Bolsward en Wonseradeel.
ïïïeuws- eu Advertentieblad
No. 21.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1917.
56ste Jaargang.
Van Friescben bodem.
IS THANS
Zondag 11 Maart.
INGEZONDEN.
27 ct. p. ons, 34 ct. p. vierdel.
In vele winkels verkrijgbaar.
Voor wederverkoopers
Te Bolsward bij Firma Lemstra.
Makkum W. v. d. Goot.
Theehandel Focke S. Klein,
HARLINGEN.
BINNENLAND.
t
Bolswardsche Courant
VOOR
Afzonderlijke
KLEIN S THEE
breede geul ijs
Aan den WelEd. Beer Redacteur van de
Bolswardsche Courant.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
salaris van f 7.50
van elke armen
voor de plaatsing.
Een Sociaal democraat.
Bolsward, 8 Maart 1917.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
N. B arl. Ct.
Wat is de waarde van een doodgewoon
gouden tientje en van een doodgewoon gouden
vijfje? Maar die geldstukken zijn niet meer
doodgewoon. Ziet men ze ooit meer «in de
wandeling”? En zoo komt hel, dat we ze
door een gelukkigen bezitter zien aangeboden
in de krant. Voor den meestbiedende.
Het behoeft niet gezegd te worden dat de
thans weder ingetreden felle koude met snij
denden oostenwind even fataal alsongewenschtis.
De armoede die al groot was en die tal
van nette werkmansgezinnen met een niet
in te halen achteruitgang bedreigt, doet zich
des te meer gevoelen, waar naast de moeilijk
heden der voedselvoorziening een dreigende
brandstoffennood het hoofd opsteekt. De
behoefte aan cokes is zoodanig, dat de gas
fabriek, de eenige voorraadschuur, niet aan
de behoefte kan voldoen. Men is derhalve
aangewezen op andere brandstoffen, doch
deze zijn ver van overvloedig, anthraciet en
eierkolen waren niet meer te krijgen, de
aanwezige voorraad turf beeft dientengevolge
een zoodanigen aftrek, dat zij wel spoedig
uitgeput zal zijn, toch moet men zich hier
mede behelpen, ondanks het geringere warmte-
vermogen, omdat er niets anders meer is.
Het is te hopen dat de koude spoedig
over mag zijn, anders is de ellende niet te
overzien. Bij alle verdriet komt ook nog
het gebrek aan drinkwater.
Den Beer A. o. d. M.l
Van U meen ik te mogen aannemen dat
U weet dat, wat voor Bolsward is verboden
in verband met den verkoop van de door U
bedoelde suikerstukjes, dit eveneens voor alle
gemeenten in ons lieve Vaderland bet geval
is, dus ook voor Wonseradeel. Ook de bewuste
bakker kon dit weten. Ik zal de eerste willen
zijn, die aanneemt dat het bakkersbedrijf zwaar
getroffen wordt «te eer ook doordat het aantal
bakkers inderdaad te groot is om zelfs in nor
malen tijd een behoorlijk bestaan te leveren.”
Laten de bakkers echter vooropstellen allen
als een man ridderlijk op te volgen de Regee-
ringsvoorschriftenDie ervaring heb ik helaas
niet. Suikerbrood wordt gelijkgesteld door het
Centraal Broodkantoor in ons land met witte
brood en moet op bons verkocht worden voor
12l/2 ct. per 4 ons. Dit weten onze bakkers.
Zij zeggen rondweg dat dit voor tarwe-water-
brood zelfs te gering is en nu zijn er n.b.
die voor denzelfden prijs een zelfde gewicht
aan suikerstukjes verkoopen. Dit is toelaatbaar,
ook te Bolsward, maar onverklaarbaar.
U is wel voorzichtig met telkens te spreken
van „schijnt." Van mij zult U wel willen
aannemen dat ook in Wonseradeel niet boven
maximumprijs mocht worden verkocht.
De bakkers in Wonseradeel, die zoo nobel
waren de voorschriften op te volgen, zullen
juichen dat ook te Bolsward paal en perk
wordt gesteld aan met wettelijk voorschrift
strijdige handelingen.
Willen de bakkers in alle opzichten de
medewerking hebben van de Burgemeesters,
laten zij dan ook als één man elkaar pal
staan in deze voor hen moeielijke dagen met
zich te gedragen naar de wenken van de
Burgemeesters. Dan ook zullen hun grieven,
mits specifiek en naar de volle waarheid onder
oogen van den Burgemeester gebracht, door
dezen gebracht worden daar, waar zij behooren.
