Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 31.
Verscnijnt Donderdags en Zondags.
1917.
56ste Jaargang.
Levensmiddelen*,,Vervangers’'
IS THANS
Tuinbouw.
Zondag 15 April.
STADSNIEUWS.
Een „Nationale Bond van Nederlandsche
Fabrikanten”.
INGEZONDEN.
27 ct. p. ons, 34 ct. p. vierdel.
In vele winkels verkrijgbaar.
Voor wederverkoopers
Te Bolsward bij Firma Lemstra.
Makkum W. v. d. Goot.
Theehandel Focke S. Klein,
HARLINGEN.
Ingekomen personen over de maand
Maart 1917.
Bolswardsche Courant
VOOR
Afzonderlijke
KLEINS THEE
De Zuivelcourant.
Veisen bij J.
Gaasterland bij
Gaasterland b.d.
Wonseradeel b.d.
Utrecht b.d. ouders,
Wonseradeel, b.d. ouders,
Duitschland bij
gezin van Sneek b. d.
IflMI
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
voor en
gewassen, welke voor menschelijk
directe waarde hebben of wel
voor den uitvoer bestemd zijn.
vrijgekomen bouwland komt
menseb of dier
van Steen wijk bij wed.
Nu de invoer van
mensch en dier niet
beeft, en de kans van
van Dokkum b. d.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Wij hebben te gelegener tijd de aandacht
gevestigd op de noodzakelijkheid, welke zich
tegenwoordig meer dan ooit te voren doet
gevoelen, dat organisatie worde gebracht in
onze nationale nijverheid. Meer dan ooit het
geval is geweest blijkt bet noodig, dat de
Nederlandsche industrie zich schrap gaat
zetten, teneinde in den komenden strijd der
natiën niet geheel onder te gaan.
Het mag een gelukkig verschijnsel worden
genoemd, dat dit door verschillenden in den
lande wordt ingezien. De tijden, dat men
met zijn werk kalmpjes doorging en verder
afwachtte, wat de toekomst zou brengen, zijn
voorbij; dit gevoelt men. Wel kan niemand
voorspellen, wat de tijd ons zal brengen, maar
dat hij ons zal plaatsen voor zeer moeilijke
problemen, mag als vaststaand worden be
schouwd. Daarop ons voor te bereiden is een
kwestie van zelfbehoud.
Een poging in dien zin is die, welke ten
doel heeft om te komen tot de oprichting
van een Nationalen Bond van Nederlandsche
Fabrikanten. Een rondzendbrief is aan ver
schillende vertegenwoordigers der Nederlandsche
industrie gezonden door een voorloopig comité,
waarvan de heer H. J. Kerner voorloopig
waarnemend voorzitter en Jhr. Mr. P. A. G.
de Miliy voorloopig secretaris is. Hun schrijven
houdt in eene oproeping voor eene ver
gadering te Utrecht op Dinsdag 17 April, in
welke vergadering de concept-statuten zullen
worden vastgesteld en tevens een voorloopig
algemeen bestuur zal worden gekozen.
De heer Kerner schrijft aangaande het doel
van den op te richten bond o.m. het volgende:
^Organisatie”, ziedaar het machtwoord der
komende wereldperiode.
Organisatie naar binnen en naar buiten.
Naar binnen zijn wij voor een deel
ook onder den drang der omstandigheden
vrijwel georganiseerd. Wel schier een honderd
tal organisaties, gegroepeerd naar de ver
schillende bedrijven, vele met eigen orgaan
of vakblad, zorgen voor de onderlinge samen
werking en voorlichting op het gebied der
techniek, arbeidsaangelegenheden e. d.
Corporaties als de Mij. v. Nijverheid, Ned.
Ver. v. Tentoonstellingsbelangen, de nog
jeugdige Ver. tot het houden van Jaarbeurzen
voorts de afd. Handel van het Min. v. L.
N. en H„ Bureau van Handelsinlichtingen,
Ned. Ver. v. Econom. Geographie, Ver.
Nederl. Fabrikaat, e. a., thans ook onderling
samenwerkend, zorgen voor de noodige al-
gemeene organisatie, economische voorlichting
en bevordering van belangstelling in eigen
industrie.
Dit alles wat betreft onze organisatie naar
binnen. Hoe staan we er evenwel naar buiten
voor?
Wat binnenlands niet noodzakelijk is, hoe
wel toch ook zeer i
afzet buitenlands ten eenenmale onontbeerlijk
en wel: de organisatie der Nederlandsche
Industrie ^en bloc” als een vast aaneen
gesloten belangen-gemeenschap.
