Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. I No. 56. 1917. Verschijnt Donderdags en Zondags. 56ste Jaargang. Donderdag 12 Juli. Oer ditten en datten. Naar een nieuwen koers? VOOR Afzonderlijke BINNENLAND. Van r ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Provinciale Staten. Zitting van Dinsdag. Benoeming lid Ged. Staten. Bij de heden in de Prov. Staten gehouden verkiezing van een lid der Gedep. Staten (vacature Peereboom) werd de heer T. M. T. van Welderen baron Rengers, oud-gedep. en oud-lid der Eerste Kamer, (lib.) gekozen met 30 stemmen. Op den heerP. Hiemstra (S.D.A.P.) werden 19 stemmen, op den heer Stoop 1 stem uitgebracht. Rechts heeft dus bij eerste stemming op den liberalen candidaat gestemd. (We vernemen dat de heer Sijtsma, burge meester van Oostdongeradeel, die eerst als ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. As men net better witten hie, dan scoe men forliden Moandei tocht hawwe, dat de peteroalje for ’t heljen wier en in hopen warden hjarren sa, as scoe men jild ta krije. ’t Wier krekt as efernei in tiid fen hongers- noad, einliks in lading iten oanfierd waerd, dat oan alle lijen en elinde in ein meitsje scoe, sa wieren de minsken op it skik mei in bytsje peteroalje. De hiele Moandei stie yn 't teiken fen ’e peteroaljekanne en de iene seach blider as de oare, as men in mingel ef in healmingel bisette kinnen hie. It wier oars kwartje voor hen N. H. Cl. De bakkers en de kolennood. Te Maastricht is Zondag op het stadhuis een vergadering gehouden met alle bakkers van Maastricht, Oud-Vroenhoven en St. Pieter, onder voorzitterschap van den heer Bauduin, voorzitter van de brandstoffencommissie inzake den kolennood. Er zijn voor Maastricht maandelijks 200 ton steenkolen noodig voor de bakkers en maar 130 ton beschikbaar. Nu werd voorge steld, ter kolenbesparing, groepen van bakkers te vormen, die beurtelings van één oven gebruik zouden maken. Eene commissie werd benoemd om de zaak te regelen. Men hoopt daardoor brandstof te kunnen besparen. Anders is men van plan een grooten bakkers oven van gemeentewege te bouwen. Alg. H. beschouwt. schen gaan, geven zij alle thans voldaan moet worden, in de richting van zal wellicht de Rijkskanselier moeten spreken het feit, dat de Keizer direct na zijn bezoek aan den Oostenrijkschen Keizer naar den Rijkskanselier is gegaan, óók de omstandigheid, dat Hindenburg en Ludendorff in Weenen en Berlijn samensprekingen hebben gehouden, bewijzen, dat men in de hoogste kringen van het Duitsche Rijk begrijpt, dat de toestand ernstig is en dat er wat gedaan moet worden om den storm te bezweren, die thans het hoofd begint op te steken. Vaak heeft de Duitsche regeering in deze drie oorlogsjaren zich geuit op een wijze, die bewees, dat zij de psyche van een ander volk dan het Duitsche volkomen misverstond; moge zij thans het woord vinden, dat bewijst, dat zij de gevoelens, die in het eigen volk leven, verstaat. Dan misschien kan de wereld voor een vierden oorlogswinter bespaard blijven, behoeven niet nog duizenden en duizenden opgeofferd te worden aan een koppig-domme waan en een hopeloos pogen van enkelen om een positie te handhaven, die in de toekomst niet meer kan en mag gehandhaafd worden. Maar blijkt ook thans de Duitsche regeering de teekenen des tijds niet te verstaan, dan... dan kan het geen vraag meer zijn, waar de schuld is te zoeken voor de voortzetting van den oorlog. Wat in de eerstkomende dagen in Berlijn gezegd zal worden, kan van wereldhistorische beteekenis wezen, zal een vingerwijzing zijn of het menschengeslacht van thans nog zal kunnen beginnen aan een wederopbouw van de maatschappelijke orde of dat het reddeloos naar den rand van den afgrond zal worden gesleept. Ten opzichte van de vredesformule bestaat er eensgezindheid, met uitzondering van een annexionistische groep der Nationaal-Liberalen. Het Centrum staat echter waarschijnlijk geheel op het standpunt, dat door Erzberger is ontwikkeld. De tweede kwestie, die nauw samenhangt met het vredesprobleem, is die der onmid dellijke binnenlandsche hervorming, de in voering van het parlementaire stelsel. Te dien opzichte zijn gisteren de partijen nog niet tot overeenstemming