Aan de eensgezindheid onder de bakkers
ontbreekt helaas nog zooveel, althans in mijne
gemeente.
Witmabsum, 7 Maart 1917.
J. H. H. PICCARDT,
Burgemeester van Wonseradeel.
Wonseradeel. 7 Maart. Eenige landbou
wers in deze gemeente zijn voornemens hun
arbeiders gratis of tegen een matigen huur
prijs eenig bouwland af te staan, om voor
eigen behoefte te bebouwen.
Stavoren, 7 Maart. Maandag j.l. kwam
telegrafisch bericht tot sluiting van de zeesluis
alhier. Tengevolge van den hevigen druk
van het binnenwater bleek echter sluiting
onmogelijk, waarvan telegrafisch bericht werd
gedaan. Hedenavond is het, met behulp van
takel» enz., gelukt de deuren te sluiten.
Snoek, 8 Maart. De 16 jarige dienstbode
van den heer J. Volkers aan den Stationsweg
geraakte gister door onvoorzichtigheid plot
seling in brand. Dr. Klein, die spoedig ter
plaatse was, constateerde dat ’t meisje hevige
brandwonden had opgeloopen. Haar toestand
moet thans redelijk zijn.
Leeuwarden, 9 Maart. De scheepvaart is
bijna weer geheel stil gelegd. Slechts enkele
booten (een viertal) waren hier heden van
buiten gearriveerd. Onder deze die vanWartena
en Garijp. Hedenmiddag stoomde de «Slan-
fries” uit naar Harlingen.
Hepk. Rieuwsbl. v. Fr.
Heerenveen. Wij zijn hier thans voorloopig
weer uit den aardappelnood. Regeerings-klei-
aardappelen zijn verstrekt en, wat een voorname
zaak is, van uitstekende kwaliteit. Wij zijn
er van overtuigd, dat in tal van gezinnen
gesmuld is; geen wonder trouwens ook, waar
men den laatsten tijd was aangewezen op
slechte zandaardappelen en rijst, gort e.a. Als de
distributie op de thans uitgevoerde wijze mag
doorgaan, dan kunnen we hier‘wel gerust
zijn. Laat ons zulks maar hopen.
Een andere zorg staat hier velen voor de
deur. Met de heerschende barre koude komt
er gebrek aan cokes en kachel kolen, wat een
ware ramp is, daar het met de tot dusver
verkrijgbare turf niet wel mogelijk is 't vol
doende warm te stoken. En toch is er bij
handelaren in kolen, naar we vernemen, nog
voorraad, maar daar loopen velen een blauwtje;
ze worden dan met de boodschap weggestuurd,
dat ze voor de vaste klanten hun voorraad
disponibel houden. Ook aan de gasfabriek is,
meenen we, nog een tamelijke hoeveelheid
cokes voorhanden, maar het is een heele toer
en bet vereischt een groote mate van wel
sprekendheid om een partijtje machtig te
worden. O. N.
Harlingen. Tengevolge van den aanhou
denden oostenwind, is het zeewater zoo laag,
dat langs den dijk breede zoomen droog
liggen. x
De stand van het zeewater is 1.89 M-N.A.P.;
men herinnert zich niet dat het water ooit
zoo laag geweest is.
Een dertien-tal binnenbooten wordt hier
door opgehouden: zij kunnen ook al wegens'
het ijs de reis niet voortzetten, terwijl te
Nieuwediep een 9-tal booten wegens dezelfde
oorzaak ligt te wachten.
De havens vertoonen een
in ’t midden, de kanten liggen droog; dien
tengevolge kantelde in de Noorderhaven een
praam met mossels. Men heeft de lading
weer op het droge gebracht.
Op de Wadden zijn een aantal mossel-
visschers door de vorst overvallen en zitten
óf in het ijs bf op de droogte. Bij het Griend
zitten er twee en bij de Zwarte Haan vier.
Waar de menschen niet te ruim levens
middelen hebhen, is hun positie niet benij
denswaard.
Wij lezen in De Zuivelcourant
De heer mr. Treub onze tegenwoordige
minister van financiën heeft in de laatste
weken in verschillende plaatsen van ons land,
redevoeringen gehouden, waarin hij uiteen
zette hoe z. i. na den thans beerschenden
wereldkrijg de sociaal economische toestand
van ons land zou zijn. Deze lezing werd o.a.
ook in Leeuwarden gehouden. Met betrekking
tot de toekomst van den landbouw in het
algemeen, kwam de conclusie van den heer
Treub ongeveer hierop neer, dat er na den
vrede een tijdperk van voortdurenden grooten
bloei voor den landbouw zal aanbreken; alle
landbouwproducten, zoowel die van de zuivel
bereiding als die van den graanbouw, zullen
hoog in prijs blijven.
