijn met zijn dreigend opgestoken bezem
naar de plaats des onrechts stevende, sloffende
om niet te vallen, de wenkbrauwen streng
gefronst, dan was het een „sauve qui peut”
naar alle kanten en ’t relletje was uit.
Overigens was hij een zeer waardig man,
waaraan de slappe pijp die in zijn mond scheen
vastgegroeid, iets gemoedelijks gaf.
Met weldoende kalmte nam hij de ver
maningen van bezorgde moeders in ontvangst
om vooral op Marietje te letten, want het
kind was zoo onbesuisd, of Dolf in de gaten
te houden als ie weer naast zijn schaatsen
mocht staan. En vader Molijn nam ouder een
dankbaar tikje aan de muts de centen in
ontvangst als loon voor zijn trouwe hoede en
dacht natuurlijk verder noch aan Marietje’s
wildheid, noch aan Dolf, die altijd naast de
schaatsen stond. Alleen zooals gezegd bij ruzie,
dan was hij de wrekende gerechtigheid en
geducht in zijn toornenden bezem.
Op de wal vlak aan den kant, voor den
muziektempel, die toen een heel wat minder
gewichtig aanzien had dan nu, troonde moeder
Molijn met de disch. ’k Geloof dat ze beiden
al ter ziele zijn en als het niet zoo is, nou
dan is ’t nog niet erg, want er wordt geen
kwaad gesproken, integendeel. Moeke Molijn
had het natuurlijk erg druk. Voor twee centen
kon men bij haar een kom chocolademelk
koopen. Ik zie nog de blikken theestoof met
den blikken ketel, die altijd opnieuw weer
bereid werd gevonden chocolademelk te
scheuken, ’t Was gewoonweg een wonder, nog
grooter dan van de weduwe Van Sarfat, die
koeken bakte en hoe meer ze bakte, hoe meer
beslag er over bleef. Die chocolademelk van
moeder Molijn was verrukkelijk.
Neen werkelijk, zoo iets lekkers kan men
bezwaarlijk ooit geproefd hebben. En als men
dan zoo’n lekker warm bakje naar binnen liet
glijden en men proefde de geur van de
chocolade, nou dan was men koninklijk uit.
Later is mij duidelijk geworden, dat die
chocolademelk beslist niet lekkerder kan zijn
geweest, dan die ik thans kreeg, maar dat de
omstandigheden het genot zoo intens maakten.
Wilde men liever een pil, zoo’n Holleway’s
pil, ook daarvoor kon toen bij moeder Molijn
terecht. Maar ik meen mij te herinneren, doch
ik wil er niet te vast op staan, dat zoo’n pil
drie centen kostte... en drie centen... dat zat
er niet aan. Maar moeder Molijn rekende ook
op schraler beursen en daarom had ze twee
blikken trommeltjes op haar disch staan en
daarin waren „steken” en „kussentjes” ver
borgen. Een „steek” kostte één cent en twee
„kussentjes” een halve cent. En nou heb je
nog nooit zoo iets heerlijks geproefd dan zoo’n
groote „steek” of zoo’n „butterkussentje”.
Als ik mij er even indenk proef ik nog de
heerlijke smaak. Moeke Molijn had natuurlijk
nog andere kostbare zoetigheden op haar disch,
maar wat ik nu heb opgenoemd, waren de
meest gewilde ijs-artikelen. En zoo trokken
wij dan sobbelend op onze steek of nog
proevend den heerlijke smaak van de chocolade
melk welgemoed den vijver rond „praamke-
schdvend” om bet leven of met streek-
neigingen balanceerend en daardoor onderst
boven vallend en weer opstaand, lachend en
snaterend ais jonge eenden, opbakkend over
onze rijkunst, over onze schaatsen, over onze
groote broer, die al op de gracht reed... och
wat een mooie tijd Als het vier uur was
deed vader Molijn zijn bezem dwars voor de
buik en dan wisten wij dat de „baan” ge
sloten werd. Als een kudde werden we naar
den kant gedreven, de schaatsen los en met
moeizame beenen hompelde de heele schare
naar huis, druk disputeerend over de „gang”,
die men al kon zetten, over de schaatsen met
’s levensbaan niet
voorspoedig gaat, ondervond de
arbeider Mous alhier ook. Woensdag
gelukkig eene
tigen, was hij Vrijdag
goede vangst te doen,
kwam hij op eene
waar het ijs niet sterk genoeg was en hij
er door zakte. Geheel op de ruimte, alleen
met zijn hond, kwam hij in eene akelige
positie, daar telkens het ijs afknapte. Na
zeer veel moeite echter gelukte het hem
uit het natte element te klauteren. Na zich
te Abbingawier van droge kleeren voorzien
te hebben, kon hij inplaats van een vischotter
in den zak een nat pak kleeren thuis brengen.
