Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1917.
56ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 18.
Donderdag 1 Maart.
DE JAARBEURS.
r
VOOR
BINNENLAND.
ii>-
if
Bolswardsche Courant
Afzonderlijke
nijverheids-consulenten,
I
de aloude Leipziger
te Lyon. Intus-
een
aandacht gevestigd heeft op de
waaraan wij ons
en zorgeloos
een dier ver
rekening de
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
van mr. Treub als
zou zijn geschied op
Hare Majesteit de
Amsterdam, 27 Febr. De Minister van
Buitenlandsche Zaken heeft te Berlijn in een
uitvoerige nota de Duitsche regeering verant
woordelijk doen stellen voor het gebeurde met
de zeven Nederlandsche schepen en verklaard
van de Duitsche regeering binnenkort een
antwoord te verwachten.
Indien zij zich bereid verklaart de schade
te vergoeden, dan zal worden gevraagd dit
te doen geschieden door het beschikbaar
stellen van een even groot aantal Duitsche
koopvaarders, waarvan een veertigtal een toe
vlucht heeft gezocht in den Indischen Archipel.
De directies der groote stoomvaartmaat
schappijen zijn thans in afwachting
oproeping
van een
vanwege minister Loudon om
andermaal met de regeering te beraadslagen.
Voorloopig vaart geen enkel schip uit.
Lemmer, 27 Febr. In de afgeloopen week
is alhier in 't geheel 2000 pond spiering
aangevoerd, alles onder ’t ijs in zee gevangen.
Voor deze spiering werd 18 cts. per pond
besomd.
Leeuwarden, 26 Febr. Ook hier zal
de steenkoolnood zal er den stoot toe hebben
gegeven een openbare keuken worden
opgericht. De afd. Leeuwarden van de Ned.
Vereen, van Huisvrouwen heeft het initiatief
er toe genomen. Men zal in die keuken tegen
kostenden prijs een goed middagmaal kunnen
bekomen.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
aandrang op, om van deze gelegenheid om
een blik te krijgen op de beteekenis der
Nederlandsche nijverheid, gebruik te maken
door de jaarbeurs te bezoeken en het daar
tentoongestelde aandachtig te bezien, zeker
voor zoover het verband houdt met de bedrijfs-
brance waarin de bezoeker werkzaam is.
Het organisatiewerk der inrichters en de
voorbereiding door de exposanten is thans
afgeloopen; het verder succes kan nu nog
slechts aangebracht worden door de talrijkheid
van de bezoekers.
en de spoorwegmaat
schappijen door het verstrekken van retour-
biljetten tegen enkel tarief, de instelling
ondersteunen. Wij zijn ervan overtuigd, dat
deze tentoonstelling, die eigenlijk geene ten
toonstelling, maar een verzameling van monster
kamers is, met het eenig doel om tot het
afsluiten van leveringskontrakten uit te lokken,
een uitgeproken succes zal blijken te zijn.
Wie zich de moeite geeft om een benaderend
overzicht te verkrijgen van wat al niet in
ons land door goed ingerichte fabrieken ver
vaardigd wordt en even goed, zoo niet beter
dan in het buitenland verkrijgbaar is, staat
allicht verwonderd. Men pleegt uit sleur en
uit die zekere eigenaardige geringschatting
van eigen land die bij de bewoners van kleine
landen zijn begrijpelijke psychologische wortels
heeft, ook ten ontzent nog steeds met zekere
voorliefde te spreken over »ons industrie arm,
achterlijk landje,” zonder erom te denken,
dat deze uitdrukking een kwart eeuw geleden
geldig mocht zijn, maar thans eindelijk toch
eens als verouderd opzijgeschoven moest worden.
