Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. Donderdag 4 October. 1917. No. 80. VerscHijnt Donderdags en Zondags. 56ste Jaargang. Het neergekomen vliegtuig. Vrijwillige afstand. VOOR Als het kalf verdronken is, enz. BINNENLAND. INGEZONDEN. hult yr F- Bolsvardsche Courant V -f Afzonderlijke de hand doen, door i D. bewerkt, hoe. 5 955^** b de ver (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. en energie, vernield en vefwoest en gouds wederom verloren gegaan. 1 hen die dit lezen, kan wel een van dergelijke noodlijdenden aan een dergelijk Kinderzegen. Esn klein-landbouwer te Barneveld heeft aangifte gedaan van de geboorte van zijn 22ste kind. Alle 22 kinderen zijn uit het zelfde huwelijk gesproten. Nog 17 kinderen, van wie het oudste 23 jaar is zijn in leven. waarnemer dende en neden en in den bodem gebracht, controleert hij de richting over deze van deze toestanden door, toen we het te willen nemen, welk verzoek Burgemeester en Wethouders zou zijn gerenvoijeerd, en Geachte Heer Redacteur, Zoudt u mij eenige plaatsruimte in uw blad willen afstaan Waar 't in den tegenwoordigen tijd reeds moeilijk is (en ’t nog moeilijker zal worden) voor menschen, die van een klein inkomen moeten leven, rond te komen, zou ik gaarne iets onder de aandacht uwer lezers brengen. Aangezien er brood te kort is, moet men de voeding aanvullen met andere meelspijzen als rijst, havermout, gort etc. Deze blijken ook in geringe mate aanwezig te zijn, gezien het kleine quantum, dat men toebedeeld krijgt Zij, die over een ruime beurs beschikken, kunnen op andere wijze nog in hunne voeding voorzien door macaroni, vermicelli, tapioca, etc., om niet te spreken van het meerdere vleesch, groenten en fruit dat te hunner beschikking staat. Zou 't daarom niet doeltreffend zijn, om rijst, havermout en gort voortaan over te laten vernuft sommen Smeed de zwaarden om tot ploegscharen, dit kwam ons wederom in de gedachte toen we bij die vormlooze hoop vernieling stonden. Doch ook hoelang zullen deze woorden nog een ijdele klank zijn, eer ze vat krijgen op de bijna waanzinnige wereld van thans. Wij lezen in de Arnh. Ct.: Het is een ernstige tijd, dien we beleven. Eigenlijk is het een verschrikkelijke tijd, deze tijd van abnormale toestanden. We denken, dit zeggende, niet of, beter gezegd, we willen, niet denken aan het weerzinwek kende feit, dat de volkerenmoord op groote schaal gepleegd wordt in eene wereld, die vol is van menschlievende gedachten door men seden, die woorden van hooger zin in den mond nemen en het blijkbaar toch aannemelijk vinden, dat doodslaan en vernielen gerecht vaardigde middelen zijn om rechtstoestanden te scheppen. Neen, we bedoelen nu de ver schrikking van de omstandigheden, waarin buiten de grenzen van de oorlogvoerende landen, ver van het krijgsgerucht, zelfs zij, die niet vechten, die niet meedoen, die den oorlog niet gewild hebben en hem verfoeien, die neutraal zijn, in deze dagen verkeeren. Er wordt, laten we het eerlijk erkennen, onnoemelijk geleden in ons vaderland. Dat zullen zij, wien de oorlog groote winsten bracht, niet uit ondervinding weten. Dat is ook niet de persoonlijke ervaring van velen, die rijk of in goeden doen zijn. Maar dat wordt aan den lijve gevoeld, door de vele tienduizenden, de meerderheid van het volk, wier leven in normale tijden verloopt binnen de zeer bescheiden grenzen van wat men noemt «een klein inkomen”. Is het onder gewone omstandigheden voor hen dikwijls een toer om de beide einden van inkomsten en uitgaven tot elkaar te brengen, in deze dagen, waarin het onwaarschijnlijke waarschijnlijk wordt en de levensbehoeften stijgen zooals nimmer gedacht werd, dat ze stijgen zouden, is hun leven eene voortdurende worsteling tegen tekorten, tegen schulden, tegen gebrek. Er is geen evenwicht te krijgen tusschen inkomsten en uitgaven. Wanneer de schoenzolen vernieuwd moeten worden voor prijzen, die aan grove woekerwinst doen denken, wanneer zooals dezer dagen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant te lezen stond een voudige draadnagels zóó duur zijn, dat eveneens de gedachte aan misdadige winstberekening zich opdringt aan den