lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. No. 5. Verscüijnt Donderdags en Zondags. 57ste Jaargang. 1918. Donderdag 17 Januari. HET JAAR 1917. VOOR Th. land, IV. Th. ’t volk P. leêge mijn P. Als P. Th. P. P. Th. P. Verkoopt jnen P. Th. Om P. INGEZONDEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) toe eens naar de zich er later niet ieder het zijne er Van verschillende zijde wordt tegenwoordig gewezen op het groote brandgevaar, dat spoe diger dan vroeger kan ontstaan, daar men het met de brandstof niet zoo precies nemen kan. Vooral hout en steenkool geeft een voor zijn lamp. nu ook wijzen zocht, zou hij moeten gaan ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Rei bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Twee mannen verdronken. Grouw, 11 Jan. Het vermoeden is thans droeve zekerheid geworden, de ongeveer 45- jarige winkelier S. H. B. is met zijn helper, den 77-jarigen D. S., verdronken in de Lange Lite. Hedenmorgen om tien uur werd bij het dreggen het eerste lijk opgehaald en een half uur later dat van den tweeden verdronkene. Beide mannen hadden de schaatsen nog aan de voeten, terwijl de slede omgekeerd lag. Hieruit maakt men op, dat zij, door den harden wind geen koers kunnende houden, op een wak geraakt en plotseling er door gezakt zijn. De winkelier B. laat een vrouw met drie kinderen na; S. zou juist heden zijn 77sten verjaardag vieren, terwijl hij de volgende week zijn 55-jarige echtvereeniging zou hebben kunnen herdenken. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Wijmbritsoradeel. Aan een ingeschrevene der lichting 1918 in de gemeente Wijm- britseradeel had de militieraad de gevraagde vrijstelling wegens broederdienst geweigerd, uit overweging, dat de oudere broeder in het genot van uitstel van eerste-oefening verkeerde en zijn dienst dus nog niet had begonnen. Ged. Staten, in beroep over deze uitspraak beslissènde, waren van oordeel, dat de militie raad ten onrechte uitstel van eerste-oefening met tijdelijke vrijstelling vereenzelvigde en stelden den ingeschrevene mitsdien van militie- dienst vrij. Van deze beslissing ging de militie- commissaris bij de kroon in beroep, welk beroep echter thans bij kon. besluit ongegrond is verklaard. N. Sn. Ct. Nu de winter aan de veldarbeiders in de Wouden weinig gelegenheid tot verdienste biedt, zijn eenige landweerplichtigen, die met klein verlof waren, weer in militairen dienst gegaan, om zoodoende de vergoeding deel- acbtig te worden. Dit komt hun voor» deeliger uit. Neutraliteit is nu ons kracht, Hoe men ook op ons loert, Met onze Koningin aan ’t hoofd, Wordt ’t vrij bewind gevoerd. Ons schip van Staat laweert nog steeds Door ’s Heeren goedheid voort, ’t Ontzeilt de klippen rondom ons, Wij vreezen menschenmoord. Al doen wij aan den krijg niet mee, De oorlog knelt hier wel De toevoer werd ons afgesneên, Ons voorraad mindert snel. bang, te doen, nu ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 8 maanden. Franco per post 621/2 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar i 5 Cent. direct bruikbaar zijn. EEN OPMERKER. BINNENLAND. Wonseradeel, 14 Jan. De vaste boeren arbeiders voor bouw en greide verhuren zich weer voor een zelfde loon als verleden jaar, varieerende van f 17 tot f 20 per week. Sommigen krijgen woning met tuingrond bovendien. Wolvega, 12 Jan. Bij een der ingezetenen alhier werd pl.m. 10 H.L. anthraciet in beslag genomen welke indertijd niet als voor raad was opgegeven en in den tuin verborgen bleek. Door die historie van dat schip, Denk ’k aan wat anders nog, Is hier van d’oorlog niets te zien, Een luchtschip kwam er toch. Thomasvaêr. Een luchtschip? Neen, een 1 Voor het kassierskantoor, Dat ding heb ik met ernst bezien, Te groot voor voetbal, hoor ’t Bevatte, toen men 't vond, bijna Vijfhonderd ponden kruit, Dit haalde men, voor men ’t hier bracht, Heel wijslijk, eerst er uit. Nou, als die monsters ploffen gaan, Dan is ’t een bar geweld, Ons huisje dreunde soms er van, ’k Ben niets er op gesteld. Maar hier kwam laatst een vliegmacbien Des avonds ruim elf uur, Wij waren al te bed gegaan, Vanzelf, het licht is duur 'k Had echter toch