In de laatste twintig jaren heeft onze industrie
zich krachtig ontwikkeld en sedert den oorlog
is die ontwikkeling met sterk versnelden tred
voortgeschreden, terwijl de kolossale uitbreiding
en algeheele reorganisatie van het bankwezen,
die in de laatste jaren heeft plaats gegrepen,
voor de naaste toekomst een nog veel snellere
ontwikkeling in het vooruitzicht stelt. De
nijverheidskonsulent Begemann deelt in het
tijdschrijft, dat wij reeds noemden, mede, dat
tusschen Augustus 1915 en November 1916
alleen al omstreeks 150 nieuwe fabrieken hier
zijn opgericbt, zonder nog met de uitbreiding
van reeds bestaande te rekenen, zoodat zelfs
geheel nieuwe industrieele centra onstaan zijn,
terwijl misschien nog sterker spreekt zijne
verzekering, dat het bun, die dagelijks met
de industrie in verbinding staan, moeilijk valt
de lijst van nieuwe Nederlandsche fabrikaten
bij te houden. Wat van al dat nieuwe ook
na den oorlog onder geheel andere en deels
veel zwaardere konkurrentieverhoudingen blij
vend zal blijken te zijn en wat bij gebrek
aan voldoende technische en commercieele
leiding qf bij gebrek aan voldoende kapitaal
of voldoende machinale inrichting tot onder
gang gedoemd is, valt op dit oogenblik nog
niet te voorzien, maar suggestief werkt zeer
zeker een mededeeling als die van denzelfden
schrijver, dat de Technische Hoogeschool te
Delft meer voeling met onze industrie begint te
krijgen, waarvan reeds het gevolg is, dat het
aantal studeerenden sterk stijgt, eene mede
deeling waaraan de beteekenisvolle uitspraak
wordt vastgeknoopt: ,zDe Nederlander begint
meer industrieel te worden; menigeen onder
de jongeren wordt daardoor aangespoord zijn
toekomst in de industrie te zoeken.”
Van deze hoopvolle ontwikkeling zal de
eerste jaarbeurs een beeld geven. Een on
volledig beeld stellig nog wel, zooals bij een
eerste pogen moeilijk anders te verwachten
ware. Maar toch reeds een vrij omvattend
beeld. Terwijl oorspronkelijk het aantal deel
nemers op 300 a 350 geraamd werd, steeg
bet tot niet minder dan 626, zoodat de uit-
stallingsruimte aanmerkelijk uitgebreid moest
worden. Bedenkt men dat de eerste Londensche
jaarbeurs het vorig jaar slechts 350 deel
nemers telde, de derde Deensche 300 en de
eerste Lyonsche, die ook vele inzendingen
uit het buitenland zal bevatten, er 1342 zal
tellen, dan maakt zeker de Nederlandsche
instelling met zijn cijfer van 626 een bizonder
goed figuur.
Het zou ijdel werk zijn een voorspelling
te willen geven omtrent de blijvende resultaten
die met deze eerste jaarbeurs bereikt zullen
worden, te meer wijl die resultaten vrij
stellig nog minder zichtbaar zullen worden
in het aantal kontrakten dat ter beurze zelve
tusschen bezoekers en exposanten zal worden
afgesloten, dan wel in de blijvende indrukken
en commercieele verbindingen die er onge
twijfeld tot stand zullen komen en die zich
eerst later in leveringsovereenkomsten en op
drachten zullen uiten. Buiten allen twijfel
echter staat het, dat, wat thans te Utrecht
in de eerstvolgende weken ondernomen wordt,
niet anders dan aan onze nijverheid ten goede
zal komen. Zaken als deze werken slechts
op den duur ten volle en wanneer het succes
van deze jaarbeurs slechts zou zijn, dat zij
inderdaad z/de eerste” zal blijken en tot een
jaarlijksche blijvende instelling zal worden,
dan reeds heeft zij haar doel volkomen bereikt.
Wij onzerzijds wekken onze lezers met
weelde-artikelen, d.w.z. men kan ze betrekke
lijk gemakkelijk door goedkoopere vervangen
of ze ontberen.