verbruiker, dan is dit een en ander een last, die toegevoegd wordt aan de zwaarste, die de bezitters van bescheiden beurzen hebben te dragen. Want de allereerste levensbehoeften, de artikelen, die te spaarzame broodvoeding moeten aanvullen, zijn zoo duur of zoo moeilijk te krijgen, dat zij met angstige zorg staren op de leden van het gezin, naar de kinderen, die in den groei van hun leven zijn, en zij zich afvragen, hoe het moet gaan, wanneer alles nóg duurder, alles nóg moeilijker te krijgen zal zijn. Reeds nu wordt er onnoemlijk geleden in ons rijke, door den oorlog zoo verrijkte Neder land. Er is een kring der bevolking, een groote kring, die buiten den oorlogwinst-cirkel staat, die geen eigen fortuin heeft, die van spaarzame inkomens moet leven en die reeds nu gebukt gaat onder zorgen en lichamelijk verzwakt. Ieder van enkel geval wijzen. Ieder, die nadenkt, kan geval als een uit zeer velen beschouwen. De nijpende realiteit drong scherper tot ons volgend schrijven ontvingen: aan de minder bevoorrechten, die daardoor grooter rantsoen zullen kunnen krijgen? Gaarne laat ik aan de Regeering over, te bepalen, hoe deze regeling te treffen, maar mijns inziens is het niet zoo veel meer moeite om alleen bons uit te laten reiken aan hen, die van een bepaald salaris of inkomen van kleine afmeting moeten leven (bijv, door groote en kleine bonboekjes uit te geven), het kinderaantal daarbij natuurlijk in aan merking nemende. Zij, die voor deze regeling sympathie ge voelen en dus genegen zijn van hun rantsoen rijst, gort, havermout afstand te doen ten behoeve van anderen, worden verzocht als adhaesiebetuiging hun kaartje in te zenden (mogen er velen zijnaan u, mijnheer de Redacteur, indien u zoo vriendelijk wilt zijn, u voor de ontvangst beschikbaar te stellen. Eene afstanddoenster. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Mag ik, M. de Red.! in verband met den toestand waarin de brug «het Hooghout” buiten de Blauwpoort zich bevindt, een weinig plaatsruimte vragen in uw blad? Bij voorbaat daarvoor mijn dank. Op zich zelf lijkt het vreemd de algemeens aandacht te vestigen op den onhoudbaren toestand, waarin zich deze brug bevindt. Niet alleen dat één der leuningen zeer wankel is en waarschijnlijk weinig weerstand zal bieden indien eenig noodlot deze eene beproeving zou doen ondergaan, in de bekleeding zelfs zijn gaten, waar een kindervoet doorheen kan zakken en ook volwassenen eene niet geringe kans hebben van struikelen met eventueele ernstiger gevolgen. Bovendien zijn vóór de brug reeds straatsteenen verdwenen, waardoor een kuil ontstaan is. Neemt men daarnaast in aanmerking dat lange en donkere avonden aanstonds aanbreken, dan mag hier gerust gesproken worden van een gevaarlijke toestand die onmiddelijk verbetering behoeft. Het onder houd dezer brug rust natuurlijk bij de gezamenlijke eigenaren. Dezen zijn, mijn inziens in de eerste plaats voor de gevolgen verant woordelijk. Van terzijde evenwel verneem ik, dat reeds enkele jaren geleden de gezamenlijke eigenaren den Raad dezer gemeente hebben verzocht, om deze brug over aan het Coll, van om prae advies waarop tot heden dén Raad geen praeadvies zou zijn bereikt. Het komt mij voor dat zoolang aangelegenheid geene beslissing is genomen de belanghebbende eigenaren voor den goeden toestand der brug te zorgen hebben. Anderzijds is het verklaarbaar dat in afwachting eener beslissing deze eigenaren geene kosten van grooteu finantieelen omvang maken, omdat eene beslissing van den Raad soms tot diep ingrijpende verandering zou kunnen leiden. Tusschen deze beide belangengroepen in staat de veiligheid van het verkeer, dat door niet tijdig te treffen maatregelen in het gedrang dreigt te raken. Om dit verkeersbelang te dienen daartoe strekken deze regelen. We willen waarschuwen, en wel tijdig, zoowel den Raad onzer gemeente als wel de groep van belanghebbende eigenaren, opdat de put niet behoeft te worden gedempt pas nadat het kalf verdronken is. Ziedaar den brief. We hebben er met de schrijfster, die hem zelf bracht en die we kennen als iemand, wie het inderdaad mogelijk zou zijn, zich ruim van allerlei voorraden te ver zekeren, lang