Hoevele gemeenschappelijke belangen hebben
wij naar buiten niet te verwerven of te ver
dedigen, die binnenlands vanzelf gewaarborgd
zijn 1
En laten we ons toch steeds overtuigd
houden van de onovertroffen kracht van het
particulier initiatief. Economische vóórlichting
e. d. zoo de door onzen minister van Buiten-
landsche Zaken geprojecteerde uitbreiding van
Aan een rede van Dr. M. Mansfeld, direc
teur van de Untersuchungsanstalt für Nah-
rungs- und Genuszmittel” te Weenen ont-
leenen wij het volgende:
Een groot gedeelte van de in ’t vorig jaar
geconstateerde vervaischingen komt op rekening
van de stoffen, die dienen moeten om ont
brekende of slechts in geringe hoeveelheid
aanwezig zijnde levensmiddelen te vervangen.
Om aan dit doel te beantwoorden, moet niet
alleen het uitwendig voorkomen van rempla-
gant en voorbeeld overeenstemmen, maar ook
de hoofdbestanddeelen moeten over het geheel
dezelfde zijn.
Een op de juiste wijze bereide margarine
bij voorbeeld kan boter volkomen vervangen;
daarentegen is een met 5 pCt. water aange
lengde boter geen acqui valent voor boter,
omdat zij, wat haar voornaamste bestanddeel,
het vet, betreft, in het geheel niet met haar
voorbeeld overeenkomt.
Van de dierlijke voedingsstoffen kan men
melk, vleesch en eieren absoluut niet ver
vangen; alleen hun conserven, zooals melk
poeder, gecondenseerde melk, pekelvleesch en
vleeesch in blikken, komen in aanmerking.
Wat in den handel voorkomt als plaatsver
vanger voor eieren is meestal slechts gekleurd
bakpoeder. Het bezit volstrekt niet de voe
dingswaarde van eieren, maar kan ze alleen
vervangen bij de bereiding van meelspijzen,
omdat ze ten eerste het deeg geel kleuren,
en ten tweede het baksel doen rijzen. Als
remplagant voor eiwit is de kleurloos ge
maakte en gedroogde bloedalbumine van groote
waarde, maar toch mist zij de hoofdeigenschap
van het versche eiwit: ze kan niet tot schuim
geklopt worden.
Met het gebrek
de groote vraag i
bereiding van soep.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts.JVervolgtna
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
als voorbeeld o.a. de Ameri-
kaansche National Association of Manufac
tures. Deze op bescheiden voet opgerichte
bond van uitsluitend nationaal Amerikaansche
fabrikanten is thans met een algemeen be
stuur van fabrikanten uit de verschillende
branches, geleid door bekwame handelspractici
als managers, snel opgegroeid tot eene der
machtigste industrieele exportcorporaties, met
te New York hare bureaux en monslerzalen
waar niet de monsters in kasten worden op
geborgen, maar waar schier dagelijks ver
nieuwde of aangevulde monstercollecties worden
getoond, door bekwaam in den handel gevormd
personeel en als indirecte basis dienen voor
verdere transacties, een business centrum dus,
met thans ruim 1800 correspondenten over
de geheele wereld, met eigen internationaal
vrachtbureau voor gecombineerde bevrachting,
uitgeefster van eigen internationale export-
periodieken en van een meertalig adresboek
van uitsluitend Amerikaansche fabrieken.
Ziet hier eene der vele voorbeelden van
hetgeen particulier initiatief en handelspractisch
beleid vermag”.
aan vleesch hangt samen
naar bouillontabletten ter
De meeste soorten, die
in den handel voorkomen, bestaan grooten-
deels uit keukenzout, en bevatten weinig of
wenschelijk/is voor den in ’t geheel geen vleeschextractin plaats
daarvan komt wel gistextract voor. De plant
aardige vervangers van vleesch zijn meesten
tijds mengsels van gierst en peulgewassen-
meel met zout en specerijen, waaruit smake-
ijke broodjes bereid worden, die op vleesch-
ooze dagen een ware uitkomst zijn.
De kost, die men als voeding voor de
groote massa heeft voorgesteld, en die bestaat
uit griesmeel van maïs, vermicelli, gedroogde
groenten, zout en zeer weinig vleesch, geeft
een zeer voedzame soep, maar is niet er voor
berekend, om uitsluitend in de behoefte aan
eiwitstoffen te voorzien. Ook de voedingsgist,
dien dienst in het buitenland, zijn ongetwijfeld
van zeer groote waarde, maar bet eigenlijke
werk, waar het per slot van rekening voor
ons zelf op aankomt, dat moeten we toch
immers zeer natuurlijk zelf doen.