Resumeerende, zegt de heer v. W. R.,
meen ik, dat gedurende eenige jaren na den
oorlog er een groote vraag en dus hooge of
vrij hooge prijzen zullen komen voor graan
en vee; dat deze hooge prijzen echter niet
lange jaren zullen aanhouden en dat voorde
overige landbouw-producten de prijzen laag
of zeer laag zullen worden.
Diefstal met bedreiging.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is
er ingebroken bij den landbouwer C. Hooger-
vorst, aan den ’s-Gravenweg te Rotterdam,
nabij de grens der gemeente. De daders, drie
mannen, aan Hoogervorst niet bekend, dwon
gen met geladen revolvers, hem en zijn huis-
genooten in bed te blijven, terwijl zij in huis
de kasten doorzochten. Met ongeveer f 1200
aan bankpapier en zilvergeld en een effect
van 500 pond sterling verlieten de inbrekers
de woning van den landbouwer. N. R. Cl.
Haring nis volksvoedsel.
Er dreigt een enorme voorraad Hollandsche.
haring door bederf verloren te gaan, aldus
schrijft een inzender uit Vlaardingen aan de
N. R. Ct. Deze haring mag niet naar Duitsch-
land; maar kan moeilijk ergens anders heen.
En in Nederland zelf wordt er niet voldoende
van gegeten. Door regeeringsbemoeiïng is de
binnenlandsche consumptie sterk toegenomen,
maar er zou nog beel wat meer kunnen en
moeten worden bereikt. Tot heden gebruikte
men dit gezonde en zuivere voedingsmiddel
gezouten, gemarineerd of gerookt (de bokking);
de haring is echter, na een paar dagen geweekt
te zijn, ook uitnemend geschikt om gebakken
te worden.
Verscheidene tienduizenden tonnen haring
zijn voor onze volksvoeding beschikbaar, thans
nog in goeden staat, maar dit betrekkelijk
spoedig reeds niet meer.
’t Zou toch onverantwoordelijk zijn, indien
dat prima voedsel door bederf verloren ging.
Haring is, naar men weet, een der meest
voedzame en smakelijkste spijzen.
De duurte blijvend.
De thans heerschende duurte, die men
aanvankelijk als abnormaal beschouwde, zal
blijvend zijn, profeteert De Stand. Natuurlijk
zullen enkele zaken wel weer goedkooper
worden, maar als geheel gezien, zal de uit
werking van dezen oorlog op dit, terrein de
zelfde zijn als na de Frausche revolutie het
geval was. Destijds zijn de behoeften der
burgerij, in geldswaarde uitgedrukt, ver
drievoudigd. Zooveel zal het nu allicht niet
worden, maar de eerste jaren na den oorlog
valt toch een zeer aanzienlijke stijging der
prijzen te verwachten; een stijging die men
nu nog niet zoo opmerkt, omdat verschillende
maatregelen der Regeering de duurte thans
nog in toom houden.
Minister Treub.
Gedurende de laatste dagen worden in Den
Haag in kringen, die op de hoogte kunnen
zijn, eenige bijzonderheden over de oplossing
van de crisis aan Financiën verteld, die den
Haagschen correspondent van de Tel. zeer
aannemelijk voorkomen en de verrassende
benoeming van prof. Treub kunnen verklaren.
Zij zijn de volgende.
Het weder-optreden
minister van Financiën
speciaal verlangen van
Koningin. De heer Treub heeft gedurende
de crisis in stijgende mate bet vertrouwen
van de Koningin verworven, en toen mr. van
Gijn aftrad, moet zij onmiddellijk den heer
Treub naar voren hebben gebracht. De can-
didaat van den premier was een ander, namelijk
mr. J. B. Kan, secretaris-generaal van Binnen
landsche Zaken. Ook dit is waarschijnlijk,
want het heeft zeer velen verbaasd, dat mr.