over gesproken. Eerst hadden we er een zwaar hoofd in. We dachten aan de waarschijnlijkheid, dat de rijst, de havermout en de gort, die door welwillende «afstanddoen- sters” en afstanddoenders” niet zou worden gekocht, onmiddellijk zou worden ingepikt door anderen, die en er zijn er zoo! groote voorraden opstapelen voor den komenden wellicht aan levensmiddelen armen, althans schralen tijd. Eu we dachten ook aan het nuttige van het gebruik van die meelspijzen óók voor de kinderen in de gegoede gezinnen. Het eerste bezwaar werd echter onderst boven geworpen door het denkbeeld van afzonderlijke bons voor afzonderlijke volksklas sen. Inderdaad. De Regeering, die b.v. voor sommige categorieën van arbeidenden exlra- broodkaarten toestaat, omdat de portie brood, aan allen toebedeeld, voor dezen, die krachtigen lichaamsarbeid doen, te klein is, die Regeering zou ook wel op een bepaald product of op meer dan een product beslag kunnen leggen wanneer deze producten noodig waren tot aanvulling van het voedsel dergenen, die ondervoed worden. Hiertegen zal, dunkt ons, geen overwegend bezwaar bestaan in dezen tijd, waarin de Staat op tot voor kort ondenk bare wijze verplicht is in te grijpen in gewoonten en rechten der onderdanen. Het tweede bezwaar werd door onze bezoek ster ontzenuwd met de verwijzing naar de vele middelen, die aan de gegoede ouders nog overblijven om hunne kinderen naast het brood als krachtig bijvoedsel te geven, en door onze eigen overweging, dat, wanneer de kinderen van niet-gegoeden niets hebben dan brood (en nog dikwijls onvoldoend brood), de kinderen der gegoeden niet èn brood èn meel spijs èn al het andere (eieren, vleesch, fruit, macaroni, vermicelli, tapioca) behoeven te hebben. Er is te weinig aan de eene zijde, er is zooveel aan de andere. De moeilijkheid is voor ons op het oogenblik wie brengt dit denkbeeld onder het oog der Regeering. Natuurlijk willen we gaarne adhaesie- betuigingen in ontvangst nemen, maar zou dat tot eenig resultaat kunnen leiden. Gesteld dat alle gegoede huisvrouwen in Arnhem en omstreken even goede harten hadden, even zuiver dachten als onze bezoekster, dan zou het resultaat er van toch maar Arnhem en omstreken alleen ten goede komen. En de nood strekt zich uit over het geheele land I Men zal ons zeggen, dat eene sterke adhae siebetuiging kon leiden tot eene uiting, waar mede de Regeering in kennis gesteld kon worden. Maar al kan dit, is het niet zeker. Er gaat tijd verloren en de Regeering heeft de handen zoo vol. Kan zij aan zulk eene uiting de aandacht schenken? Zou het niet beter zijn, dat zij, die op het oogenblik in allerlei functiën zich bezighouden met het ernstige vraagstuk der volksvoeding, dat onze overbeid en onze volksvertegenwoor digers deze zaak onder hun aandacht trokken en, achtten zij haar goed, schielijk een wenk in die richting gaven aan ’s landsRegeering? Er is in vele hnizen nood, want alles is duur en al wat men te besteden heeft, mag niet aan voedsel alleen weggaan. De onder voeding, die door onvoldoende broodvoorraden, gepaard aan gebrekkige bijvoeding, intreedt, kan worden tegengegaan, doordat voedzame meelspijzen aan de ondervoeden worden ver strekt. Er is maar ééne macht in Nederland, die doeltreffend eene dergelijke regeling kan maken. Particulier initiatief, hoe voor treffelijk ook door veler sympathie gesteund, zou het toch niet alleen kunnen bereiken. Die macht is de Regeering. Wie zal haar op het gevaar der ondervoeding wijzen En wie zal haar het denkbeeld aan onze bezoekster geuit? Nog eens, we willen met genoegen de adhaesie-betuigingen in ontvangst nemen, maar... heeft dat wel eenig practisch nut? Zoo rust dan sinds eenige dagen de nood- gelande Duitsche vliegmachine daar ergens in een weiland bij de spoorbaan tusschen Sneek en het dorp Scharnegoutum. Als een neer geschoten adelaar ligt ze daar ontzield, de Gotha-tweedekker (normaal gewicht 7000 Kg.), uitgestrekt over eene landsloot, de kop en het achtereinde elk rustend op een oever. Door schoten als ’t ware, de veeren woest vaneen gerukt, steekt het rampzalig overschot als een rommel-massa van oud roest en lappen uit boven het fel groenende