ïieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. No. 96. Verscüijnt Donderdags en Zondags. 1917. 56sta Jaargang. 4 Donderdag 29 November. <1 VOOR Afzonderlijke OER DITTEN EN DATTEN. en waer STADSNIEUWS. hwet bliuwt ’t waer fen nou BINNENLAND. de Dit ’t stond niet INGEZONDEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) ANTHRACIET! „Hoera! er is weer anthraciet aangekomen na kannen we ’t ook krijgen”. Deze uitroep se it ha, rouh, iA mar ’t is wel, maar ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No.A. De wijziging van art. 2 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, gelijk het Bestuur zulks had voorgesteld. Bij art. 8 wordt ingevoegd dat van polis een duplicaat wordt opgemaakt, was al reeds gebruik, maar in ’t reglement. Goedgekeurd. Art. 16. Omtrent de reductie op de premie, die de verzekerden op den duur genieten, wordt eenige wijziging gebracht. Gold thans dat zij, die reeds 15 jaren verzekerd waren, 90 pCt. korting genieten, dit wordt nu terug gebracht op 75 pCt. Het wordt nuna 5 jaar 25 pCt., na 10 jaar 50 pCt., en na 15 jaar 75 pCt. reductie. Ook werd bepaald dat bij overschrijving van ruiten de verzekering als opnieuw begin nende wordt beschouwd, behalve wanneer de overschrijving plaats heelt van ouders op kinders, dan blijft de gunstige bepaling der reductie geheel van kracht, en bij anderen geldt alleen dat als de overschrijving ten name van iemand wordt gesteld, die reeds 5 of meer jaren lid der vereeniging was, hij terstond hoogstens 25 pCt. reductie op de overgeschreven ruiten geniet. Na eenige toelichting, waarbij er op gewezen werd dat door de zeer booge korting van 90 pCt. er zoo weinig in kas zou komen, dat op den duur men bij den hoogen prij's van het glas zou moeten overgaan tot hoofde- lijken omslag. Daarom werd beter geoor deeld de korting tot hoogstens 75 pCt. te beperken. Ook de wijzigingen in dit art. werden zonder stemming aangenomen. Bij art. 18 wordt met het oog op de nieuwe zegelwet ingelaschl dat de zegelkosten der polis komen ten laste van den verzekerde. Er wordt evenwel bij gezegd, dat de zegel kosten slechts 5 cent bedragen, zoodat een nieuwe inschrijving op 55 cent komt. Ook de zegeling der reeds bestaande polissen is onnoodig, slechts één polis, een waarde van f1500 te boven gaande, eischtte een zegel van 25 cent. Dit is reeds geschied en daar door wordt gerekend dat het zegelrecht van al de bestaande polissen dezer vereeniging is voldaan. In ’t vervolg moet op elke nieuwe polis een plakzegel van 5 cent. In art. 23 wordt eenige redactiewijziging gebracht, betreffende de inrichting van het bestuur en de werkzaamheden der bestuurs leden onderling. Bij art. 25 wordt nu vermeld dat de Voor zitter en Secretaris bevoegd zijn tot ’t teekenen van alle stukken. Tot heden moesten de polissen enz. geteekend worden door alle bestuursleden. De verandering wordt een verbetering geacht. Bij art. 27, was voor bureaukosten van secretaris en penningmeester f 100 uitgetrok ken. Dit bedrag wordt nu met algemeen goedvinden gebracht op f 150. In art. 30 wordt nu geregeld hoe te handelen is bij herstemming, en tevens wordt bepaald dat voor reglementsverandering 2/3 der aan- vóór moeten stemmen, zal staande Vondelstraat hoek Constantijn Huy- gensstraat met eenige andere kleine oorzaken tezamen de aanleiding was tot de groote stag natie. Te halfzes, nadat ’t licht eerst met kleine zuchtjes wat opgeflikkerd was, was de toevoer eindelijk weer constant. In de buitenwijken heeft de storing echter langer geduurd, hier en daar zelfs den geheelen avond. Hoeveel gas mag een gasfabriek afgeven? Dat is zeer ongelijk, zeide de voorz. van den gemeenteraad van Leeuwarderadeel. Er zijn gasfabrieken aangewezen op slechts 35 pCt. van het verbruik in 1914, en er zijn andere, die wel 105 pCt. van dat kwantum mogen afgeven. Een zeer ongelijke verdeeling dus: de een baadt in overvloedige lichtweelde, de ander zit geregeld in ’t donker, kookt op kooltjes en in hooikisten, en kan toch onmo gelijk nog de voorgeschreven bezuiniging bereiken. Optreden van belasting-inspecteurs. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Financiën werden inlichtingen gevraagd omtrent hetgeen voorkomt in een tot den Minister gericht adres van een Boerenbond in Friesland. De nieuwsgierigheid van die heeren is voor menig rijken boer ongetwijfeld zeer onaange naam. is niet voor ons is bestemd voor toch is dit zoo, anthraciet toch is goedkooper stoken dan turf en dergelijke brandstof. T Is zekerlijk dan ook om hierin tegemoet te komen, dat^ onze gemeenteraad de turf- en cokesprijs voor de „kleine luyden” goedkooper heeft gesteld; doch tevens is nu’de gelegen heid beter om de anthraciet aan de „grooten” te doen toekomen. De „kleine luyden” moeten hunne vul kachels maar op zolder laten en koopen dure turfkachels, die ook nog „vuurvreters” zijn. Waarom anders wordt de anthraciet voor de betere klassen (beter wat koopkracht betreft), bewaard Ik vraag u, geachte lezer, mij deze som eens op te lossen 1 brandstof eenheid 1 H.L. anthraciet. 1 brandstof eenheid 700 turven gevolg 1 H.L. anthraciet 700 turven niet waar? Mis! 1 H.L. anthraciet kost f 2.25, 700 turven kosten f 5.60. De arbeider en kleine burger, houders van bonboekjes klasse I en II moeten tnrf koopen (want ze kunnen geen anthraciet bekomen) voor f 5.60 per brandstof-eenheid houders van bonboekjes klasse III en hooger krijgen „vervolg”boekjes en kunnen anthraciet krijgen tegen f 2.25 per brandstof-eenheid. Eerlang zal er ook wel eens gelegenheid zijn voor klasse I en II om t/2 H.L. anthraciet te krijgen, doch dan zijn de boekjes ledig. Alhoewel onze Raad nu de lagere klassen tegemoet wil komen, door den prijs van turf en cokes te verlagen, ware 't beter de turf voor de hoogere (111 en vervolgens) te stellen en de anthraciet zoo mogelijk dan ook verlaagd maar de vastgestelde prijs is ook goed voor de lagere Ie en He klasse, beschikbaar te stellen. Want bij strenge kou kan men het met turf niet warm krijgen en moet er hout bij; dit laatste is niet meer te krijgen, de lagere klassen konden er zich niet van voorzien en velen in de hoogere klassen hebben zich voorzien. Hoe komt dit nu alles zoo? Omdat vele leden van onzen Raad niet rekenen en zij voor ’t meerendeel maar klakkeloos met de voorstellen méégaan, welke door de H.H. brandstofcommissieleden voor gediend en door B. en W. ZHgediend worden. Enfin „kleine luyden”, denkt er later om, wanneer deze heeren Uwe stem weer vragen, zij zitten graag op het kussen, doch rekent Gij dan wel, wanneer ’t zóó ver is? Prosit verlaagd is? Ja, ja, dat is alles goed en wel, maar ’t „kleine luyden”, de anthraciet de grootere stokers. Waarom As men de aldtsjes praten heart, Oer tiiden fen alear, Dan diele se ek al gau ris mei Ho fttl as ’t altiid frear. Bigjin Novimber wie dan meast It iis al tige tsjok, En ’t jongfolk boun de redens oan En warde ’m tige drok. Dan frear it nachs dat ’t ong’le man 1 It grouniis sette gear, En hwa ’t fen riden haldde, wie Sa mar yn ienen klear. Oer omslaen siet men net yn noed, Wie ’t ienris froast, ei nou, De winter gyng, dat stie al fêst, Foar Maert net wer op sjou. As dat nou wier is allegear’, Hwet binn’ de tiden dan Fen nou, in hiel ein oars, hwent froast, Der het it neat noch fen. Novimber is yn ’t lan, mar 't Foldocht mar danich skoan, 't Is krekt, as sweev't de Maeitiid wer Op goud’ne wjukken oan. De Ijipkes hawwe in fleurich sin En hippelje oer it mêd, Yn sté fen póg’rich binn’ se noch Sa prüstich en sa glêd. Hja witte seis net ho ’t Hja sjugge