den slaap nog niet, Toen hoorde ik gebrom, Ik schrok, toen ’k merkte wat het was, Ik vreesde voor een bom. Ik riep je toen nog wakker, man! Maar jij hadt heel geen lust, Je bromde wat, 'k verstond alleen #Och, laat mij toch met rust Als ’k achter de gordijntjes ben, Wil ik geen praatjes meer; 'k Leg ’s avonds, na mijn dagtaak, steeds Gerust mijn hoofd ter neer. ’k Neem liefst op bed geen zorgen mee, Iets, waar ’k mij streng aan houd Wie 's nachts ook nog te tobben ligt, Die wordt bepaald niet oud. Ja, gij kunt dat wel zeggen, man Maar altoos gaat dat niet, 't Gaat goed voor die gezond mag zijn, Verschoond blijft van verdriet. Maar ’k hoorde ’t luchtschip boven ons, Doch 't heeft geen kwaad gedaan, Het wierp wat lichtsignalen uit, Is verder toen gegaan. Bij Sneek moet ’t later, naar men zei, Gedaald zijn in een land. De menschen zijn geïnterneerd, Het vliegtuig is verbrand. Geïnterneerd, dat zeg je zoo; Daar zijn wat in ons land Wat kwamen velen hier op toe, Men kwam van allen kant. Doch hier wordt zoo de spoeling dun, Hier komt nu ook gebrek, En toch blijft uHolland” altoos nog Bij vreemden zeer in trek. Van Belgen, uit hun land verjaagd, Kwam hier een heele drom, En Duitscher, Franschman, Brit of Rus, Elk is hier wellekom. Ons land toch houdt zich strikt neutraal, Neutraal aan allen kant, Wat scheelt dat veel met vroeger tijd, Met ’t oude Nederland Toen bralde fier nog Hollands leeuw, Men vocht ter land en zee Waar destijds wat te strijden viel, Deed Holland vooraan mee. Nu is het blaadje omgekeerd, Wij blijven streng neutraal, Doch bieden, rijk aan menscbenmin, Ons buren gul onthaal. Ja Neêrlands roem is in deez’ tijd Veel edeler en schoon Wij schenken ’t lijdend menschdom nu Een liefd’rijk hulpbetoon. Wij sidd’ren voor het ruw geweld, Dat ’t oorlogsmonster brengt, Doch voelen ons gelukkig met De taak die Taaf’nis brengt. Wordt echter Veel kooplui zijn nu Heel anders van Zij sluiten graag een Want winst smaakt ’k Vind woekerwinst niet eerlijk, neen I Ik heb ’t al m»er gezeid, ’t Geweten van zoo’n koopman is Van and’re kwaliteit. Al hebben ze hun kerkboek nog, Er is toch iets gebeurd, Mattheus XXII werd Bepaald er uitgescheurd. Bij hen is naastenliefde dood, Hun eigen ik gaat voter, De Christendeugden trouwens gaan Door d’ oorlog meer te loor. Maar Thomas! wat maak jij je warm, De kachel hoeft niet rood, ’t Is een probatnm middel zoo, Dat lenigt kolennood. Th. Och vrouw! drijf niet den spot ermee! ’k Stel ’t eerlijk hart op prijs, Ik acht geen vrome woordenpraal, In daden ligt 't bewijs. Een Grieksche wijsgeer in zijn tijd, Die wijze menschen zocht, Beklaagde zich, dat, hoe hij liep, Hij geene vinden mocht. Maar in deez’ tijd is, wel beschouwd, Het nog veel grooter ramp, Want Diogenes kreeg hier zelfs Geen olie En als hij Waar Naar d’ oorlogslanden zeker niet, Daar is geen denken aan. Misschien dan op neutraal terrein Is daar de wijze mensch?... Wat zou hij hjer een zwendel zien, Bij binnenland en grens. Maar Thomas! denk om’t spreek woord welt Van splinter en den balk, Het oog ziet meestal van zich af, Je uil is ook geen valk. Je zei straks, dat ’k niet rechten mocht, En ’k neem ’t als waarheid aan, Maar ’k vraag je nu in ernst toch af Wat jij nu hebt gedaan? Je maakt de koopliên duchtig zwart, Maar is dat eerlijk, man? Hoevelen zitten op zwart zaad, Wat’s daar de reden van? Diogenes! was dat de man Die leefde in een ton, En leerde met hoe weinig men Gelukkig wezen kon? Zoo’n man, waarachtig, was hier nu Heel goed wel op zijn plaats, Maar kreeg hier op de bruggen toch Bepaald heel weinig maats. Die oude Griek, daar leer ik van: (’t Brengt mij in goede luim,) Die thans niet uitgeslapen is... Mag zuigen op zijn duim. Slot volgt. Brandgevaar en blussching. aanzetting in den schoorsteen waarmee men rekening dient te houden, zoodat een waar schuwend woordje van deze of gene, wel ter harte mag worden genomen. Ook ons Gemeentebestuur blijft hierin niet achterwege, door in onze plaatselijke bladen dikwijls te wijzen op het brandgevaar, opdat de ingezetenen er voor kunnen waken om maatregelen te treffen, dat bij hen zooveel mogelijk geen brand kan ontstaan. Uit