gekomen”. Hier wordt het verband gelegd tusschen de beide zaken, die noodig zijn om aan den oorlog een einde te maken: afzien van alle annexaties en democratiseeren van Duitschland, zóó dat de kaste, die dezen oorlog op haar geweten heeft, in de toekomst die macht niet meer heeft. En de Frankfurter Zeitung dringt er op aan, dat er een duidelijke verklaring omtrent België worde gegeven. De groote meerderheid van het Duitsche volk, aldus het liberale Frankforter blad, wil niets weten van een gewelddadige inlijving van een ander volk. Staat de regeering niet op dat standpunt, of stelt zij er zich noodgedwongen niet op, dan zal Engeland den oorlog voortzetten, omdat alleen een volkomen verslagen Engeland zal berusten in een knechting van België. De Kreuzzeitung zegt, dat Duitschland staat voor een verscherpte verhouding, waardoor de Rijkskanselier zal worden genoodzaakt zich uit te spreken tusschen de partijen, waaraan hij zich tot dusverre angstvallig heeft ont trokken, de Deutsche Tageszeitung geeft als haar mèening te kennen, dat het voor den Rijksdag en de regeering gaat om overwinning of ondergang. Deze enkele persuitingen, van bladen van verschillende richting, wijzen erop, hoe ernstig men de plotseling tot uiting gekomen crisis En al zullen zeker niet de wen- van die bladen alle in dezelfde richting de noodzakelijkheid van oprechtheid aan als de eerste eisch, waaraan Nu een drang verscheidene zijden komt, Niet in den haak. Onder bovenstaand opschrift deelt het Chr. volksblad De Amsterdammer het volgende mede: Toen een der onderwijzers van de Geref. school alhier bericht ontving, dat hij straks het vaderland moet dienen, heeft het school bestuur bedoelden onderwijzer zijn ontslag gegeven, met bijvoeging, dat het bestuur zeer tevreden over het gepresteerde werk was. Op het voorstel van den betrokken onderwijzer dat 't bestuur voor rekening van eerstgenoemde een plaatsvervanger zon kunnen aanstellen werd niet ingegaan. Als plaatsvervangster werkt nu reeds mej. Z. van Strik, verloofde van den zoon van een der bestuursleden. De verwonde luitenant. Een soldaat schrijft nog in Het Volk-. Hoe aartsdom het was van de Kattenburgers om den reserve-luitenant De Mol, die nota bene niets met de militaire macht, welke aanrukte, te maken had, te steenigen en te trappen, moge hieruit blijken, dat dit een buitengewoon humaan officier is, bij al zijn soldaten geacht en bemind. Wie met luitenant De Mol sprak kreeg altijd wat moois en goeds te hooren; hij is specialiteit in plant- en dierkunde en maakte de soldaten op marsch altijd op velerlei belangwekkends opmerkzaam. Zoo één officier de blinde woede der volksmenigte niet verdiend heeft, dan zeker deze, die haar slachtoffer werd. Een teerder aan 't werk. In den nacht van 7 en 8 Juli zijn te Oud-Beijerland een groot aantal huizen in verschillende straten gelegen ergerlijk met teer beschadigd, slechts twee straten Molendijk en Steenenstraat zijn bevrijd gebleven. Er zijn huizen, waarvan deur en raamkozijnen geteerd zijn. Hatelijkheden op den burgemeester en de nachtpolitie waren op het raadhuis en op een huis aan den Havendam met teer geschilderd. Van een reddingsboei met het opschrift Gemeente Oud-Beijerland heeft men de ^te” van Gemeente weggesmeerd, zoodat er thans staat Gemeen Oud-Beijerland. De politie is de daders nog niet op het spoor. N. v. d. D, rechtsche candidaat gesteld was, bedankte). De heer Rengers aanvaardde de benoeming. Tot suppletoir lid der Ged. Staten werd herkozen de heer L. Zandstra (S. D. A. P.) met 40 stemmen. (Verder uitgebracht op den heer Visser 1 st., blanco*9 stemmen). Berlikutn, 7 Juli. Op de aardappelveiling alhier deed zich heden een nog nimmer voor komend geval vooreen groot deel van de aangevoerde aardappelen bleef onverkocht bij gebrek aan koopers. De handelaren voor ’t binnenland verwachten binnenkort weer een prijsverlaging, zoodat niemand van hen veel vooruit wilde koopen. Bovendien bedroeg de aanvoer belangrijk meer dan vorige jaren omstreeks dezen tijd. Wat natuurlijk een gevolg was van de hooge prijzen. Dantumadeel, 9 Juli. Als tegenhanger van andere gemeenten, waar men klaagt over een te geringen voorraad brandstof, kan worden gemeld, dat onze burgemeester de inwoners zelfs per circulaire moest aansporen, toch wat meer voortgang te maken met het lossen der aanwezige schepen met baggelaar. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Een geacht Harlinger stadgenoot had het ongeluk per fiets in het Franekereind te vallen. De drenkeling werd spoedig op zijn hulpgeroep uit het element der visschen gered door twee mannen, die met een haak toe snelden. De redders werden door den dankbaren geredde beloond met... een beiden. lang net forgees, mar as hie 't de helte noch djürder wést, de sleet wier der grif like hird yn bleaun, bwent de minsken, dy’t hjarren salang bétten peteroalje rédde moatten hiene, scoene de léste sint er for oer bawn hawwe, nou ’t de gelegenheid der wier, om wer in bytsje yn to slaen. Dat komt net yn ’e earste pleats, om ’t men der sa’n forlet fen bat, de tiid hie ’t wol leard det men der ek bóten koe, mar de gelegenheid wier der nou om wer bwet to krijen en dan komt de genegen- *heid ek wol en oars stekt de iene de oare wol oan. Deryn komt it faek sa lit ho ónfêst in minske sims op syn stik stiet, as hat er ek in fêst plan, om it nou ’t fierdere fen’e sim mer sóuder peteroalje stelle te scillen, dat plan rekket er wol óf, hwent hy sjucht in oar rinnen en draven en it dórret net lang ef by draeft bird mei. It giet dan sims krekt as mei de man dy’t er bihagen yn hie om in oar to forrifeljen. Nou hie men yn dat doarp yn tiden gjin ierappels hawn, en op in goede moarn naem de man syn trekken waer om syn doarpsljue mar ris to fiter to nimmen, en hy forhelle aan elk dy’t it heare woe: op ’e oare ein leit in skip mei ierappels en it moat wóndere béste wêze. Do rekken alle ljue yn ’t spier de iene mei in koer, de twade mei in amer en de tredde mei in baelsek en bja rounen hwet se koenen om hwet ierappels to bisetten, mar do’t de man dy minsken alle- gearre sa skrippen seach do rekke er seis ek oanstitsen, hy forgeat dat er oan ’t liegen west hie en sadwaende fottele de man seis ek mei in amer troch de hórren, om efkes letter, krekt as de oaren, sónder ierappels wer thus to kommen. It liket ek mar dat er bij de minsken in sncht is, om mar yn to slaen hwet er to krijen is, om ’t men skruten is, dat it skielk net mear to bisetten is, en dan is men yn yens dwaen wol ris hwet oerdwealsk. It giet er krekt mei as yn ’t earst fen ’e mobili- saesje, do’t men, om in rom litsicht to krijen, huzen en beammen plat smiet, en neat fint- seach, omdat it bilang fen it heitelan dat nou ienkear meibrocht. Mar letter seach men wol yn dat it sa mal net hoefd hie, as men de sinnen mar hwet better byelkoarren hawn hie. It giet nou yn in hopen dingen ek samen ropt sa lód oer de kommende turfkrapte, en de iene praet de oare mar binaud, dat it skielik op forklomjen ótdraeije scil, dat men op in hopen plakken, de bile mar yn ’e beammen set, en it iene bosk nei ’t oare mar ütroeijet, om mar foarrie fen branhout to hawwen, om dat tsjin ónnoarme hege priizen to forkeapjen. Dy eangstme for turfkrapte, leit de turfhandlers gjin wynaeijen, tominsen de keapljue dy’t seis feanterije hawwe. Turf, dy alearen in pear goune de lózen opbrochte, en de keapers hast noch net to finen wieme om ’t it gód sa salt wie, geane nou foart as aeijen ut ’e koer, foar ryklik acht goune. Troch mannichien wirdt de frage wol ris dien moat dat nou sa, ef koe ’t ek wol ris hwet oars, hwet goed- keaper, dat er for de forkeaper ek noch ge- noch oerbleaun, mar der wirdt gjin antwird op jown, en it liket wol dat de keapers it jild er graech for oer hawwe, as ’t mar op turf liket. It is al in nuvere tiid tsjin- wirdich. Foar in jiermannich waerden de minsken warskóge tsjin in politieke partij, om ’t men oars djóre petten en djure klompen krije scoe. It scoe wol in dubeltsje skele op in pear klompen, en der seach men t$jin op, as scoe ’t net oer to kommen wêze. En nou, is alles trijris sa djór, en men laket er om en seit: better djór as net to krijen. It is in gelok for dy jinge, dy’t er sa oer tinke kin, mar it kin mei ’t al wol slimmernoch wirde. Frisia. Onmiskenbaar zijn de teekenen schrijft de Arnh. Crt. dat er in Duitschland gestuurd wordt naar een nieuwen koers: wat in de laatste