Gort van der Linden, die indertijd geen vinger
uitstak om minister Treub te redden, nu zich
toch weer tot dezen heeft gewend. Maar dit
zou dan zijn geschied volgens den uitdrnkke-
lijken wil van de Koningin.
Visschen onder het ijs.
In Friesland zetten de visschers tegen
woordig hun fuiken onder het ijs uit. De
vangst is enorm. Soms in een fuik 100 pond.
De prijs van de visch is zeer hoogblei
25 ct., snoek 50 ct., paling zelfs f 1.80
per pond.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Zal het den boer ook in de toekomst goed gaan?
Minister Treub heeft het voorspeld. Zuivel-
en graanboeren, ze gaan, volgens hem, beiden
een gunstigen tijd tegemoet, want alle land
bouwproducten zullen hooger in prijs blijven,
ook na den oorlog.
De heer Th. v. Welderen Rengers te Oer
kerk denkt er anders over, en hij spreekt
zulks uit in bet Fr. IFbl., omdat, wanneer
men al te grif ging vertrouwen op de voor
spelling van mr. Treub, dit zou kunnen
leiden tot opdrijving van pacht-en koopprijzen
met onheilbrengende gevolgen voor ons gewest.
Europa is verarmd. Gedurende lange jaren
zal besparing dus onafwijsbaar zijn. Alleen
het noodzakelijke zal worden gekocht. Van
weelde- en genotsartikelen zullen velen moeten
afzien.
Het graan zal duur worden door de ver
hoogde vrachtprijzen. Deze factor verdwijnt
echter waarschijnlijk vóórdat de verarming
der wereld zal zijn ingehaald, misschien reeds
binnen eenige jaren en daarna zal het graan
goedkooper zijn dan tevoren.
Aardappelen, die niet ingevoerd behoeven
te worden en voor een goed deel op grond
gebouwd worden, die niet voor tarwe geschikt
is, zullen geen invloed ondervinden van den
factor der vrachtprijzen en de prijs daarvan
zal zich regelen naar de vraag, die weer be-
heerscht zal worden door de verminderde
welvaart der arbeidersbevolking.
Wanneer eenmaal de veestapels met het
allernoodzakelijkste zijn aangevuld, zal men
den aankoop stakenverder dan de bevrediging
van de allernoodzakelijkste behoeften zal men
niet gaan.
Ik kan dus, zegt de heer v. W. R., tot
op zekere hoogte meegaan met de verwachting,
dat de graanbouw en de veeteelt in de eerste
jaren na den oorlog hooge prijzen kunnen
bedingenalleen acht ik, dat die overgangs
periode niet lange jaren zal duren en dat
daarna lage prijzen kunnen verwacht worden.
Ten aanzien van de zuivelbereiding en de
andere landbouwproducten meen ik, dat lagere
prijzen tegemoet gezien kunnen worden, zoo
spoedig het eerste legercorps naar huis ge
stuurd wordt, en dat, wanneer eenmaal de
vrede daar is, de prijzen zeer laag zullen zijn
en voorloopig blijven.
Boter en kaas zijn tot op zekere hoogte
Wij lezen in Handelsbelangen:
Het denkbeeld, om ook hier te lande,
gelijk dat te Leipzig reeds sedert onheugelijke
tijden geschiedt, een jaarbeurs te houden is
ongetwijfeld een rechtstreeksch gevolg van
de oorlogsomstandigheden. In het orgaan van
de wakkere vereeniging (/Nederlandsch Fabri
kaat”, uit wier boezem het plan opkwam,
blijkt dat het een resultaat was van een in
de Utrechtsche afdeeling dier vereeniging
gehouden bespreking over de vraag, op welke
wijze de belangstelling in de Nederlandsche
nijverheid het best in de tegenwoordige
omstandigheden zou kunnen worden opgewekt.
