ïïïeuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1917. No. 92. Verscüijnt Donderdags en Zondags. ööste Jaargang. I Donderdag 15-November. RAADSO VERZICHT. VOOR BINNENLAND. 1 DE EENIGE VRAAG. B. INGEZONDEN. Stavoren, 10 Nov. Dag hier geladen ’Rijnkassen van de haven binnengesleept vandaag wel 5 om verder binnendoor via Delfzijl de bestemming in Duitschland te bereiken. 1917 heeft heel wat ellende te aanschouwen '2^* - - -«v-y r r Bolswardsche Courant Afzonderlijke hierbij als vast- i het economisch het sluiten van Gevolg betalen”! Ik hoop dat deze letteren er toe zullen bijdragen in het vervolg het speculeeren op iemands eergevoel achterwege te laten. Hoogachtend, den i en een (Buiten verantwoordelijkheid der- Redactie.) op die vraag moeielijk een en de vrager kreeg tot geplaatst is voor een drin- waaraan niet te veranderen en was de De Banier. aan dag worden enorme afmeting we telden er A BON N EMENT8PRIJS40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. men zijne ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Het is opmerkelijk, hoe rijk aan principes deze veelbewogen tijd is. Daar is b.v. het principe: zooveel mogelijk moet worden getracht de zaken in haar natuurlijk beloop te laten. Wie van dit beginsel uitgaat, kan verzekerd zijn van de sympathie van velen. Vóór den oorlog gingen de za^en goed; er was welvaart; landbouw, handel en industrie Workum, 12 Nov. De bewoners van onze stad werden in den nacht van Zaterdag op Zondag in hun nachtrust gestoord, door het uitbreken van brand in de koek- en banket bakkerij van den heer J. C. Repko alhier. Naar men meedeelt werd de brand door de buren ontdekt, die van uit de bedstede het zij-venster bij de bakkerij in brand zagen. Spoedig werden de bewoners gewekt en meerder alarm gemaakt, zoodat in een kort oogenblik vele helpende handen bezig waren om de meubels en de winkelgoederen in veiligheid te brengen. Intusschen waren de spuitgasten bezig de spuiten te plaatsen. Aangezien het pand ver van het water was gelegen, ging er eenigen tijd verloren om water in de brandende massa te werpen. Het vuur was inmiddels in hevigheid toegenomen en men was bezorgd voor de onbewoonde Herv. pastorie, omreden de kozijnen soms vlam vatten. Toch toen men eenigen tijd met de spuiten had gewerkt, kon men al spoedig bemerken, dat de belendende gebouwen gespaard zouden blijven. Niettemin waren een groot getal mannen bezig de pastorie met water nat te houden, terwijl men met beide spuiten de brand trachtte te blusschen, hetgeen na ruim vier uren ook gelukte. Wel moesten de spuiten nog steeds water geven, om de steeds oplaaiende vlammen te dooven, maar ’t gevaar was toen reeds geweken. De wind was Noord, doch in den morgen werd het bladstil. Het geheele perceel is tot den grond afgebrand. Somtijds was de brand zeer hevig en is ver in den omtrek te zien geweest. Het pand en de inboedel was verzekerd, doch niet hoog. Hoewel het nacht was, waren vele menschen bij den brand tegenwoordig. De spuiten, vooral de groote, werkten uitmuntend en gaven veel water. Om tien uur konden de spuiten inrukken brand geheel gebluscht. Ze zijn met kolen geladen, afkomstig uit de Rijnstreek, die naar men wil, ter ontlasting van het rollend materieel in Duitschland, per scheepsgelegenheid via Nederland naar Noord-Duitschland verzonden worden. N. Sn. Ct. Te Leeuwarden was in de gemeente- begrooting de gasprijs bepaald op 15 ct. B. en W. zijn hiervan teruggekomen en stellen voor den prijs te bepalen op 25 ct. voor de toegestane hoeveelheid, voor hetgeen meer - gebruikt wordt, moet, naar gelang van het inkomen van den verbruiker, 3050 cts. per kub. M. betaald worden. Aan verbruikers, die een inkomen hebben reep, hoogstens f 1000, f 1500 en f2000 wordt over de toegestane