frjemd yn ’t Op ’t moaist wirdt yn NoviAber noch It earste Ijipai foun. De dagen binn’ to koart, mar oars, Men naem in koart bislüt, Dan socbt men wjirmen en men teach Mei de angel der op dt. De kachelwaermte scil gjin ien In bult forlet fen ha, De kachels kin’ as ’t sa k Wer nei de souder ta. Men set oer dei de Unsters op, En ’t waeit er loftich yn, Gjin stoarmen rüse nou, In sêfte losse wyn. Hwa ’t balde mei fen de aide tiid, Do ’t sa bitiid al frear, Dy docht it mar, mar Det haget ós dochs mear. ’t Foldocht de measten tige scoan, Dit waer sa sêft en fêst, En dertroch heart men dei oan dei Hwet is ’t in sêfte Hjerst. It scoe foaral for in hopen stêdljue to winskjen wêze, dat we dit sêfte waer mar halden, omdat it er by de measten, hwet de stokerij oangiet, allersjofelst foarstiet. Yn Ljouwert kleije de minsken stien en bien, mar de biwenners fen Grins sjugge noch wer fol oerginst nei de Ljouwerters, om ’t dy noch wer safolle rejaeler bidield binne as hja. Yn Grins moatte de minsken for in great diel de winter tomiette mei twa mudde „antreciet”, en as hja al komme mei tuike tuike, of hja rolje de ffist op en dogge allerhande driege- minten, it is allegearre krekt allike folie, twa mudde, en mear neat, dat is bjar foarlan. Ien sa’n Grinser boarger wie der frijhwet troch oerstjür, en koe it net litte om de mannen fen de distribusje mar ris frij flnsêft it leksum op to lézen en hjarren to forwiten dat se fen ’t wirk der t se for roppen wierne, gjin sikkepit forstan hiene. Nou stie de man deryn net allinne, hwent oeral is sahwet oan it distribusje baentsje forboun, dat men foar healbakken oansjoen wirdt. Ef dat nou torjucht ef to ünrjucht is, fait faek sa min ilt to meitsjen, mar it is wol wier, dat in hopen dingen troch al de distribusje drokte, ünnoarm folie djürder binne; as dat hja wêze scoene as ’t frije hannel wie, en dan moat men it de minsken net kwea ófnimme, dat se wol ris hwet fen bjar fjiirje, en oer inkele dingen de forkearde de skild jouwe. Frisia. hoorde ik j.l. Vrijdag en welke ontnuchtering toen Zaterdagavond de advertentie berichtte, dat de anthraciet niet voor de klassen I en II bestemd was. Is ’t daarom, dat de turf- en cokesprijs wezige leden er het geldig zijn. Ook dit werd algemeen goedgevonden. Dan kwam er nog als nieuw art. 32 de slotbepaling van bijna elk reglement: in ge vallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Bestuur. Zonder hoofdelijke stemming werd het gewij zigde reglement goedgekeurd. Er werd nog eens door een der leden gevraagd of deze vereeniging de Kon. goed keuring niet dient aan te vragen op hare statuten, maar door ’t bestuurslid, den heer F. Bruinsma, werd de vrager ingelicht dat dit niet behoeft, zelfs niet kan. Bij de wet van 1855 zijn de onderlinge vereenigingen uitgezonderd van de verplichting om de Kon. goedkeuring aan te vragen. De vereeniging bezit dus uit den aard der zaak reeds rechts persoonlijkheid. Nadat nog besproken werd in ’t betreffende artikel 2 nauwkeurig te omschrijven wat wel of niet onder oorlogstoestanden wordt gerekend, waarvoor ’t Bestuur zorg zal dragen, wordt meegedeeld dat nu het gewijzigd reglement ten spoedigste zal worden gedrukt, en aan ieder verzekerde een exemplaar zal worden ter hand gesteld. Onder dankzegging voor de betoonde belang stelling en medewerking, sluit de Voorzitter de vergadering. Onderlinge Spiegelglas-verzekering Bovengenoemde vereeniging hield Maandag avond een buitengewone algemeene vergadering ter behandeling van een herziening van het reglement. Tegenwoordig waren, behalve het Bestuur dat voltallig was en den deskundige, 16 leden. Na opening der vergadering door den voor zitter, den heer K. Falkena Bz., en de lezing der notulen door den Secretaris, den heer Th. H. van der Meulen, kwam