O. N.
Heerenveen. Tegen een winkelier te Jub-
bega is proces-verbaal opgemaakt, omdat hij
zijn kippen voederde met regeeringsrijst.
Is dit zoo, dan zal een veroordeeling volgen
en hem de regeeringsartikelen worden ont
houden.
Een waarschuwing voor anderen.
Geen aardappelen.
Er zijn zoo weinig aardappelen beschikbaar,
terwijl het winterweer het vervoer onmogelijk
maakt, dat het noodzakelijk is aardappellooze
dagen in te voeren.
Er zullen slechts zooveel aardappelen be
schikbaar worden gesteld, dat het publiek
slechts 4 dagen aardappelen eet, terwijl het
zich 3 dagen met rijst moet vergenoegen.
Ieder ingezetene kan 2 ons rijst per dag
verkrijgen en slechts de helft van de gewone
hoeveelheid aardappelen.
Een fraai vooruitzicht inderdaad, waar
thans reeds geen aardappelen zijn te bekomen
en men later met de helft van niets tevreden
moet zijn. N. Harl. Ct.
De snelste rijder.
Men schrijft uit Heerenveen aan het Alg. H.:
Ofschoon de ouders van den hardrijder
Slager te Wolvega eerst liever zagen dat hun
zoon niet meer uitkwam op de korte baan,
En nu is me daar zoowaar een winter
uit de lucht komen vallen, want wie had
nu gedacht dat nog een echte winter mogelijk
was. Een paar dagen vorst en dan weg,
dat is zoowat de usance in de laatste jaren.
Wat hebben we onze’kinderen niet beklaagd,
die op zoo’n manier nooit ’t rijden kunnen
leeren. En kijk, daar is hij waarempel en
echt. De gracht is weer als oudtijds bezaaid
met menschen, de baan bij de Oldehove heeft
zich weer met vlaggen getooid en duizenden
hebben weer gekeken naar dat opwekkende
schouwspel, op dezelfde plaats waar voorbij
gegane geslachten ook hebben gekeken naar
die traditioneele wedstrijden. Er is een
stroom van leven door Friesland gevlogen
Van uren afstands komen de landbewoners
weer naar de stad, de schaatsen traditioneel
om den nek gehangen; gearmd met de fleu
rige „famkes” uit de greiden en de „Walden".
Er wordt weer geschikt en geplooid om
een vrijen middag te krijgen, om ook eens
langs de ijsbaan te stuiven, om weer eens
uren afstands in evenzoovele kwartieren af te
leggen. En ik heb ook mijn oude trouwe
Wargaster doorloopers eens opgezocht en ook
eens geprobeerd, wat ik er nog van terecht
kon brengen. O, ik wil niet pochen, ’t viel
me in ’t eerst niet mee. Mijn beenen leeken
stokken, waaraan ze honderd pond hadden
gehangen. Mijn scheenbeen leek wel op de
pijnbank te zitten, maar ik heb volgehouden
en allengs is ’t beter gegaan. Hebben we
niet allemaal dezelfde ervaring?