De heer Th. van Welderen baron Rengers
te Oenkerk, komt tegen deze conclusies met
betrekking tot den landbouw op en doet dit
in een ingezonden stuk in het Fr. Weekbl.
waarin hij bet volgende zegt:
«Wanneer iemand van het buitengemeene
gezag van mr. Treub dat zegt, zal dit niet
nalaten grooten indruk te maken.
Waar ik een volstrekt ander inzicht in de
toekomst van den landbouw heb, acht ik mij
verplicht de uiting van mr. Treub niet on
weersproken te laten, omdat daaruit direct,
in opdrijving van pacht- en koopprijzen, prac-
tische gevolgen kunnen voortvloeien, die ik
voor ons geioest onheilbrengend zou achten.
(Cursiveering van ons.
Met sprekende cijfers heeft mr. Treub aan
getoond, hoe groot de verarming van Europa
is geworden. Met zekerheid is dus te ver
wachten, dat gedurende lange jaren besparing
onafwijsbaar zal zijn. Alleen het noodzakelijkste
zal worden gekocht en is dit niet in voldoende
mate aanwezig, dan zal hiervan de prijs hoog
blijvenvan het minder noodzakelijke zullen
sommigen geheel moeten afzien, anderen zullen
het in mindere mate koopen. Van weelde-
en genotartikelen zal een zeer groote ver
mindering van het gebruik te wachten zijn.
Nu behooren tot de categorieën van de
landbouwvoortbrengselen, die noodzakelijk ge
kocht moeten worden, het graan en de aard
appelen en in de eerste jaren na den oorlog
de dieren, die noodig zijn om de geslonken
veestapels weer aan te vullen.
Het graan zal duur worden door de ver
hoogde vrachtprijzen; deze factor verdwijnt
waarschijnlijk vóórdat de verarming der wereld
zal zijn ingebaald, misschien reeds binnen
eenige jaren en daarna zal het graan goed-
kooper zijn dan te voren.
Aardappelen, die niet ingevoerd behoeven
te worden en voor een goed deel op grond
gebouwd worden, die niet voor tarwe geschikt
is, zullen geen invloed ondervinden van den
factor der vrachtprijzen en de prijs daarvan
zal zich regelen naar de vraag, die weer be-
heerscht zal worden door de verminderde
welvaart der arbeidersbevolking.
Wanneer eenmaal de veestapels met het
allernoodzakelijkste zijn aangevuld, zal men
den aankoop staken verder dan de bevrediging
van de allernoodzakelijkste behoeften zal men
niet gaan.
Ik kan dus tot op zekere hoogte meegaan
met de verwachting, dat de graanbouw en de
veeteelt in de eerste jaren na den oorlog
hooge prijzen kunnen bedingen alleen acht
ik, dat die overgangsperiode niet lange jaren
zal duren en dat daarna lage prijzen kunnen
verwacht worden.
Ten aanzien van de zuivelbereiding en de
andere landbouwproducten, meen ik, dat
lagere prijzen tegemoet gezien kunnen worden,
zoo spoedig het eerste legercorps naar huis
gestuurd wordt, en dat, wanneer eenmaal de
vrede daar is, de prijzen zeer laag zullen zijn
en voorloopig blijven.
Boter en kaas zijn tot op zekere hoogte
weelde-artikelen, d.w.z. men kan ze betrekkelijk
gemakkelijk door goedkoopere vervangen of
ze ontberen.
De boter is te vervangen door margarine
als de loonen laag worden, zal een groot deel
der mindervermogende bevolking weer marga
rine inplaats van boter gaan eten. Wel is
waar zal in de centrale landen de boter-
productie zijn ingekrompen, maar juist daar
zal mén buitengewoon op boter gaan be
zuinigen, gewend als men nu reeds is aan
surrogaten. De overige met Nederland con-
curreerende zuivel voortbrengende landen
hebben in hun productie-vermogen waar
schijnlijk niet geleden.
De kaas is eveneens een artikel, waarop de
minder gegoede bevolking gaat besparen,
wanneer zij te hoog in prijs wordt.