grasland. Het doek der vleugels wappert in slierten in het kalme windje, gescheurd of verbrand. En neergeploft, gedeeltelijk in de landsloot, gedeeltelijk op het land, gedeukt en vernield in haren zwaren val of verwrongen en bij stukken gesmolten, groeven de beide motoren van 260 P. K. elk, zich in de weeke klei. Hier en daar liggen nog resten verspreid van de twee propellers, de voortbewegende schroeven, keurig glanzend bewerkt uit notenhout, met koper aan de uit einden der bladen beslagen. Aan den staart en het vooreindé der machine zijn nog eenigszins de zwarte kruisen, het merkteeken der Duitsche vliegtuigen, zichtbaar, voor zoover het dunne doek, bestaande uit met een dun, voor water ondoordringbaar laagje vernis overtrokken linnen, bij den val niet werd vernield of ver ging toen de bemanning bet noodig oordeelde het gevaarte in brand te steken. Verderop staan twee tanks, geheel van koper, elk kunnende bevatten 1000 liter benzine, terwijl de machine nog over 2 hulp-reservoirs onder de vleugels beschikt, benevens 50 liter olie. De motoren, naast elkaar gesteld, geven het vaartuig eene snelheid van 150200 K.M. per uur, waarvan de minimumsnelheid noodig is om het gevaarte zwevende te houden en die elk 80 L. benzine per uur verstoken. Voor zoover niet uit buizen, bestaat het geraamte uit grenenhouten latten, de montants of verbindingsstukken tusschen de vleugels voor en achter, uit wijd uitgeholde latten van ’t zelfde hout. Minutieus afgewerkt met rolgewrichten zijn de tendeurs of spandraden in het hout der vleugels bevestigd. Alles moet loopen als gesmeerd, niets mag maar eenigs zins haperen, wanneer het gevaarte in zijne ontzettende snelheid door die bijna onmetelijk hooge luchtlagen snort, de motoren sidderen als in hoogste spanning en de propellers hunne duizenden en duizenden toeren maken. Het vliegtuig is nog bewapend met 3 mitrailleurs, 1 voor en 2 achter, doch ook hiervan bleef na de verwoesting niet veel over. Bij de opruiming vond men nog een zeer nauwkeurige kaart- van Londen, waarop even eens de stellingen der afweerbatterijen stonden aangegeven. Hoe kunstig is alles af- en I handzaam zijn de verschillende instrumenten gesteld. Een enkele handle-beweging van den vóór in het vaartuig en de moor- vernielende bom schiet naar be door een vierkant gat dat daartoe van het vliegtuig werd aan- van het moordwerktuig. Naast hem in twee rijen aan eiken kant staan in den vorm van groote eier dopjes een aantal houders waarin brandbommen kunnen worden geplaatst. Alles is in direct bereik om ’t moorddadig plan te volvoeren. Het is één groote warwinkel van staal draden, metalen raderen, groote en kleine, afgebroken kranen en sluitstukken die her en derwaarts bij het overblijfsel van de machine liggen verspreid. Nog staan daar de twee wielen, waarop het gevaarte voor het op stijgen en na de glijvlucht op den beganen grond zich voortbeweegt. De rubberbanden zijn verbrand, alleen de stalen draden der bandhielen liggen nog om de velgen ge spannen. Alles is uitgebrand, al de olie der loopende deelen verteerd, waardoor ze nu bij eenige in bewegingbrenging kraken en knarsen over de assen. Zoo liggen daar de resten der vrucht van Sneek, 2 Oct. De vrijzinnigen behaalden gisteren avond bij de verkiezing van 9 ge machtigden in ’t Kiescollege der Ned. Herv. Gem. weer de overwinning. Drie plaatsen had men open gelaten voor de orthodoxen, die thans .voor de vervulling ervan weer in herstemming moeten komen. Sneek, 2 Oct. Onzs verbrande vlieger is thans opgeruimd en staat op ’t punt ver voerd te worden naar Soesterberg, waar de stukken en brokken zullen worden opgeborgen in ’t vliegkamp aldaar. De oudste van de drie geïnterneerden, luitenant Hans Starck, een 27-jarige, is onder militiegeleide naar den Duitschen consul in Den Haag gebracht, de overige twee zitten rustig en wel in het kamp te Bergen. Aan de firma Joh. Volkers en Zoon (technische afd.) te Sneek, werd opgedragen het installeeren der complete electrische en drijfwerk-installatie eener groentedrogerij te Vrouwbuurtstermolen, met electro-motoren van 30 en 5 P.K.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1917 | | pagina 1