het bewuste punt aan de orde. In art. 2 werd door 't Bestuur voorgesteld om op te nemen de bepaling dat het plaatsen van ruiten bij nieuwbouw moet geschieden aan den buitenkant, en bij breuk wordt, indien het gevoeglijk kan, ook de plaatsing aan den buitenkant bevorderd. Gold tot heden de bepaling dat het veranderen der ramen door de vereeniging en den verzekerde ieder voor de helft werd betaald, thans wil het Bestuur, om het belang der zaak, de kosten van verandering maar geheel voor de kas der Vereeniging doen komen. Tevens werd in dit artikel opgenomen de nieuwe bepaling dat het breken der ruiten door oorlogstoestand niet wordt vergoed uit de kas der Vereeniging, doch als het ver oorzaakt wordt door volksoproer, dan wil men in een ernstig geval van grooten om vang een deel uit de kas nemen en de rest vinden door een pondspondsgewijze omslag der verzekerden. Over dit punt ontstond nog al heel wat discussie, vooreerst over wat men had te verstaan onder oorlogstoestand, en rees de vraag hoe het werpen van een bom uit een lucht schip moest worden beschouwd als ons land niet in oorlog was. Er werd geoordeeld dat zulk een geval wel onder oorlogstoestand viel te rekenen, daar ook meestal van andere zijde dan vergoeding volgt, en over de ver goeding bij volksoproer werd wel van soli dariteitsgevoel gesproken, doch een omslag enkel onder de bezitters van spiegelglas kan ook weer bedenkelijk zijn, want bij zulke rampen gaan ook gewone ruiten dikwerf verloren, en wordt ook later uit de openbare kassen wel een tegemoetkoming verstrekt. Het bestuur heeft ook gedacht aan her verzekering, doch daaraan is een schaduwzijde verbonden, niet slechts de te betalen premie, doch de bepaling dat ook daar de schade over de verzekerden wordt omgeslagen, zoodat het kan voorkomen, dat onze Vereeniging dan mede wordt aangeslagen voor de schade die bijv, in Amsterdam of Rotterdam door een volksoproer is veroorzaakt, en daar die omslag kan gaan tot 20 pCt. van de verzekerde waarde, zou het, daar hier ter stede nagenoeg voor f 80.000 spiegelglas bij de Vereeniging verzekerd is, zelfs tot een bedrag van f 16.000 kunnen oploopen. Het Bestuur zal wel inlichtingen inwinnen over deze zoogenaamde molest-verzekering, maar vraagt en verkrijgt volmacht om te handelen naar best weten. Amsterdam in het donker. Zaterdagmiddag omstreeks 5 uur gingen te Amsterdam plotseling alle electrische lichten op straat en in de huizen uit, terwijl de trams bleven staan. Het laat zich begrijpen dat in deze Egyptische duisternis dadelijk een groote consternatie ontstond, vooral in de groote zaken, op het postkantoor enz. Vooral de donkere straten boden, zegt het V. v. d. D., een vreemdsoortigen aanblik, daar er met het oog op de St. Nicolaas-drukte vele menschen aan het wandelen waren, die door het plotseling uitgaan van het licht haast tegen elkaar botsten. Enkele menschen, die met een electrische zaklantaarn gewapend waren, hadden daarvan veel nut. Als lichtende „gloeiwormpjes” bewogen zij zich door de Kalverstraat. Tusschen vijf uur en half zes gingen zoo nu en dan even de gloeilampjes aan, doch zij brandden nog zwakjes. In sommige zaken, die vol met menschen waren, veroorzaakte deze storing in het elec- trisch bedrijf een ware sensatie. Zij moesten zoo snel mogelijk ontruimd worden, want in de duisternis kon men niet veel verkoopen, naar te begrijpen is. Voor „langvingers” was het een mooie gelegenheid, om hun slag te slaan. Of ze het nog gedaan hebben, weten wij niet. Was alles in het duister, ook omtrent de oorzaak van de storing was aanvankelijk geen licht te verschaffen. Later bleek, dat een brand (kortsluiting) in een kabelhuisje van de G.C., Bolswardsclie Courant .I 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1917 | | pagina 1