hoeveelheid een toe slag verleend van 13, 10 en 5 cts. per kub. M. De electriciteitprijs za) met 6 cts per K. W.U. verhoogd worden. Zuinigheid? Het geïnterneerden-kamp te Bergen werd steeds verlicht met ’petroleum gas, waarvoor eiken dag 200 liter petroleum noodig was. Hoewel Bergen sedert eenige jaren electrisch licht heeft en het veel gemakkelijker en voordeeliger geweest ware electriciteit te ge bruiken, hadden de autoriteiten om een of andere reden aan petroleum de voorkeur gegeven. Een maand of drie geleden werd met het oog op den petroleumnood de aan dacht op deze verlichting gevestigd, niet door de belanghebbende autoriteiten doch door de pers. Thans eindelijk is het tot Den Haag doorgedrongen dat electriciteit doel matiger is en zal men overgaan electrische lampen te gaan gebruiken, intusschen zijn weer 90 vaten petroleum gebruikt. Slag van een paard. De 15-jarige knecht van G. M., te Nuenen, kreeg bij zijn werkzaamheden een slag van een paard. Hij is kort daarna overleden. Steenkolen aangevoerd. Twee Nederlandsche stoomschepen hebben gisteren in de haven van Amsterdam ongeveer 21/2 millioen K.G. Engelsche steenkolen aan gevoerd. bloeiden; er heerschte algemeene tevredenheid. Toen kwam de oorlog en nadat men van den eersten schrik bekomen was, ging men eens na, welke houding men moest aannemen tegenover de gebeurtenissen van den dag. Gebeurtenissen van den dag, zeggen wij en niet zonder bedoeling. Immers, men beschouwde den oorlog als iets zeer tijdelijks. Wel is waar bleken zij zich vergist te hebben, volgens wier beweren de oorlog binnen drie maanden zou zijn afgeloopen, maar toch, de abnormale omstandigheden zouden van voorbijgaanden aard zijn. Dit was een waarheid als een axioma, net zoo zeker als dat 2 X 2 vier is. Op dit vermeende axioma bouwde redeneering. Als de vrede eenmaal zou zijn teruggekomen, moest alles weer kunnen gaan als vóór den oorlog; de maatregelen, welke met het oog op de buitengewone omstandigheden genomen waren, moesten dan, voor zoo ver hun invloed niet dadelijk geheel kon worden weggenomen, zoo weinig mogelijk storend zijn. Het is duidelijk, dat men I staand aannam, dat de gang van leven van vóór den oorlog na den vrede, zoodra de overgangsperiode voorbij zou zijn, zou worden vervolgd. Tegen aller verwachting was de oorlog bij den aanvang van den winter 1914/15 niet geëindigd; dat de oorlogvoerenden een tweeden dergelijken winter zouden kunnen doormaken, beschouwde men alsietsonmogelijks. Intusschen is die tweede winter gekomen en hij is gevolgd door een derden, terwijl nu zelfs een vierde voor de deur staat. Maar als de menschen in iets toonen vasthoudend te zijn, dan is het zeker in de axioma’s, waarvan hun denken uitgaat. Zelfs thans, nu er nog steeds geen enkel teeken is, dat op vrede wijst, wordt nog door velen de hoop gekoesterd, dat het vóór den winter uit zal zijn. Maar waarom dan toch zou het uit zijn? De uitputting is er nog niet, en zoo zij er al mocht zijn, is zij bij allen even erg. De beginselen, waarom het heet te gaan, zijn nog niet in vervulling gekomen. De volken verzetten zich nu zoo min als bij den aan vang er tegen, dat zij geslacht worden. Het geld komt er ook nog altijd. Waarom zou dan aan bet bloedvergieten een eind komen? Nu al? Toch niet, omdat een enkele het wenscht? Laat men toch eindelijk wijs worden en inzien, dat zoolang de grootmachten der aarde den tijd voor het eindigen van den volkerenmoord niet gekomen achten, de vrede niet zal komen. Edoch, dit is een andere wijsheid, dan die, waarop wij boven wezen en zij steunt niet als deze op de axioma’s welke wij noemden. Zou de tijd niet gekomen zijn, om die axioma’s te herzien? Is het wel waar, dat deze oorlog zulk een tijdelijk karakter heeft? Zal de in het midden van 