Men kan het desnoods zonder kaas stellen
en wanneer de kaas te hoog in prijs wordt,
vermindert de consumptie terstond.
leder weet waaraan de tegenwoordige hooge
prijzen zijn te danken: het is geheel een
oorlogsartikel.
Bovendien zal het veehoudersbedrijf in de
eerste jaren de nadeelige gevolgen ondervinden
van de hooge vrachtprijzen van het veevoeder.
De overige landbouwproducten, waaronder
de voornaamste zijn peulvruchten en suiker
bieten, zullen m. i. evenmin hun hoogen prijs
kunnen handhavenvoor de peulvruchten
geldt hetzelfde als voor de aardappelen, voor
de bieten geldt hetzelfde wat van de kaas is
gezegd.
Resumeerende meen ik, dat gedurende
eenige jaren na den oorlog een groote vraag
en dus hooge of vrij hooge prijzen zullen
komen voor graan en vee; dat deze hooge
prijzen niet lange jaren zullen aanhouden en
dat van de overige landbouwproducten de
prijzen laag of zeer laag zullen worden.
Ik behoef niet te zeggen, dat mijne be
schouwingen niet de waarde hebben van wis
kundige berekeningen. Er kunnen en zullen
zich omstandigheden voordoen, die niemand
verwacht of voorzien zal hebben.
Niemand weet b. v. hoever het ingrijpen
der Regeering na den oorlog zal gaan. Voor
zooverre ik het landbouwbedrijf kan overzien,
acht ik voor de toekomst een pessimistische
verwachting gerechtvaardigd.
Ik voeg daaraan toe, dat het van de energie
van onze landbouwers zal afhangen om de
dépressie tot de geringst mogelijke afmetingen
te beperken, eu ik meen, dat reeds nu moet
worden aangevangen om door grondige be-
studeering der omstandigheden de maatregelen
voor te bereiden die te zijner tijd wellicht
noodig zullen blijken.
Een crisis, die ons voorbereid zal vinden,
is minder te duchten”.
rende de laatste 11 jaren voor de vroed
vrouwen is geweest, doen zien.
In de verordening van 29 Maart
1906 was bepaald dat de beide vrouwen
een salaris konden genieten van f 200-300,
waarvoor alle verlossingen bij armen-
patienten door haar moesten worden
verricht.
In de verordening van 28 Juli 1911
werd het aantal vroedvrouwen wederom
op 2 bepaald met een
voor de behandeling
patiënte.
In de verordening van 1 April 1915
is het aantal weer op twee gebleven en
werd het salaris gesteld op f 100 en
voor elke verlossing boven de 12 op f 8.
In de laatste verordening is bet aantal
vroedvrouwen weer op 2 gesteld, maar is
aan de armen tusschen deze beiden vrije
keuze gelaten. Dit was in de vorige
verordeningen nimmer het geval. De
salarissen in deze verordening, welke in
werking is getreden op 1 Jan. 1916,
zijn bepaald op f 150 en voor elke ver
lossing boven de 15 op f 8.
Als wij nu nagaan dat het particulier
tarief der vroedvrouwen alhier nooit hooger
was dan f 6 a f 8, dan voelt men duidelijk
dat ons geen verwijt kon worden gemaakt.
Overigens staat de laster van Mej. Groot
er totaal naast en is hiermede voldoende
weerlegd.”
Met beleefden dank
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgen»
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bet bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
M.l
Beleefd verzoekt ondergeteekende opname
van het onderstaand stukje in uw veel gelezen
blad.
In de laatste vergadering van de Vereen,
voor Vrouwenkiesrecht alhier gehouden, ver
telde de Spreekster: Mej. Groot van Rotter
dam, dat zelfs in het roode Zaandam, onder
bet bestuur van mannen de belangen der
vrouw niet veilig zijn. Ter illustratie voor
deze opvatting deelde de Spreekster o.a. mede,
dat te Zaandam «De vroedvrouw het werk
«alleen niet meer af kon, zoo dat door den
«Raad een tweede vroedvrouw werd aangesteld
«en meteen bepaalde, dat nu iedere vroedvrouw
«eenvoudig de helft van het salaris zou worden
«uitgekeerd.”
Aangezien ook op andere plaatsen hetzelfde
door Mej. Groot op vergaderingen werd mede
gedeeld, schrijft thans de Zaandamsche Corres
pondent in Bet folk van 3 Maart j.l., het
volgende:
«Om te doen zien hoe leugenachtig
‘de voorstelling van Mej. Groot is geweest,
zal ik de salarisregeling, zooals die gedu-