Wat ontbreekt, is een algemeene organisatie
van juist de belanghebbenden, de Nederl.
industrie zelf, in wier belang de verschillende
commissies en bonden werken en dat terwij
juist door hechte organisatie der industrie
deze thans min of meer afzonderlijk werkende
krachten tot een maximum rendement met
een minimum van krachtsverspilling waren
op te voeren.
Noemen we
die uit gezuiverde en gedroogde biergist ver
kregen wordt, is van veel waarde als toe
voegsel bij een voedingsstof, die op zich zelf
arm aan eiwit is, zooals bijvoorbeeld bij aard
appelen door de verminderde bierproductie
echter is ze slechts in geringe hoeveelheid
voorbanden.
De remplaganten van olie zijn grof bedrog,
daar zij geen vet bevatten, maar niets anders
zijn dan de waterige oplossing van planten-
slijm, die met benzoëzuur geconserveerd en
kunstmatig geel gekleurd wordt. Bij een
waarde van 50 Heller per Liter werden ze
laatstelijk als »olie” voor 12 Kronen verkocht!
Nog slechter ziet het er met de zeepsoorten
uit. Terwijl een goede vaste zeep 65 pCt.
vetzuur moet bevatten, kwam er vaste zeep
voor met 10 pCt. en zachte zeep met 1 pCt.
vetzuur. De rest is water, soda en minerale
stoffen voor de zwaarte, eveneens kunstmatig
geel gekleurd. Er zijn er ook, die in het
geheel geen vet, maar enkel klei-of porcelein-
aarde bevatten. Deze zijn dan echter geen
zeep, doch een waschmiddel. Het zal nood
zakelijk zijn, de zeep te onderwerpen aan de
wet op de levensmiddelen, om valsche aan
duidingen onmogelijk te maken.
Van de plantaardige voedingsmiddelen moet
bij de meelsoorten het havermeel genoemd
worden als vervanger van tarwe- en roggemeel,
dat als toevoegsel aan bet brood niet deugdelijk
is gebleken, omdat de haverdoppen, die rijk
aan kiezelzuur zijn, prikkelingen van maag-
en darmwand te voorschijn roepen, en aan
leiding tot verschillende ziekten geven. Daaren
tegen is men er in geslaagd, uit gepelde en
gepolijste haver een ideale rempla?ant van
rijst te bereiden, de zoogenaamde haverrijst,
die zich kenmerkt door een hoog vetgehalte,
en binnenkort in den handel zal komen.
Cacao is zoowel een voedings- als een genot
middel de in den laatsten tijd veelvuldig
geconstateerde toevoeging van cacaodoppen is
geen vervanging, maar een vervalscbing, daar
de fijngemalen cacaodoppen grootendeels uit
cellulose bestaan, die onverteerbaar is. Meng
sels van invertsuikerstroop met 10 al2pCt.
cacao komen als chocolade in den handel.
Als vervangers van de koffie komen de
meest verschillende surrogaten voor, die onder
hun juiste benaming toegelaten worden,
hoewel ze met de koffie alleen de bruine kleur
van het aftreksel en niet de opwekkende uit
werking van de kaffrïne gemeen hebben. In
plaats van de thee worden bladeren van braam
bessen en aardbeziën aanbevolen, waarvan het
aftreksel zeer smakelijk is. Ook maté kan de
thee zeer goed vervangen, maar ook de voorraad
daarvan is helaas zeer gering in Oostenrijk.
Maandbl. t. d. Ferv.
Hurk v. d. Johannes A. van
Andela, Groote Dij lakker.
Keilman Johannes H. en gezin van Duitsch-
land, Groote Dijlakker.
Vos Anke van Sneek, Weeshuis, Kerkstraat.
Mulder Gerrit van Haarlem bij Tj. H. de
Jong, Kerkstraat.
Eekhof Catharina J. van
Bouma, Apotheek.
Bezembinder Johan D.
de Jong, Kampen.
Dijkstra Trijntje van Barradeel bij De Lelie,
Dijkstraat.
Harkema Artje van Arnhem b. d. moeder,
Kerkstraat.
Jongsma Douwe van Dokkum bij Sj. Couperus,
St. Janspoort.
Albada Jelgersma Philomena H. M. van
Leeuwarden bij J. Albada Jelgersma,
Kleine Dijlakker.
Teuling den Johannes J. van ’s Hertogenbosch
bij T. de Jong, Kerkstraat.