1914 onderbroken gang van het econo misch leven bij het sluiten van den vrede of spoedig daarna weer vervolgd kunnen worden Wij hebben er ons wel eens over verwonderd, hoe sterk de neiging bij den mensch vaak uitkomt om zich met de toekomst bezig te houden en hoe hij aan de belangen van deze de dadelijke belangen soms opoffert. Maar deze trek speelt hem wel eens parten. Gaat het ons thans niet evenzoo? Het heden, waarin wij leven, is waarlijk angstwekkend genoeg. Zeggen wij te veel, wanneer wij uiting geven aan onze vrees, dat er hongersnood voor de deur staat? Beseft men wel, wat het zeggen wil, dat een geheel volk honger zal moeten lijden? Wat wordt daartegen gedaan? Men praat en praat nog eens; men spreekt verwijtend van stuurlui aan den wal; men redevoert en eischt vertrouwen; men wijstop de tal van moeilijkheden, die overwonnen moeten worden. Alles goed en wel, maar hooger dan het praten staat de daad. Er is slechts één vraag, die momenteel recht op dadelijk antwoord heeft; dat is de vraag: dreigt er hongersnood, ja of neen? Met bezorgdheid en grooten angst voor hetgeen te wachten staat, gaat het volk den winter in. Men is er op voorbereid, dat men kou zal moeten lijden; men zal er zich zoo goed en kwaad als het gaat, in schikken. Maar als de voedselvoorraad is opgeteerd en de nieuwe oogst er nog niet is, wat dan? Mijnheer de Redacteur. Gaarne zou ik over eenige ruimte beschikken in uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijn oprechten dank. Het doel van dit schrijven is om de heeren die hier in Bolsward aangesteld zijn om i nood der tijden voor de kleine burgers arbeiders financieel iets te verlichten kleine wenk te geven. Vóór het verschijnen van de Bolswardsche Courant was mij verteld, dat ook voor de kleine burgers (daar kan men toch gevoegelijk ben onder rekenen die pl.m. f 800 zuiver inkomen genieten) goedkoopere levensvoor waarden zouden worden aangeboden door de noodzakelijkste levensbehoeften kunstmatig goedkooper verkrijgbaar te stellen, waardoor bet toch al zware bestaan van den kleinen man iets zou worden verlicht. Onwillekeurig stapte ik blij gestemd naar huis om moeder te vertellen dat wij thans ook zouden kunnen genieten van goedkoopere turf, melk, gas en cokes. Wat echter een pijnlijke ontnuchtering toen ik in de courant (Bolsw. Crt. 11 Nov.) het Raadsverslag lezende, las «Echter zijn er bij «degenen die f 800 zuiver inkomen hebben, «vooral waar dit uit vermogen afkomstig is, «ook wel die zelf in hun behoefte kunnen «voorzien, daarom acht men het noodig de «regeling zoo te maken dat op de aanvrage «om reductie door den Burg, in vereeniging «met een commissie van advies zal worden «beslist”. Wat een ontnuchtering... eerst vragen... Nu rijst bij mij de vraag op: «Is dit wel goed gezien van de heeren die aan het roer staan Voor velen toch is het steeds een groote eer geweest te kunnen zeggen: «ik heb mij zelf altijd weteh te (be)helpen, ik heb het steeds zonder liefdadigheidsbemiddeling gered. En thans zullen zij, die steeds deze eer als iets heerlijks hoog hielden, gedwongen worden zich te bukken. Het is nog niet lang geleden toen het Steun-Comité hetzelfde idee huldigde met de uitreiking van bons voor goedkoopere cokes. Ik vraag, is zulks wel aanbevelenswaardig en is de noodzakelijkheid van dezen regel wel goed overwogen? Ik voor mij geloof het niet. Neem aan dat door dezen maatregel !