En toen mijn beenen wat al te -erg be
gonnen te trillen, toen zag ik bij een twee
sprong een linnen tentje staan. Zulke tentjes
staan altijd bij twee ijswegen, een strategisch
inzicht van een gewonen boerenman, maar
oud, oud, zoo oud als er in ’t grijze verleden
vestingen werden gebouwd. En in dat tentje
ben ik gaan zitten op een wankelende bank
en in dat tentje heb ik een groote kom
kokende chocolademelk gedronken, verruk
kelijk, nooit zoo iets heerlijks geproefd, als
weleer en toen heb ik aan den man gevraagd
„Ha jou ek steken”. „Nou” zei de man, en
ze binne lekker hear”. En toen heb ik de
dikste steek genomen die ik vinden kon en
ik heb hem in mijn mond gestopt en heb
zitten smakken en sabbelen als in mijn vijver
lijd. Onder een laaghangende wolk schoot de
zon hare stralen uit, over ’t^jjladde ijs, over
de talrijke beweeglijke figuren, die in harmo
nische cadans kwamen aansnellen en gingen
verdwijnen en ik heb weer gevoeld, wat een
winter voor Friesland kan wezen; toen heb
ik weer eens doorleefd, maar thans met volle
waardeering, den beerlijken tijd van
toen er bijna altijd winter was en
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek, 30 Jan. De ijsclub „Friso" hield
heden op ’t groote Spoorkanaal een hard
rijderij van mannen boven de 18 jaar.
37 rijders, uit alle hoeken der provincie
namen aan den wedstrijd deel.
Prijswinnaars werden: 1. A. Dikkerboom
te Oudebaske. 2. K. Veldstra te Oenkerk.
3. J. Koehoorn te Letómer. 4. W. de Vreeze
5. _Y- Piersma te Sneek.
was f 40, 2e f 25, 3e f 15,
een kleinen omzet niet minder dan 8 a 14
balen rijst ontvingen en grootere zaken zich
met veel kleiner kwantum tevreden moesten
stellen. Even ongeregeld gaat het met het
spek. Weer andere winkeliers zitten reeds
4 weken zonder gort, een ander heeft nog
steeds voldoenden voorraad. Daarom hebben
zich eenige mannen tot de betrokken autoriteiten
gewend, om te trachten een betere regeling
te verkrijgen.
De vroege ochtendsneltrein LeeuwardenZwolle
weer lijdelijk ingelegd.
Leeuwarden, 30 Jan. De Friesche Bond
van Handelsagenten en Handelsreizigers heeft
op een desbetreffend schrijven aan de Directie
der Spoorweg Mij., bet volgende telegram
ontvangen
„Zoolang veerdienst StavorenEnkhuizen
gestaakt, zal morgensneltrein Leeuwarden ver
trek 6.28 tot Meppel aankomst 7.51, aldaar
aansluitende op sneltrein 140 naar Holland,
met ingang Woensdag 31 dezer dagelijks,
behalve Zondags, loopen.
Leeuwarden, 29.Jan. Wederom is door
den dood eene vacature ontstaan in de Prov.
Staten van Friesland, thans door het over
lijden van den heer K. van Zandbergen van
St. Anna Parochie. In 1913 was hij als ver
tegenwoordiger der S. D. A. P., als Statenlid
verkozen voor het district Franeker. Gister
morgen is de heer Van Z., die tevens lid
van den Raad der gemeente Het Bildt was,
na eene korte ziekte in het Diaconessenhuis
alhier, op 49-jarigen leeftijd overleden.
Harlingen, 28 Jan. De mosselvangst is
hier door de vorst voorgoed stopgezet. De
vorige week werd nog ruim 765.000 kilo’s
aangevoerd, die in waggons geladen ongepeld
en ongezouten naar België en Duitschland
werden vervoerd.
zijn ze ten slotte gezwicht voor zijn aandrang
om nu en dan aan wedstrijden deel te nemen.
Dat hij te Joure door Goodijk geslagen
werd, zat hem hoog, vooral omdat het publiek
meende, dat zijn nederlaag een gevolg was
van gemis aan uithoudingsvermogen.
Hij, de turner, de enorme ver- en hoog
springer, de snellooper op 400 Meter, gebrek
aan Ausdauer op een baanlengte van 160 M.
En hij besloot revanche te nemen.
Te Meppel verbeterde hij al den besten tijd
van Goodijk te Joure, 16 seconden, tot 152/5.