dagen van de vorige week in de vergaderingen van de commissies uit den Rijksdag is voorgevallen, wijst er op dat de ontevredenheid met de door de regeering gevolgde politiek groeit en dat men in verschillende politieke kampen thans klaren wijn geschonken wil hebben. Het is volstrekt niet zeker, dat die beweging, die zich afteekent in verschillende uitingen in de pers, thans tot een afdoend resultaat zal leiden, maar het is wel zeker, dat zij van het allergrootste belang is èn om haar wezen èn om den vorm, waarin zij zich openbaart. Want zij zegt duidelijk, dat men óók in Duitschland meer dan genoeg heeft van de slag-om-den- arm-politiek van von Betfimann Hollweg, dat men weten wil wat het scherp en duidelijk geformuleerde oorlogsdoel van de Regeering is en hoe zij staat tegenover de in de Paaschboodscbap van den Keizer gedane beloften voor binnenlandsche hervormingen. Om die beide zaken gaaUhet thans in de Commissies van den Rijksdag en men weet waarlijk niet welke van de twee de belang rijkste is. De vergadering van de vereenigde commissies, waarin op dringend verzoek de Rijkskanselier heeft gesproken, zijn geheim geweest, toch is er van het daar verhandelde «en en ander naar buiten uit gelekt en uit die mededeelingen mag men de conclusie trekken, dat er op het oogenblik weinig minder dan een politieke crisis in Duitschland dreigt. De politieke crisis concentreert zich in den persoon van den Rijkskanselier, want, wordt de thans begonnen beweging doorgezet, dan zal de Rijkskanselier nu eindelijk kleur moeten bekennen en dan zal het afhangen van wat hij als het programma der regeering aangeeft, of de meerderheid in den Rijksdag het met hem eens zal blijken. De Rijks kanselier zal moeten verklaren, dat de Duitsche regeering alle vredesaanbiedingen herroept, dat de binnenlandsche hervormingen zullen worden uitgesteld tot na den oorlog, dat zij de voortzetting van den oorlog wil tot een groot veroveringsplan is verwezenlijkt, óf de woordvoerder van de Duitsche regeering zal het standpunt van Augustus 1914 moeten handhaven, verklaren, dat Duitschland alleen een verdedigingsoorlog voert, dat men een' vrede wil zonder annexaties en zonder schade loosstellingen, dat de beloofde binnenlandsche hervormingen dadelijk zullen worden ingevoerd. De Vorwarts noemt elk uitstel van de ver klaring op welke van deze beide standpunten de Duitsche regeering staat, een gevaar en is van oordeel, dat de onvermijdelijk geworden consequenties uit den toestand onverbiddelijk getrokken moeten worden. Het blad wil thans voor alles de waarheid. De waarheid, die heeft geleerd, dat Duitschland zijn tegenstanders niet kan vernietigen, die het besef levendig heeft doen worden dat het Duitsche volk hartstochtelijk begeert aan dezen onzinnigen volkerenstrijd een einde te maken en dat alle andere beschaafde natiën evenzeer naar vrede smachten, die waarheid moet thans de leidende gedachte wezen van het maken van plannen voor de toekomst. Wanneer dat de Duitsche regeering doet en wat daarvan de consequentie is: een politiek van oprechtheid voeren, dan zal zij ook de andere regeeringen daartoe dwingen, dan zal bet voorbeeld van Rusland gevolgd worden, Rusland, waar men begrepen heeft dat een oorlog als deze slechts kan eindigen op de puinhoopen van de menschelijke cultuur, wanneer zij als veroveringsoorlog gevoerd wordt. En het is niet alleen de Vorwarts die in dezen zin schrijft; ook andere Duitsche bladen, het Berliner Tageblatt, de Frankfurter Ztg., de Kreuszeilung en de Deutsche Tageszeitung wijzen op den ernst van den toestand. Het Berliner Tageblatt schrijft: »Na het sluiten der discussies in de hoofd commissie van den Rijksdag, werd er een vertrouwelijke vergadering gehouden van alle partijbesturen, met uitzondering van de con servatieven en de onafhankelijke soc.-dem. Men kwam daar overeen, een gemeenschap pelijk voorstel bij den Rijksdag in te dienen. De aanleiding daartoe was de eisch van Erz berger, dat de regeering zich zal verklaren voor de politiek van 4 Aug. 1914, d.w.z. de verklaring zal afleggen, dat ze slechts een verdedigingsoorlog voert. Bolswardsche Courant i 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1917 | | pagina 1