/10 deel van de menschen die in de termen vallen thuis blijven en het «als het u belieft” niet wenschen uit te spreken, dan zou dat de gemeente 1/10 deel van f 25000 of f 2500 besparen. Maar hoe onrechtvaardig lijkt mij deze besparing toe! De heeren zullen zeker wel niet verzuimen het belastingbiljet van de «niet vragers” met 50 pCt. te verhoogen... voor den eergevoelige is dus «dubbel gegeven; in 1918 zal de ellende nog veel grooter zijn. Zal zij niet te groot worden? Maar gesteld al, dat men er zoowat door- heenscbarrelt, hoe zal dan 1919 zijn? Er moet voedsel zijn. Om door doortastende maatregelen den voedselverbouw in 1918 op de uitgebreidst mogelijke schaal te verzekeren, is het nu al weer te laat. Als wij in 1918 niet verhongeren, wanneer zullen dan maatregelen worden ge nomen om te voorkomen, dat in 1919 dit lot ons treft? Het is een aanlokkelijke theorie, die van de zaken in hare natuurlijke bedding te laten. Maar thans moest men die theorie maar eens een poosje laten rusten en zich zetten ter uitwerking van deze: wij moeten voor ons volk de grootst mogelijke hoeveelheid voedsel produceeren. Zoolang die theorie niet is uitgewerkt en in toepassing gebracht, is het onzinnig, zoo niet erger, over iets andere te praten. De Zuivelcourant. De verleening van bijslag van gemeentewege op de noodzakelijkste levensbehoeften heeft in de laatste raadsvergadering eindelijk haar beslag gekregen. In een vroegere raadsvergadering kwam dit punt reeds op de agenda voor, maar het werd weer afgevoerd of liever verdaagd. Blijkbaar was het voorstel toen nog niet rijp voor behandeling en moest het nog eens in de secties «of onder ons” worden onderzocht en besproken. Thans was alle tegenkanting gebroken en ging het voorstel er met algemeene stemmen door, slechts één lid stelde de vraag of dit voorstel en de nog te verhoogen salarissen va.n ambtenaren en onderwijzers de draagkracht der ingezetenen niet te boven ging. De hoofdelijke omslag bedroeg in 1917 f 53,000 en zal vermoedelijk in 1918 stijgen tot pl.m. f 100,000, dus het dubbele van het tegenwoordige bedrag. Natuurlijk was antwoord te geven bescheid, dat men genden toestand, valt. Toch blijkt ook al weer uit een in dit nummer geplaatst ingezonden stuk, dat het doel nog niet bereikt is en zij die wel in de termen vallen, maar uit eergevoel niet om een gunst willen vragen, van het voordeeltje verstoken zullen blijven en toch gedwongen zullen worden om door verhooging van bunnen hoofdelijken omslag de kosten mede te betalen. Het geven van gunsten of een toeslag is een lastig probleem én gewoonlijk staan de beste stuurlui aan den wal, maar toch stellen wij in allen ernst met het ééne raadslid de vraag of zulk eene buitensporige verhooging wel door den beugel kan. De middenklasse betaalde dit jaar reeds met inbegrip der progressie meer dan 5 pCt. van het belastbaar inkomen, wat dus het volgend jaar het dubbele of meer dan 10 pCt. zal bedragen. Rekent men daarbij de abnormaal hooge rijksbelastingSB, welke waarschijnlijk in 1918 nog verhoogd zullen worden met 150 opcenten op de Verdedigingsbelasting, dan begint het toch met belastingbetalen de spuigaten uit te loopen, terwijl diezelfde middenklasse reeds zooveel te kampen heeft met de algemeene duurte van alles en nog wat. We nemen aan, dat in vele andere ge meenten de stijging der inkomstenbelasting ook aanzienlijk zal zijn, maar het geldt hier buitengewone omstandigheden en we vinden het wel wat heel erg, dat al die buitenge wone uitgaven op één jaar geschoven worden. Die kosten zijn over enkele jaren verdeeld, gemakkelijker te dragen. Gelukkig komt de behandeling der be- grooting nog aan de orde en bestaat er kans, dat in dien geest een besluit zal worden genomen, waardoor de middenklasse, welke het al zwaar genoeg te verantwoorden heeft, gedeeltelijk wordt ontlast van zulk een buiten gewone heffing in eens. Wij blijven dus in afwachting en hopen, dat bij de behandeling der begrooting ook op de belangen zal gelet worden van den nijveren burgerstand, die in hoofdzaak de belasting heeft te betalen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1917 | | pagina 1