Hiemstra Hendrik en gezin v. Oostdongeradeel,
Parkstraat, G. 191.
Bruinsma Wilhelmina van
ouders, aan boord.
Sijbrandij Theodorus van
ouders, Cnossenlaan.
Buikstra Anne van Alkmaar b. d. ouders,
Gleibakkerij.
Jong de Djurre van
Laad en Zaad.
Laan van der Klaaske
ouders, Nieuwmarkt.
Boer de Jantje van
Kerkstraat.
Spoel van der Arjan van Leeuwarden, b.d.
ouders, Gr. Kerkhof.
Schaaf van der Sjoerdtje van Hennaarderadeel
bij W. E. Reitsma.
Grabowskij Stanislawa van Duitschland bij
R. Slippens, KI. Kampen.
Kamstra Anna van Duitschland bij R. Slippens,
KI. Kampen.
Ysselstein Pieter en
ouders, Gr. Zand.
levensmiddelen voor
meer geregeld plaats
algeheele onderbreking
lang niet denkbeeldig is, voelt ieder, dat
onze bodem meer zal moeten opbrengen om
gebrek aan voedsel te voorkomen.
De Regeering ging voor en beperkte de
vrije teelt van i
voedsel geen
voornamelijk
Het daardoor
dan voor voedergewassen voor
beschikbaar. Algemeen wordt echter ingezien
dat dit niet voldoende zal zijn, en er wordt
dus overal op vermeerdering van bouwgrond
aangedrougen.
Ook de Gemeente Bolsward zag dit in,
waarom door onzen Burgemeester een com
missie van advies in het leven werd geroepen,
teneinde na te gaan of in deze gemeente geen
land was, geschikt om als tuingrond in
exploitatie te brengen, ter verkrijging van
levensmiddelen, en wel vooral zulke, welke
het best en meest als voedsel dienen.
Deze commissie is er in geslaagd gronden
te vinden, welke dus ter beschikking kwamen
van die inwoners der Gemeente, welke tijd
en liefhebberij hebben om een perceel wbouw”
op een behoorlijke wijze te bewerken en te
onderhouden.
Alle perceelen zijn reeds uitgegeven, en nu
romt het werk voor de huurders aan. Dit
werk valt op zulke nieuwe perceelen echter
niet mee. Zij, die daarmee een weinig op de
hoogte zijn, zullen dit met mij getuigen.
Herhaaldelijk komen er dan ook al huurders
bij mij om te vragen: Hoe moet ik spitten?
Hoe moet ik dat geploegde land bewerken
Hoeveel van dit of dat heb ik noodig voor
mijn perceeltje? En dergelijke vragen meer.
Het is voor mij zeer moeilijk en tijdroovend
iedereen van advies te dienen, vandaar dat
ik mijn toevlucht neem tot de plaatselijke
bladen, om langs dezen weg te trachten voor
iedereen het tuinieren mogelijk te maken.
In de eerste plaats dienen wij dan te weten
welke gewassen het gemakkelijkst zijn te ver
bouwen en tevens welke het best beantwoorden
aan het doel om voor het gezin een behoorlijke
winterprovisie te leveren.
Daarvoor zou ik in de eerste plaats aan
raden peulvruchten (boonen, erwten, capu-
cijners) in de tweede plaats aardappelen, in
de derde plaatskoolsoorten, bieten, uien,
enz. Kan er nog wat anders bij, daar is niets
tegen, maar het noodigste eerst.
Om deze gewassen te kunnen verbouwen,
hebben we allereerst noodig gereedschap.
Men moet zich dus aanschaffen een schop
(terpboor of puntlodde), een tuinhark, een kool-
houwer, een schoffel, een klein soort ballast-
schep en een pootlijn. Om goed te kunnen
werken, moet het gereedschap steeds in goeden
staat zijn. Men doet dan ook bet best door
alles van goede kwaliteit te koopen, maar
vooral ook moet men het goed onderhouden.
Gereedschap, dat gebruikt wordt, is glad of
blank, maar het roest heel spoedig als het
eenigen tijd moet staan. Daarom moet het
na ’t gebruik terstond gereinigd en afge
droogd worden. Moet het langen tijd rusten,
dan wordt het met een weinig vaseline inge
smeerd.
Met voor een dubbeltje vaseline spaart
men gauw eenige guldens uit, terwijl men
met goed onderhouden gereedschap gemak
kelijker werkt. Men moet het ook nimmer
buiten laten staan. Opbergen dus
JOH. JONKER, Stadstuinier.
Wordt vervolgd.
Andere bladen worden verzocht dit over te
nemen.