En toen er in de buurt van Goodijk’s woon
plaats Marum, n.l. te Leek, een hardrijderij
om flinke prijzen gehouden werd, ging Slager
den leeuw in zijn hol opzoeken en versloeg
hem in twee ritten.
Gisteren won hij weer den eersten prijs te
Rijperkerk, waar bet puikje der Friesche
rijders aanwezig was. Bij den laatsten rit
tegen den premiewinnaar Rienstra te Oenkerk
(die Baarda vooraf geslagen bad), ontwikkelde
Slager eens al zijn kracht. Het ging tegen
wind in en toen bleek duidelijk, dat hij „het
eind halen kan,” waaraan men te Joure
twijfelde.
Slager is nu de snelste rijder van dit sei
zoen; na zijn nederlaag te Joure heeft bij
zich schitterend gewroken.
Te Rijperkerk trok hij gisteren weer de
aandacht door zijn mooien slag.
Een geesielijke strooming.
De Rotter dammer waarschuwt tegen een
nieuwe geestelijke strooming op kerkelijk
terrein, die de geheele Lekstreek doorloopt.
De bevolking geeft zich over aan een lijdelijk
heids- en onmachtsleer en toont zich geen
roeping bewust te zijn ten opzichte van wat
buiten het eigen persoonlijk leven staat. Zij
belijdt een soort ascetisme, dat zich uit in
bijeenkomsten zonder ambtsdrager en waarin
de sacramenten geweerd worden. Van een
gezonde prediking des Woords is zij niet
meer gediend, tenzij het is een hyper-orthodoxe
rede, waarin zij vooral gestijfd worden in het
gevoelen van onmacht en lijdelijkheid.
Een gevolg hiervan is, dat de kinderen
niet meer worden opgevoed zooals dit behoort.
De ouders zeggen: „Laat de kinderen maar
verwilderen, wij kunnen ze toch niet be-
keerenwat baat alle menschenwerk 1” En de
menschen trekken zich weer terug in hunne
eigene overpeinzingen.
Een zedelijke achteruitgang is thans reeds
het zichtbare gevolg.
Regeeringslevensmiddelen
Met het oog op het ,tot dusverre onvol
doende resultaat der distributie van regeerings
levensmiddelen i« binnenkort een regeling te
verwachten, waarbij voor ieder ingezetene de
hoeveelheid vet, rijst, gort, zeep, peulvruchten
enz. wordt bepaald.
Nog meer kaarten derhalve.
Dat straffe maatregelen noodig zijn tegen
ophooping van levensmiddelen is te Utrecht
gebleken, waar bij de winkeliers 35000 K.G.
erwten en boonen in beslag zijn genomen,
welke zij niet anders dan tegen zeer hooge
prijzen wenschten te verkoopen.
Varkenshandel.
In den Gelderschen Achterhoek was deze
week een bijzondere bedrijvigheid onder de
kooplui om aan varkens te komen. De prijzen
stegen tot 45 cent per pond voor varkens
beneden 200 pond slachtgewicht en tot 50
cent voor varkens boven 200 pond, welke
voor de zouterijen worden bestemd. Daar de
exporteurs niet voldoende varkens konden
krijgen om hun consent aan te vullen, moesten
ze varkens op de markt te Rotterdam aan-
koopen, waar men deze nog eenige centen
goedkooper per pond kon krijgen dan in deze
streek. Arnh. Ct.
Te Aalsmeer zitten vele bloemisten thans
bijna zonder brandstoffen en moesten reeds
een deel van hun trekbedrijf inkrimpen, om
toch maar, al is het ten deele, het bedrijf te
kunnen gaande houden. Wie een kas snij
bloemen leeggesneden heeft, brengt er dan ook
geen nieuwe planten in, daar men niet weet,
of in den brandstoffennood zal kunnen worden
voorzien. Het begint er zoodoende, bij al de
misère, welke het kweekersbedrijf reeds den
laatsten tijd ondervindt, thans nog donkerder
uit te zien.
Ook voor particulier gebruik zijn de brand
stoffen te Aalsmeer
en zelfs geen turf is