Het behoeft zeker geen verwondering te
baren, dat juist in de tegenwoordige omstan
digheden dit denkbeeld rees. De oorlog heeft
het verkeer met de oorlogvoerende landen en
zelfs ook met andere neutrale landen en met
de eigen koloniën door allerlei oorzaken dus
danig belemmerd, dat verscheidene industrieën
door grondstoffengebrek en afzet-moeilijkheden
ernstige bezwaren ondervinden en meer dan
ooit er aan moeten hechten om bunnen bin-
nenlandschen afzet zooveel mogelijk uit te
breiden. Anderzijds is ook de mogelijkheid
tot vergrooting der intensiteit van den bin-
nenlandschen afzet van vele Nederlandsche
nijverheidsproducten sterk toegenomen, nu
dezelfde belemmeringen van het internationale
verkeer de buitenlandsche concurrentie voor
vele Nederlandsche industrieën geheel of
grootendeels hebben uitgeschakeld. Zoo ooit,
dan is dus zeker thans de gelegenheid gunstig,
om de aandacht van den Nederlandschen
verbruiker te vestigen op de aanwezigheid
van deugdelijke Nederlandsche fabrikaten en
het is volkomen begrijpelijk, dat uit over
denkingen in dezen trant bet denkbeeld tot
het houden eener jaarbeurs is ontstaan.
Trouwens, het is zeker niet toevallig, dat
ook in andere landen gelijktijdig gepoogd
wordt tot navolging van
Messe te komen, gelijk o.a.
schen valt aanstonds op een verheugend
onderscheid tusschen het Nederlandsche initia
tief en de gelijktijdige pogingen in oorlog
voerende landen te wijzen. Terwijl ginds de
nieuwe jaarbeurzen deel uitmaken van het
nationalistische streven, om reeds tijdens den
oorlog met de wapenen een economische
voortzetting van den oorlog na de vredes-
sluiting voor te bereiden en dan zooveel
mogelijk alle voortbrengselen te weren uit de
landen waarmee men in oorlog geweest is,
blijft hier zulk een nationalistisch-economisch
streven ten eenen male afwezig. Het bevor
deren van het gebruik van fabrikaat van
eigen bodem is zeker niet alleen een volkomen
geoorloofd, maar zelfs een ook in economisch
opzicht hoogst nuttig streven, wanneer het
geen andere middelen aanwendt dan het ves
tigen van de aandacht op het eigen fabrikaat
en het bevorderen van den afzet ervan door
minstens even groote deugdelijkheid als die
van het buitenlandsche fabrikaat waarmee het
concurreeren wil, en wanneer zoowel het
verslappende middel der patriottische verheer
lijking van het nationale fabrikaat versmaad
wordt, als het evenzeer tot vermindering van
eigen inspanning leidende middel van een
beschermend tarief van invoerrechten. Zoo in
alle zuiverheid opgevat,, is, gelijk gezegd, in
de bevordering van het gebruik van producten
uit eigen land een onmiskenbaar economisch
voordeel vervat, aangezien een eerste stelregel
van goede economie meebrengt, dat men den
verbruikersprijs der waren niet duurder maakt
door noodeloos vervoer, gelijk het geval wordt
wanneer men van heinde en ver fabrikaten
herwaarts transporteert, die in het eigen land
even goed gefabriceerd worden. De oorlog
heeft deze goede zijde gehad, dat zij in allerlei
opzicht onze
onnoemelijke verspillingen
in normale tijden onnadenkend
plachten schuldig te maken en
spillingen, welke per slot van
gansche voortbrenging in onberekenbare mate
duurder plachten te maken, was zeker ook
het volstrekt noodeloos transport dat op de
meest dwaze wijze dikwijls roekeloos begun
stigd werd.
Men begrijpt dus wel, dat wij de opening
der Utrechtsche jaarbeurs met instemming
begroeten en eveneens de omstandigheid, dat
niet alleen de Maatschappij voor Nijverheid,
maar ook de regeering door de diensten harer