alles ziet men, een ieder wil het zijne er toebijdragen opdat men maar voorzichtig zijn zal. Maar toch moet ik een kleine opmerking in dezen doen, en wel dat indirect ook bij brand thuis behoort. Het zijn onze brand putten op het Schildwijk, wordt hierover wel eens nagedacht of die in goede orde en voor het gebruik bij brand wel in een goede conditie verkeeren? Ik betwijfel dit wel. Want nog heden (Dinsdag) bij deze voort durende en flinke dooi, zijn ze nog niet zicht baar, dat heeft nu al dagen, ja weken achtereen al zoo geduurd steeds zijn ze bedekt met een dikke ijskorst, een goede laag sneeuw, dat, mocht er bij nacht onder deze omstan digheden eens brand uitbreken, men eerst naar de brandputten moet zoeken. Ook het openen hiervan zou misschien moeilijk gaan, bijgevolg veel tijd ging er verloren voor men gereed was. Zuks moet en mag bij brand niet voorkomen, dan moet men klaar zijn, handelend moet er dan direct worden opge treden doet men dat niet, het perceel zou eerder uitgebrand zijn, voor dat men met het blusschingswerk begon. Daarom geef ik aan de hand, zie af en brandputten opdat men over beklage, Laat een toe bijdragen om brandgevaar te voorkomen, maar laat ook de middelen waarover men beschikt voor het biusschen in dien staat verkeeren, dat ze Ja, ja! de tijd is droef en Daar schijnt niets aan Het menschdom wordt door d’oorlog Geperst nis een citroen. ’t Wordt alles schaarsch en schriklijk duur De prijzen stijgen steeds, En aan belasting geeft men ook Veel meer dan vroeger reeds. Want Alva’s tiende penning was Bij nu slechts kinderspel, Al maken een’gen- oorlogswinst, De rest gevoelt het wel. Periculum in mora dreigt, Dit woord leert men verstaan, Altoos meer klemmend wordt de vraag: Hoe zal het met ons gaan Th. Maar Nel! maak je niet ongerust, Het kan hier nog al gaan, In vergelijk met ’t buitenland, Is ’t hier een ruim bestaan. men van ’t arme Belgie leest, Van prijzen daar besteed, Dan moet men eig’lijk zeggen nog, Dat men voor niets hier eet. Een kilo spek tien gulden daar, Vet kost haast eens zooveel, Ruim veertig gulden koffie en thee, Twee gulden bijna ’t meel. Zoo is daar alles navenant, Ik begrijp niet, hoe het gaat, En men daar zoo nog leven kan, Den toestand nog doorstaat. De eerste stand wordt uitgekleed, Het pauperisme groeit, De groote massa wordt bedeeld, 's Lands welvaart is verknoeid. In and’re landen is het ook Haast dito al gesteld, Ja, ’t oorlogsmonster houdt Euroop' De keel haast toegekneld. De prijzen in ons vaderland, Die rijzen ook heel sterk, Maar ’t haalt nog niet bij ’t buitenland, Daar rooit het paal noch'perk. Dan is hier nog verlaging ook Voor den geringen stand, Ja vrouw! het blijkt nog eiken dag: Gelukkig Nederland! Gelukkig? Dat’s betrekkelijk, hoor! Hier dreigt ook hongersnood. Als ’t slimmer wordt, ligt voor dekast, Ook hier de muis nog dood. De woekerwinst van smokkelaars Bezorgt ons land maar last, Amerika geeft ons geen graan. Houdt onze schepen vast. Oom Sam en vriend John Buil te zaam Die namen het besluit: Met de neutrale staatjes moet De handel maar'gestuit. Hier staat langs zee de handel stil, Als Duitschlands naaste buur ons geen voedsel meer, Vandaar wordt ’t hier zoo duur. De speculatie doet nog ’t meest, Veel goed wordt opgehoopt, Met kans dat men het later dan Met woekerwinst verkoopt. Het kapitaal verplaatst zich thans Veel sneller dan gewoon, arm te worden, of ook rijk, Zijn thans de kansen schoon. Maar geldzak, man! of bedelnap, Dat geldt als oude keur, Hangt zelden over vijftig jaar Nog aan dezelfde deur. Wat ziet men in families vaak Dat er komt eb of vloed, Gaat het den een steeds achteruit, Een ander gaat het goed. Ja, maar er wordt nu in ons Geaasd op oorlogswinst, Die kans ziet, neemt zijn trekken waar, De grooten niet het minst. *t Is naar, men meent, een tiende deel Dat thans flink winsten maakt, Waardoor het ov’rig deel van In de verdrukking raakt. Ik gun den koopman een bestaan Zoo ’t altoos is geweest, Deez’ schakel in de maatschappij nu gevreesd. speculant, gemoed, oogje dicht, o zoo zoet! Bolswardsche Courant t -xj* <y|v PlETERNEL.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1